Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Utrecht

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Utrecht

De raad van de gemeente Utrecht;

  • gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 september 2024;

  • gelet op artikel 8, eerste lid onderdeel b en twee lid van de Participatiewet;

Overwegende dat de gemeente verplicht is bij verordening regels te stellen ten aanzien van het verlenen van de individuele inkomenstoeslag als bedoeld in artikel 36 van de Participatiewet;

Besluit de volgende verordening vast te stellen:

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Co-ouder: persoon die met een ex-partner heeft afgesproken om de dagelijks opvang en opvoeding van hun kind op jaarbasis ongeveer gelijk te verdelen, waarbij het kind minimaal 156 dagen per kalenderjaar bij elke ouder is;

  • b.

    Inkomen: totaal van het inkomen, bedoeld in artikel 32 van de Participatiewet, al dan niet aangevuld met algemene bijstand;

  • c.

    Peildatum: eerste dag van de maand waarin een individuele inkomenstoeslag wordt aangevraagd;

  • d.

    Referteperiode: periode van 12 maanden voorafgaand aan de peildatum;

  • e.

    Van toepassing zijnde bijstandsnorm: de in de referteperiode van toepassing zijnde bijstandsnorm als bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de Participatiewet, omgerekend naar een bruto bedrag inclusief vakantiegeld en waarbij verlagingen op grond van paragraaf 3.3 en artikel 22a van de Participatiewet buiten toepassing blijven.

Artikel 2. Langdurig laag inkomen

Een persoon heeft een langdurig laag inkomen als gedurende de referteperiode, over de gehele periode bezien, het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 125% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm.

Artikel 3. Hoogte individuele inkomenstoeslag

  • 1. Een individuele inkomenstoeslag bedraagt:

    • a.

      € 125 voor een alleenstaande of gehuwden zonder een ten laste komend kind;

    • b.

      € 50 voor de alleenstaande ouder of gehuwden met uitsluitend een ten laste komend kind jonger dan 12 jaar;

    • c.

      € 800 voor de alleenstaande ouder of gehuwden met ten minste 1 ten laste komend kind van 12 jaar of ouder.

  • 2. Een co-ouder wordt gelijkgesteld met een alleenstaande ouder.

  • 3. Voor toepassing van lid 1 en 2 is de situatie op de peildatum bepalend.

  • 4. Burgemeester en wethouders stellen bij nadere regel jaarlijks op 1 juli de hoogte van de individuele inkomenstoeslag vast op basis van de meest recente minima-effectrapportage.

Artikel 4. Uitzicht op inkomensverbetering

Uitzicht op inkomensverbetering wordt in ieder geval aanwezig geacht bij personen die op de peildatum of in de referteperiode een MBO-, HBO- of WO-opleiding of een particuliere beroepsopleiding volgen, tenzij burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat er sprake is van bijzondere individuele omstandigheden die in de weg staan aan inkomensverbetering.

Artikel 5. Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen artikel 2 en artikel 4 buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van de inkomensondersteuning aan een persoon leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 6. Intrekking

De Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Utrecht 2019 wordt ingetrokken per 1 januari 2025.

Artikel 7. Overgangsbepaling

Op aanvragen die zijn ingediend voor 1 januari 2025 en waarop nog niet onherroepelijk is beslist op het tijdstip dat deze verordening in werking is getreden, wordt beslist met toepassing van de Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Utrecht 2019.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2025.

Artikel 9. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Utrecht.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 12 december 2024.

De burgemeester,

Sharon A.M. Dijksma

De griffier,

Miguel Israel