Beleidsregels ontheffingen zero-emissiezone per 1 januari 2025

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels ontheffingen zero-emissiezone per 1 januari 2025

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen maakt bekend,

Dat het in zijn vergadering van 26 november 2024 de Beleidsregels ontheffingen zero-emissiezone per 1 januari 2025 heeft vastgesteld;

Gelezen het voorstel van 26 november met registratienummer 331621-2024;

Gelet op:

  • -

    artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994;

  • -

    de artikelen 62, 86c, 86d, 86e en 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • -

    de artikelen 4:81 eerste lid, 4:83 en 1:3 vierde lid van de Algemene wet bestuursrecht.

Gezien de inspraakreacties en de nota van beantwoording van 8 oktober 2024;

Overwegende dat:

Het bevoegd gezag bij Verkeersbesluit van 26 november 2024 per 1 april 2025 een zero-emissiezone voor bedrijfs- en vrachtauto’s in de binnenstad van de gemeente Groningen heeft ingesteld;

In het Verkeersbesluit is opgenomen dat er regels worden gesteld voor een aantal ontheffingsmogelijkheden;

Het noodzakelijk is om ontheffingsmogelijkheden te bieden om nadelige effecten voor ondernemers en bedrijven te verzachten en derhalve voor specifieke groepen en voertuigtypes ontheffingen te kunnen verlenen;

De gemeente Groningen zich samen met andere stakeholders gezamenlijk hebben gecommitteerd om de invoering van zero-emissiezones voor stadslogistiek in 2025 te bevorderen in de Uitvoeringsagenda stadslogistiek van 27 november 2020. In 2021 is de visie ‘Ruimte voor zero emissie stadslogistiek’ vastgesteld, waarmee de raad heeft besloten de zero-emissiezone in 2025 in te voeren in de gemeente Groningen;

Bovengenoemde samenwerking zich onder andere richt op de totstandkoming van eenduidige regels voor de invoering en uitvoering van de zero-emissiezones;

Het Centraal Loket bij mandaatbesluit van de deelnemende gemeenten gemandateerd is voor het verlenen van ontheffingen;

Het ontheffingenbeleid bestaat uit een deel dat alle gemeenten met zero-emissiezones hanteren (paragraaf 1 en 2): de in dat deel opgenomen ontheffingen zijn gelijk getrokken. Daarnaast bestaat het ontheffingenbeleid in paragraaf 3 uit gemeentespecifieke ontheffingen. Daarbij is de ontheffingstekst voor alle gemeenten gelijk voor de artikelen 12 en 13, maar wordt lokaal beoordeeld op basis van specifieke, lokale omstandigheden en afwegingen;

De gemeente Groningen onder artikel 14 een aanvullende ontheffing opneemt voor de ambulante handel. Dit is de enige ontheffing die niet bij het Centraal Loket wordt aangevraagd en verleend;

BESLUIT:

De Beleidsregels ontheffingen zero-emissiezone per 1 januari 2025 vast te stellen.

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • a.

    bedrijfsauto: Bedrijfsauto als bedoeld in artikel 1.1 van de Regeling voertuigen, met een toegestane maximum massa van niet meer dan 3.500 kg, zoals bedoeld in artikel 86c van het RVV;

  • b.

    bijzonder voertuig: vrachtauto met carrosseriecode 15, 16, 19, 23, 26, 27, 31, of de aanduiding voor speciale doeleinden SB of SF, een kermisvrachtauto, een circusvrachtauto, een vrachtauto ingezet voor exceptioneel transport, een verhuisauto, een vrachtauto met een laadkraan met een hefvermogen van 35 tonmeter of meer, of een opleggertrekker met 4 of meer assen;

  • c.

    Centraal Loket: de door het college gemandateerde die namens het college de in het daartoe verleende mandaat aangeduide ontheffingsaanvragen van de bij verkeersbesluit ingestelde zero-emissiezone voor bedrijfs- en vrachtauto’s in behandeling neemt en besluit op deze aanvragen;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen;

  • e.

    datum van eerste toelating (DET): de datum waarop een voertuig voor het eerst in gebruik is genomen, zoals voor in Nederland geregistreerde voertuigen is vastgelegd in het kentekenregister van de RDW;

  • f.

    datum tenaamstelling: de datum waarop het voertuig op naam is gesteld zoals dat voor de in Nederland geregistreerde voertuigen is vastgelegd in het kentekenregister van de RDW;

  • g.

    eigenaar: de natuurlijke of rechtspersoon op wiens naam het kenteken bij de RDW geregistreerd staat;

  • h.

    emissieklasse: klasse van uitstoot van broeikasgassen, verontreinigende gassen en deeltjes door een voertuig als bedoeld in de bijlage van het Kentekenreglement, zoals bedoeld in artikel 86c van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • i.

    emissieloos voertuig: voertuig zonder uitlaatemissie van broeikasgassen, verontreinigende gassen en deeltjes (emissieklasse Z), zoals bedoeld in artikel 86c van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • j.

    kermis- en circusvrachtauto: vrachtauto die feitelijk gebruikt wordt als kermis- en circusvoertuig als bedoeld in artikel 86c van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en artikel 1.1 van de Regeling voertuigen en in het kentekenregister aangeduid is als kermis- en circusvoertuig;

  • k.

    lease: zowel operationele als financiële lease waaraan een rechtsgeldige leaseovereenkomst ten grondslag ligt;

  • l.

    zero-emissiezone: (ook wel nul-emissiezone genoemd) ruimtelijk begrensd gebied dat is gelegen in een gemeente waar, om reden van leefbaarheid, luchtkwaliteit en klimaat, een selectief toelatingsbeleid voor bedrijfsauto’s en vrachtauto’s wordt gehanteerd in relatie tot de door die voertuigen veroorzaakte milieuhinder, luchtverontreiniging en CO2-uitstoot, dat is ingesteld bij verkeersbesluit en wordt aangegeven met verkeersbord C22c en onderbord C22c1 en een toevoeging van een venstertijd ‘5 – 12 h’, waardoor een voertuig aan beide borden moet voldoen om de zone in te mogen rijden en, waarbij in afwijking hiervan, het begin van de zero-emissiezone die begint met in een voetgangersgebied wordt voorzien van een aangepast voetgangersbord G7, waarin wordt aangegeven dat laden en lossen met een motorvoertuig op meer dan twee wielen en met emissieloze bedrijfsauto’s en vrachtauto’s tussen 5- 12 h is toegestaan;

  • m.

    ontheffing: ontheffing van de geslotenverklaring voor voertuigen die niet zijn toegestaan in de zero-emissiezone 2025;

  • n.

    plug-in hybride vrachtauto: vrachtauto die in het kentekenregister van de RDW gekenmerkt is met OCV-HEV of OVC-FCHV;

  • o.

    RDW: Dienst Wegverkeer;

  • p.

    toegang: recht op verblijf in de zone op de datum of periode waarvoor vrijstelling of ontheffing verleend is;

  • q.

    verhuisauto: vrachtauto die wordt gebruikt door een verhuisonderneming en bestemd is voor het vervoeren van inboedels als bedoeld in artikel 86c van het RVV 1990 en die als zodanig bij het Centraal Loket is geregistreerd;

  • r.

    vrachtauto: Motorvoertuig, niet ingericht voor het vervoer van personen, waarvan de toegestane maximum massa meer bedraagt dan 3.500 kg, zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV.

Artikel 2 – Toepassingsbereik

  • 1. Deze beleidsregels zijn uitsluitend van toepassing op ontheffingen in het kader van de bij verkeersbesluit van 28 november 2024, met ingang van 1 april 2025 ingestelde zero-emissiezone voor bedrijfs- en vrachtauto's.

§ 1 – LANGDURIGE ONTHEFFINGEN

Artikel 3 – Ontheffing in verband met de levertijd van een vervangend emissieloos voertuig

  • 1. Het college verleent op aanvraag voor een bedrijfs- of een vrachtauto een ontheffing op kenteken, indien dit voertuig aantoonbaar vervangen wordt door een emissieloos voertuig dat nog niet geleverd is en in het geval van een leasevoertuig de leaseperiode langer is dan een jaar gerekend vanaf het moment van levering van het leasevoertuig.

  • 2. Bij de aanvraag in verband met de vervanging van een voertuig door een aangekocht emissieloos voertuig wordt ten minste een aankoopbewijs in de vorm van een opdrachtbevestiging, met de verwachte levertijd van het voertuig inclusief eventuele opbouw overlegd.

  • 3. Bij de aanvraag in verband met de vervanging van een voertuig door een emissieloos leasevoertuig, wordt ten minste een leasecontract met de verwachte levertijd van het te leasen voertuig overlegd.

  • 4. Bij de aanvraag in verband met de vervanging door een emissieloos voertuig van een voertuig waarvoor een aanbestedingsprocedure gaande is, wordt ten minste een bewijs van start van de aanbesteding overgelegd.

  • 5. Een ontheffing gebaseerd op het eerste lid wordt verleend voor de duur van de levertijd zoals aangegeven op het aankoopbewijs of in de gunning vermelde levertijd van het voertuig inclusief de opbouw, plus dertig dagen.

  • 6. Het te vervangen voertuig komt niet opnieuw in aanmerking voor een ontheffing op grond van dit artikel.

Artikel 4 – Ontheffingen voor bijzondere voertuigen met een Datum eerste toelating tot 13 jaar oud

  • 1. Het college verleent op aanvraag een ontheffing op kenteken voor de volgende categorieën bijzondere voertuigen met een datum eerste toelating (DET) tot en met 13 jaar oud die geen toegang hebben tot de zero-emissiezone:

    • a.

      kermis- en circusvrachtauto’s;

    • b.

      vrachtauto’s voor exceptioneel transport;

    • c.

      verhuisauto’s;

    • d.

      vrachtauto’s met een laadkraan met een hefvermogen van 35 tonmeter of meer.

  • 2. De ontheffing voor een kermis- of circusvrachtauto wordt verleend als blijkt uit belastinggegevens dat het voertuig gedeeltelijke vrijstelling voor de motorrijtuigenbelasting heeft gekregen.

  • 3. De ontheffing voor een vrachtauto voor exceptioneel transport wordt verleend na aanlevering van de ontheffing exceptioneel transport met daarop het kenteken van het (trekkende) voertuig en het RDW-klantnummer.

  • 4. De ontheffing voor een verhuisauto wordt verleend als de verhuisonderneming die het kenteken aanmeldt, staat ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel in de categorie ‘Verhuisvervoer’, het aangemelde voertuig een verhuisauto is, en de verhuisonderneming de kentekenhouder is. Om vast te stellen of verhuizen een structurele bedrijfsactiviteit is, kan aanvrager gevraagd worden om een of meer van de volgende stukken te overleggen:

    • a.

      een kopie van het lidmaatschapsbewijs van de Organisatie voor Erkende Verhuizers, dan wel;

    • b.

      verhuisovereenkomsten, waaruit blijkt dat er het hele jaar door wordt verhuisd;

    • c.

      een verzekeringspolis, waaruit blijkt dat verhuizingen als activiteit zijn gedekt door een aansprakelijkheidsverzekering;

    • d.

      opleidingscertificaten, waaruit blijkt dat het personeel dat in dienst is, een verhuisopleiding heeft genoten;

    • e.

      Algemene Voorwaarden, welke zien op het uitvoeren van verhuizingen.

  • 5. De ontheffing voor een vrachtauto met een laadkraan met een hefvermogen van 35 tonmeter of meer wordt verleend op grond van een keuringsbewijs van de RDW voor dit voertuig. Als de kraan meerdere keren uitschuifbaar is, is het hefvermogen:

    • a.

      minimaal 33 tonmeter als de mast 2 keer uitschuifbaar is;

    • b.

      minimaal 32 tonmeter als de mast 3 keer uitschuifbaar is;

    • c.

      minimaal 31 tonmeter als de mast 4 keer uitschuifbaar is;

    • d.

      minimaal 30 tonmeter als de mast 5 keer uitschuifbaar is;

    • e.

      minimaal 29 tonmeter als de mast 6 keer uitschuifbaar is;

    • f.

      minimaal 29 tonmeter als de mast 7 keer uitschuifbaar is;

    • g.

      minimaal 28 tonmeter als de mast 8 keer uitschuifbaar is.

  • 6. Het college weigert een aanvraag voor een ontheffing voor een bijzonder voertuig met een datum van eerste toelating van 13 jaar of ouder als bedoeld in dit artikel.

  • 7. De ontheffing vervalt van rechtswege vanaf 13 jaar na DET van het voertuig.

Artikel 5 – Ontheffing voor plug-in hybride vrachtauto

  • 1. Het college verleent op aanvraag een ontheffing op kenteken voor een plug-in hybride vrachtauto, indien deze aantoonbaar emissieloos rijdt in de zero-emissiezone.

  • 2. De aanvrager verklaart schriftelijk bij de aanvraag:

    • a.

      elektrisch te rijden in de zero-emissiezone; en

    • b.

      voertuigdata bij te houden met daarbij de gereden routes.

  • 3. Aan de ontheffing wordt in ieder geval het voorschrift verbonden dat de ontheffing houder, op verzoek van het college, binnen zes weken voertuigdata verstrekt waaruit blijkt dat emissieloos wordt gereden in de zero-emissiezone.

  • 4. Als tijdens een steekproefcontrole wordt geconstateerd dat het voertuig niet emissieloos binnen de zero-emissiezone heeft gereden, kan de ontheffing worden ingetrokken.

  • 5. Het voertuig waarvan de ontheffing is ingetrokken, komt voor de gemeente Groningen niet meer in aanmerking voor een ontheffing op grond van dit artikel.

  • 6. De ontheffing vervalt van rechtswege op 31 december 2029 om twaalf uur ‘s nachts.

Artikel 6 – Ontheffing voor voertuigen die niet emissieloos verkrijgbaar zijn

  • 1. Op aanvraag van de eigenaar van een voertuig waarvoor aantoonbaar nog geen vergelijkbaar emissieloos alternatief verkrijgbaar is, verleent het college een ontheffing op kenteken.

  • 2. Bij de aanvraag wordt er een of meer van de volgende documenten overlegd met betrekking tot het voertuig waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd:

    • a.

      kenteken van het huidige voertuig;

    • b.

      offertes van twee leveranciers die verklaren dat het beoogde voertuig en/of het gewenste voertuig(-configuratie) met de vereiste specificaties niet emissieloos verkrijgbaar is;

    • c.

      één kenteken van de aanhanger behorend bij het huidige voertuig;

    • d.

      een bewijsstuk waaruit het benodigde elektrische vermogen blijkt van de opbouw van het voertuig;

    • e.

      een bewijsstuk waaruit blijkt dat het voertuig voor de bedrijfsvoering wordt gebruikt voor ondeelbare lading en de massa hiervan;

    • f.

      een bewijsstuk waaruit blijkt dat het voertuig wordt ingezet voor verplaatsing van zeer zware lading die in grote volumes over onverharde ondergrond moet worden verplaatst;

    • g.

      een bewijsstuk waaruit blijkt dat het voertuig wordt ingezet voor uitzonderlijke logistieke toepassingen waarvoor overslag van grote naar kleine voertuigen niet mogelijk is;

    • h.

      een bewijsstuk waaruit blijkt dat een specialistisch voertuig dat zowel op de weg als op het spoor moet kunnen rijden, vanwege overschrijding van gewicht niet door de RDW goedgekeurd kan worden.

  • 3. Op basis van de beoordeling van de onder het tweede lid ingediende documenten en de mogelijkheden of alternatieven die er zijn voor het voertuig in het kader van bijvoorbeeld innovatie, stand van de techniek, vergelijkbaarheid of proportionaliteit op het moment van de aanvraag, wordt ontheffing verleend:

    • a.

      wanneer de toegestane maximum massa van de aanhanger bedoeld in het tweede lid, onder c, groter is dan de jaarlijks door het Centraal loket vast te stellen drempelwaarde.

    • b.

      wanneer het benodigde elektrische vermogen bedoeld in het tweede lid, onder d, groter is dan de jaarlijks vast te stellen drempelwaarde;

    • c.

      wanneer naar het oordeel van het college er geen emissieloos alternatief is waarmee de aanvrager redelijkerwijs zijn werkzaamheden kan uitvoeren;

    • d.

      wanneer naar het oordeel van het college dat een voertuig voor toepassingen als bedoeld in het tweede lid, onder e, f of g, niet emissieloos verkrijgbaar is;

    • e.

      wanneer het in het tweede lid, onder h, bedoelde bewijsstuk wordt overlegd.

  • 4. De duur van een ontheffing als bedoeld in dit artikel is voor een bestaand voertuig maximaal een jaar.

  • 5. Per aanhanger wordt voor één voertuig op kenteken ontheffing verleend op grond van dit artikel.

  • 6. Voor bestaande voertuigen kan tot en met 31 december 2029 een ontheffing worden verleend.

  • 7. Voor een nieuw aan te schaffen voertuig dat niet emissieloos is en een bestaand voertuig vervangt kan ontheffing verleend worden tot en met 31 december 2029.

  • 8. In het geval dat er een ontheffing wordt aangevraagd voor een voertuig zoals bedoeld in lid 7 en het voertuig is nog niet op kenteken gezet, dan kan de ontheffing op een andere manier worden aangevraagd dan via het digitale portal van de gemeentelijke website of van het Centraal Loket, bijvoorbeeld per post.

Artikel 7 – Ontheffing voor particuliere bedrijfs- en vrachtauto´s

  • 1. Het college verleent op aanvraag van de eigenaar van bedrijfs- of vrachtauto in particulier bezit een ontheffing op kenteken, wanneer dit voertuig aantoonbaar uitsluitend particulier wordt gebruikt.

  • 2. De aanvrager overlegt bij de melding de volgende documenten:

    • a.

      een kwartaalrekening inzake betaalde motorrijtuigenbelasting of een uitdraai van bankafschriften waaruit de betaling van het afgelopen half jaar blijkt;

    • b.

      autoverzekeringspapieren; en

    • c.

      recente foto’s van de betreffende bedrijfs- of vrachtauto waarop het voertuig zowel van binnen als buiten zichtbaar is inclusief het kenteken; en

    • d.

      een schriftelijke verklaring waarin melder verklaart de bedrijfs- of vrachtauto alleen voor eigen privégebruik in te zetten en te blijven inzetten.

  • 3. De ontheffing vervalt op 31 december 2027 om twaalf uur 's nachts.

Artikel 8 - Ontheffing voor bedrijfs- en vrachtauto´s die vanwege een handicap zijn aangepast

  • 1. Het college verleent op aanvraag van de eigenaar van het voertuig een ontheffing op kenteken voor een bedrijfs- of vrachtauto die geen toegang heeft tot de zero-emissiezone, indien deze bedrijfs- of vrachtauto aantoonbaar in verband met een handicap is aangepast voor een bedrag van ten minste vijfhonderd euro. De aanpassing moet noodzakelijk zijn geweest in verband met de handicap van de eigenaar of bestuurder van het voertuig, een gezinslid van de eigenaar of in verband met de handicap van iemand aan wie mantelzorg wordt verleend door de eigenaar van het voertuig.

  • 2. De aanvrager overlegt bij de aanvraag ten minste:

    • a.

      een betaalbewijs van een onderneming die aantoonbaar gespecialiseerd is in voertuigaanpassingen voor gehandicapten en waaruit de aanpassing blijkt, of;

    • b.

      een foto van het voertuig waarop de aanpassing in of aan het voertuig zichtbaar is en een foto waarop het voertuig en het kenteken zichtbaar zijn;

    • c.

      een kopie van de gehandicaptenparkeerkaart van de voertuigeigenaar, bestuurder van het voertuig, van een gezinslid van de eigenaar danwel de bestuurder of van een persoon aan wie de eigenaar mantelzorg verleent.

§ 2 - DAGONTHEFFINGEN

Artikel 9 – Dagontheffing voor bedrijfsauto´s

  • 1. Het college verleent op aanvraag van de eigenaar van het voertuig een dagontheffing op kenteken voor een bedrijfsauto of een vrachtauto met die geen toegang heeft tot de zero-emissiezone,

  • 2. Een dagontheffing wordt per kenteken maximaal twaalf keer per kalenderjaar verleend.

  • 3. De dagontheffing is geldig voor een periode van dertig uur, die begint om 00.00 uur op de in de aanvraag aangegeven kalenderdag en eindigt om 06:00 uur op de volgende kalenderdag.

  • 4. De ontheffing kan tot en met dezelfde kalenderdag aangevraagd worden, ook als het voertuig eerder die kalenderdag in de zero-emissiezone is geweest.

  • 5. Bij verkoop van het voertuig, vervreemding of overdracht van het kenteken naar een andere kentekenhouder blijft het aantal reeds verleende dagontheffingen in het betreffende kalenderjaar staan.

Artikel 10 – Dagontheffing voor vrachtauto's

  • 1. Het college verleent op aanvraag van de eigenaar van het voertuig een dagontheffing op kenteken voor een vrachtauto die geen toegang heeft tot de zero-emissiezone.

  • 2. Een dagontheffing wordt per kenteken maximaal twaalf keer per kalenderjaar verleend.

  • 3. De dagontheffing is geldig voor een periode van dertig uur, die begint om 00.00 uur op de in de aanvraag aangegeven kalenderdag en eindigt om 06:00 uur op de volgende kalenderdag.

  • 4. De ontheffing kan tot en met dezelfde kalenderdag aangevraagd worden, ook als het voertuig eerder die kalenderdag in de zero-emissiezone is geweest.

  • 5. Bij verkoop van het voertuig, vervreemding of overdracht van het kenteken naar een andere kentekenhouder blijft het aantal reeds verleende dagontheffingen in het betreffende kalenderjaar staan.

Artikel 11 – gereserveerd

§ 3 - GEMEENTESPECIFIEKE ONTHEFFINGEN

Artikel 12 – Ontheffing voor bedrijfs- of vrachtauto’s in verband met bedrijfseconomische omstandigheden

  • 1. Het college verleent op aanvraag van de eigenaar van het voertuig een ontheffing op kenteken voor een bedrijfs- of vrachtauto, indien wordt aangetoond dat de bedrijfseconomische omstandigheden van het bedrijf in verband met aanschafkosten van een emissieloos voertuig dit noodzakelijk maakt.

  • 2. Het college verleent de ontheffing indien de aanvrager aantoont dat:

    • a.

      voor de onderneming geen alternatieve vervoeroplossing voorhanden is om de zero-emissiezone te betreden, rekening houdend met de verhouding tussen laadcapaciteit van diens voertuig en de werkelijke vracht;

    • b.

      met het voertuig vaker dan het maximaal aantal te verkrijgen dagontheffingen in de nul-emissiezone wordt gereden;

    • c.

      er sprake is van afhankelijkheid van de nul-emissiezone voor zijn omzet;

    • d.

      in verband met de aanschafkosten van een emissieloos voertuig een bedrijf in zodanige bedrijfseconomische omstandigheden dreigt te komen, dat een ontheffing daarom noodzakelijk is.

  • 3. Bij de aanvraag worden de volgende documenten overlegd:

    • a.

      De jaarrekeningen van de afgelopen drie jaar;

    • b.

      De Btw-aangiften van het huidige jaar;

    • c.

      Een overzicht van het voertuigenpark van de onderneming van de aanvrager;

    • d.

      De rittenstaten en facturen waaruit de behaalde omzet in de nul-emissiezone met het betreffende voertuig blijkt;

    • e.

      De contracten waaruit blijkt dat de onderneming werkzaamheden in de nul-emissiezone verricht;

    • f.

      Het kenteken van het betreffende voertuig;

    • g.

      voor zover aanwezig, een offerte van de leverancier van een voor de nul-emissiezone geschikt voertuig inclusief de eventueel noodzakelijke aanpassingen aan het voertuig; en

    • h.

      indien aanwezig, een standplaatsvergunning of marktvergunning.

  • 4. Een ontheffing op basis van dit artikel kan per voertuig met bijbehorend kenteken worden verleend voor telkens maximaal een jaar.

Artikel 13 – Hardheidsclausule

  • 1. Het college kan overeenkomstig artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht op aanvraag op kenteken ten gunste van een aanvrager een ontheffing verlenen wegens bijzondere omstandigheden die bij het opstellen van dit beleid niet zijn voorzien of als toepassing ervan gevolgen heeft voor de aanvrager die onevenredig zijn in verhouding tot de met deze beleidsregel te dienen doelen.

  • 2. De aanvrager dient in ieder geval een document met toelichting op de aanvraag aan te leveren.

  • 3. Bij de afweging tot het verlenen van een ontheffing op grond van dit artikel neemt het college in ieder geval mee:

    • a.

      de noodzaak om in de nul-emissiezone te rijden met het betreffende voertuig en de voorhanden zijnde alternatieven;

    • b.

      de te verwachten frequentie van het aantal ritten in de nul-emissiezone.

Artikel 14 – Ontheffing voor ambulante handel

  • 1. Het college verleent op aanvraag een ontheffing op kenteken voor een bedrijfs- of vrachtauto, indien wordt aangetoond dat de aanvrager beschikt over:

    • a.

      een marktstandplaatsvergunning of;

    • b.

      een vergunning voor een vaste standplaats of seizoenstandplaats binnen de zero-emissiezone of;

    • c.

      een verklaring van de Marktmeester of de vergunningverlener van de gemeente Groningen dat de aanvrager voldoet aan de voorwaarden om een standplaats te verkrijgen.

  • 2. Het kenteken dient op naam van de aanvrager of diens bedrijf geregistreerd te staan;

  • 3. Bij de aanvraag dienen de volgende gegevens te worden aangeleverd:

    • a.

      het kenteken van het voertuig (bij een buitenlands voertuig tevens tenaamstelling en voertuiggegevens);

    • b.

      het KvK-nummer of vergelijkbare instantie in geval van een buitenlandse onderneming;

  • 4. Deze ontheffing is enkel geldig in de gemeente Groningen en wordt telkens voor een periode van een jaar verleend. Na het verlopen van het jaar vervalt de ontheffing van rechtswege.

  • 5. De ontheffing vervalt in ieder geval van rechtswege op 31 december 2029 om twaalf uur ’s nachts.

§ 4 – OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 15 – Algemene overige bepalingen

  • 1. Voor het in behandeling nemen van aanvragen van ontheffingen zijn leges verschuldigd.

  • 2. De aanvraag van een ontheffing wordt in beginsel digitaal op het daartoe bestemde aanvraagformulier via het daartoe bestemde digitale portaal van het Centraal Loket ingediend.

  • 3. Aan een ontheffing kunnen door het college voorschriften of beperkingen worden verbonden in het belang van de handhaving, de openbare veiligheid, de verkeersveiligheid of het milieu.

  • 4. Aan een ontheffing wordt in ieder geval het voorschrift verbonden dat de bestuurder van een voertuig die zich bevindt in de nul-emissiezone de ontheffing, of een kopie daarvan, op verzoek van de handhaver toont. Aan een kopie van de ontheffing wordt gelijkgesteld een afbeelding daarvan op een mobiel apparaat.

  • 5. Wanneer een ontheffing als bedoeld in dit beleid is verleend, geldt deze ontheffing ook voor het voetgangersgebied (aangeduid met verkeersbord G07) binnen de zero-emissiezone van de gemeente Groningen.

  • 6. Een ontheffing als bedoeld in dit beleid is niet gelijkgesteld met een ontheffing van de geslotenverklaring voor het venstertijdengebied 2022 buiten de venstertijden.

Artikel 16 – Weigerings- en intrekkingsgronden langdurige ontheffing

  • 1. Het college wijst een aanvraag in ieder geval af:

    • a.

      wanneer een ontheffing als bedoeld in paragraaf 1 of 2, wordt aangevraagd voor een bedrijfs- of vrachtauto die geen toegang heeft tot de nul-emissiezone door een ondernemer of eigenaar die zich na 31 december 2024 in het gebied van de nul-emissiezone vestigt;

    • b.

      wanneer een ontheffing als bedoeld in paragraaf 1 of 2 wordt aangevraagd voor een bedrijfsauto of vrachtauto die geen toegang heeft tot de nul-emissiezone met een datum tenaamstelling na 31 december 2024, met uitzondering van het bepaalde in artikel 5, zevende lid;

    • c.

      wanneer een ontheffing als bedoeld in de paragraaf 1 of 2 wordt aangevraagd door een ondernemer of eigenaar die werk heeft aangenomen in de zero-emissiezone na 31 december 2024 met een bedrijfsauto of vrachtauto die niet voldoet aan de eisen van de zero-emissiezone;

    • d.

      Wanneer blijkt voordat de ontheffing is verleend dat onjuiste of onvolledige informatie is verstrekt door de aanvrager en deze binnen twee weken na het verzoek om de aanvullende dan wel juiste informatie niet is verstrekt;

  • 2. Het college trekt een verleende ontheffing in:

    • a.

      indien ter verkrijging daarvan aantoonbaar onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      indien gewijzigd beleid dit noodzakelijk maakt;

    • c.

      veranderde wet- en regelgeving dit noodzakelijk maakt;

    • d.

      op verzoek van de ontheffinghouder;

    • e.

      als geconstateerd wordt dat niet meer wordt voldaan aan de voorschriften, voorwaarden dan wel beperkingen die aan de ontheffing zijn verbonden en waaronder de ontheffing is verleend;

    • f.

      als de tenaamstelling van een voertuig waarvoor op grond van paragraaf 1 en 3 ontheffing is verleend, is gewijzigd.

  • 3. Bij verkoop van het voertuig, vervreemding of overdracht van het kenteken naar een andere kentekenhouder vervalt de op het kenteken verkregen ontheffing van rechtswege.

Artikel 17 – Inwerkingtreding

Dit beleid treedt in werking met ingang van 1 januari 2025

Artikel 18 – Citeertitel

Dit beleid wordt aangehaald als: Beleidsregels ontheffingen nul-emissiezone gemeente Groningen

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 26 november 2024

De burgemeester,

Mirjam in ‘t Veld

De secretaris,

Christien Bronda

Bijlage contour (roze) zero-emissiezone gemeente Groningen:

afbeelding binnen de regeling

Toelichting

Algemeen deel

Bedrijven, overheden en kennisinstellingen hebben in 2014 een convenant gesloten om de stedelijke logistiek efficiënter en duurzamer te maken: de Green Deal Zero Emission Stadslogistiek (ZES). Vanuit deze Green Deal ZES zijn in de afgelopen jaren diverse regionale pilots uitgevoerd met innovatieve logistieke concepten om stadskernen efficiënter en duurzamer te bevoorraden. Daarbij ging het bijvoorbeeld om overslag aan de randen van de stad (‘hubs’), de inzet van Light Electric Vehicles (LEV), vervoer over water en nieuwe samenwerkingsvormen binnen de logistieke keten. Circa 200 bedrijven, overheden en organisaties hebben inmiddels de Green Deal ZES ondertekend.

Met het Klimaatakkoord (28 juni 2019) hebben de doelstellingen van de Green Deal ZES een nieuwe impuls gekregen. Het Klimaatakkoord zet in op een versnelling naar een volledig emissievrije stadslogistiek: de zogenoemde zero-emissie of zero-emissie stadslogistiek. Dit gebeurt met het instellen van middelgrote zero-emissiezones voor vracht- en bestelauto’s in dertig tot veertig grotere gemeenten vanaf 2025. Deze afspraken zijn een belangrijke aanjager voor emissieloos transport in Nederland in 2050.

In de Uitvoeringsagenda stadslogistiek van 27 november 2020 hebben gemeenten, de rijksoverheid en andere stakeholders zich gezamenlijk eraan gecommitteerd om de invoering van zero-emissiezones voor stadslogistiek in 2025 te bevorderen. Deze samenwerking richt zich - onder meer - op de totstandkoming en implementatie van eenduidige ‘regels’ voor de invoering van zero-emissiezones en het inventariseren en het onderzoeken van knelpunten en oplossingsrichtingen bij de invoering van zero-emissiezones. Een van de afspraken uit de uitvoeringsagenda stadslogistiek is dat gemeenten en het ministerie samenwerken aan een zo uniform mogelijk ontheffingen-/ vrijstellingensysteem, bij voorkeur middels een gezamenlijk of landelijk loket. Het Centraal Loket en gemeenschappelijk ontheffingenbeleid voorziet in de behoefte bij bedrijfsleven en gemeenten om eenduidig, transparant en klantvriendelijk ontheffingen aan te vragen. Een ondernemer hoeft zodoende voor het grootste deel van de ontheffingen maar bij 1 loket een aanvraag in te dienen, die meestal voor meerdere gemeenten geldt en waarvoor slechts één keer leges hoeft te worden betaald.

Op rijksniveau zijn verschillende vrijstellingen vastgelegd in het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV) vastgelegd. Het Centraal Loket is bij mandaatbesluit van de deelnemende gemeenten gemandateerd voor het verlenen van ontheffingen die vallen onder de artikelen 3 t/m 13. Deelnemende gemeenten met nul-emissiezones hebben het gemeenschappelijk deel van dit beleid gezamenlijk vormgegeven.

Dit ontheffingenbeleid is grotendeels gebaseerd op het ontheffingenbeleid voor de milieuzones vracht- en bedrijfsauto’s zoals dat de afgelopen jaren is uitgevoerd. Het ontheffingenbeleid bestaat uit een deel dat alle gemeenten met nul-emissiezones hanteren: de in dat deel opgenomen ontheffingen zijn zoveel mogelijk gelijk getrokken.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 - Begripsbepalingen

In dit artikel zijn de definities opgenomen.

Artikel 2 – Toepassingsbereik

De regels uit dit beleid hebben enkel betrekking op de zero-emissie-eis binnen de zero-emissiezone. Voor additionele regimes moet er lokaal een ontheffing worden aangevraagd.

§ 1 – LANGDURIGE ONTHEFFINGEN

Artikel 3 - Ontheffing in verband met de levertijd van een vervangend emissieloos voertuig

In afwachting van de levering van een vervangend emissieloos voertuig verleent het college ontheffing onder de voorwaarden zoals genoemd in dit artikel. In veel gevallen dient na levering van het chassis een op maat gemaakte opbouw gerealiseerd te worden. Ook deze tijd wordt tot de levertijd gerekend. Aanbestedende partijen hebben vaak meer tijd nodig dan een individuele ondernemer (zie vierde lid). Als een voertuig ontheffing heeft gekregen vanwege de bestelling van een emissieloos voertuig, komt hetzelfde (fossiel aangedreven) voertuig niet nogmaals in aanmerking voor een langdurige ontheffing voor het voertuig met het opgegeven kenteken. Er kan immers vanuit gegaan worden dat het uitstootvrije voertuig is geleverd (lid 6) en het vervuilende voertuig vervangt in de zone.

Artikel 4 – Ontheffingen voor bijzondere voertuigen met een Datum eerste toelating tot 13 jaar oud

Op grond van het RVV is een aantal categorieën bijzondere voertuigen, waarvoor voorheen nog een ontheffing diende te worden aangevraagd, vrijgesteld van de nul-emissiezone. Het gaat om vrachtauto’s met de in het kentekenregister vastgelegde carrosseriecode 15, 16, 19, 23, 26, 27, 31 of de aanduiding speciale doeleinden SB en SF, die jonger zijn dan 13 jaar.

Naast deze bijzondere voertuigen zijn er nog andere voertuigen jonger dan 13 jaar waarop de nul-emissiezone eveneens niet van toepassing is: kermis- en circusvrachtauto’s; vrachtauto’s voor exceptioneel transport, verhuisauto’s en vrachtauto’s met een laadkraan met een hefvermogen van 35 tonmeter of meer. Omdat deze voertuigen echter niet op voorhand herkenbaar zijn aan een bijzondere aantekening in het kentekenregister en aanvullende informatie betreffende het voertuig en het gebruik ervan nodig is, is een wettelijk verankerde vrijstelling niet mogelijk. Voor deze voertuigen dient nog steeds een ontheffing te worden aangevraagd. Dit geschiedt op dezelfde wijze als bij de milieuzones voor vrachtauto’s, waar de ontheffing werd verleend door Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO.nl).

De ontheffing als kermis- en circuswagen wordt verleend als de kentekenhouder aantoont dat deze van de Belastingdienst gedeeltelijke vrijstelling voor de motorrijtuigenbelasting heeft gekregen. De ontheffing als Vrachtauto’s voor exceptioneel transport wordt verleend als voor het voertuig een incidentele of jaarontheffing exceptioneel transport is afgegeven door de RDW. De ontheffing als Verhuisauto wordt verleend als de verhuisonderneming die het kenteken aanmeldt, staat ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel in de categorie ‘Verhuisvervoer’, als het aangemelde voertuig een verhuisauto is, en de verhuisonderneming de kentekenhouder is. Aantonen van het lidmaatschap van de Organisatie voor Erkende Verhuizers volstaat ook. De ontheffing als Bedrijfsauto’s met zware laadkraan wordt verleend op grond van een keuringsbewijs van de RDW.

Artikel 5 – Ontheffing voor plug-in hybride vrachtauto

Er komen maar weinig voertuigen voor deze ontheffing in aanmerking, omdat het oplegger-trekkers van voor 2017 betreft en bakwagens van voor 2020. Dit is een kleine groep voertuigen. Oplegger-trekkers met een emissieklasse 6 en een datum eerste toelating vanaf 1 januari 2017 en bakwagens met een emissieklasse 6 en een datum eerste toelating vanaf 1 januari 2020, vallen onder het landelijke overgangsregime waarbij ze toegang hebben tot 1 januari 2030.

Lid 3 benoemt dat de ondernemer bewijsmiddelen moet overhandigen waarmee kan worden aangetoond dat met een plug-in hybride vrachtauto uitsluitend emissieloos wordt gereden in de zero-emissiezone. Dit kan bijvoorbeeld een uitdraai zijn van het motormanagementsysteem waaruit precies blijkt waar het voertuig elektrisch heeft gereden en niet. Als tijdens een steekproefcontrole wordt geconstateerd dat men niet emissieloos binnen de nul-emissiezone heeft gereden, wordt de ontheffing ingetrokken.

Dit artikel is van toepassing op een vrachtauto die in het kentekenregister van de RDW gekenmerkt is Off-vehicle charging Fuel Cell Hybrid vehicle en Off-vehicle charging hybrid electric vehicle.

Artikel 6 – Ontheffing voor voertuigen die niet emissieloos verkrijgbaar zijn

Ondernemers kunnen ontheffing aanvragen om met hun huidige, niet-emissieloze bestel- of vrachtauto langer toegang tot de zero-emissiezone te krijgen omdat er nog geen emissieloos alternatief verkrijgbaar is.

Ook kunnen zij ontheffing krijgen om met een nieuw aan te schaffen niet-emissieloos voertuig toegang tot de zone te krijgen omdat voor het huidige voertuig dat om technische redenen niet langer inzetbaar is, nog geen emissieloos alternatief verkrijgbaar is.

Of een emissieloos alternatief verkrijgbaar is wordt beoordeeld aan de hand van de volgende voertuig- en bedrijfskenmerken: trekkracht, elektrisch vermogen van de opbouw van het voertuig, voertuig wordt gebruikt voor ondeelbare en zware lading, voor verplaatsing van zeer zware lading over onverharde ondergrond, voor uitzonderlijke logistieke toepassingen waarvoor overslag van grote naar kleine voertuigen niet mogelijk is, of wordt gebruikt voor zowel weg als spoor.

Bij de aanvraag overlegt de ondernemer offertes van twee leveranciers die verklaren dat het gewenste voertuig met de vereiste specificaties niet emissieloos verkrijgbaar is en bewijsstukken met betrekking tot de voertuig- en bedrijfskenmerken zoals omschreven in dit artikel.

De aanvrager motiveert hiermee aan welke specificaties het voertuig waarvoor ontheffing wordt aangevraagd moet voldoen om inzetbaar te zijn voor de bedrijfsvoering.

Een adviescommissie van gemeenten en deskundigen adviseert het college via het Centrale Loket of er bij de aanvraag voor een ontheffing voor een nieuw niet-emissieloos voertuig sprake is van een verkrijgbaar emissieloos alternatief. Het gaat niet om een Adviescommissie AWB. Bij de aanvraag voor een ontheffing voor een in gebruik zijnde niet-emissieloos voertuig neemt het college zelf via het Centraal Loket een besluit, en maakt alleen in uitzonderlijke gevallen gebruik van de adviescommissie.

Artikel 7 – Ontheffing voor particuliere bedrijfs- en vrachtauto´s

De nul-emissiezone is bedoeld om de stadslogistiek emissievrij te maken. In de Uitvoeringsagenda Stadslogistiek is daarom vastgelegd dat particulieren die niet bedrijfsmatig gebruik maken van een bedrijfs- of vrachtauto in aanmerking komen voor een ontheffing, mits zij kunnen aantonen dat het voertuig niet bedrijfsmatig gebruikt wordt. Hiervoor moet een aantal documenten aangeleverd worden. Als tijdens een steekproefcontrole wordt geconstateerd dat het voertuig toch bedrijfsmatig wordt gebruikt, kan de ontheffing, worden ingetrokken.

Een verleende ontheffing vervalt op 31 december 2027 om twaalf uur 's nachts.

Artikel 8 - Ontheffing voor bedrijfs- en vrachtauto´s die vanwege een handicap zijn aangepast

Op basis van dit artikel van het ontheffingenbeleid nul-emissiezone wordt er een ontheffing verleend voor een bedrijfs- of vrachtauto die geen toegang heeft tot de nul-emissiezone en welke is aangepast voor een bedrag van minimaal € 500,-. De aanpassing is gedaan vanwege de handicap van de voertuigeigenaar, de bestuurder, een gezinslid of een persoon voor wie de eigenaar mantelzorger is.

Kentekenhouders dienen het van de hand doen van hun voertuig te melden. RDW zal regelmatig de tenaamstelling van deze categorie voertuigen controleren.

Ter onderbouwing van de ontheffingsaanvraag dient een aantal bewijsstukken te worden overlegd, deze zijn nader omschreven in dit artikel.

§ 2 - DAGONTHEFFINGEN

Artikel 9 – Dagontheffing voor bedrijfsauto´s

Voor bedrijfsauto’s die maximaal 12 keer per jaar per gemeente in een zero-emissiezone komen, kan een dagontheffing worden aangevraagd. Deze dagontheffing begint altijd om 00.00 uur van de kalenderdag waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd en eindigt om 06:00 uur op de volgende kalenderdag. Voor een maximale flexibiliteit voor ondernemers kan de ontheffing voorafgaand aan, maar ook op dezelfde kalenderdag aangevraagd worden, ook als de bedrijfsauto eerder die kalenderdag al in de zero-emissiezone is geweest.

Artikel 10 - Dagontheffing voor vrachtauto’s

Voor vrachtauto's die maximaal 12 keer per jaar per gemeente in een zero-emissiezone komen, kan een dagontheffing worden aangevraagd. Deze dagontheffing begint altijd om 00.00 uur van de kalenderdag waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd en eindigt om 06:00 uur op de volgende kalenderdag. Voor een maximale flexibiliteit voor ondernemers kan de ontheffing voorafgaand aan, maar ook op dezelfde kalenderdag aangevraagd worden, ook als de vrachtauto eerder die kalenderdag al in de zero-emissiezone is geweest.

Artikel 11 – gereserveerd

Dit artikel is in deze versie van het beleid gereserveerd om aan te blijven sluiten bij de landelijke artikelnummering en kan in de toekomst eventueel worden gebruikt om een dagontheffing voor kampeerwagens toe te voegen.

§ 3 - GEMEENTESPECIFIEKE ONTHEFFINGEN

Artikel 12 – Ontheffing voor bedrijfs- of vrachtauto’s in verband met bedrijfseconomische omstandigheden

Denkbaar is dat een onderneming in de problemen komt door de instelling van een zero-emissiezone, bijvoorbeeld doordat de overstap naar een uitstootvrij voertuig op korte termijn financieel niet mogelijk is en daardoor te veel omzet wegvalt. Voor deze ondernemingen geldt deze ontheffing.

De beoordeling van deze ontheffingsaanvraag gaat als volgt.

Eerst wordt door een externe partij in opdracht van het college via het Centraal Loket gekeken of de continuïteit van de onderneming wordt bedreigd, gelet op alle omstandigheden van het geval en adviseert hierover het college (stap 1). Vervolgens kijkt het college of er voor de ondernemer geen alternatieven zijn (stap 2).

STAP 1 Bedreiging continuïteit onderneming

Hiervoor wordt een beoordelingssystematiek gehanteerd, waarmee kan worden nagegaan of de financiële draagkracht van de desbetreffende onderneming voldoende is om de investeringen te dragen die nodig zijn om te kunnen voldoen aan de voertuigeisen. Deze gehanteerde beoordelingssystematiek kent de volgende aspecten en parameters:

  • a.

    op grond van aangeleverde gegevens wordt de financiële draagkracht vastgesteld voor zowel investeringen met eigen middelen als voor investeringen met krediet:

  • a.1)

    de financiële draagkracht voor investeringen met eigen middelen wordt gerelateerd aan de resterende aflossingscapaciteit van de desbetreffende onderneming;

  • a.2)

    de financiële draagkracht voor investeringen met krediet wordt gerelateerd aan de solvabiliteit en de rentabiliteit van de desbetreffende onderneming.

  • b.

    De kosten van de benodigde investeringen worden in eerste instantie gebaseerd op door de desbetreffende onderneming aangeleverde prijsindicaties, eventueel onderbouwd met een offerte. Zo nodig onderzoekt het college via het Centraal Loket zelf de kosten.

  • c.

    Financiële gegevens worden in beginsel beschouwd over een periode van drie historische jaren plus een prognose van een jaar. In relatie tot de tenaamstelling van de vrachtauto waarvoor ontheffing wordt aangevraagd, kan er soms sprake zijn van een leaseconstructie, of het kan gaan om een gehuurde vrachtauto, of het kan een dochteronderneming betreffen. In dergelijke gevallen wordt de advisering gebaseerd op geconsolideerde jaarrekeningen.

Bij de beoordeling of door de eisen van de nul-emissiezone de continuïteit van de desbetreffende onderneming wordt bedreigd, wordt gekeken naar de onderneming van de hoofdgebruiker in het geheel. Er wordt niet beoordeeld of de continuïteit van een bepaald bedrijfsonderdeel wordt bedreigd. Het begrip bedrijfsonderdeel laat zich niet of nauwelijks afbakenen, waardoor bij toepassing discussies zouden kunnen ontstaan over wat onder dit begrip moet worden verstaan. Een en ander laat onverlet dat zich de situatie kan voordoen dat de continuïteit van een cruciaal bedrijfsonderdeel of een cruciale bedrijfsactiviteit van een onderneming wordt bedreigd en dat daardoor de continuïteit van de gehele onderneming in gevaar komt. Maar in dergelijke gevallen beschouwt het college de continuïteit van de desbetreffende onderneming logischerwijs in haar geheel.

Op basis van de gehanteerde beoordelingssystematiek kan over het gros van de aanvragen een oordeel worden gegeven. De systematiek is echter niet meer dan een hulpmiddel en in gevallen waarin met de genoemde beoordelingssystematiek geen (sluitende) beslissing kan worden genomen, wordt geprobeerd om op basis van aanvullende gegevens ook andere factoren in overweging te nemen.

STAP 2 Mogelijke alternatieven

Bij het bepalen of een onderneming geen alternatieven heeft, kijkt het college onder andere naar de mogelijkheid van alternatieven, zoals dagontheffingen, de inzet van schonere voertuigen uit het wagenpark, de huur van schonere voertuigen, het inhuren van een andere transporteur die wel een schoon voertuig heeft, inzet van lichtere voertuigen uit het wagenpark en de aanschaf van een tweedehands voertuig.

Op grond van stappen 1 en 2 beslist het college over het verlenen van de ontheffing voor het voertuig van de aanvrager. Het kenteken van het voertuig wordt toegevoegd aan het ontheffingenregister van het Centraal Loket. De ontheffing wordt niet automatisch verlengd en wordt voor maximaal een jaar verleend.

Artikel 13 – Hardheidsclausule

De hardheidsclausule geeft het college mogelijkheden voor maatwerk bij het verlenen van ontheffingen in bijzondere gevallen die bij het opstellen van dit beleid niet zijn voorzien en als toepassing van het beleid gevolgen heeft voor de aanvrager die onevenredig zijn met de te dienen doelen.

Artikel 14 – Ontheffing voor ambulante handel

Dit artikel biedt het college de mogelijkheid om ondernemers met een marktstandplaatsvergunning, seizoensstandplaatsen of vaste standplaatsen binnen de zero-emissiezone of ondernemers die in aanmerking komen voor een marktstandplaatsvergunning een ontheffing te verlenen. Zo krijgen deze ondernemers meer tijd om zich voor te bereiden op de zero-emissiezone. Dit is noodzakelijk omdat uit een inventarisatieonderzoek naar de voertuigen van de marktondernemers blijkt dat het lastig is om in 2025 al de overstap te maken naar een emissieloos voertuig. De markt is een belangrijke economische trekker in de binnenstad, die geen of weinig alternatieven heeft dan het verkopen van hun waar binnen de zero-emissiezone. De mogelijkheid tot een ontheffing voor de ambulante handel biedt de marktondernemers ruimte.

De ontheffing wordt telkens verleend voor de duur van een jaar.

Op 31 december 2029 om twaalf uur ’s nachts vervalt de ontheffing van rechtswege. Het streven is dat de markt in 2030 emissieloos is.

§ 4 – OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 15 – Algemene overige bepalingen

Het Centraal Loket stelt een digitaal formulier ter beschikking voor het doen van een aanvraag. Er is leges verschuldigd voor het in behandeling nemen van de aanvraag. Het college kan voorschriften of beperkingen verbinden aan een verleende ontheffing in het belang van de handhaving, de openbare veiligheid, de verkeersveiligheid of het milieu. Bijvoorbeeld het voorschrift dat de voertuigbestuurder die zich bevindt in de nul-emissiezone op verzoek van de handhaver de ontheffing of een papieren of digitale kopie daarvan laat zien.

In Groningen zijn er voetgangersgebieden (aangeduid met verkeersbord G07) binnen het venstertijdengebied en de zero-emissiezone. Om te voorkomen dat men voor het laden en lossen in het voetgangersgebied een afzonderlijke ontheffing aan moet vragen, is opgenomen dat de ontheffing zoals bedoeld in dit beleid ook geldt voor de voetgangersgebieden.

Naast de zero-emissiezone, heeft de gemeente Groningen ook een venstertijdengebied. Wanneer een bedrijfs- of vrachtauto het venstertijdengebied betreedt buiten de venstertijden met een ontheffing zoals bedoeld in dit beleid, dient hier een ontheffing voor te worden aangevraagd conform Beleidsregels ontheffingen venstertijdengebied per 2022. Zonder de ontheffing van de geslotenverklaring voor het venstertijdengebied buiten de venstertijden, mag een voertuig het gebied niet betreden buiten de venstertijden.

Artikel 16 – Weigerings- en intrekkingsgronden langdurige ontheffing

Het college wijst een aanvraag af wanneer blijkt dat de aanvrager onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt. Een aanvraag voor een dagontheffing wordt geweigerd wanneer voor het betreffende voertuig in het kalenderjaar al 12 keer een dagontheffing is afgegeven.

De publicatiedatum van het verkeersbesluit en ontheffingenbeleid zal verschillen per gemeente. De langdurige ontheffingen hebben een landelijke geldigheid. In dit artikel wordt bepaald vanaf welke datum een aanvraag voor langdurige ontheffing wordt afgewezen. Hierbij is een compromis gesloten tussen gemeenten die vroeg het verkeersbesluit en ontheffingenbeleid vaststellen, soms al begin 2024, en gemeenten die dat later doen, soms pas in de loop van 2025 of 2026.

De gemeenten kiezen ervoor om aanvragen voor langdurige ontheffingen voor niet-emissieloze voertuigen die vanaf 1 januari 2025 bij de RDW worden geregistreerd, af te wijzen. Dit betekent voor gemeenten waar het ontheffingenbeleid in 2024 wordt vastgesteld, dat er nog niet-emissieloze voertuigen met ontheffing binnen de zone kunnen rijden die in het restant van 2024 worden geregistreerd. Voor gemeenten waar het ontheffingenbeleid vanaf 1 januari 2025 wordt vastgesteld kan bij het publiceren ervan de indruk ontstaan dat de mogelijkheid om ontheffingen aan te vragen met terugwerkende kracht wordt beperkt. Dit zal extra aandacht in de communicatie over de invoering van de zone krijgen.

Als een eigenaar zich in een nul-emissiezone vestigt na 1 januari 2025, wordt een aanvraag voor elk van de soorten langdurige ontheffing geweigerd omdat deze eigenaar op de hoogte had kunnen zijn van het beleid van de gemeente waarin de zone is gelegen.

Een langdurige ontheffing die een ondernemer aanvraagt voor een niet-emissieloos voertuig dat hij wil inzetten voor werk in de zero-emissiezone dat hij na 1 januari 2025 heeft aangenomen, zal worden geweigerd omdat de ondernemer op de hoogte had kunnen zijn van het beleid van de gemeente. Dit betekent voor gemeenten waar het ontheffingenbeleid in 2024 wordt vastgesteld, dat er nog niet-emissieloze voertuigen met ontheffing binnen de zone kunnen rijden voor werk dat de eigenaar in het restant van 2024 heeft aangenomen.

Het college kan een verleende ontheffing voor toegang tot de zero-emissiezone intrekken als aanvrager onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt, als beleid of wet- en regelgeving wijzigt, als de ontheffing houder erom vraagt, als er niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden waaronder de ontheffing is verleend, of als de datum tenaamstelling wijzigt van een voertuig waarvoor ontheffing wegens late levertijd is verleend. Als het voertuig wordt verkocht, vervreemd of als het kenteken naar een andere kentekenhouder overgaat vervalt de ontheffing.

Artikel 17 – Inwerkingtreding

Dit beleid treedt in werking met ingang 1 januari 2025.

Artikel 18 – Citeertitel

Dit beleid wordt aangehaald als: Beleidsregels ontheffingen nul-emissiezone gemeente Groningen.