Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen 2025

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen 2025

Zaaknummer: 2153513

  • gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d.

betreft: Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen 2025

De Raad van de gemeente Hoorn besluit:

  • gelet op artikel 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, artikel 225 van de Gemeentewet en het vigerende Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening;

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen 2025

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen of het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet door een wettelijk voorschrift is verboden.

  • b.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een motorvoertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven.

  • c.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, voor het betalen van de parkeerbelasting ingerichte mobiele telefoons, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • d.

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting wordt geheven door middel van parkeerapparatuur;

  • e.

    centrale computer: een computer van de gemeente dan wel een computer van het bedrijf waarmee de gemeente een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of ander communicatiemiddel;

  • f.

    belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die;

  • a.

    is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, of;

  • b.

    gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E10 (E9) uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • c.

    van gemeentewege is gemarkeerd voor het parkeren door vergunninghouders.

  • g.

    vergunning: een door het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, volgens welke het is toegestaan een voertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en/of belanghebbendenplaatsen

  • h.

    vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend.

  • i.

    motorvoertuig: dat wat daaronder wordt verstaan in het Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990), waarbij brommobielen, zoals omschreven in artikel 1 van het RVV 1990, ook beschouwd worden als zijnde motorvoertuig.

  • j.

    feestdag: de landelijk erkende feestdagen met uitzondering Goede Vrijdag: nieuwjaarsdag, eerste paasdag, tweede paasdag, koningsdag, Hemelvaartsdag, eerste pinksterdag, tweede pinksterdag, eerste kerstdag, tweede kerstdag alsmede bevrijdingsdag.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting over het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel volgens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting over een door de gemeente verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 2.

    Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

  • a.

    degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te

  • b.

    degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

  • c.

    zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:

  • 1.

    als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;

  • 2.

    als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig gebruik heeft gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van parkeerders:

  • 1.

    op wiens naam een geldige gehandicaptenparkeerkaart is afgegeven, onder de voorwaarden:

  • a.

    dat het kenteken van het geparkeerde voertuig is aangemeld in het digitaal parkeerrecht GPK-systeem. Het tonen van de papieren gehandicaptenparkeerkaart kan hier niets aan afdoen en geeft niet alsnog recht op vrijstelling van het betalen van parkeerbelasting, of

  • b.

    dat de gehandicaptenparkeerkaart duidelijk leesbaar en op een zichtbare plaats bij voorkeur op het dashboard, in het voertuig is geplaatst dat geparkeerd staat op een parkeerplaats aangeduid met bord E06.

  • c.

    degene op wiens naam de gehandicaptenparkeerkaart is uitgeschreven in het voertuig aanwezig is bij aanvang van het parkeren.

  • d.

    deze vrijstelling geldt niet voor parkeergarages.

  • 2.

    die een motorvoertuig parkeren op feestdagen, met uitzondering van Goede Vrijdag.

Artikel 5 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 7 Heffing naar tijdsgelang

Voor de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b geldt:

  • 1.

    dat als de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak van een jaarvergunning aanvangt, het verschuldigde bedrag wordt berekend naar zoveel volle maanden in het kalenderjaar na de aanvang van de belastingplicht overblijven.

  • 2.

    dat als de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak van een jaarvergunning eindigt, ontheffing wordt verleend voor zoveel volle maanden van het kalenderjaar als na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht overblijven.

Artikel 8 Wijze van heffing en termijn van betaling

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven:

  • a.

    bij wege van voldoening op aangifte, door bij aanvang van het parkeren op elektronische wijze te betalen door inwerkingstelling van parkeerapparatuur;

  • b.

    of dat bij de aanvang van het parkeren telefonisch of elektronisch aangifte is gedaan via de centrale computer van een van de mobiele parkeeraanbieders van de gemeente;

  • 2.

    De belastingplichtige van de belasting in artikel 2, onderdeel a, is bij aanvang van het parkeren verplicht het kenteken van het motorvoertuig in de parkeerapparatuur in te geven.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 4.

    In afwijking van het vierde lid kan de belasting door middel van automatische betalingsincasso worden afgeschreven.

  • 5.

    Een naheffingsaanslag inclusief de kosten van de naheffingsaanslag zoals bedoeld in artikel 11 en voor zover van toepassing verhoogd met de andere kosten zoals bedoeld in artikel 11 moet terstond worden betaald.

  • 6.

    Van de verschuldigde belasting per tijdseenheid wordt op of via de parkeerapparatuur kennisgegeven.

Artikel 9 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd gebeurd in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar bekend te maken besluit.

Artikel 10 Bevoegdheid tot naheffingsaanslag, wielklem en wegsleepregeling

1. Tot zekerheid van de betaling van een naheffingsaanslag over de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, kan aan het motorvoertuig ook een wielklem worden aangebracht, waardoor wordt verhinderd dat het motorvoertuig wordt weggereden.

2. De raad wijst bij openbaar bekend te maken besluit in alle gevallen de terreinen en weggedeelten aan waar de wielklem wordt toegepast.

3. Als na het aanbrengen van de wielklem 24 uren zijn verstreken kan het voertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.

Artikel 11 Kosten

  • 1.

    De kosten van de naheffingsaanslag over de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 77,95.

  • 2.

    De kosten van het aanbrengen en verwijderen van de wielklem bedragen: € 36,00.

  • 3.

    De kosten voor de overbrenging en bewaring bedragen: € 182,00.

    Hierbij wordt voor het stallen van het voertuig per dag gerekend: € 15,00.

  • 4.

    Het bedrag van de door het tweede en derde lid in rekening te brengen kosten wordt bij beschikking vastgesteld.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen 2024“ en de “Eerste wijziging Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen 2024“ wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2025, dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan of totdat de Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen 2025 rechtskracht krijgt.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Parkeerbelastingen 2025".

Artikel 13 Bekendmaking

Deze verordening wordt bekendgemaakt door plaatsing in het Gemeenteblad en op de website van www.officielebekendmakingen.nl.

Hoorn, 10 december 2024

de griffier,                        de voorzitter,

Bekendmaking:

  • door opname in het Gemeenteblad

  • via www.officielebekendmakingen.nl

Ondertekening

Tarieventabel

Behorende bij de Verordening Parkeerbelastingen 2025

2025

Hoofdstuk 1 Parkeren

Tarieven

Maatstaf/ Tijdvak

1

Het tarief voor het parkeren als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt:

1.1

op Achterom, Breed, Gedempte Turfhaven, Kerkplein, Nieuwstraat, Korte Achterstraat, Kuil, Westerdijk, Onder de Boompjes, Spoorstraat, Veemarkt, op de brug tussen Appelhaven en Bierkade, Korenmarkt, Nieuwendam, Spoorsingel, Stationsplein en zuidzijde van de rijbaan van de Stationsweg

€ 3,50

Voor het 1ste uur

1.2

op Achterom, Breed, Gedempte Turfhaven, Kerkplein, Nieuwstraat, Korte Achterstraat, Kuil, Westerdijk, Onder de Boompjes, Spoorstraat, Veemarkt, op de brug tussen Appelhaven en Bierkade, Korenmarkt, Nieuwendam, Spoorsingel, Stationsplein en zuidzijde van de rijbaan van de Stationsweg

€ 5,50

Voor het 2de en de daarop-volgende uren

1.3

op parkeerterrein Vale Hen, parkeerterrein Lambert Meliszweg, parkeerterrein Noorderveemarkt, parkeerterrein Stadsstrand en parkeergarages 't Jeudje (inclusief BTW, binnen 30 minuten gratis uitrijden) en Het Park (inclusief BTW, binnen 30 minuten gratis uitrijden)

€ 2,00

per uur

1.4

op parkeerterrein Vale Hen, parkeerterrein Lambert Meliszweg, parkeerterrein Noorderveemarkt, parkeerterrein Stadsstrand en parkeergarages 't Jeudje (inclusief BTW, binnen 30 minuten gratis uitrijden) en Het Park (inclusief BTW, binnen 30 minuten gratis uitrijden)

€ 5,50

per dag

1.5

op de parkeerterreinen RAC-locatie en het achterste deel Visserseiland

€ 1,00

per uur

1.6

op de parkeerterreinen RAC-locatie en het achterste deel Visserseiland maximum dagtarief

€ 3,20

per dag

1.7

op de parkeerterreinen P+R Hoorn en Pelmolenpad

€ 3,20

per dag

Hoofdstuk 2 Bewonersvergunningen

2

Het tarief voor een bewonersvergunning, als bedoeld in het vigerende Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening voor:

2.1.

Vergunninghoudergebied Centrum:

2.1.1

voor de eerste vergunning

€ 91,25

per jaar

2.1.2

voor de tweede vergunning

€ 219,00

per jaar

2.2

Vergunninghoudergebied Venenlaankwartier/ Hoorn-noord of Grote Waal:

2.2.1

voor de eerste vergunning

€ 31,20

per jaar

2.2.2

voor de tweede vergunning

€ 62,40

per jaar

Hoofdstuk 3 Langparkeervergunning bewoners

3

Het tarief voor een Langparkeervergunning bewoners zoals bedoeld in het vigerende Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening bedraagt:

€ 158,65

per jaar

Hoofdstuk 4 Bezoekersvergunning

4

Het tarief voor het parkeren in het vergunninghoudersgebied met een bezoekersvergunning als bedoeld in het vigerende Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening bedraagt:

4.1

in vergunninghoudergebied Centrum

€ 27,70

per 100 uur

4.2

voor vergunninghoudergebied Venenlaankwartier/ Hoorn-noord of Grote Waal

€ 13,85

per 100 uur

Hoofdstuk 5 Bedrijfsvergunningen

5

Het tarief voor een bedrijfsvergunning als bedoeld in het vigerende Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening voor:

5.1

vergunninghoudergebied Centrum:

5.1.1

Bedrijfsvergunning 1: van maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 20.00 uur

€ 355,75

per jaar

5.1.2

Bedrijfsvergunning 2: van maandag tot en met zondag van 09.00 tot 23.00 uur

€ 503,95

per jaar

5.2

vergunninghoudergebied Venenlaankwartier/ Hoorn-noord of Grote Waal:

5.2.1

Bedrijfsvergunning 1: van maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 20.00 uur:

€ 177,80

per jaar

5.2.2

Bedrijfsvergunning 2: van maandag tot en met zondag van 09.00 tot 20.00 uur

€ 256,20

per jaar

Hoofdstuk 6 Werknemersvergunning

6

Het tarief voor een werknemersvergunning als bedoeld in het vigerende Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening:

6.1

Parkeerterreinen Pelmolenpad, Visserseiland, Lambert Meliszweg, P+R terrein en RAC-locatie:

6.1.1

van maandag tot en met zaterdag van 09.00 tot 20.00 uur en koopzondag 12:00 tot 20.00 uur

€ 172,30

per jaar

6.2

Vergunninghoudergebied Venenlaankwartier/ Hoorn-Noord en Grote Waal:

6.2.1

Werknemersvergunning 1: van maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 18.00 uur

€ 110,85

per jaar

6.2.2

Werknemersvergunning 2: van maandag tot en met zaterdag telkens van 09.00 tot 18.00 uur en op koopavonden van 18:00 tot 21:00 en koopzondagen van 12:00 tot 17:00

€ 138,55

per jaar

Hoofdstuk 7 Marktvergunning

7

Het tarief voor een marktvergunning, als bedoeld in het vigerende Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening bedraagt:

7.1

Vergunninghoudergebieden en betaald parkeergebied:

7.1.1

voor zaterdag van 0:00 tot 18:00

€ -

per jaar

7.1.2

incidentele markten

€ -

per dag

Hoofdstuk 8 Functionele vergunning Fg1 en Fg2

8

Het tarief voor een functionele vergunning Fg1 en Fg2, als bedoeld in het vigerende Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening bedraagt:

8.1

Vergunninghoudergebieden en betaald parkeergebied:

8.1.1

van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 18.00 uur

€ -

per jaar

8.1.2

van maandag tot en met zaterdag telkens van 08.00 tot 23.00 uur en op koopzondagen van 12:00 tot 17:00

€ -

per jaar

Hoofdstuk 9 Functionele vergunning F1 en F2

9

Het tarief voor een functionele vergunning F1 en F2, als bedoeld in het vigerende Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening bedraagt:

9.1

Vergunninghoudergebieden en betaald parkeergebied:

9.1.1

van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 18.00 uur

€ 115,00

per jaar

9.1.2

van maandag tot en met zaterdag telkens van 08.00 tot 23.00 uur en op koopzondagen van 12:00 tot 17:00

€ 143,75

per jaar

Hoofdstuk 10 Autodatevergunning

10

Het tarief voor een autodatevergunning, als bedoeld in het vigerende Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening bedraagt:

10.1

Vergunninghoudergebied Centrum:

€ 69,30

per jaar

10.2

Vergunninghoudergebied Venenlaankwartier/ Hoorn-noord of Grote Waal

€ 26,65

per jaar

Hoofdstuk 11 Vergunning P+R Hoorn

11

Het tarief voor een vergunning P+R Hoorn, als bedoeld in het vigerende Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening bedraagt:

11.1

van maandag tot en met zaterdag telkens van 08.00 tot 18.00 uur en op koopavonden van 18:00 tot 21:00 en koopzondagen van 12:00 tot 17:00 bedraagt

€ 345,15

per jaar

Hoofdstuk 12 Incidentele vergunning

12

Het tarief voor een incidentele vergunning, als bedoeld in het vigerende Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening:

12.1

Vergunninghoudergebied Centrum:

€ 7,40

per dag

€ 29,60

per week

€ 103,75

per maand

12.2

Vergunninghoudergebied Centrum/ Venenlaankwartier/ Hoorn-Noord of Grote Waal:

€ 296,40

per kwartaal

€ 1.156,05

per jaar

12.3

Vergunninghoudergebied Venenlaankwartier/ Hoorn-Noord of Grote Waal:

€ 3,70

per dag

€ 14,80

per week

€ 51,85

per maand

€ 148,20

per kwartaal

€ 578,10

per jaar

Hoofdstuk 13 Abonnementen parkeergarage

13

Het tarief inclusief BTW voor het parkeren met een parkeerabonnement in parkeergarage 't Jeudje of Het Park bedraagt:

13.1

van maandag tot en met vrijdag

€ 219,90

per kwartaal

13.2

van maandag tot en met zondag

€ 274,80

per kwartaal

Hoofdstuk 14 Verenigingsvergunning

14

Het tarief voor het parkeren in het vergunninghoudersgebied met een verenigingsvergunning als bedoeld in het vigerende Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening bedraagt:

14.1

in vergunninghoudergebied Centrum

€ -

per 1000 uur