Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Etten-Leur 2025

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Etten-Leur 2025

Burgemeester en wethouders van de gemeente Etten-Leur,

gelet op artikel 3 en artikel 17.2 van de AVOI alsmede artikel 3:4, tweede lid en het bepaalde in Titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende:

  • dat de gemeente openbare ruimte beschikbaar stelt voor de aanleg van kabels en leidingen,

  • dat in sommige situaties ten behoeve van de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door de gemeente kabels en leidingen verlegd moeten worden,

  • dat de beheerder van de kabels en leidingen onder voorwaarden recht heeft op schadevergoeding,

  • dat Titel 4.5 Awb (artikelen 4:126 tot en met 4:131) kaders geeft voor schadevergoeding bij rechtmatig overheidshandelen;

  • dat het wettelijk kader via interpreterende beleidsregels geconcretiseerd kan worden met de lokale invulling van hetgeen verstaan wordt onder de schade die uitgaat boven het normale maatschappelijk risico en dat wordt aangegeven welke vergoedingsnormen gehanteerd worden;

  • dat de gemeente het aldus wenselijk acht langs publiekrechtelijke weg ter nadere uitwerking van de wetgeving dergelijke beleidsregels vast te stellen voor de wijze van uitvoering van het aanvragen en toekennen van nadeelcompensatie in deze situaties,

  • waarbij beoogd wordt een zo uniform mogelijke basis te verkrijgen voor de netbeheerders;

Besluit:

vast te stellen de volgende nadere regels:

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Etten-Leur 2025;

nadere regels over nadeelcompensatie als gevolg van het op verzoek van burgemeester en wethouders verplaatsen van, of het anderszins nemen van maatregelen ten aanzien van in de openbare ruimte aanwezige kabels of leidingen die behoren tot een netwerk als bedoeld in de AVOI, met uitzondering van kabels als bedoeld in de Telecommunicatiewet.

Hoofdstuk 1 Algemeen

ARTIKEL 1 BEGRIPSBEPALINGEN

  • 1. De begripsbepalingen van de AVOI (Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren) zijn op deze regeling van toepassing tenzij daarvan nadrukkelijk wordt afgeweken in lid 2 van voorliggende regeling. Omwille van de leesbaarheid van de Nadeelcompensatieregeling worden sommige begripsbepalingen hier nogmaals benoemd.

  • 2. In deze regeling wordt verstaan onder:

    aanvraag

    een aanvraag voor het nemen van een besluit aangaande nadeelcompensatie;

    belanghebbende

    een netbeheerder die schade lijdt als gevolg van een verzoek tot het nemen van maatregelen.

    categorie I kabel of leiding

    Een kabel of leiding zoals vermeld in artikel 4 lid 3.a;

    categorie II kabel of leiding

    Een kabel of leiding zoals vermeld in artikel 4 lid 3.b;

    kabels of leidingen

    kabels of leidingen als bedoeld in de AVOI, met uitzondering van kabels als genoemd in art. 1.1 van de Telecommunicatiewet;

    nadeelcompensatie

    het bedrag dat op basis van deze regeling als schadevergoeding kan worden toegekend aan de belanghebbende;

    openbare grond of ruimte

     

    openbare gronden, als genoemd in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet;

    schadebedrag

     

    financieel nadeel dat de belanghebbende lijdt als gevolg van het moeten nemen van maatregelen ten aanzien van kabels of leidingen op verzoek van de gemeente;

    toestemming

     

    door netbeheerder in het verleden verkregen toestemming – uit vergunning of melding - voor de werkzaamheden aan kabels of leidingen die niet ten dienste staan van een openbaar elektronisch communicatienetwerk als genoemd in art. 1.1 van de Telecommunicatiewet;

    verzoek

    verzoek tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels of leidingen zoals geregeld in de AVOI.

    werkzaamheden

    handmatige of mechanische (graaf)werkzaamheden, waaronder ook begrepen het opbreken en herstellen van de sleufbedekking en sleufloze technieken, in of op openbare grond in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels of leidingen.

ARTIKEL 2: REIKWIJDTE

Deze regeling is van toepassing op aanvragen van netbeheerders om een vergoeding als bedoeld in artikel 4:126, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, voor schade van de netbeheerder door het verleggen van kabels of leidingen die is veroorzaakt door burgemeester en wethouders in de rechtmatige uitoefening van zijn publiekrechtelijke bevoegdheden of taak, waaronder mede wordt verstaan de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege de gemeente in het algemeen belang.

Deze nadeelcompensatieregeling is niet van toepassing op:

  • 1.

    kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk (artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet);

  • 2.

    kabels of leidingen van of in beheer bij de gemeente, zoals het gemeentelijke rioleringsnet, de gemeentelijke verkeerslichten en de gemeentelijke openbare verlichting;

  • 3.

    kabels of leidingen waarvoor een gedoogplicht geldt conform paragraaf 10.3.3 Omgevingswet (voorheen artikel 1 van de Belemmeringenwet privaatrecht);

  • 4.

    kabels of leidingen waarvoor gemeente en belanghebbende een privaatrechtelijke overeenkomst aangegaan zijn en waarin al afspraken zijn gemaakt over nadeelcompensatie;

  • 5.

    werkzaamheden die worden uitgevoerd onder een andere wet. Dan gaat deze voor deze regeling.

  • 6.

    werkzaamheden ten gevolge van het bouwrijp maken van grond ten behoeve van derden of activiteiten niet behorende tot de taak van de gemeente.

Hoofdstuk 2 Nadeelcompensatie

ARTIKEL 3 NORMAAL MAATSCHAPPELIJK RISICO

Indien een netbeheerder ten gevolge van een verzoek, schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale maatschappelijke risico kan worden gerekend en waarvan een vergoeding niet of niet voldoende is verzekerd, kunnen burgemeester en wethouders hem op zijn aanvraag een vergoeding toekennen, in de vorm van nadeelcompensatie.

ARTIKEL 4 HOOGTE NADEELDEELCOMPENSATIE

  • 1. De hoogte van de mogelijke nadeelcompensatie is afhankelijk van het schadebedrag en wordt bepaald overeenkomstig de bepalingen in dit hoofdstuk.

  • 2. Bij de berekening van het schadebedrag worden uitsluitend de volgende kostenposten betrokken: Materiaalkosten, Kosten van uit en in bedrijf stellen, Kosten van ontwerp en begeleiding en Uitvoeringskosten. Zie hiervoor artikel 20 tot en met 23.

  • 3. Voor de hoogte van de nadeelcompensatie wordt gebruik gemaakt van een onderverdeling in categorie I en II kabel of leiding:

    • a.

      Categorie I kabel of leiding: een kabel of leiding die kwalificeert als een elektriciteitskabel met een nominale spanning tot en met 10 kV; of een gasleiding met een nominale druk tot en met 1 bar; of een waterleiding met een nominale diameter tot en met 250 mm; of een warmtebuis met een nominale diameter tot en met 250 mm.

    • b.

      Categorie II kabel of leiding: een kabel of leiding die kwalificeert als een elektriciteitskabel met een nominale spanning hoger dan 10 kV; of een gasleiding met een nominale druk hoger dan 1 bar; of een waterleiding met een nominale diameter groter dan 250 mm; of een warmtebuis met een nominale diameter groter dan 250 mm; of een leiding die valt onder het Besluit externe veiligheid Buisleidingen.

ARTIKEL 5 NADEELCOMPENSATIE BINNEN VIJF JAAR NA TOESTEMMING

Indien een netbeheerder binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van een vergunning als bedoeld in hoofdstuk 2 van de AVOI, de verplichting opgelegd krijgt tot het verleggen van de kabel of leiding in openbare grond waarop de vergunning betrekking heeft, vanwege de intrekking of de wijziging van de vergunning, bedraagt de nadeelcompensatie 100% van het schadebedrag.

ARTIKEL 6 NADEELCOMPENSATIE VOOR KABELS EN LEIDINGEN IN CATEGORIE I VANAF HET ZESDE JAAR TOT EN MET VIJFTIENDE JAAR NA TOESTEMMING

Indien de netbeheerder een verzoek ontvangt voor een categorie I kabel of leiding, na vijf jaar tot en met vijftien jaar, gerekend vanaf de datum waarop toestemming is verleend, zal de gemeente 80% van het schadebedrag vanaf het zesde jaar tot 0% na vijftien jaar (trapsgewijs) als nadeelcompensatie uitkeren volgens het schema weergegeven in bijlage 2.

ARTIKEL 7 NADEELCOMPENSATIE VOOR KABELS OF LEIDINGEN IN CATEGORIE II VANAF HET ZESDE JAAR TOT EN MET DERTIGSTE JAAR NA TOESTEMMING

Indien de netbeheerder een verzoek ontvangt voor een categorie II kabel of leiding, na vijf jaar tot en met dertig jaar, gerekend vanaf de datum waarop toestemming is verleend, zal de gemeente 80% van het schadebedrag vanaf het zesde jaar tot 0% na dertig jaar (trapsgewijs) als nadeelcompensatie uitkeren volgens het schema weergegeven in bijlage 3.

ARTIKEL 8 NADEELCOMPENSATIE BIJ NIET DOORGAAN WERKZAAMHEDEN GEMEENTE

Indien de netbeheerder gevolg heeft gegeven aan de opdracht tot verlegging en er binnen vijf jaar na verzending van de aanwijzing/opdracht door de gemeente geen begin is gemaakt met de werkzaamheden, waarvoor de aanwijzing is gegeven, heeft de netbeheerder recht op een vergoeding. Deze bedraagt maximaal een aanvulling op de oorspronkelijke nadeelcompensatie tot maximaal 100% van de oorspronkelijke geraamde kosten.

ARTIKEL 9 GEEN NADEELCOMPENSATIE

Geen nadeelcompensatie vindt plaats:

  • 1.

    Indien de netbeheerder een verzoek ontvangt, na vijftien jaar bij categorie I en na dertig jaar bij categorie II kabels of leidingen, gerekend vanaf de datum waarop toestemming is verleend;

  • 2.

    Voor het verwijderen van kabels of leidingen die al verlaten waren voor het versturen van een verzoek;

  • 3.

    Als in de toestemming een bepaling is opgenomen dat binnen vijf jaar (na het verlenen van toestemming), een verzoek wordt voorzien in verband met binnen die periode uit te voeren werkzaamheden in de openbare ruimte waarin, of waarop de kabel of leiding is gelegen. Indien in deze periode daadwerkelijk een verzoek ten behoeve van de in de toestemming aangekondigde werkzaamheden wordt gegeven, vindt er geen nadeelcompensatie plaats. Als het verzoek niet wordt gegeven binnen deze periode dan geldt het normale vergoedingsregime;

  • 4.

    In gevallen waarin het rijzen (verticaal omhoog verplaatsen zonder onderbreking) van kabels of leidingen betreft, dat het directe gevolg is van grondverzakking;

  • 5.

    Voor verbetering en capaciteitsvergroting van het netwerk van de netbeheerder.

ARTIKEL 10 NADEELCOMPENSATIE IN GEVAL VAN EEN ZAKELIJK RECHT

  • 1. De nadeelcompensatie bedraagt, in afwijking van het bepaalde in artikel 6 en 7, 100% van het schadebedrag (bijlage 4), indien en voor zover de kabel of leiding van de netbeheerder ligt met vergunning van een andere partij dan de gemeente en niet in de openbare ruimte en

    • a.

      de kabel of leiding van de belanghebbende is gelegen in, op of boven grond die hem in eigendom toebehoort, of

    • b.

      de kabel of leiding ligt op basis van een zakelijk recht indien hierin niets anders is geregeld, of

    • c.

      op de kabel of leiding een gedoogplicht conform artikel 10.3 Omgevingswet (voorheen artikel 1 van de Belemmeringenwet privaatrecht) rust.

  • 2. Rusten op de niet in de openbare ruimte gelegen kabel of leiding van de netbeheerder geen van de rechten als bedoeld in het eerste lid, dan is het bedrag waarover de nadeelcompensatie wordt berekend gelijk aan de som van de in Bijlage 1 bedoelde kosten voor ontwerp en begeleiding en de uitvoeringskosten. De in Bijlage 1 bedoelde materiaalkosten en de kosten voor het uit en in bedrijf stellen worden niet vergoed.

ARTIKEL 11 TIJDELIJKE MAATREGELEN

  • 1. Indien vanwege een gemeentelijk project sprake is van meerdere (tijdelijke) maatregelen op dezelfde locatie (binnen een periode van vijf jaar) die ten aanzien van dezelfde kabel of leiding genomen moeten worden, is op de eerste tijdelijke maatregel artikel 5, 6, 7 of 9 van toepassing. De kosten van de overige maatregelen komen conform artikel 5 ten laste van de gemeente.

  • 2. Het eerste lid geldt niet voor tijdelijke fysieke voorzieningen, zoals extra kabel- en leidingvoorzieningen die weer worden opgeheven zodra de definitieve maatregel die genomen moet worden voor de kabel of leiding is gerealiseerd. Dit wordt niet gezien als een (tijdelijke) maatregel, maar als een noodzakelijke uitvoeringswijze.

Hoofdstuk 3 Bepalingen van procedurele aard

ARTIKEL 12 VOORBEREIDINGSTRAJECT

  • 1. Burgemeester en wethouders streven naar overeenstemming met de netbeheerder over het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels of leidingen alsmede over de uitvoering en planning. De maatregelen gaan uit van een technisch adequate oplossing tegen de maatschappelijk laagste kosten. Burgemeester en wethouders voeren hiertoe vooroverleg met de netbeheerder.

  • 2. Tijdens het voorbereidingstraject voor het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels of leidingen informeert de netbeheerder burgemeester en wethouders middels een kostenindicatie over de te verwachten hoogte van het schadebedrag.

  • 3. Door burgemeester en wethouders wordt in het verzoek vastgelegd of het project op basis van een vaste prijs (als de kostenindicatie lager is dan € 10.000) of op basis van nacalculatie wordt afgerekend alsmede de te verwachten hoogte van het schadebedrag.

ARTIKEL 13 SCHRIFTELIJK VERZOEK

Burgemeester en wethouders nemen het besluit tot een verzoek zo mogelijk op basis van overeenstemming zoals bereikt in het vooroverleg.

In het schriftelijk verzoek is een omschrijving van het werk opgenomen met vermelding van het nemen van noodzakelijke maatregelen ten aanzien van kabels of leidingen.

ARTIKEL 14 DATUM TOESTEMMING OF LIGGING

  • 1. De belanghebbende toont bij het indienen van een aanvraag aan op welke datum toestemming is verleend voor het aanleggen van de desbetreffende kabel of leiding.

  • 2. Indien bij een categorie I kabel of leiding (conform artikel 4, lid 3.a) niet kan worden aangetoond, of aannemelijk kan worden gemaakt, op welke datum toestemming is verleend, dan wel op welke datum het liggen is aangevangen, wordt ervan uitgegaan dat de betreffende kabel of leiding langer dan vijftien jaar aanwezig is.

  • 3. Indien bij een categorie II kabel of leiding (conform artikel 4, lid 3.b) niet kan worden aangetoond, of aannemelijk kan worden gemaakt, op welke datum toestemming is verleend, dan wel op welke datum het liggen is aangevangen, wordt ervan uitgegaan dat de betreffende kabel of leiding langer dan dertig jaar aanwezig is.

  • 4. De nadeelcompensatie, bedoeld in de artikelen 5, 6, 7 en 9, wordt slechts vergoed, voor zover het college tot vergoeding daarvan op grond van artikel 4:126 van de Algemene wet bestuursrecht gehouden is.

ARTIKEL 15 TERMIJN AANVRAAG

Belanghebbende dient zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een termijn van vijf jaar, nadat hij een verzoek heeft gekregen bij burgemeester en wethouders een aanvraag in. Bij voorkeur gebeurt dit binnen 6 maanden na afronding van de werkzaamheden.

ARTIKEL 16 GEGEVENS

  • 1. De aanvraag bevat, naast de gegevens bedoeld in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht, ten minste:

    • a.

      een verwijzing naar het verzoek;

    • b.

      een naar kostensoort gespecificeerde opgave van het schadebedrag aan de hand van het kostenspecificatie model (artikel 19 en bijlage 1);

    • c.

      de hoogte van de nadeelcompensatie waarop belanghebbende aanspraak maakt;

    • d.

      het rekeningnummer van de netbeheerder ten behoeve van de betaling van eventuele nadeelcompensatie.

    • e.

      Overige kosten, niet vallende onder een kostensoort binnen artikel 19 (zie ook Bijlage 1) zullen slechts bij te motiveren uitzondering in ogenschouw worden genomen. Het college neemt dit mee in hun besluit tot nadeelcompensatie.

  • 2. Als sprake is van het bundelen van werkzaamheden van verschillende netbeheerders geeft de belanghebbende burgemeester en wethouders inzicht in de verdeling van het gezamenlijke schadebedrag.

ARTIKEL 17 BESLUIT NADEELCOMPENSATIE

  • 1. Burgemeester en wethouders nemen binnen acht weken na indiening van de aanvraag een besluit:

    • a.

      om de aanvraag buiten behandeling te laten indien dit is ingediend na de termijn genoemd in artikel 15;

    • b.

      om de aanvraag buiten behandeling te laten indien dit naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet of onvoldoende is onderbouwd en nadat de netbeheerder in de gelegenheid is gesteld het verzuim te herstellen binnen een termijn van vier weken nadat het verzuim is kenbaar gemaakt aan de netbeheerder;

    • c.

      om de aanvraag in handen te stellen van een adviseur of adviescommissie;

    • d.

      om de aanvraag om nadeelcompensatie geheel of gedeeltelijk toe te kennen;

    • e.

      om de aanvraag af te wijzen;

    • f.

      als blijkt dat een te verplaatsen/verleggen/verwijderen kabel of leiding niet conform de vergunning is aangelegd, kan worden besloten geen tegemoetkoming toe te kennen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen deze termijn eenmalig met acht weken verdagen.

ARTIKEL 18 BETALING NADEELCOMPENSATIE

  • 1. Indien nadeelcompensatie is bepaald op basis van een vaste prijs dient de belanghebbende na gereedkomen van de werkzaamheden een factuur in ter hoogte van het bedrag aan nadeelcompensatie en vindt uitbetaling plaats binnen dertig dagen nadat de factuur is ingediend.

  • 2. Indien nadeelcompensatie is bepaald op basis van voor- en nacalculatie dient na vaststelling van de definitieve nadeelcompensatie de belanghebbende een factuur in ter hoogte van het bedrag aan nadeelcompensatie en vindt uitbetaling plaats binnen dertig dagen nadat de factuur is ingediend.

  • 3. Indien de belanghebbende een verzoek om een voorschot heeft ingediend als bedoeld in artikel 16, derde lid, en het college kent dit toe, wordt dit voorschot uitbetaald op de tussen partijen overeen te komen datum.

  • 4. Eventueel verstrekte voorschotten worden verrekend met de toegekende nadeelcompensatie.

  • 5. Indien de aanvraag voor nadeelcompensatie wordt afgewezen worden eventueel verstrekte voorschotten door het college teruggevorderd.

  • 6. Het aanpassen van de leiding wordt geacht gereed te zijn op het moment dat de werkzaamheden voor de verlegging van de leiding geheel zijn afgerond.

ARTIKEL 19 KOSTENTECHNISCHE BEPALINGEN ALGEMEEN

  • 1. De hoogte van de kosten voor het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels of leidingen wordt vastgesteld op basis van de hierna volgende bepalingen. De kosten worden vastgesteld aan de hand van werkelijke kosten voor het nemen van de maatregelen. De kosten worden onderscheiden in maximaal vier kostensoorten:

    • a.

      ontwerp en begeleiding;

    • b.

      uit- en in bedrijfstellen;

    • c.

      de uitvoering;

    • d.

      materiaal.

  • 2. Als afrekening op basis van nacalculatie plaatsvindt en er sprake is van overschrijding van meer dan 10% van het schadebedrag, moet de netbeheerder achteraf aan kunnen tonen dat dit in goed overleg met burgemeester en wethouders tot stand is gekomen.

  • 3. Bij de berekening tot vaststelling van de hoogte van de kosten voor het verleggen van een leiding worden de componenten vermogensschade en inkomensschade niet als uitgangspunt genomen.

ARTIKEL 20 KOSTEN VAN ONTWERP EN BEGELEIDING

Onder kosten van ontwerp en begeleiding worden verstaan de kosten van werkzaamheden voorafgaand aan en tijdens de uitvoering. Het gaat om kosten van:

  • a.

    overleg en correspondentie;

  • b.

    directievoering en toezicht houden;

  • c.

    detailengineering en daaruit voortvloeiende uitvoerende werkzaamheden;

  • d.

    verplichtingen vanuit wet- en regelgeving;

  • e.

    juridisch vrij maken van tracé;

  • f.

    kosten ten behoeve van aanbesteden werk;

  • g.

    kosten van benodigde toestemming en leges.

Voor de kosten van ontwerp en begeleiding hanteert het college redelijkerwijs een vast percentage:

  • Totale kosten voor uitvoering, materiaal en in- en buiten bedrijf stellen, tot en met

    € 20.000,-, bedraagt de vergoeding voor ontwerp en begeleiding 20%;

  • Totale kosten voor uitvoering, materiaal en in- en buiten bedrijf stellen zijn meer dan

    € 20.000,-, bedraagt de vergoeding voor ontwerp en begeleiding 15%.

ARTIKEL 21 KOSTEN VAN UIT- EN IN BEDRIJFSTELLEN

Onder de kosten van het uit- en in bedrijfstellen worden verstaan:

  • a.

    kosten van het spannings- of productloos maken van de kabel of leiding alsmede de kosten van het weer in bedrijf stellen van de kabel of leiding;

  • b.

    kosten samenhangend met tijdelijke voorzieningen van operationele aard rechtstreeks verband houdende met het uit- en in bedrijfstellen.

ARTIKEL 22 UITVOERINGSKOSTEN

Onder uitvoeringskosten worden verstaan:

  • a.

    kosten van civieltechnische, bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden;

  • b.

    kosten samenhangend met het verwijderen van verlaten kabels of leidingen;

  • c.

    kosten van constructieve en bijzondere voorzieningen;

  • d.

    kosten van tijdelijke voorzieningen van fysieke aard.

ARTIKEL 23 MATERIAALKOSTEN

Onder materiaalkosten worden verstaan de kosten van bedrijfseigen materialen die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de functie van de kabel of leiding en daarvoor noodzakelijke beschermingsconstructies.

Hoofdstuk 4 Overige en slotbepalingen

ARTIKEL 24 OVERIGE EN SLOTBEPALINGEN

  • 1. Deze Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen treedt in werking op 1 januari 2025

  • 2. Deze Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen is van toepassing op werkzaamheden waarover op het moment van in werking treden geen overeenkomsten, zoals Vergunning, Melding en/of Samenwerkingsovereenkomsten, zijn aangegaan tussen de gemeente en belanghebbende(n).

  • 3. Op het tijdstip bedoeld in het eerste lid wordt van het Handboek kabels en leidingen gemeente Etten-Leur 2008, vastgesteld 9 september 2008, de delen “deel IV Financiële bepalingen”, “artikel art 4 Gedwongen verlegging” en “art 5 nadeelcompensatie bij gedwongen verlegging” ingetrokken. De andere delen zijn op 1 september 2024 ingetrokken.

  • 4. Eerdere nadeelcompensatieregelingen ten aanzien van kabels en leidingen vervallen op het tijdstip bedoeld in het eerste lid.

  • 5. Privaatrechtelijke regelingen vervallen op hun einddatum.

ARTIKEL 25 CITEERTITEL

De regeling wordt aangehaald als:

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Etten-Leur 2025

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 10 december 2024.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

Drs. C. (Cor) Smits

Gemeentesecretaris

Drs. M.C. (Marina) Starmans-Gelijns

Burgemeester

Bijlagen

Bijlage 1 - Kostenspecificatie

Netbeheerder:

……………………………………………………………………………………………………………………………………………

Kabel en/of leiding (kenmerk):

……………………………………………………………………………………………………………………………………………

Materiaal, medium, leeftijd, diameter:

……………………………………………………………………………………………………………………………………………

Prijspeil kostenraming (dd-mm-jj):

……………………………………………………………………………………………………………………………………………

Onnauwkeurigheidsmarge (%):

……………………………………………………………………………………………………………………………………………

Omschrijving

Eenheid

Prijs per Eenheid

Aantal

Geraamd /

Begroot bedrag

1. Kosten van ontwerp en begeleiding

………………………………………..

………………………………………..

Subtotaal

Totaal ontwerp en begeleiding

2. Kosten van uit en in bedrijfstellen

………………………………………..

………………………………………..

Subtotaal

Totaal uit en in bedrijfstellen

3. Kosten van uitvoering

…………………………………………

…………………………………………

Subtotaal

Totaal uitvoeringskosten

4. Kosten van materiaal

………………………………………..

………………………………………..

Subtotaal

Totaal materiaalkosten

Totaal raming / begroting

Toevoegingen bij de tabel:

  • Indien er werkzaamheden voor meerdere kabels en/of leidingen van netbeheerders worden verricht, moet aangegeven worden welke verdeelsleutel voor de verdeling van kosten naar kostensoort per kabel en/of leiding wordt gehanteerd.

  • Ingeval er sprake is van gecombineerde werkzaamheden dient de belanghebbende zijn deel van de geraamde kosten weer te geven in de kostenraming. De onderbouwing (verdeelsleutel tussen netbeheerders en het totaal geraamde bedrag voor gecombineerde werkzaamheden) van het geraamde bedrag dient bijgevoegd te worden bij de kostenraming.

  • Indien de gemeente op verzoek van belanghebbende werkzaamheden verricht in het kader van de aanpassing, waarvan de kosten voor rekening van de belanghebbende zijn (bijv. mechanisch grondonderzoek), dan dienen deze kosten zichtbaar te zijn verwerkt in de raming / begroting.

Bijlage 2 – Categorie I kabel of leiding

Schaderegeling voor categorie I kabels of leidingen die liggen in de openbare ruimte. Het bedrag van de nadeelcompensatie is dan gelijk aan (een percentage van) de som van de kosten voor ontwerp & begeleiding, materiaalkosten, kosten voor het uit en in bedrijf stellen en de uitvoeringskosten.

Artikel 4, lid 3.a: Categorie I kabel of leiding: een kabel of leiding die kwalificeert als een elektriciteitskabel met een nominale spanning tot en met 10 kV; of een gasleiding met een nominale druk tot en met 1 bar; of een waterleiding met een nominale diameter tot en met 250 mm; of een warmtebuis met een nominale diameter tot en met 250 mm.

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 3 – Categorie II kabels en leidingen

Schaderegeling voor categorie II kabels of leidingen die liggen in de openbare ruimte. Het bedrag van de nadeelcompensatie is dan gelijk aan (een percentage van) de som van de kosten voor ontwerp & begeleiding, materiaalkosten, kosten voor het uit en in bedrijf stellen en de uitvoeringskosten.

Artikel 4, lid 3.b: Categorie II kabel of leiding: een kabel of leiding die kwalificeert als een elektriciteitskabel met een nominale spanning hoger dan 10 kV; of een gasleiding met een nominale druk hoger dan 1 bar; of een waterleiding met een nominale diameter groter dan 250 mm; of een warmtebuis met een nominale diameter groter dan 250 mm; of een leiding die valt onder het Besluit externe veiligheid Buisleidingen.

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 4 - zakelijk recht of grondeigendom

Schaderegeling voor kabels of leidingen die liggen in de openbare ruimte met zakelijke recht of grondeigendom.

afbeelding binnen de regeling

Toelichting op de Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Etten-Leur 2025

Hoofdstuk 1 Algemeen

Met enige regelmaat komt het voor dat de gemeente bij de uitvoering van haar taken ter behartiging van het algemeen belang besluiten neemt, dan wel werken uitvoert of doet uitvoeren, waardoor een of meer burgers of bedrijven onevenredig zwaar worden benadeeld. Deze besluiten of feitelijke handelingen zijn rechtmatig. Toch kan er onder omstandigheden een verplichting tot vergoeden van schade ontstaan. Deze verplichting is gebaseerd op het rechtsbeginsel van "égalité devant les charges publiques" (gelijkheid van openbare lasten).

Burgemeester en wethouders zijn krachtens artikel 4:81 Awb bevoegd tot het vaststellen van nadere regels met betrekking tot een hen toekomende of onder hen verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door hen gedelegeerde bevoegdheid. Met het vaststellen van deze nadeelcompensatieregeling voor kabels en leidingen wordt beoogd een regeling in het leven te roepen op grond waarvan benadeelden voldoende zekerheid wordt verschaft op welke wijze een aanvraag om nadeelcompensatie kan worden ingediend en volgens welke normen het eventuele nadeel dat niet ten laste van de benadeelde behoort te blijven, zal worden vergoed. De regeling roept geen nieuwe aansprakelijkheden in het leven, die naar de huidige stand van het recht niet reeds bestaan.

Met Titel 4.5 Awb wordt beoogd een uniforme, wettelijke basis te scheppen voor nadeelcompensatie als gevolg van rechtmatig overheidshandelen. Volgens het égalité-principe zou schade moeten worden vergoed aan iemand die in vergelijking met anderen onevenredig zwaar wordt getroffen: ‘Indien een bestuursorgaan in de rechtmatige uitoefening van zijn publiekrechtelijke bevoegdheid of taak schade veroorzaakt die uitgaat boven het normale maatschappelijke risico en die een benadeelde in vergelijking met anderen onevenredig zwaar treft, kent het bestuursorgaan de benadeelde desgevraagd een vergoeding toe.’

Indien blijkt dat een netbeheerder als gevolg van een besluit van het college tot intrekking of wijziging van een vergunning, dan wel van een andere rechtmatige uitoefening door of namens het college van een aan het publiekrecht ontleende bevoegdheid of taak, dan wel als gevolg van de oprichting van gebouwen of uitvoering van werken door de gemeente, en de hieraan verbonden aanwijzing tot verleggen van een kabel of leiding, schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale (bedrijfs)risico kan worden gerekend, wordt hij belanghebbende en kent het college hem, op zijn verzoek, een vergoeding toe met inachtneming van deze regeling. Dit vloeit voort uit het bepaalde in artikel 4:126 lid 1 Awb en de toepasselijkheid van de AVOI.

De gemeente zal alle binnen haar grondgebied aanwezige netbeheerders in een zo vroeg mogelijk stadium informeren over haar plannen. Daartoe worden op reguliere basis coördinatieoverleggen kabels en leidingen gehouden, waarvoor alle netbeheerders worden uitgenodigd. Doel van deze (niet vrijblijvende) bijeenkomsten is elkaar te informeren over de (wederzijdse) plannen ten aanzien van werkzaamheden en projecten in de infrastructuur. De netbeheerders hebben dus ook een inspanningsverplichting om de gemeente te informeren. De planningen die onder andere besproken worden zijn meerjarenplannen, jaarplannen en plannen die op korte termijn worden gerealiseerd.

De regeling is gebaseerd op de binnen de gemeente te voorziene planningshorizon. De gemeente gaat ervan uit dat binnen vijf jaar na het verlenen van toestemming (de verleende vergunning of goedgekeurde melding) voor het leggen van een kabel of leiding in de openbare ruimte de gemeente geen werkzaamheden uitvoert die verlegging van de conform deze toestemming aangelegde kabel of leiding noodzakelijk maakt.

Na deze vijf jaar wordt een periode van zes t/m vijftien of dertig jaar (zie artikel 4, 6 en 7) gehanteerd, waarin het bedrag van nadeelcompensatie trapsgewijs afgebouwd wordt van 80% naar 0%. Voor meer informatie wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting.

Bovendien is het niet wenselijk een langere termijn vast te stellen. Voor de gemeente is het al lastig genoeg te voorspellen hoe de openbare ruimte over langere tijd eruit zal zien. De ontwikkelingen volgen elkaar in een steeds sneller tempo op. Bovendien hebben alle overheden te maken met mondigere burgers, bedrijven, instellingen en lobbygroepen die via inspraak hun eigen stempel op de openbare ruimte proberen achter te laten. Geen vergoeding wordt dus toegekend voor schade die moet worden beschouwd als het gevolg van een normale maatschappelijke ontwikkeling of die behoort tot het normaal maatschappelijk risico van de belanghebbende, dit conform artikel 4:126 lid 1 Awb. De voornoemde regeling inclusief voorzienbaarheidsperiode en afbouw van vergoedingspercentage in relatie tot de verstreken vergunde liggingsperiode zijn een invulling van het normaal maatschappelijk risico, zoals de gemeente dat hiermee eenduidig naar partijen toe redelijkerwijs invult. Dat risico is in de eerste periode van 5 jaren feitelijk 0%, maar in de periode daarna, wordt dat risico hoger en wordt gefaseerd een lager percentage van de totale schade vergoed.

Vergoeding wordt evenmin toegekend voor zover een schadeverzoek op grond van een andere specifieke bepaling van een wet in formele zin in aanmerking komt, of uit anderen hoofde voldoende is of kon worden verzekerd, dit conform art. 4:126 lid 2, onderdeel d, Awb.

Verder moet worden opgemerkt dat de kabels en leidingen veelal om niet liggen, zodat een verschuiving van het risico van de kosten van verlegging na de genoemde termijnen in beginsel niet meer dan redelijk is.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In de Beleidsregels worden begrippen gebruikt die in de AVOI en daarop gebaseerde nadere regels (zoals het Handboek Kabels en Leidingen) zijn gedefinieerd. Om discussies te voorkomen is expliciet naar die verordening verwezen. In artikel 1, lid 2 zijn de voor deze regeling belangrijkste begrippen (nogmaals) opgenomen.

Het centrale begrip in de nadeelcompensatieregeling is ‘schadebedrag’. Het schadebedrag omvat uitsluitend de kosten die gemaakt moeten worden bij het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels of leidingen, waaronder het verplaatsen. Uitgangspunt bij de bepaling van het schadebedrag bij het nemen van maatregelen zijn de werkelijke kosten. De werkelijke kosten omvatten alle directe kosten die de belanghebbende moet maken. Vermogensschade en inkomensschade worden niet als uitgangspunt genomen. Van het schadebedrag wordt een bepaald percentage als nadeelcompensatie uitgekeerd. De nadeelcompensatie wordt bepaald aan de hand van het bepaalde in deze regeling.

Het begrip toestemming duidt erop dat de netbeheerder in het verleden met toestemming van de gemeente kabels of leidingen in de openbare gronden binnen de gemeente heeft mogen aanleggen. Deze werkzaamheden kunnen destijds op basis van een vergunning of een melding toegestaan zijn.

Artikel 2: Reikwijdte

Telecommunicatiekabels zijn uitdrukkelijk uitgezonderd van deze regeling. Deze kabels vallen onder de Telecommunicatiewet – Instemmingsbesluit - die voor het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en de kosten daarvan een geheel eigen regeling kent.

Daarnaast is deze regeling niet van toepassing op gemeentelijke netwerken, bijvoorbeeld de riolering of openbare verlichting.

Als belanghebbende (netbeheerder) een gedoogbeschikking ontvangen heeft op basis van paragraaf 10.3.3 Omgevingswet (voorheen artikel 1 van de Belemmeringenwet privaatrecht), is deze regeling eveneens niet van toepassing.

Ook als gemeente en een belanghebbende (netbeheerder) in een privaatrechtelijke overeenkomst afspraken vastgelegd hebben hoe om te gaan met werkzaamheden en de vergoeding van deze kosten, gaat deze overeenkomst voor op de in deze nadeelcompensatieregeling vastgelegde bepalingen.

Het vijfde lid verwijst naar afhandeling van schade welke al geregeld is via andere wetgeving, zoals de Onteigeningswet of diens opvolger.

In het zesde lid is bepaald dat deze nadeelcompensatieregeling niet van toepassing is bij het bouwrijp maken van grond ten behoeve van derden of activiteiten niet behorende tot de taak van de gemeente. Hiermee worden commerciële projecten bedoeld die de gemeente met een commerciële partij (bijvoorbeeld een projectontwikkelaar) overeenkomt. In die gevallen waar, voor het bouwrijp maken van gronden om die commerciële projecten te kunnen realiseren, kabels of leidingen verlegd moeten worden komen de kosten daarvan voor rekening van de projectontwikkelaar. De gemeente is hierin geen tussenpersoon.

Dit artikel is bedoeld om de reikwijdte van de regeling vast te stellen. Het gaat hierbij om de functionele reikwijdte.

Hoofdstuk 2 Nadeelcompensatie

Dit hoofdstuk bepaalt de hoogte van de nadeelcompensatie als de te verleggen, te verwijderen of aan te passen kabel of leiding van de netbeheerder ligt in de openbare ruimte.

Voor de vaststelling van de periode waarover nog nadeelcompensatie plaatsvindt is voor de overheid in beginsel de voorzienbaarheid het uitgangspunt EN de categorie kabel of leiding. Welke periode kan worden overzien om te bepalen of toestemming voor de werkzaamheden wordt afgegeven?

In bijlage 2 en 3 is met een grafiek en een tabel de schaderegeling opgenomen voor kabels of leidingen die onder de werkingssfeer van artikel 5, 6 en 7 vallen.

Artikel 3 Normaal maatschappelijk risico

Als burgemeester en wethouders het besluit nemen om een verzoek in te dienen tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels of leidingen – als gevolg van het voornemen tot uitvoering van een werk - en dit leidt voor een netbeheerder tot schade die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale maatschappelijke risico mag worden gerekend, dan kan de netbeheerder nadeelcompensatie aanvragen. Op basis van deze regeling wordt bepaald of nadeelcompensatie toegekend wordt en hoe hoog het bedrag is dat wordt uitgekeerd.

Degene die om niet kabels en leidingen legt in openbare gronden van de gemeente, moet ermee rekening houden dat er op enig moment wijzigingen optreden in de bestemming of het gebruik van die gronden. Om die reden is het redelijk dat naarmate de kabels of leidingen er langer liggen, de toe te kennen tegemoetkoming in hoogte afneemt, tot deze, afhankelijk van de categorie, na verloop van 15 jaar of 30 jaar op 0 wordt gesteld. Dit is het normale maatschappelijke risico dat op de belanghebbende rust.

Artikel 4 hoogte nadeeldeelcompensatie

Voor de hoogte van eventuele nadeelcompensatie zijn de artikelen in hoofdstuk 2 van de nadeelcompensatieregeling bepalend. De omvang van de nadeelcompensatie is afhankelijk van de categorie kabel of leiding, de leeftijd en het schadebedrag. Het schadebedrag dient inzichtelijk te worden gemaakt aan de hand van de verschillende kostenposten.

Waarom wordt een indeling in categorie I en II gehanteerd? Het is redelijk dat een grotere / zwaardere kabel of leiding een langere afschrijvingstermijn kent dan een kleinere / lichtere kabel of leiding. De indeling in 15 jaar is veel voorkomend. De keuze van 30 jaar komt ook voor en sluit grotendeels aan bij de opzet van de concept publieke regeling van het Gemeentelijk Platform Kabels en Leidingen (GPKL)

In bijlage 2 en 3 is aan de hand van tabellen het schadevergoedingsregime opgenomen voor leidingen die onder de werkingssfeer van dit artikel vallen.

Als het college van de gemeente het besluit neemt om een aanwijzing te geven tot het verleggen van een kabel of leiding, en dit leidt voor de netbeheerder tot schade die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale bedrijfsrisico mag worden gerekend, dan kan de netbeheerder om nadeelcompensatie verzoeken. Op basis van deze regeling wordt bepaald of nadeelcompensatie toegekend wordt of niet en hoe hoog het bedrag is dat wordt uitgekeerd. Bij het benoemen van deze kostenposten is aangesloten op de Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen UNOG 2023 (ook wel NKL 2024). De bedoelde aanwijzing is het verzoek, als bedoeld in de AVOI, van de gemeente aan de netbeheerder tot verlegging/verplaatsing of verwijdering van kabels en of leidingen, verbonden aan een besluit tot wijziging of intrekking door de gemeente van de vergunning voor de huidige ligging.

Artikel 5 nadeelcompensatie binnen vijf jaar na toestemming

De periode van vijf jaren is de periode waarin redelijkerwijs voor de gemeente voorzienbaar is dat werken in de openbare ruimte plaats zullen gaan vinden. De termijn begint vanaf het moment van inwerkingtreding van de toestemming, aangezien het moment van toestemmen vaststaat.

Artikel 6 nadeelcompensatie voor kabels of leidingen van categorie i vanaf het zesde jaar tot en met vijftien jaar na toestemming

De termijn vanaf het zesde tot en met het vijftiende jaar is de periode waarin de voorzienbaarheid steeds minder wordt.

Artikel 7 nadeelcompensatie voor kabels of leidingen van categorie iI vanaf het zesde jaar tot en met dertig jaar na toestemming

De termijn vanaf het zesde tot en met het dertigste jaar is de periode die in de landelijke concept documenten gehanteerd wordt voor zwaardere leidingen, ook al is de voorzienbaarheid nihil.

ARTIKEL 8 NADEELCOMPENSATIE BIJ NIET DOORGAAN WERKZAAMHEDEN GEMEENTE

In uitzonderlijke gevallen is het mogelijk dat de werkzaamheden in de openbare grond of ruimte geen of gedeeltelijk geen doorgang vinden. In dat geval kan de netbeheerder een aanvraag doen voor het gedeelte van de kosten die nog niet vergoed zijn. Een volledige vergoeding is dan mogelijk.

Artikel 9 geen nadeelcompensatie

Werkzaamheden binnen het openbare gebied van de gemeente zijn niet te voorzien op een langere termijn. Als de toestemming, afhankelijk van de categorie, vijftien of dertig jaar of langer geleden is afgegeven zal geen nadeelcompensatie worden uitgekeerd. De kosten voor het nemen van maatregelen worden na de genoemde termijnen volledig tot het maatschappelijke risico van de netbeheerder gerekend.

Kabels of leidingen die al verlaten waren voordat het verzoek tot het nemen van maatregelen door de gemeente is verstuurd moeten op kosten van de netbeheerder verwijderd worden, ongeacht de leeftijd van die kabel of leiding.

Als toestemming wordt of is verleend aan een netbeheerder voor het leggen van een kabel of leiding op een locatie waarvan de gemeente vermoedt dat de kabel of leiding binnen 5 jaren verlegd zal moeten worden als gevolg van de uitvoering van haar werken en in de vergunning of de goedgekeurde melding daartoe een bepaling is opgenomen, dan zal geen nadeelcompensatie plaats vinden. De netbeheerder heeft immers bij vergunningverlening of goedkeuring melding kennisgenomen van de werkzaamheden, en toch de leiding in dat gebied aangelegd. Daarmee heeft de netbeheerder een risico genomen dat niet door de gemeente gedragen dient te worden; en hiermee is sprake van risico-aanvaarding door de netbeheerder

Indien als gevolg van een verzakking van de grond een leiding moet worden gerezen dient de netbeheerder dit op eigen kosten uit te voeren. Deze kostenbepaling is conform het bepaalde in artikel 4:126 lid 2, Awb (Rijzen is het verticaal omhoog verplaatsen zonder onderbreking van een kabel of leiding.) De netbeheerder kan van de gelegenheid gebruik maken een kabel of leiding op zijn kosten te rijzen ook als dit niet voor het werk noodzakelijk is.

De aanvraag voor nadeelcompensatie mag nooit betrekking hebben op netverbetering of capaciteitsvergroting van de huidige kabel(s) of leiding(en).

Artikel 10 nadeelcompensatie in geval van een zakelijk recht

Dit artikel handelt over de situatie dat een kabel of leiding die gedeeltelijk ook op eigen terrein van de netbeheerder ligt. Het is mogelijk dat door de verplaatsing van de kabel of leiding in openbaar gebied de niet-openbare kabel en/of leiding ook verplaatst dient te worden om de aansluiting op de openbare kabel of leiding te behouden. Dan dient de verplaatsing van de kabel of leiding gesplitst te worden in een gedeelte in openbare grond en een gedeelte in niet-openbare grond.

We onderscheiden de situaties dat sprake is van ligging van een kabel en/of leiding in grond die in eigendom is van netbeheerder zelf, de kabel en/of leiding met een zakelijk recht ligt en of een recht krachtens afdeling 10.3 Omgevingswet (voorheen artikel 1 van de Belemmeringenwet privaatrecht). Het onderscheid wordt gemaakt in aansluiting op gelijke bepalingen in de Overeenkomst op rijksniveau (Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen UNOG 2023)

Als de te verleggen, te verwijderen of aan te passen kabel en/of leiding niet in de openbare ruimte ligt en niet in grond van de netbeheerder, noch met een zakelijk recht of een gedoogplicht op basis van de Omgevingswet, dan bestaat de nadeelcompensatie uit de kosten van ontwerp en begeleiding en de uitvoeringskosten. De materiaalkosten en de kosten van uit en in bedrijfstellen worden niet vergoed.

Artikel 11 TIJDELIJKE MAATREGELEN

Als vanwege een gemeentelijk project sprake is van meerdere verleggingen van dezelfde kabel of leiding op dezelfde locatie, al dan niet tijdelijk van aard, is op de eerste verlegging artikel 5, 6, 7 of 9 van toepassing. Als dezelfde kabel of leiding binnen vijf jaar na toestemming nog een keer verlegd moet worden, worden de kosten daarvan conform artikel 5 vergoed.

Als in samenhang met de uitvoering van het gemeentelijke project een kabel- of leidingvoorziening (bijvoorbeeld een noodnet, een bypass of een ondersteuningsconstructie) wordt aangebracht, die weer wordt opgeheven zodra de definitieve maatregel is gerealiseerd, dan wordt dat op zich niet gezien als een te nemen maatregel maar als een uitvoeringswijze van de te nemen eerste maatregel.

Hoofdstuk 3 Bepalingen van procedurele aard

Artikel 12 VOORBEREIDINGSTRAJECT

Burgemeester en wethouders voeren vooroverleg met de netbeheerder nadat de netbeheerder geïnformeerd is over de plannen en de consequenties voor betrokken kabels of leidingen.

Burgemeester en wethouders streven ernaar in het overleg tot overeenstemming te komen over de te nemen maatregelen ten aanzien van kabels of leidingen. Tijdens het vooroverleg worden onder andere aspecten met betrekking tot de technische oplossing en planning aan de orde gesteld.

Conform het bepaalde in de AVOI moeten partijen rekening houden met de wederzijdse belangen bijvoorbeeld bij de technische oplossing of de keuze van het tracé. De verlegging moet gerealiseerd worden op basis van een technisch adequaat alternatief dat tegen de maatschappelijk laagste kosten gerealiseerd kan worden.

De nadeelcompensatie kan bepaald worden op basis van een vaste prijs of op basis van voor- en nacalculatie. Verrekening van nadeelcompensatie op basis van een vaste prijs vindt plaats als blijkt dat het geraamde bedrag aan nadeelcompensatie lager is dan € 10.000,00. Wanneer de begroting van de geraamde kosten lager is dan € 10.000,00 wordt deze raming dus als vaststaand beschouwd en als nadeelcompensatie uitgekeerd. Het voordeel van een vaste prijs ligt in de lagere kosten als gevolg van minder administratieve handelingen, geen onderhandelingen over definitieve nadeelcompensatie en minder controle. In andere situaties geldt in principe verrekening op basis van voor- en nacalculatie.

Artikel 13 SCHRIFTELIJK VERZOEK

Het verzoek tot het nemen van maatregelen richt zich op de noodzaak en het tijdstip waarop dit gerealiseerd moet zijn. Het verzoek handelt uitdrukkelijk niet over ontstane schade en nadeelcompensatie. Die aspecten komen aan de orde in het besluit dat genoemd wordt in artikel 15 en dat genomen kan worden nadat een aanvraag om nadeelcompensatie is ingediend door de netbeheerder.

Artikel 14 datum toestemming of ligging

De netbeheerder zal zelf moeten aantonen of aannemelijk moeten maken op welk moment de betreffende kabel of leiding op die locatie is aangelegd. In beginsel zal dit plaatsvinden met een vergunning of goedgekeurde melding. Indien niet kan worden aangetoond of aannemelijk kan worden gemaakt op welke datum de toestemming is verleend c.q. op welke datum het liggen is aangevangen, wordt er van uit gegaan dat de betreffende kabel of leiding langer dan vijftien jaar (categorie I) respectievelijk dertig jaar (categorie II) aanwezig is. De netbeheerder kan de aanlegdatum aannemelijk maken door bijvoorbeeld lasschetsen of een revisietekening met datum te tonen.

Artikel 15 Termijn aanvraag

De datum waarop een belanghebbende een verzoek heeft gekregen tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels of leidingen is bepalend voor het ingaan van de termijn waarbinnen belanghebbende een aanvraag om nadeelcompensatie kan indienen.

Een netbeheerder dient zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een termijn van vijf jaren, een aanvraag voor vaststelling van nadeelcompensatie conform deze regeling in bij het college. Het college wijst een aanvraag voor vaststelling van nadeelcompensatie conform deze regeling af indien deze aanvraag na de genoemde termijn ingediend wordt. Dit is conform de wettelijke regeling zoals vastgelegd in artikel 4:131 Awb.

Hoewel de termijn voor het indienen van een verzoek om nadeelcompensatie 5 jaar bedraagt, althans zo is bepaald ter invulling van de ruimte die art. 4:131 Awb biedt, verwacht de gemeente dat dit in de praktijk, onder andere in verband met de afsluiting van projectbudgetten, zo spoedig mogelijk zal gebeuren. Indien de aanvraag niet wordt ingediend binnen de gestelde termijn is deze niet-ontvankelijk. Ter invulling van de eigen bevoegdheid van het college is bepaald dat na de termijn van 5 jaren een aanvraag wordt afgewezen.

Artikel 16 Gegevens

Om tot een beslissing te kunnen komen op het verzoek van de belanghebbende, zijn meer gegevens noodzakelijk dan in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht als minimum opgesomd is. De aanduiding van de aard en de omvang van de schade en de specificatie van het schadebedrag dienen daarom bepaald te worden op basis van te onderscheiden kostenposten, gebruikmakend van bijlage 1.

In geval van bundeling van werkzaamheden van verschillende netbeheerders moeten de kosten worden verdeeld over de netbeheerders. De projectkosten worden verdeeld in direct aan de netbeheerders toe te delen kosten en gezamenlijke kosten. De direct toe te delen kosten zijn kosten van in en uit bedrijf stellen en materiaalkosten exclusief de extra materialen die nodig zijn voor de gezamenlijke werkzaamheden. De gezamenlijke kosten zijn de uitvoeringskosten, ontwerp en begeleiding en de extra materialen die nodig zijn voor gezamenlijke uitvoering. De verdeelsleutel voor de gezamenlijke kosten wordt bepaald op basis van de afzonderlijke fictieve kosten van uitvoering en ontwerp en begeleiding die zouden moeten worden gemaakt als elke netbeheerder haar werkzaamheden afzonderlijk zou uitvoeren.

Het formulier zoals opgenomen in Bijlage 1 bevat de kostenspecificatie; de aanvraag zelf zal in ieder geval moeten voldoen aan de eisen van artikel 4:127 Awb. De gemeente heeft de mogelijkheid een standaardaanvraagformulier op te stellen en dat voor te schrijven, dit conform artikel 4:4 Awb. Doelstelling is dat dit formulier ook gebruikt wordt, maar het niet gebruiken ervan leidt formeel niet tot niet-ontvankelijkheid. De door de gemeente gewenste informatie zoals aangeduid op het standaardformulier moet wel beschikbaar worden gesteld.

Artikel 17 besluit nadeelcompensatie

Burgemeester en wethouders nemen binnen acht weken na indiening van de aanvraag een besluit inhoudende een van de in dit artikel opgesomde mogelijkheden. De aanvraag om nadeelcompensatie wordt niet in behandeling genomen als deze meer dan vijf jaren nadat door burgemeester en wethouders een verzoek is ingediend aan de netbeheerder voor het nemen van maatregelen. De aanvraag kan ongegrond verklaard worden als de te nemen maatregelen aan de kabel of leiding van belanghebbende niet door de gemeente wordt veroorzaakt. De aanvraag kan ook geheel of gedeeltelijk toegekend worden of geheel afgewezen worden. Als de aanvraag onvoldoende gegevens bevat voor een beoordeling van de nadeelcompensatie of voor de vaststelling van het schadebedrag zal de belanghebbende vier weken de gelegenheid krijgen om aanvullende informatie te verstrekken. De termijn van acht weken na indiening van de aanvraag om nadeelcompensatie waarbinnen burgemeester en wethouders een besluit nemen wordt opgeschort met ingang van de dag waarop aanvullende informatie wordt gevraagd. Burgemeester en wethouders kunnen de termijn eenmalig met een redelijke termijn verlengen, met een maximum van acht weken. Dit zal schriftelijk aan de belanghebbende worden medegedeeld.

Nadat de netbeheerder de informatie aan de gemeente heeft verstrekt, zal de gemeente doorgaans overgaan tot het intrekken van de vergunning op basis waarvan de leiding ligt. Deze stap wordt niet hier geregeld, omdat hiervoor de AVOI geldt. Het intrekken van de vergunning leidt tot de noodzaak om een leiding te verleggen. De netbeheerder doet dit in eigen beheer.

Conform de Awb kan het college besluiten om zich in bepaalde gevallen te laten bijstaan door een adviseur (zie afdeling 3.3 Awb) dan wel adviescommissie (zie art. 4:130 Awb). Deskundigheid en onafhankelijkheid dienen aanwezig te zijn. Zo bepaalt art. 4:130 Awb dat de voorzitter, dan wel het enig lid, van de adviescommissie geen deel mag uitmaken van en niet werkzaam mag zijn onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan. Als een adviseur of adviescommissie is ingeschakeld bepaalt de Awb (artikel 4:130) dat binnen 6 maanden na ontvangst van de aanvraag een beslissing moet worden genomen; de beslissing kan dan eenmaal voor ten hoogste 6 maanden worden verdaagd. Artikel 8, lid 4 verwijst naar deze uiterste wettelijke grens. Het uitgebrachte advies vormt in beginsel de basis voor het te nemen besluit, maar opgemerkt moet worden dat het college de bevoegdheid heeft om bij haar besluit gemotiveerd af te wijken van dat advies.

Als blijkt dat een te verplaatsen/verleggen/verwijderen kabel of leiding niet conform de vergunning is aangelegd, kan worden besloten geen tegemoetkoming toe te kennen. Dit vloeit voort uit het bepaalde in art. 4:126 lid 2 Awb.

Artikel 18 Betaling nadeelcompensatie

Is de nadeelcompensatie definitief vastgesteld dan dient de netbeheerder voor de betaling daarvan een factuur in te dienen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen een bepaalde vaste prijs en vaststelling van de nadeelcompensatie via voor- en nacalculatie.

Artikel 19 KOSTENTECHNISCHE BEPALINGEN Algemeen

Bij de bepaling van de nadeelcompensatie is sprake van een berekening op basis van de werkelijke kosten. Dit zijn de kosten die direct toegerekend kunnen worden aan het nemen van de maatregelen. Kabels en leidingen worden beschouwd als niet verhandelbare objecten en hebben geen economische waarde in die zin. Ook is van belang dat de verlegging gerealiseerd moet worden op basis van een technisch adequaat alternatief tegen de maatschappelijk laagste kosten ten opzichte van de meest voor de hand liggende variant. De netbeheerder en de gemeente ondervinden geen nadeel van de gekozen oplossing. De meest voor de hand liggende variant is een verlegging van de kabel of leiding ter plaatse van de probleemlocatie. Denkbaar is echter, dat één van de partijen gebaat is bij een andere oplossing. Dit is bijvoorbeeld het geval indien de situatie ter plaatse van het uit te voeren werk zo ingewikkeld is, dat de belanghebbende er de voorkeur aan geeft - ook uit een oogpunt van efficiënt beheer - de leidingen gedeeltelijk te verplaatsen dan wel andere maatregelen te treffen buiten de grenzen van het uit te voeren werk. In principe dient te worden gekozen voor dit laatstgenoemde, meest aantrekkelijke alternatief, tenzij de andere partij ten gevolge daarvan in een slechtere positie komt te verkeren dan het geval zou zijn geweest bij verlegging ter plaatse van de probleemlocatie. Partijen kunnen dan nadere afspraken maken over de schadeverdeling. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn indien een leiding over een grotere lengte wordt verlegd dan bij een oplossing op de probleemlocatie. Voor de netbeheerder kan dit nadeliger uitpakken.

De omvang van de nadeelcompensatie is afhankelijk van het schadebedrag. Het schadebedrag dient inzichtelijk te worden gemaakt aan de hand van de verschillende kostenposten. Geen vergoeding wordt toegekend voor zover de schade moet worden toegerekend aan het eigen handelen of nalaten van de netbeheerder.

Als bij een verlegging de netbeheerder de gelegenheid benut om bijvoorbeeld de capaciteit te laten toenemen of andere kwantificeerbare voordelen heeft komen de kosten ervan niet in aanmerking voor vergoeding. Ook de kosten van het rijzen van een leiding worden niet vergoed.

In Bijlage 1 worden de 4 onderscheiden kostensoorten nader benoemd en uitgewerkt (waarbij de Beleidsregels aangeven dat deze categorisering nagestreefd wordt, en slechts bij te onderbouwen uitzondering, andere kostensoorten ook worden meegenomen).

Artikel 20 Kosten van ontwerp en begeleiding

De gemeente hanteert voor de kostenpost van ontwerp en begeleiding een vast percentage van de kostenposten uit en in bedrijf nemen, uitvoering en materiaal. De percentages voor het bepalen van de kosten van ontwerp en begeleiding zijn vastgesteld op basis van ervaring. Er is een ander percentage voor projecten waarvan de som van de kostenposten materiaal, uitvoering en in en uit bedrijf nemen meer bedraagt dan € 20.000,00.

Artikel 21 Kosten van uit- en in bedrijfstellen

Tijdelijke voorzieningen van operationele aard zijn voorzieningen die benodigd zijn om de levering tijdens de uitvoering van een maatregel te waarborgen. Voorbeelden zijn extra kosten van personele aard ten behoeve van bedrijfsvoering en hulpmiddelen zoals watertanks, gasflessen en noodaggregaten.

Artikel 22 Uitvoeringskosten

Kosten van civieltechnische, bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden zijn bijvoorbeeld werkputten en ondersteuningen. Alle tijdelijke voorzieningen van fysieke aard die nodig zijn tijdens de bouw vallen onder de uitvoeringskosten. Onder tijdelijke voorzieningen van fysieke aard worden alle tijdelijke fysieke leidingverbindingen verstaan die de netbeheerder moet aanleggen en later buiten bedrijf moet stellen. Deze kosten houden nauw verband met de noodzakelijke continuïteit van het bedrijfsproces van de betrokken netbeheerder. Het betreffen voorzieningen die worden opgeheven zodra de definitieve maatregelen zijn gerealiseerd. De kosten die de aannemer moet maken om de leiding uit de grond te halen vallen onder uitvoeringskosten.

Ook het opslaan in hanteerbare stukken en het transport op de bouwlocatie zijn uitvoeringskosten. De kosten samenhangend met de uitvoering van het verwijderen van in dit project te verlaten leidingen vallen eveneens onder uitvoeringskosten. De kosten voor de afvoer van vrijgekomen materialen naar een tijdelijk werkterrein behoren tot de uitvoeringskosten. Het verwijderen van eerder verlaten leidingen/kabels vallen uitdrukkelijk niet onder een vergoeding, Deze zijn voor rekening van de belanghebbende.

Artikel 23 Materiaalkosten

Onder materiaalkosten worden in elk geval verstaan kosten van leidingcomponenten, kosten van elektrotechnische, werktuigbouwkundige en civieltechnische materialen, alsmede kosten van bouwmaterialen, alsmede kosten van bouwmaterialen bestemd voor gebouwen waarin delen van leidingsystemen worden ondergebracht. Transportkosten en stortkosten van vrijgekomen leidingen vanaf de bouwlocatie naar de stort of verwerkingslocatie behoren tot de materiaalkosten (behalve de stortkosten ingeval de leiding asbesthoudende stoffen bevat. Hierbij is in aanmerking genomen dat deze kosten bij vervanging van de leiding op eigen initiatief ook ten laste komen van netbeheerder). De materiaalkosten van constructieve of bijzondere voorzieningen die worden veroorzaakt door eisen van derden (en niet door gemeente) vallen onder de materiaalkosten. De materiaalkosten van constructieve en/of bijzondere voorzieningen die worden veroorzaakt door eisen van gemeente vallen onder de uitvoeringskosten.

Hoofdstuk 4 overige en slotbepalingen

ARTIKEL 24 Overige en slotbepalingen

Bij het vaststellen van het Handboek kabels en leidingen 2024 zijn niet alle hoofdstukken van het Handboek uit 2008 ingetrokken. Dit handboek uit 2008 bevatte meer dan alleen technische aspecten. Het ging ook over de verordening (AVOI) en nadeelcompensatie. Het Handboek uit 2024 kent deze toevoegingen niet. Hiervoor zijn aparte documenten opgesteld.

Met het vaststellen van deze Nadeelcompensatieregeling 2025 is het gehele Handboek uit 2008 vervallen.

In het (verre) verleden zijn allerlei regelingen opgetuigd, in de tijdsgeest van toen. Al deze regelingen horen niet meer bij deze tijd en worden als vervallen beschouwd. Dit maakt het werken met één Nadeelcompensatie eenvoudiger.

Privaatrechtelijke regelingen worden niet verlengd.

Artikel 25 citeertitel

Behoeft geen nadere toelichting.