Besluit mandaat en machtiging Project De Volgerlanden gemeente Hendrik-Ido-Ambacht 2024

Geldend van 19-12-2024 t/m heden

Intitulé

Besluit mandaat en machtiging Project De Volgerlanden gemeente Hendrik-Ido-Ambacht 2024

Besluit van de burgemeester en van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht, houdende de verlening van mandaat en machtiging aan de programma- en projectmanager B, de adviseur B en de projectleider civiele techniek/opzichter van het Project De Volgerlanden.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht, ieder voor zover bevoegd,

gelet op:

  • -

    de Gemeentewet;

  • -

    afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    afdeling 13.6 van de Omgevingswet;

  • -

    afdeling 16.6a van de Omgevingswet;

  • -

    artikel 3, tweede lid, van het Algemeen Mandaatbesluit Hendrik-Ido-Ambacht 2024;

gezien:

  • -

    het projectplan De Volgerlanden;

  • -

    het organisatiebesluit Hendrik-Ido-Ambacht 2023;

Overwegende dat:

  • -

    per 1 januari 2024 de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging in werking is getreden;

  • -

    het college van burgemeester en wethouders voor projecten individuele mandaatbesluiten kan vaststellen met toepassing van artikel 3 van het geldende Algemeen Mandaatbesluit Hendrik-Ido-Ambacht 2024;

  • -

    het Mandaatbesluit De Volgerlanden 2003 en het Mandaatbesluit uitvoering Project De Volgerlanden 2013 gebaseerd zijn op een niet meer van toepassing zijnde stuurgroep 'Stuurgroep De Volgerlanden', deze mandaatbesluiten bovendien verouderd zijn en niet voldoen aan de huidige wet- en regelgeving, waaronder in het bijzonder de Omgevingswet, waardoor deze ontoereikend zijn;

  • -

    het daarom wenselijk is om met toepassing van het geldende Algemeen Mandaatbesluit Hendrik-Ido-Ambacht 2024 mandaat en machtiging vast te stellen voor het project De Volgerlanden.

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Besluit mandaat en machtiging Project De Volgerlanden gemeente Hendrik-Ido-Ambacht 2024

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit en daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht;

  • b.

    burgemeester: de burgemeester van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht;

  • c.

    projectmanager: de Programma- en Projectmanager B van Project De Volgerlanden/Projectdirecteur;

  • d.

    adviseur: de Adviseur B van Project De Volgerlanden/Planeconoom;

  • e.

    projectleider civiele techniek/opzichter: de Projectleider Civiele Techniek en/of de Opzichter van Project De Volgerlanden;

  • f.

    gemeente: de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht;

  • g.

    mandaatlijst: de bijlage behorende bij dit mandaatbesluit, welke een lijst bevat met de mandaten en machtigingen, waarin is opgenomen welke functionaris (onder)mandaat heeft voor het uitoefenen van welke bevoegdheden, welke wettelijke bepaling daarbij hoort en eventueel welke instructies, opmerkingen en beperkingen aan welke mandaten ten grondslag ligt.

Artikel 2 Mandaat

  • 1. Aan de projectmanager van het project De Volgerlanden wordt, voor zover het bevoegdheden van de burgemeester en het college betreft, mandaat verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende mandaatlijst.

  • 2. Bij de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in dit besluit, worden de specifieke bepalingen overeenkomstig de bij dit besluit behorende mandaatlijst in acht genomen.

  • 3. De bevoegdheden, vermeld in dit besluit, worden door de functionarissen, genoemd in de mandaatlijst - verder te noemen: mandatarissen - uitgeoefend namens het ter zake bevoegde bestuursorgaan.

  • 4. Mandaten kunnen uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van besluiten die voortvloeien uit of verband houden met een ander besluit waartoe de projectmanager bevoegd is krachtens dit mandaatbesluit.

Artikel 3 Plaatsvervanging

  • 1. In geval van afwezigheid van functionarissen, aan wie bij of krachtens dit besluit bevoegdheden zijn toegekend, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door hun plaatsvervanger.

  • 2. Indien de bevoegde ambtenaar dezelfde is als de behandelend ambtenaar dan dient de bevoegde ambtenaar de uitoefening van de bevoegdheid aan de naasthogere bevoegde ambtenaar over te laten.

Artikel 4 Ondermandaat

  • 1. Indien en voor zover in dit besluit niet anders is aangegeven is de mandataris bevoegd functionarissen te machtigen tot het geheel of gedeeltelijk uitoefenen van de hem bij dit besluit gegeven bevoegdheden (ondermandaat). Hierbij kunnen nadere regels worden vastgesteld.

  • 2. De gelijktijdig met dit besluit opgedragen bevoegdheden in ondermandaat zijn opgenomen in de bij dit besluit behorende mandaatlijst.

  • 3. Artikel 2, artikel 5 en artikel 6 zijn van overeenkomstige toepassing op de uitoefening van bevoegdheden in ondermandaat.

  • 4. Ingeval van uitoefening van ondermandaat als bedoeld in het eerste lid worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:

    • a.

      ‘Burgemeester en wethouders van ..., namens dezen’ gevolgd door de functieaanduiding van de ondermandataris en zijn of haar handtekening en naam; of

    • b.

      ‘De burgemeester van ..., namens deze’ gevolgd door de functieaanduiding van de ondermandataris en zijn of haar handtekening en naam.

Artikel 5 Machtiging

De projectmanager, alsmede de medewerkers van project De Volgerlanden aan wie overeenkomstig artikel 4, eerste of tweede lid, ondermandaat is gegeven, zijn gemachtigd om namens het college of de burgemeester de aan dit besluit en aan de gemandateerde bevoegdheden verbonden feitelijke (voorbereidings- en uitvoerings-) handelingen te verrichten, zijnde handelingen die geen rechtsgevolg hebben en die voor de uitoefening van deze bevoegdheden noodzakelijk zijn.

Artikel 6 Kaders en beleid

  • 1. De projectmanager betrekt bij de uitoefening van de aan hem opgedragen bevoegdheden het beleid van de burgemeester en het college ter zake, alsmede de door de gemeenteraad van de gemeente vastgestelde kaders.

  • 2. De projectmanager neemt bij de aan hem in mandaat opgedragen bevoegdheden de algemene instructies en de instructies per geval van de burgemeester en het college in acht, als bedoeld in artikel 10:6, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3. De burgemeester en het college zenden de projectmanager alle benodigde informatie noodzakelijk voor de uitvoering van het bepaalde in het eerste lid.

  • 4. Behoudens in zaken met een routinematig karakter geldt het ondertekeningsmandaat niet ten aanzien van stukken, gericht aan Kroon, Minister, Staatssecretaris, Commissaris der Koningin en Gedeputeerde Staten, tenzij hierin uitdrukkelijk is voorzien.

  • 5. Indien tegen een krachtens mandaat genomen besluit een administratiefrechtelijke voorziening openstaat, wordt daarvan in de desbetreffende stukken kennis gegeven onder vermelding van de instantie, tot welke men zich daartoe kan richten.

  • 6. Door de functionarissen aan wie bevoegdheden zijn toegekend wordt aan het ter zake bevoegde bestuursorgaan periodiek een overzicht van de krachtens mandaat genomen besluiten verstrekt.

  • 7. Indien er bezwaar wordt gemaakt of beroep wordt ingediend, licht de projectleider namens het college het bestreden besluit toe op de zitting.

  • 8. Indien de projectmanager in afwijking van het bepaalde in het eerste lid wenst te besluiten, treedt hij hierover in overleg met de burgemeester of het college.

Artikel 7 Informatieplicht

  • 1. Eenieder aan wie bij of krachtens dit besluit mandaat of ondermandaat is verleend informeert de burgemeester of het college bij zwaarwegende omstandigheden en gebeurtenissen die betrekking hebben op de gemandateerde bevoegdheden.

  • 2. Onverminderd het eerste lid, heeft de projectmanager een aan de uitoefening van de bevoegdheid voorafgaande informatieplicht en een signaleringsplicht jegens de burgemeester en het college indien de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid voor de burgemeester of het college naar verwachting politieke en maatschappelijke gevolgen kan hebben of indien een besluit tot consequentie kan hebben dat de gemeente aansprakelijk zal worden gesteld of anderszins aangesproken zal worden. In de gevallen bedoeld in de vorige volzin verschaft de projectmanager alle benodigde informatie en voert hij overleg met de burgemeester of het college alvorens de bevoegdheden bedoeld in artikel 2 uit te oefenen.

Artikel 8 Ondertekening

  • 1. Ingeval van uitoefening van bevoegdheden, als bedoeld in dit besluit, namens het college worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:

    ‘Burgemeester en wethouders van <....> , namens dezen,’,

    gevolgd door de functieaanduiding van de mandataris en zijn of haar handtekening en naam.

  • 2. Ingeval van uitoefening van bevoegdheden, als bedoeld in dit besluit, namens de burgemeester worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:

    ‘De burgemeester van.., namens deze,’,

    gevolgd door de functieaanduiding van de mandataris en zijn of haar handtekening en naam.

Artikel 9 Vermelding rechtsmiddelen

Indien tegen een krachtens mandaat genomen besluit een administratiefrechtelijke voorziening openstaat, wordt daarvan in de desbetreffende stukken kennis gegeven onder vermelding van de instantie, tot welke men zich daartoe kan richten.

Artikel 10 Overgangs- en slotbepalingen

  • 1. Met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit worden alle eerder aan medewerkers van Project De Volgerlanden verleende mandaten, met betrekking tot de uitvoering van het plangebied De Volgerlanden, ingetrokken met uitzondering van de verleende mandaten zoals verleend in het Algemeen Mandaatbesluit Hendrik-Ido-Ambacht 2024, vastgesteld in de collegevergadering van 30 januari 2024.

  • 2. Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 3. Het mandaat eindigt op de datum waarop het project De Volgerlanden eindigt of zoveel eerder indien het college daartoe een beslissing neemt.

  • 4. Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit gemeente Hendrik-Ido-Ambacht voor Project De Volgerlanden.

Ondertekening

Aldus besloten door de burgemeester en door het college van burgemeester en wethouders, ieder voor zover bevoegd, van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht op 12 november 2024,

de secretaris,

P.J.J. Kalkman

de burgemeester,

P. van der Giessen

de burgemeester,

P. van der Giessen

MANDAATLIJST als bedoeld in artikel 2 van het Mandaatbesluit gemeente Hendrik-Ido-Ambacht voor Project De Volgerlanden

Nr.

Bevoegdheden

Juridische grondslag

Aan

Ondermandaat

Instructie, opmerking of beperking

1.

Het opstellen en versturen van een kostenverhaalsbeschikking

Art. 13.18 Ow

Programma- en projectmanager B van Project De Volgerlanden (Projectdirecteur)

Adviseur B (Planeconoom), met uitzondering van bevoegdheid tot het afhandelen van zienswijzen op ontwerp-kostenverhaalbeschikkingen, zoals opgenomen in artikel 16.76 Ow. Deze bevoegdheid blijft voorbehouden aan Projectmanager (Projectdirecteur).

Betreft mede daarmee samenhangende besluiten/bevoegdheden, met uitzondering van het opstellen van een eindafrekening voor een kostenverhaalsgebied.

Het gaat om een kostenverhaalsbeschikking die volgt op een omgevingsplan waarin kostenverhaal publiekrechtelijk is geregeld (art 13.14 en 13.15 Ow).

2.

De bevoegdheid om te beslissen over opdrachten ten aanzien van werken, goederen en diensten, voor zover vallend binnen de financiële kaders van de grondexploitatie. De beslissingsbevoegdheid houdt tevens de ondertekeningsbevoegdheid in.

Bw boek 6, Titel 5, Gemeentewet

Programma- en projectmanager B van Project De Volgerlanden (Projectdirecteur)

Geen

In het Algemeen Mandaatbesluit Hendrik-Ido-Ambacht 2024 is onder de mandaten 32 en 33 geregeld dat Programma en Projectmanager B van project De Volgerlanden het mandaat krijgen voor het besluiten tot het aangaan van een privaatrechtelijke rechtshandeling en tot het ondertekenen van een overeenkomst binnen de reikwijdte van de Budgetregels HIA. Dit is echter niet toereikend als het gaat om grondexploitaties, omdat de budgetregels HIA zien over het algemeen begrotingsjaar en een grondexploitatie ziet over een periode langer dan een jaar, waarbij de grondexploitatie de kaders van het totale project aangeeft. Hierbij kunnen afspraken dan wel opdrachten buiten een begrotingsjaar vallen, maar wel binnen de kaders van de grondexploitatie. Voor de uitvoering van de werkzaamheden in het kader van de grondexploitatie is het daarom wenselijk om Programma- en projectmanager B van Project De Volgerlanden hiervoor apart bevoegdheden toe te bedelen. Het gaat hier specifiek om de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen en het ondertekenen voor zover dit valt binnen de financiële kaders van de grondexploitatie.

Dit mandaat zondert de bevoegdheid tot het beslissen en ondertekenen uit indien sprake is van politieke gevoeligheid.

3.

De bevoegdheid tot het onderhandelen over en aangaan van samenwerkings-, projectrealisatie- en grondverkoopovereenkomsten (SOK's, PRO's en GVO's), voor zover vallend binnen de kaders van de grondexploitatie. De beslissingsbevoegdheid houdt tevens de ondertekeningsbevoegdheid in.

Bw boek 6, Titel 5, Gemeentewet

Programma- en projectmanager B van Project De Volgerlanden (Projectdirecteur)

Geen

De instructie, opmerking en beperking onder nummer 2 is van overeenkomstige toepassing op nummer 3 van deze bijlage.

4.

Het vertegenwoordigen van de gemeente bij het aanwijzen van de kadastrale grens aan de landmeter van het kadaster.

Gemeentewet

Programma- en projectmanager B van Project De Volgerlanden (Projectdirecteur)

Projectleider Civiele Techniek/Opzichter

Het aanwijzen van de kadastrale grens aan de landmeter van het kadaster voor zover dit samenhangt met het gebruik van gemeentegrond.

5.

Het beoordelen van schetsplannen en het voeren van omgevingsoverleg voor een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling.

Geen

Programma- en projectmanager B van Project De Volgerlanden (Projectdirecteur)

Adviseur B van Project De Volgerlanden

Het betreft het beoordelen van schetsplannen en het voeren van vooroverleg over nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Voorheen was dit het intake gesprek voordat een principeverzoek ruimtelijke ordening werd ingediend.

Het wordt verleend met het doel het college of de gemeenteraad te consulteren in het proces.

Deze bevoegdheid heeft geen juridische grondslag, omdat dergelijk vooroverleg door de wetgever niet is geformaliseerd.