Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR729615
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR729615/1
Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2025 met bijbehorende tarieventabel
Geldend van 18-12-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2025 met bijbehorende tarieventabelDe raad van de gemeente Gemert-Bakel,
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2024;
gelet op de Gemeentewet, artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b en;
gelet op artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer;
Besluit
Vast te stellen de navolgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2025 met bijbehorende tarieventabel.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Inleidende bepaling
Krachtens deze verordening worden geheven:
- a.
een afvalstoffenheffing;
- b.
reinigingsrechten.
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- 1.
Een container: een vanwege de gemeente uitgezette ophaalbak met een bepaald volume.
- 2.
60 liter zak: een vuilniszak ten behoeve van de inzameling van restafval middels ondergrondse containers.
- 3.
GFT-afval: groente, fruit- en tuinafval.
- 4.
Restafval: huishoudelijk afval, niet zijnde GFT- en PMD-afval.
- 5.
Bedrijfsafval: afvalstoffen afkomstig uit bedrijven, kantoren en instellingen, die naar aard, omvang en samenstelling gelijk zijn te stellen aan huishoudelijke afvalstoffen, aan de periodieke inzameldienst in containers worden aangeboden en tegelijkertijd met de inzameling van de huishoudelijke afvalstoffen kunnen worden meegenomen.
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
-
1. Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
-
2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieven tabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4 Belastingplicht
-
1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit of beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
-
2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:
- a.
degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;
- b.
ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan;
- c.
Ingeval er sprake is van het ter beschikking stellen van een perceel voor kortstondig volgtijdig gebruik, wordt als gebruiker aangemerkt degene die dat perceel ter beschikking heeft gesteld.
- a.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 6 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
-
1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 onderdeel 1.1 en 1.2 van de tarieventabel, is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar, of zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
-
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
-
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
-
4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.
-
5. De Poorttarieven milieustraat Gemert-Bakel, zoals benoemd in hoofdstuk 1.3 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.
-
6. Betalingen (voor de betaalde afvalstromen) vinden uitsluitend via pinbetalingen plaats. Contante betalingen worden niet geaccepteerd.
Artikel 9 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de lnvorderingswet 1990 moet(en) de aanslag(en) worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
-
2. In afwijking van het eerste lid moet(en), indien een machtiging voor automatische incasso is afgegeven en zolang de verschuldigde bedragen via automatische incasso kunnen worden afgeschreven, de aanslag(en) en bestuurlijke boetes worden betaald in tien gelijke maandelijkse termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die van de dagtekening van het aanslagbiljet en de volgende termijnen telkens een maand later.
-
3. In afwijking van het tweede lid is betaling via automatische incasso alleen mogelijk voor zover het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen en bestuurlijke boetes minder is dan € 5.000,00.
-
4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen .
Artikel 10 Kwijtschelding
Bij de invordering van de afvalstoffenheffing wordt geen kwijtschelding verleend voor de verschuldigde belasting genoemd onder hoofdstuk 1.2 en 1.3 van de tarieventabel, behorende bij deze verordening.
Artikel 11 Vrijstelling
-
1. Een belastingplichtige die kan aantonen dat ten gevolge van een ziekte of een lichamelijk ongemak op zijn of haar perceel permanent beduidend meer restafval wordt geproduceerd dan op een perceel waar geen sprake is van deze ziekte of dat lichamelijk ongemak wordt op schriftelijk verzoek achteraf vrijstelling verleend van een gedeelte van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel.
-
2. De vrijstelling bedoeld in lid 1 voor de verwijdering van restafval voor het jaar 2025 is:
- a.
voor de gebruiker van een 140 liter container maximaal 8 ledigingen;
- b.
voor de gebruiker van een 240 liter container maximaal 5 ledigingen;
- c.
voor de gebruiker van een 60 liter zak (ondergronds) maximaal 20 stortingen.
Over de eerste 4 ledigingen of over de eerste 12 stortingen in het belastingjaar wordt geen vrijstelling gegeven.
- a.
-
3. Een belastingplichtige die kan aantonen dat ten gevolge van een ziekte of lichamelijk ongemak op zijn of haar perceel permanent beduidend meer restafval wordt geproduceerd dan op een perceel waar geen sprake is van deze ziekte of dat lichamelijk ongemak kan op verzoek vrijstelling verleend worden van de belasting voor het aanvragen van een extra (tweede) container voor restafval (240 liter), mits dit voorafgaand aan de levering van de container is aangevraagd. De container wordt dan kosteloos geleverd.
-
4. De vrijstelling kan worden aangevraagd binnen zes weken na ontvangst van de belastingaanslag. Als een belastingplichtige om medische reden een tweede restafvalcontainer (240 liter) aanvraagt, dan geldt de vrijstelling echter alleen voor één restafvalcontainer.
-
5. Indien de belastingplicht is ontstaan in de loop van het belastingjaar is het bedrag van de vrijstelling gelijk aan zoveel twaalfde gedeelte van het volgens het tweede lid van dit artikel berekende bedrag als de belastingplichtige in dat belastingjaar vastrecht als bedoeld in hoofdstuk 1.1. van de tarieventabel verschuldigd is.
-
6. Indien de ziekte of het lichamelijk ongemak is ontstaan in de loop van het belastingtijdvak is het bedrag van de vrijstelling gelijk aan zoveel twaalfde gedeelte van het volgens het tweede lid van dit artikel berekende bedrag als de belastingplichtige of de medebewoner van het perceel waarvoor hij belastingplichtig is in dat belastingtijdvak volle maanden een ziekte of lichamelijk ongemak heeft als bedoeld in het eerste lid.
Hoofdstuk III Reinigingsrechten
Artikel 12 Belastbaar feit
Onder de naam 'reinigingsrechten' worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
Artikel 13 Belastingplicht
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 14 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 15 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 16 Wijze van heffing
De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.
Artikel 17 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang
-
1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel, is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar, of zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
-
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven .
-
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.
Artikel 18 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de lnvorderingswet 1990 moet(en) de aanslag(en) worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
-
2. In afwijking van het eerste lid moet(en), indien een machtiging voor automatische incasso is afgegeven en zolang de verschuldigde bedragen via automatische incasso kunnen worden afgeschreven, de aanslag(en) en de bestuurlijke boete(s) worden betaald in tien gelijke maandelijkse termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die van de dagtekening van het aanslagbiljet en de volgende termijnen telkens een maand later.
-
3. In afwijking van het tweede lid is betaling via automatische incasso alleen mogelijk voor zover het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen minder is dan € 5.000,00.
-
4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 19 Kwijtschelding
Bij de invordering van de reinigingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.
Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen
Artikel 20 Nadere regels door het Dagelijks Bestuur
Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking Oost-Brabant kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten.
Artikel 21 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeerartikel
-
1. De 'Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2024’, van 14 december 2023, of zoals laatstelijk gewijzigd, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
-
4. Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Gemert-Bakel 2025'.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering 12 december 2024.
de raad van de gemeente Gemert-Bakel,
de griffier,
de voorzitter,
Tarieventabel behorende bij de Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2025, vastgesteld door de raad van de gemeente Gemert-Bakel bij besluit van 12 december 2024
Algemeen
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
Hoofdstuk 1Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing
Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing
- 1.1
De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar € 177,00
- 1.1.1
De belasting bedraagt per perceel waar ondergronds wordt ingezameld per belastingjaar € 115,10
Hoofdstuk 1.2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing
- 1.2
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting per lediging van:
een container/vuilniszak bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, niet zijnde groenten-, fruit- en tuinafval per container met een inhoud van:
- 1.2.1
40 liter container € 4,40
- 1.2.2
80 liter container € 8,00
- 1.2.3
140 liter container € 11,90
- 1.2.4
240 liter container € 18,70
- 1.2.5
60 liter zak € 4,70
- 1.2.6
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag omwisselen van een container, per keer € 36,40
- 1.2.7
Bij het vervangen of bij het verlies van de milieupas of de toegangspas tot de ondergrondse inzameling bedraagt de belasting € 18,20
- 1.2.1
Hoofdstuk 1.3 Poorttarieven Milieustraat Gemert-Bakel
- 1.3
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 en 1.2 bedraagt de belasting per aanlevering van maximaal 2 m3 per keer:
Categorie 1
Categorie 2
Categorie 3
*wit- en bruingoed; koelkasten, diepvriezers, televisies, elektronica e.d.
*kadavers van kleine huisdieren
*asbest (max. 35 m2, met sloopmelding)
*afgewerkte motorolie (max. 10 liter)
*klein chemisch afval
*retour glas (flessen e.d.)
*vlak glas
*papier, karton
*matrassen (éénpersoons en tweepersoons)
*kleding, schoeisel
*huishoudtextiel
*kringloopgoederen
*ferro/non-ferro
*autobanden (personenauto’s) zonder velg (max. 5 stuks)
*luiers en incontinentiemateriaal
*blik
*flacons
*tetrapakken
*zacht plastic
*snoeihout
*blad/gras
*schone grond
*schoon puin
*grof afval
*vuilniszakken (max. 2 stuks)
*autobanden (personenauto’s) met velg (max. 4 stuks)
*bouw- en sloopafval (isolatiemateriaal, dakleer, vervuild puin, hout en gipsafval)
Betalingen uitsluitend met betaalpas
Gratis
€ 10,00 per 1 m3
Kofferbaktarief (0,5 m3): € 5,00
€ 22,00 per 1 m3
Kofferbaktarief (0,5 m3): € 11,00
Hoofdstuk 2Maatstaven en jaarlijkse tarieven reinigingsrechten
- 2.1
Het recht bedraagt per belastingjaar voor het periodiek verwijderen van bedrijfsafval van beperkte omvang of hoeveelheid € 240,00
- 2.2
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 2.1 bedraagt het recht per lediging van:
een container bestemd voor de overige huishoudelijke en bedrijfsafvalstoffen, niet zijnde groenten-, fruit- en tuinafval per container met een inhoud van:
- 2.2.1
40 liter € 4,40
- 2.2.2
80 liter € 8,00
- 2.2.3
140 liter € 11,90
- 2.2.4
240 liter € 18,70
- 2.2.5
60 liter € 4,70
- 2.2.6
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 2.1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag omwisselen van een container, per keer € 36,40
- 2.2.7
Bij het vervangen of bij het verlies van de milieupas of de toegangspas tot de ondergrondse inzameling bedraagt de belasting € 18,20
- 2.2.1
- 2.3
De tarieven als opgenomen in dit hoofdstuk zijn exclusief btw en worden bij aanslag met verhoogd met het geldende btw-tarief.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering 12 december 2024.
de raad van de gemeente Gemert-Bakel,
de griffier,
de voorzitter,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl