Verordening op de heffing en invordering van leges Leiden 2025

Geldend van 17-12-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van leges Leiden 2025

De raad van de gemeente Leiden:

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (Raadsvoorstel RV 24.0099 van 22 oktober 2024), mede gezien het advies van de commissie Werk en Middelen,

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, 216 en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;

BESLUIT

  • 1.

    vast te stellen de volgende verordening

Verordening op de heffing en invordering van leges Leiden 2025

(Legesverordening Leiden 2025)

  • a.

    ‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur. waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordtaangemerkt;

  • b.

    ‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    ‘jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    ‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag; of

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    attestaties de vita tot het ontvangen van pensioenen of lijfrenten ten laste van het Rijk, de provincie of degemeente;

  • b.

    stukken of nasporingen, die ten behoeve van onvermogenden in hun persoonlijk belang op bewijs van onvermogen worden afgegeven of verricht, met inbegrip van de bewijzen van onvermogen zelf;

  • c.

    stukken of nasporingen, welke ter voldoening aan de wet of wettelijk voorschrift kosteloos moeten worden afgegeven of verricht;

  • d.

    het raadplegen en inzage nemen van de plans en registers van het kadaster door particulieren, indien dit geschiedt in verband met de naleving van of voldoening aan wetten of wettelijke voorschriften;

  • e.

    woonvergunningen, als bedoeld in paragraaf 9 van de tarieventabel, welke worden afgegeven als gevolg van vorderingen tot ontruiming van woonruimte of wel als gevolg van in overleg met burgemeester en wethouders of namens hen met het hoofd van de Sector Wonen tot stand gekomen vrijwillige ontruimingen van woonruimte;

  • f.

    woonvergunningen, als bedoeld in paragraaf 9 van de tarieventabel, welke worden afgegeven voor het in gebruik nemen van een woning, wegens gedwongen verhuizing ten behoeve van renovatie, stadsvernieuwing of sanering;

  • g.

    een abonnement ten bate van publicatie van de gegevens in het plaatselijke dagblad uit de registers van de burgerlijke stand zoals bedoeld in Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand, artikel 1.1.8.2 van de Tarieventabel behorende bij de Legesverordening;

  • h.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • i.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwiaking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald in geval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving;

    • c.

      bij een elektronische indiening van de aanvraag wordt gedaan, op het moment van het doen van elektronische aanvraag.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Voorlopige aanslag

De in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar legt een voorlopige aanslag op, indien het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld, na verrekening van voorheffingen en reeds opgelegde voorlopige aanslagen, zulks naar zijn mening rechtvaardigt.

Artikel 11 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden nade officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende paragrafen of onderdelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      Paragraaf 1.2 (reisdocumenten);

    • 2.

      Paragraaf 1.3 (rijbewijzen);

    • 3.

      Paragraaf 1.4, artikel 1.15, onder d. (verstrekkingen uit de basisregistratie personen);

    • 4.

      Paragraaf 1.7, artikel 1.25, onder a (verklaringen omtrent het gedrag);5. Paragraaf 1.9, artikel 1.31 (kansspelen); een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1. De legesverordening 2024 van 30 november 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13,tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als " Legesverordening Leiden 2025".

Ondertekening

Gedaan in de openbare raadsvergadering van 28 november 2024

de Griffier,

dhr. G.F.C. van Leiden

de voorzitter,

dhr. P.J. Heijkoop

Tarieventabel, behorende bij legesverordening

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlands identiteitskaart

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Paragraaf 1.10 Diversen

Hoofdstuk 2 Omgevingswet

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Paragraaf 2.2 Voorfase

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten

Paragraaf 2.8 overige activiteiten

Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften

Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid

Paragraaf 2.11 Overige tarieven

Paragraaf 2.12 Modaliteiten

Paragraaf 2.13 Vermindering

Paragraaf 2.14 Teruggaaf

Hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn

Paragraaf 3.1 Horeca

Paragraaf 3.2 Seksbedrijf

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Paragraaf 3.4 Organiseren evenementen of markten

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014 en wet goed verhuurderschap

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

Paragraaf 3.8 Teruggaaf

Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening

Artikel

Omschrijving

Verkooptarief

Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand

Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap

Het tarief bedraagt

1.1.1

voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van partnerschap, in een door de gemeente aangewezen huis, op

a.

dinsdag om 8.30 uur en 08.45 uur, in het Stadskantoor

kosteloos

b.

dinsdag om 9.00 uur en 09.30 uur voor een eenvoudige ceremonie, in het Stadskantoor

€ 175,90

c.

indien de voltrekking plaatsvindt op maandag tot en met donderdag van 08.30 tot 17.00 uur

€ 552,40

d.

vrijdag van 08.30 tot 17.00 uur

€ 742,85

e.

zaterdag van 8.30 tot 17.00 uur

€ 1.219,10

f.

maandagavond tot en met vrijdagavond, niet zijnde zon- of feestdagen van 17.00 tot 22.00 uur

€ 1.219,10

g.

zon- of feestdagen of na verkregen toestemming op een tijdstip niet genoemd onder 1.1.1.a tot en met 1.1.1.f

€ 1.392,40

Artikel 1.2 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk

Het tarief bedraagt

a.

voor de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, zonder een ceremonie

€ 145,95

b.

Het tarief bedraagt voor de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, met een ceremonie genoemd in de leden a tot en met g van artikel 1.1, geldt het hierbij behorende tarief

Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking of registratie partnerschap in bijzonder huis

Het tarief bedraagt

1.3.1

voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van partnerschap in een bijzonder huis zoals bedoeld in artikel 64, boek 1, Burgerlijk Wetboek, tenzij van het onvermogen der partijen is gebleken

€ 164,85

Artikel 1.4 Omzetten geregistreerd partnerschap in huwelijk in bijzonder huis

Gereserveerd

Artikel 1.5 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand 

Het tarief bedraagt 

1.5.1

voor het verzoek tot het eenmalig benoemen van een Buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand

a.

-zonder beëdiging door de rechtbank

€ 219,55

b.

-met beëdiging door de rechtbank

€ 291,95

Artikel 1.6 Beschikbaar stellen 

Het tarief bedraagt

1.6.1

voor het verzoek tot het aanwijzen van een locatie tot huis der gemeente

€ 291,95

1.6.2

voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een getuige voor een eenvoudige ceremonie, per getuige

€ 25,00

1.6.3

voor het door de gemeente beschikbaar stellen van een toga

€ 100,00

Artikel 1.7 Annuleren of wijzigen datum

Het tarief bedraagt

1.7.1

Indien een kosteloze huwelijksvoltrekking dan wel registratie van partnerschap zoals bedoeld in artikel 1.1.1.a, wordt geannuleerd of verplaatst, wordt voor de reeds gemaakte kosten een tarief in rekening gebracht. De leges bedraagt:

a.

indien wordt geannuleerd tussen 3 maanden en 2 weken voor de huwelijksdatum dan wel registratiedatum

€ 50,00

b.

indien wordt geannuleerd of verplaatst binnen 2 weken voor de huwelijksdatum dan wel registratiedatum

€ 80,00

1.7.2

Indien de huwelijksvoltrekking of de registratie van partnerschap, genoemd in de artikelen 1.1.1.b tot en met 1.1.1.g wordt geannuleerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

indien wordt geannuleerd tussen 3 maanden en 2 weken voor de huwelijksdatum, registratiedatum of datum van ceremoniële herbevestiging: 75% van de leges

b.

indien wordt geannuleerd binnen 2 weken voor de huwelijksdatum, registratiedatum of datum van ceremoniële herbevestiging: 50% van de leges

1.7.3

Bij niet verschijnen of dusdanig laat verschijnen op de huwelijksvoltrekking of de registratie van partnerschap waardoor deze ceremonie geen doorgang kan vinden, vindt geen restitutie van de leges plaats. Ingeval van een kosteloze huwelijksvoltrekking of registratie van partnerschap, zoals bedoeld in artikel 1.1.1.a, bedraagt de leges

€ 105,00

Artikel 1.8 Trouwboekje of partnerschapsboekje

Het tarief bedraagt 

1.8.1

voor het verstrekken van een trouw- of partnerschapsboekje

a.

met eenvoudige kaft

€ 19,95

b.

met leren omslag

€ 46,70

c.

met standaard omslag

€ 32,15

Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlands identiteitskaart

Artikel 1.9 Paspoorten of andere reisdocumenten

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

1.9.1

het verstrekken van een nationaal paspoort, zakenpaspoort of faciliteitenpaspoort, alsmede een tweede paspoort, aan een persoon, die op moment van de aanvraag jonger is dan 18 jaar; en het verstrekken van een reisdocument voor vluchtelingen of voor vreemdelingen aan een persoon, ongeacht leeftijd (maximaal 5 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (naar beneden afgerond op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

1.9.2

het verstrekken van een nationaal paspoort, zakenpaspoort en faciliteitenpaspoort, alsmede een tweede paspoort, aan een persoon, die op moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is (maximaal 10 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (naar beneden afgerond op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

Artikel 1.10 Nederlandse identiteitskaart

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van:

1.10.1

een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet en artikel 6 besluit paspoortgelden:

a.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag jonger is dan 18 jaar (5 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (naar beneden afgerond op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

b.

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is (10 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (naar beneden afgerond op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

1.10.2

een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon, zoals die is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

Artikel 1.11 Modaliteiten

De tarieven voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag voor:

a.

een spoedlevering van de onder artikel 1.9 genoemde documenten worden verhoogd met de toeslag zoals die is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

b.

een spoedlevering van de onder 1.10.1.a t/m 1.10.1.b genoemde documenten worden verhoogd met de toeslag zoals die is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

Paragraaf 1.3 Rijbewijzen

Artikel 1.12 Rijbewijzen

1.12.1

voor het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Reglement rijbewijzen artikel 104b vermeerderd met de rijkskostencomponent (het bedrag dat de gemeenten moeten afdragen aan de Dienst Wegverkeer als vergoeding van de productiekosten van het rijbewijs), afgerond naar beneden op vijf cent

Artikel 1.13 Modaliteiten

Het tarief genoemd in artikel 1.12 wordt 

1.13.1

bij spoedlevering verhoogd met het bedrag conform de door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat goedgekeurde RDW rijbewijstarieven voor 2020, afgerond naar beneden op vijf cent

Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens

Artikel 1.14 Definities

1.14.1

Voor de toepassing van artikel 1.15 en 1.16 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen of het bevolkingsregister moet worden geraadpleegd

Artikel 1.15 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

a.

tot het verstrekken of nasporen van gegevens per inlichting of nasporing, het tarief zoals dat is opgenomen voor een afschrift van een akte van de burgerlijke stand in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

b.

tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van inlichtingen of nasporen van gegevens gedurende de periode van één jaar

1.

tot een maximum van 200

€ 1.859,70

2.

voor iedere inlichting of nasporing boven dit maximum

€ 8,70

c.

voor nasporingen in de onder 1.14.1 bedoelde registers, waartoe deze moeten worden doorlopen, naar niet met naam of adres aangeduide of aan te duiden personen of groepen van personen, voor ieder uur daaraan besteed, gedeelten van een uur voor een geheel uur gerekend.

€ 63,80

d.

voor het verstrekken van een inlichting als bedoeld in artikel 17, lid 2 van het Besluit basisregistratie personen, bedraagt het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 10, lid 2 Regeling basisregistratie personen

Artikel 1.16 Verstrekking van overige inlichtingen

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

a.

tot het verstrekken van een inlichting bij de gemeente berustende registers of stukken, anders dan de onder 1.14.1 bedoelde registers

€ 10,70

b.

tot het verrichten van nasporingen in de bij de gemeente berustende registers of stukken, anders dan de onder 1.14.1 bedoelde registers, waartoe deze moeten worden doorlopen, voor ieder uur daaraan besteed, gedeelten van een uur worden voor een geheel uur gerekend. Het verlenen van inzage, voor zover daartoe vergunning wordt gegeven, is in deze prijs begrepen.

€ 62,50

c.

tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand; het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

d.

tot het verstrekken van een inlichting uit de registers van de burgerlijke stand; het tarief zoals dat is opgenomen voor een afschrift van een akte van de burgerlijke stand in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

Artikel 1.17 Schriftelijke verstrekking

Gereserveerd

Artikel 1.18 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen

Gereserveerd

Paragraaf 1.5 Bestuursstukken

Artikel 1.19 Afschriften van bestuursstukken

Gereserveerd

Artikel 1.20 Abonnement op bestuursstukken

Gereserveerd

Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie

Artikel 1.21 Plan- of kaartinformatie

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot

a.

het toezenden van schriftelijke informatie uit een ruimtelijk plan of deel daarvan, zoals omgevingsvisie, omgevingsplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet, per adres

€ 28,70

b.

het verstrekken van informatie over

1) NAP-hoogten, per punt

€ 44,80

2) Grondslag, per punt

€ 52,30

Artikel 1.22 Informatie uit registers

gereserveerd

Artikel 1.23 Informatie uit adressenbestanden

gereserveerd

Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken

Artikel 1.24 Gemeentegarantie

Gereserveerd

Artikel 1.25 Overige publiekszaken

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag

a.

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag: het maximaal te heffen bedrag, zoals dit laatstelijk door het Rijk is vastgesteld.

b.

tot het verkrijgen van een attestatie de vita, het tarief zoals dat is opgenomen voor een afschrift van een akte van de burgerlijke stand in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

c.

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening, het tarief zoals dat is opgenomen voor een afschrift van een akte van de burgerlijke stand in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

d.

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het Nederlanderschap, het tarief zoals dat is opgenomen voor een afschrift van een akte van de burgerlijke stand in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

e.

tot het verkrijgen van een gezondheidspas, lijkenpas of verklaring omtrent personen of zaken, het tarief zoals dat is opgenomen voor een afschrift van een akte van de burgerlijke stand in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

f.

tot het verkrijgen van een bewijs van opneming in de basisregistratie personen (BRP) of het Register Niet Ingezetenen (RNI), of een af te geven verklaring uit een van deze administraties, in het bijzonder belang van de aanvrager verstrekt, het tarief zoals dat is opgenomen voor een afschrift van een akte van de burgerlijke stand in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

g.

Tot het verkrijgen van een vertaling in de vorm van een meertalig modelformulier voor zaken genoemd in 1.25.b tot en met 1.25.f, het tarief zoals dat is opgenomen voor een afschrift van een akte van de burgerlijke stand in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

Paragraaf 1.8 Gemeentearchief

Artikel 1.26 Naspeuringen in gemeentearchief

Gereserveerd

Artikel 1.27 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

1.27.1

voor het verkrijgen van een afschrift van of uittreksel uit andere archiefbescheiden dan van akten uit de registers van de burgerlijke stand, per kwartier

€ 16,05

Artikel 1.28 Uitlenen archiefbescheiden

Gereserveerd

Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten

Artikel 1.29 Huisvestingswet 2014

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om

1.29.1

een vergunning tot het in gebruik nemen van een woning, als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014

€ 41,05

Artikel 1.30 Leegstandwet

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

1.30.1

een vergunning tot het aangaan van een tijdelijke huurovereenkomst, zoals bedoeld in artikel 15, lid 1, van de Leegstandwet voor één woning

€ 41,05

b.

bij een complexgrootte van 2 tot en met 15 woningen

€ 41,05

c.

vermeerderd met 

€ 34,50

per woning

d.

bij een complexgrootte van 16 tot en met 75 woningen

€ 525,05

e.

vermeerderd met 

€ 6,90

per woning

f.

bij een complexgrootte van 76 tot en met 300 woningen

€ 939,90

g.

vermeerderd met 

€ 2,70

per woning

h.

bij een complexgrootte van 301 woningen of meer

€ 1.562,20

1.30.2

verlenging van de geldigheidsduur van een vergunning tot het aangaan van een tijdelijke huurovereenkomst, zoals bedoeld in artikel 15, lid 9, van de Leegstandwet

a.

bij een complexgrootte van 1 tot en met 15 woningen

€ 20,70

b.

vermeerderd met 

€ 20,70

per woning

c.

bij een complexgrootte van 16 tot en met 75 woningen

€ 331,90

d.

vermeerderd met 

€ 6,90

per woning

e.

bij een complexgrootte van 76 tot en met 300 woningen

€ 746,75

f.

vermeerderd met

€ 2,70

per woning

g.

bij een complexgrootte van 301 woningen of meer

€ 1.369,00

Artikel 1.31 Wet op de kansspelen

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag

1.31.1

tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning, ingevolge artikel 30b van de Wet op de kansspelen (Stb. 1964, 483) voor een periode van twaalf maanden:

a.

voor één kansspelautomaat het tarief zoals opgenomen in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000

b.

voor twee kansspelautomaten het tarief zoals opgenomen in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000

1.31.2

voor een vergunning, die geldt voor een periode, korter dan twaalf maanden, is 1.31.1 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de in 1.31.1 bedoelde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd worden.

Artikel 1.32 Telecommunicatiewet en Leidingenverordening

1.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 5.4 van de Telecommunicatiewet bedraagt per melding

€ 580,40

a.

Voor een tracé in door de gemeente beheerde openbare gronden wordt het onder 1.32.1 genoemde bedrag verhoogd per strekkende meter tracélengte (of een gedeelte hiervan) verhoogd met

€ 1,90

b.

Indien met betrekking tot een melding als bedoeld in 1.32.1 een voorbespreking plaatsvindt tussen de gemeente en de aanbieder en eventuele andere partijen kan, conform het Handboek Leidingen gemeente Leiden, het onder 1.32.1 genoemde bedrag voor ieder overleg worden verhoogd met

€ 143,00

c.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een graafmelding als bedoeld in artikel 5.4 van de Telecommunicatiewet bedraagt per melding

€ 123,47

2.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 3.7.2.2 van de Verordening fysieke leefomgeving Leiden 2020 bedraagt

€ 580,40

a.

Voor een tracé in door de gemeente beheerde openbare ruimte wordt het onder 1.32.2 genoemde bedrag verhoogd per strekkende meter tracélengte (of een gedeelte hiervan) verhoogd met

€ 1,90

b.

Indien met betrekking tot een aanvraag als bedoeld in 1.32.2 een voorbespreking plaatsvindt tussen de gemeente en de aanvrager en eventuele andere partijen kan, conform het Handboek Leidingen gemeente Leiden, het onder 1.32.2 genoemde bedrag voor ieder overleg worden verhoogd met

€ 143,00

c.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een graafmelding ten behoeve van het uitvoeren van werkzaamheden als bedoeld in artikel 3.7.2.2 van de Verordening fysieke leefomgeving Leiden 2020 bedraagt per melding

€ 123,47

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een melding / aanvraag als bedoeld in artikel 5.2 en 4 van de Verordening bodemenergiesystemen gemeente Leiden 2022 bedraagt per melding / aanvraag

€ 580,40

a.

Voor een tracé in door de gemeente beheerde openbare ruimte wordt het onder 1.32.3 genoemde bedrag verhoogd per strekkende meter tracélengte (of een gedeelte hiervan) verhoogd met

€ 1,90

b.

Indien met betrekking tot een aanvraag als bedoeld in 1.32.3 een voorbespreking plaatsvindt tussen de gemeente en de aanvrager en eventuele andere partijen kan, conform het Handboek Leidingen gemeente Leiden, het onder 1.32.3 genoemde bedrag voor ieder overleg worden verhoogd met

€ 143,00

4.

Het aanbrengen van administratieve wijzigingen op een verleende vergunning als bedoeld in artikel 3.7.2.2 van de Verordening fysieke leefomgeving Leiden 2020 en het verwerken van een melding als bedoeld in artikel 5.4 van de Telecommunicatiewet, een vast bedrag per vergunning/melding

€ 295,15

Artikel 1.33 Wegenverkeerswetgeving

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

a.

een gehandicaptenparkeerkaart

€ 75,05

b.

een (duplicaat) gehandicaptenparkeerkaart

€ 33,40

c.

een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats

€ 102,20

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen of het wijzigen van een ontheffing op grond van artikel 87 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en artikel 17 van de Wegenverkeerswet

a.

-indien sprake is van een tijdelijke ontheffing

€ 31,30

b.

-indien sprake is van een jaarontheffing

€ 26,10

c.

-indien sprake is van een dagontheffing

€ 10,45

d.

Voor spoedleveringen van een beschikking als bedoeld in 1.33.2 wordt het krachtens dit lid verschuldigde bedrag verhoogd met

€ 57,35

3.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag

a.

tot het verkrijgen van een eenmalige ontheffing route gevaarlijke stoffen als bedoeld in artikel 29 Wet vervoer gevaarlijke stoffen

€ 120,15

b.

tot het verkrijgen van een ontheffing route gevaarlijke stoffen voor maximaal één jaar als bedoeld in artikel 29 Wet vervoer gevaarlijke stoffen

€ 120,15

Ontheffingen van de nul-emissiezone voor bedrijfs- en vrachtauto's 

1.33.4

Langdurige ontheffingen van de nul-emissiezone voor bedrijfs- of vrachtauto's 

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een langdurige ontheffing als bedoeld in § 1 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone voor bedrijfs- en vrachtauto's Leiden 2025, met uitzondering van de ontheffing voor particuliere bedrijfs- en vrachtauto's als bedoeld in artikel 7

€ 100,00

b.

een langdurige ontheffing voor particuliere bedrijfs- of vrachtauto's als bedoeld in artikel 7 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone voor bedrijfs- en vrachtauto's Leiden 2025

€ 60,00

Dagontheffingen van de nul-emissiezone voor bedrijfs- en vrachtauto's 

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een dagontheffing als bedoeld in § 2 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone voor bedrijfs- en vrachtauto's Leiden 2025

€ 30,00

Gemeentespecifiekelandurige ontheffingen van de nul-emissiezone voor bedrijfs- en vrachtauto's

3.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

een ontheffing in verband met bedrijfseconomische omstandigheden als bedoeld in artikel 12 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone voor bedrijfs- en vrachtauto's Leiden 2025 

€ 250,00

b.

een ontheffing waarbij toepassing wordt gegeven aan de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 13 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone voor bedrijfs- en vrachtauto’s Leiden 2025. 

€ 250,00

c.

overige lokale ontheffingen op grond van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone voor bedrijfs- en vrachtauto's Leiden 2025. 

€ 100,00

Paragraaf 1.10 Diversen

Artikel 1.34 afschriften, stukken of uittreksels

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag 

a.

tot het verkrijgen van een afschrift van of uittreksel uit registers, akten of stukken, welke niet berusten onder het beheer van de Gemeentearchivaris, of uit stukken, welke volgens de artikelen 140 en 141 van de Gemeentewet tegen betaling van de kosten verkrijgbaar zijn, en behoudens het bepaalde in artikel 2 der wet van 23 april 1879 (Staatsblad nr. 72), per pagina op formaat A5 of gedeelte daarvan

€ 4,20

b.

tot het verkrijgen van een fotografische reproductie van geschreven stukken, registers, gedrukte stukken, prenten, kaarten, tekeningen en andere stukken, welke niet berusten onder het beheer van de Gemeentearchivaris, vervaardigd op een fotokopieerapparaat en indien de reproductie wordt vervaardigd door de belanghebbende zelf

1) op formaat A4

€ 0,30

2) op formaat A3

€ 0,45

3) op formaat A2

€ 1,85

4) op formaat A1

€ 3,35

5) op formaat A0

€ 6,00

c.

indien de reproductie wordt vervaardigd door een ambtenaar op verzoek van de aanvrager

1) op formaat A4

€ 0,45

2) op formaat A3

€ 0,80

3) op formaat A2

€ 3,80

4) op formaat A1

€ 6,55

5) op formaat A0

€ 11,70

6) op formaat A4 kleur (lijntekening)

€ 1,45

7) op formaat A3 kleur (lijntekening)

€ 2,70

8) Long plot

€ 22,95

Artikel 1.35 Afgifte van een verlof

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

a.

voor de afgifte van een verlof voor het opgraven van een stoffelijk overschot, bestemd om te worden herbegraven of te worden gecremeerd, het tarief zoals dat is opgenomen voor een afschrift van een akte van de burgerlijke stand in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

b.

voor de afgifte van een verlof tot het stellen van een andere termijn als bedoeld in artikel 16 van de Wet op de lijkbezorging, het tarief zoals dat is opgenomen voor een afschrift van een akte van de burgerlijke stand in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

Artikel 1.36 Diverse vergunningen of beschikkingen

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag 

a.

tot het verkrijgen van iedere andere gunstige, hieronder begrepen een niet geheel afwijzende, beschikking op een verzoekschrift, voor zover in deze of in een andere belastingverordening van deze gemeente, dan wel in andere rechtsregels niet afzonderlijk genoemd

€ 24,05

b.

voor spoedleveringen van een beschikking als bedoeld in 1.35.a wordt het krachtens dit lid verschuldigde bedrag verhoogd met

€ 57,40

c.

voor het wijzigen, toevoegen of verwijderen van het kenteken op een parkeervergunning verleend op grond van de vigerende Parkeerverordening indien de wijziging wordt uitgevoerd door een medewerker van de gemeente

€ 0,00

d.

Tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3.4.4.1. van de Verordening fysieke leefomgeving Leiden 2020 anders dan in combinatie met een vergunning op grond van de Omgevingswet

€ 34,60

e.

voor spoedleveringen van een beschikking als bedoeld in 1.36.d wordt het krachtens dit lid verschuldigde bedrag verhoogd met

€ 57,45

f.

1) tot het verkrijgen of wijzigen van een vergunning voor het innemen van een ligplaats binnen het grondgebied door een bedrijfsvaartuig en/of pleziervaartuig, balken, bomen, planken of visbunnen te hebben liggen

€ 41,10

2) tot het inschrijven op de wachtlijst

€ 22,40

3) tot het verlengen van de inschrijving op de wachtlijst per kalenderjaar

€ 11,20

4) tot het verlenen of verlengen van een vergunning voor de exploitatie van een (bedrijfs)vaartuig voor vervoer van goederen dan wel passagiers als bedoeld in artikel 5:25, vijfde lid van de Algemene plaatselijke verordening

€ 104,55

g.

tot het vervangen of vernieuwen van een toegangspas voor een ondergrondse afvalcontainer

€ 12,15

h.

Voor de verzending van gevraagde documenten wordt het geldende PostNL-posttarief aan portokosten in rekening gebracht.

i.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor het plaatsen van een laadpaal

€ 118,50

Geluidhindervergunningen

j.

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 3.3.1.4 van de Verordening fysieke leefomgeving

€ 94,75

Artikel 1.37 Stadsschoonvergunning

Het tarief tot het voor het in behandelingnemen van een aanvraag van een vergunning krachtens artikel 3.4.6.3 van de Verordening fysieke leefomgeving Leiden 2020, waarvoor geen reguliere bouwvergunningsprocedure doorlopen dient te worden, bedraagt

€ 122,65

Artikel 1.38 Woonschepen

wijziging tenaamstelling

a.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van de tenaamstelling van een ligplaatsvergunning voor een woonschip

€ 48,80

verkrijgen ligplaatsvergunning

b.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: 

1) het verkrijgen van een ligplaatsvergunning voor een woonschip 1% van de bouw-/ aankoopkosten (inclusief bemiddelingskosten) van het schip, met een minimumtarief van

€ 122,65

2) het verkrijgen van een ligplaatsvergunning voor een woonschip buiten het vigerende ligplaatsenplan

€ 3.661,40

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een ligplaatsvergunning

c.

Als de gemeente een ligplaatsvergunning weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 25% van de verschuldigde leges met dien verstande dat altijd verschuldigd blijft een bedrag van

€ 122,65

Artikel 1.39 Openstelling wegtunnels

Het tarief voor de afgifte van een Openstellingsvergunning ex artikel 8 Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels

€ 190.199,40

Hoofdstuk 2 Omgevingswet

Artikel

Omschrijving

Vast tarief

Variabel tarief

Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Definities

1.

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

2.

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

3.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: 

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;

4.

In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: - onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; - onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; - onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting.

5.

Onder ‘aanlegkosten’ wordt verstaan: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, Staatscourant 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

6.

Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in deze titel onder bouw- en aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven

1.

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

a.

de toetsing of een omgevingsvergunning benodigd is, dan wel een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a. van de Omgevingswet voor een activiteit waarvoor geen omgevingsvergunning is vereist

b.

omgevingsoverleg;

c.

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 eerste lid, aanhef en onder a van de Omgevingswet;

d.

één of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;

e.

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;

f.

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;

g.

intrekking van een omgevingsvergunning;

h.

wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen c, d en e;

i.

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen c tot en met h;

2.

Voor de ontvangst en registratie van een verzoek of aanvraag als bedoeld in het eerste lid, onder b tot en met i, bedraagt het tarief

€ 125,15

3.

Voor het beoordelen van de volledigheid en ontvankelijkheid van het verzoek of de aanvraag als bedoeld in het eerste lid, onder b tot en met i, bedraagt het tarief

€ 125,15

4.

Indien uit het eerste lid, onder a, volgt dat wel of geen omgevingsvergunning benodigd is voor de aangevraagde activiteit(en), wordt dit schriftelijk aan de aanvrager medegedeeld. Het tarief bedraagt

€ 125,15

Artikel 2.3 Bepalen tarief

1.

De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.

2.

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

3.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor één of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.11.

4.

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.12.

5.

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

6.

In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

7.

Indien de aanvraag betrekking heeft op het plaatsen van zonnepanelen, worden er geen leges geheven. Indien zonnepanelen onderdeel uitmaken van een aanvraag om een omgevingsvergunning, bestaande uit meer onderdelen dan uitsluitend die zonnepanelen, dan worden voor de vaststelling van het legesbedrag de bouwkosten voor de zonnepanelen buiten beschouwing gelaten.

8.

Indien de aanvraag betrekking heeft op het afwijken van het tijdelijk deel van het omgevingsplan op grond van artikel 22.280 van het Omgevingsplan gemeente Leiden, worden voor die aanvraag geen leges geheven, voor zover de aanvraag ziet op een regel uit het tijdelijk deel van het omgevingsplan waarin is bepaald dat bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van een of meer daarbij aangegeven regels.

Paragraaf 2.2 Voorfase

Artikel 2.4 Omgevingsoverleg

1.

Als de aanvraag betrekking heeft op het houden van omgevingsoverleg over één of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving, wordt het tarief als bedoeld in artikel 2.2, tweede en derde lid vermeerderd met de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteit(en) waar het omgevingsoverleg betrekking op heeft, waaronder mede begrepen de adviezen en instemmingen als bedoeld in paragraaf 2.11.

2.

In afwijking van het eerste lid:

a.

is voor de activiteiten als bedoeld in het eerste lid, 30% van het verschuldigde bedrag verschuldigd

met een maximum van:

€ 5.215,00

b.

is voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht, een bedrag verschuldigd van

€ 782,25

c.

is voor het wijzigen van het omgevingsplan een bedrag verschuldigd van

€ 5.215,00

3.

Indien tijdens het omgevingsoverleg blijkt dat een positief besluit op een vergunningsaanvraag niet haalbaar is, kan het omgevingsoverleg vroegtijdig worden beëindigd. Het eerste en tweede lid van dit artikel zijn van toepassing, met dien verstande dat de adviezen en instemmingen die op dat moment nog niet opgevraagd zijn, niet in rekening worden gebracht.

Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken

Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

Over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 20.000

1,710%

van de bouwkosten 

met een minimum van

€ 97,00

b.

Over het deel van de bouwkosten vanaf € 20.000 tot € 50.000 

1,560%

van de bouwkosten

c.

Over het deel van de bouwkosten vanaf € 50.000 tot € 250.000 bedragen

1,260%

van de bouwkosten

d.

Over het deel van de bouwkosten vanaf € 250.000 tot € 1.000.000 

0,960%

van de bouwkosten

e.

Over het deel van de bouwkosten vanaf € 1.000.000 tot € 2.500.000 

0,780%

van de bouwkosten

f.

Over het deel van de bouwkosten vanaf € 2.500.000

0,570%

van de bouwkosten

2.

Bij het bepalen van het tarief op grond van het eerste lid blijft artikel 2.48 (adviezen) buiten toepassing

Artikel 2.6.a Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden van een bouwwerk (ruimtelijke deel)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden van het bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: 

a.

Over het deel van de bouwkosten vanaf € 0 tot € 20.000

3,990%

van de bouwkosten met een minimum van

€ 225,00

b.

Over het deel van de bouwkosten van € 20.000 tot € 50.000

3,640%

van de bouwkosten

c.

Over het deel van de bouwkosten van € 50.000 tot € 250.000

2,940%

van de bouwkosten

d.

Over het deel van de bouwkosten van € 250.000 tot € 1.000.000

2,240%

van de bouwkosten

e.

Over het deel van de bouwkosten van € 1.000.000 tot € 2.500.000

1,820%

van de bouwkosten

f.

Over het deel van de bouwkosten vanaf € 2.500.000

1,330%

van de bouwkosten

Artikel 2.6.b Omgevingsplanactiviteit: het gebruiken van een bouwwerk (ruimtelijk deel)

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het gebruiken van een bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

Over het deel van de bouwkosten van 0 tot 20 m2 gebruiksoppervlakte per m2

€ 39,90

b.

Over het deel van de bouwkosten van 20 tot 50 m2 gebruiksoppervlakte per m2

€ 36,40

c.

Over het deel van de bouwkosten van 50 tot 250 m2 gebruiksoppervlakte per m2

€ 29,40

d.

Over het deel van de bouwkosten van 250 tot 1.000 m2 gebruiksoppervlakte per m2

€ 22,40

e.

Over het deel van de bouwkosten van 1.000 tot 2.500 m2 gebruiksoppervlakte per m2

€ 18,20

f.

Over het deel van de bouwkosten vanaf 2.500 gebruiksoppervlakte per m2

€ 13,30

2.

In afwijking van het eerste lid bedraagt het tarief voor een aanvraag in verband met een tijdelijke wijziging van het gebruik met een duur van niet meer dan een aaneengesloten periode van een jaar

€ 521,50

3.

In afwijking van het tweede lid bedraagt het tarief voor een aanvraag in verband met de ongewijzigde voortzetting van de tijdelijke wijziging van het gebruik zoals bedoeld in het derde lid voor een periode van maximaal een jaar

€ 260,50

Artikel 2.7 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 125,15

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 782,25

Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed

Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: monumenten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument indien:

1.

de kosten van de uit te voeren werkzaamheden van de activiteit € 10.000 of minder zijn

€ 125,15

2.

de kosten van de uit te voeren werkzaamheden van de activiteit € 10.000 of meer zijn 20% van het bedrag zoals wordt berekend volgens artikel 2.5 (bouwactiviteit), met een minimum van

€ 125,15

Artikel 2.9 Rijksmonumentenactiviteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

1.

Indien de kosten van de uit te voeren werkzaamheden van de activiteit € 10.000 of minder zijn

€ 125,15

2.

Indien de kosten van de uit te voeren werkzaamheden van de activiteit € 10.000 of meer zijn 20% van het bedrag zoals wordt berekend volgens artikel 2.5 (bouwactiviteit), met een minimum van

€ 125,15

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

Indien de kosten van de uit te voeren werkzaamheden van de activiteit € 10.000 of minder zijn

€ 125,15

b.

de kosten van de uit te voeren werkzaamheden van de activiteit € 10.000 of meer zijn 20% van het bedrag zoals wordt berekend volgens artikel 2.5 (bouwactiviteit), met een minimum van

€ 125,15

c.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 3.5.1.1 van de Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:

€ 125,15

d.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

€ 125,15

e.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 782,25

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: overig cultureel erfgoed en werelderfgoed

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een andere activiteit dan die genoemd in de artikelen 2.8, 2.9 en 2.10 en cultureel erfgoed of werelderfgoed betreft, waarvoor in het omgevingsplan met het oog op het behoud van cultureel erfgoed of van de uitzonderlijke universele waarde van werelderfgoed een verbod is opgenomen om zonder omgevingsvergunning deze activiteit te verrichten, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 125,15

Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten

Artikel 2.12 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 2.176,75

Artikel 2.13 Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op één of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit één of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 en 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 4.353,50

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 3.047,45

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 2.612,10

Artikel 2.14 Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op één of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit één of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 en 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 4.353,50

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 3.047,45

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 2.612,10

Artikel 2.15 Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op één of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit één of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 4.353,50

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 3.047,45

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 2.612,10

Artikel 2.16 Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op één of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit één of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor één milieubelastende activiteit: 

€ 4.353,50

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 3.047,45

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 2.612,10

Artikel 2.17 Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.353,50

Artikel 2.18 Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit actitiviteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op één of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit één of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor één milieubelastende activiteit:

€ 4.353,50

b.

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 3.047,45

c.

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 2.612,10

Artikel 2.19 Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 4.353,50

Artikel 2.20 Samenloop van milieubelastende activiteiten

1.

Als bij de toepassing van de artikelen 2.12 tot en met 2.18 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts éénmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.

2.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.

Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten

Artikel 2.21 Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 544,20

Artikel 2.22 Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.088,35

Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten en overige activiteiten

Artikel 2.23 Omgevingsplanactiviteit: opbreken en graven

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet bestaande uit:

a.

het opbreken van de verharding in openbaar gebied of het graven in openbaar gebied, anders dan voor het aanleggen, in stand houden of verwijderen van een kabel of leiding, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:;

b.

het graven in het gebied met archeologisch, landschappelijke of cultuurhistorische waarde, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

c.

het graven in het beperkingengebied leidingen, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

d.

het graven in een bijzonder landschapselement of gebied met aardkundige waarde, als bedoeld in het omgevingsplan, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

1% van de aanlegkosten van de in dit artikel genoemde activiteiten , met een minimum van

€ 125,15

2.

De in het eerste lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een binnenplanse omgevingsplanactiviteit betreft.

3.

De in het eerste lid genoemde tarieven zijn van toepassing als de aanvraag een buitenplanse omgevingsplanactiviteit betreft met een minimum van:

€ 782,25

Artikel 2.24 Omgevingsplanactiviteit: overige activiteiten beperkingengebied leidingen, landschapselement en aardkundige waarde

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, in het beperkingengebied leidingen, in een bijzonder landschapselement of in een gebied met aardkundige waarde, bestaande uit het:

a.

aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplanting,

b.

indrijven van voorwerpen,

c.

ophogen van de grond, of

d.

verharden van de grond,

bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

voor een binnenplanse en buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

1% van de aanlegkosten van de in dit artikel genoemde activiteiten, met een minimum van

€ 125,15

Artikel 2.25 Omgevingsplanactiviteit: geluid weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen of wijzigen van een weg als op grond van het omgevingsplan of bij omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit een geluidgevoelig gebouw is toegelaten binnen het aandachtsgebied van die weg, als bedoeld in artikel 22.272 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 125,15

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 782,25

Artikel 2.26 Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 3.4.4.2 van de Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 125,15

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 782,25

Artikel 2.27 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een uitrit naar de openbare weg of het veranderen van een bestaande uitrit, bedoeld in artikel 3.4.4.3 van de Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 125,15

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 782,25

Artikel 2.28 Omgevingsplanactiviteit: overige aanlegactiviteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), niet zijnde een activiteit die in de voorgaande artikelen van deze paragraaf is benoemd, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

en als moet worden beoordeeld of de in het tijdelijke deel van het omgevingsplan bedoelde aanlegactiviteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 22.278, tweede lid, van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, verhoogd met:

b.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

1% van de aanlegkosten van de in de onderdelen a tot en met c genoemde activiteiten , met een minimum van

€ 125,15

Artikel 2.29 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het kappen van een boom, bedoeld in artikel 3.6.1.2 e.v. van de Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

indien sprake is van 1 waardevolle boom 

€ 78,05

b.

indien sprake is van 2-10 waardevolle bomen 

€ 390,20

c.

indien sprake is van meer dan 10 waardevolle bomen 

€ 780,40

d.

indien sprake is van 1 boom in de openbare ruimte, vermeld in het Register Ecologische bomen

€ 52,35

e.

indien sprake is van 2-10 bomen in de openbare ruimte, vermeld in het Register ecologische Bomen

€ 195,10

f.

indien sprake is van meer dan 10 bomen in de openbare ruimte, vermeld in het Register Ecologische Bomen

€ 390,20

Artikel 2.30 Omgevingsplanactiviteit: Reclame

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, bedoeld in artikel 3.4.6.1 van de Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:

€ 125,15

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame op of aan die onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd:

€ 125,15

Artikel 2.31 Omgevingsplanactiviteit: plaatsen van objecten op de weg

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit de opslag van roerende zaken in een aangewezen gedeelte van de gemeente, bedoeld in artikel 3.4.4.1 van de Verordening voor de fysieke leefomgeving Leiden 2020 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,:

€ 125,15

b.

als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:

€ 125,15

Artikel 2.32 Omgevingsplanactiviteit: gebruiken van een terrein

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het gebruik van een terrein, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit

a.

Indien de aanvraag betrekking heeft op een terrein met een gebruiksoppervlakte van

1.

Niet groter dan 35 m²

€ 521,50

2. groter dan 35 m² doch niet groter dan 70 m²

€ 2.607,50

3. groter dan 70 m²

€ 5.215,00

b.

Voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: Indien de aanvraag betrekking heeft op een terrein met een gebruiksoppervlakte van

1. Niet groter dan 35 m²

€ 521,50

2. Groter dan 35 m² doch niet groter dan 70 m²

€ 2.607,50

3. Groter dan 70 m²

€ 5.215,00

2.

In afwijking van het eerste lid bedraagt het tarief voor een aanvraag in verband met een tijdelijke wijziging van het gebruik met een duur van niet meer dan een aaneengesloten periode van een jaar

€ 521,50

3.

In afwijking van het tweede lid bedraagt het tarief voor een aanvraag in verband met de ongewijzigde voortzetting van de tijdelijke wijziging van het gebruik zoals bedoeld in het tweede lid voor een periode van maximaal een jaar

€ 260,75

Artikel 2.33 Andere activiteiten

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b van dit artikel, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 125,15

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 782,25

Paragraaf 2.8 Maatwerkvoorschriften 

Artikel 2.34 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten

Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief:

1.

voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:

a.

bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

€ 782,25

b.

het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of

€ 782,25

c.

het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;

per maatwerkvoorschrift:

€ 782,25

2.

in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:

€ 782,25

Artikel 2.35 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten

1.

Als de aanvraag om één of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:

één of meer milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit:

€ 2.176,75

2.

Als de aanvraag om één of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 2.176,75

Artikel 2.36 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten

Als de aanvraag om één of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.34 en 2.35, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:

€ 2.176,75

Paragraaf 2.9 Gelijkwaardigheid

Artikel 2.37 Gelijkwaardige maatregel 

1.

Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:

een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per activiteit:

€ 2.176,75

2.

Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Paragraaf 2.10 Overige tarieven

Artikel 2.38 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit:

€ 2.176,75

Artikel 2.39 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit: 50 % van het tarief zoals dat geldt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een milieubelastende activiteit.

Artikel 2.40 Intrekken omgevingsvergunning

1.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

€ 125,15

2.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit, tenzij artikel 2.58 van toepassing is:

€ 1.088,35

Artikel 2.41 Beoordeling aanvullende gegevens

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen:

€ 1.088,35

Artikel 2.42 Beoordeling onderzoeksrapporten

De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

Artikel 2.43 Wijzigen van het omgevingsplan

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan is het bedrag van de werkelijk daarvoor gemaakte kosten, zoals die kosten blijken uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld welke kosten voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan aan de aanvrager zijn meegedeeld.

Artikel 2.44 Niet genoemd besluit op aanvraag

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 125,15

Paragraaf 2.11 Modaliteiten

Artikel 2.45 Achteraf ingediende aanvraag

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.7 verschuldigde leges verhoogd met:

15%

met een maximum van:

€ 5.215,00

Artikel 2.46 Uitgebreide voorbereidingsprocedure

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:

als sprake is van een milieubelastende activiteit:

€ 2.720,95

Artikel 2.47 Beoordeling onderzoeksrapporten

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld:

a.

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport, per rapport:

€ 1.088,35

b.

voor de beoordeling van een rapport bodemkwaliteit:

€ 1.088,35

c.

voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting:

€ 1.088,35

d.

voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:

€ 1.088,35

e.

voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:

€ 1.088,35

f.

voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 1.088,35

2.

De in het eerste lid opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit.

€ 1.088,35

Artikel 2.48 Advies

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:

a.

voor een advies van de gemeenteraad:

€ 182,55

b.

voor een advies van een bestuursorgaan van Rijk, provincie of waterschap:

€ 182,55

c.

voor een advies van de Veiligheidsregio (externe veiligheid):

€ 182,55

d.

voor een advies van de GGD:

€ 182,55

e.

voor een advies met betrekking tot brandveiligheid:

€ 182,55

f.

voor een advies met betrekking tot water en/of klimaat:

€ 182,55

g.

voor een advies van de Omgevingsdienst, anders dan elders in dit hoofdstuk vermeld:

€ 182,55

h.

Voor een advies van de WML dat uitsluitend betrekking heeft op redelijke eisen van welstand

€ 182,55

i.

voor een advies van de WML dat uitsluitend betrekking heeft op monumenten:

€ 182,55

j.

voor extern advies in andere gevallen dan bedoeld in de voorgaande onderdelen:

€ 182,55

2.

De tarieven als bedoeld in het eerste lid worden eenmalig in rekening gebracht

Artikel 2.49 Instemming

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: 

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Paragraaf 2.12 Vermindering

Artikel 2.50 Vermindering na omgevingsoverleg

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel c , en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.7, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b , en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:

100,000%

van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.

2.

Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:

a.

voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;

b.

in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en

c.

Binnen 6 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.

3.

Bij de toepassing van het eerste lid blijft voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning in ieder geval verschuldigd:

€ 125,15

Paragraaf 2.13 Teruggaaf

Artikel 2.51 vervallen

Artikel 2.52 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten

1.

Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt:

85,000%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.

2.

Bij het buiten behandeling laten van de aanvraag is artikel 2.50 (Vermindering na omgevingsoverleg) niet van toepassing.

Artikel 2.53 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij reguliere procedure

1.

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen vier weken na de indiening van de aanvraag: 

75,000%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

50,000%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

25,000%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

2.

Bij intrekking van de aanvraag is artikel 2.50 (Vermindering na omgevingsoverleg) niet van toepassing.

Artikel 2.54 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure

1.

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:

75,000%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

b.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf vier weken tot zes weken na de indiening van de aanvraag:

50,000%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;

c.

bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf zes weken na de indiening van de aanvraag:

25,000%

 van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

2.

Bij intrekking van de aanvraag is artikel 2.50 (Vermindering na omgevingsoverleg) niet van toepassing.

Artikel 2.55 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten

Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

25,000%

van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.

Van teruggave is uitgezonderd de omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 2.6.a (ruimtelijk deel bouwactiviteit). .

Artikel 2.56 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten

1.

Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: 

25,000%

van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges.

2.

Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

Artikel 2.57 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten/werkzaamheden

1.

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.11.

2.

In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de verrichte werkzaamheden genoemd in artikel 2.2, tweede en derde lid.

Artikel 2.58 Minimumbedrag voor teruggaaf

Leges worden niet teruggegeven indien de teruggave minder bedraagt dan

€ 125,15

Hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn

Artikel

Omschrijving

Verkooptarief

Paragraaf 3.1 Horeca

Artikel 3.1 Exploitatie openbare inrichting

Het tarief bedraag ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag

3.1.1

tot het verlenen van een incidentele ontheffing van het sluitingsuur van horeca-inrichtingen

€ 75,95

3.1.2

tot het verlenen of het wijzigen van een terrasvergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 424,95

3.1.3

Vermeerderd met per markeringspunaise die door de gemeente noodzakelijk wordt geacht in verband met een ordelijke markering van het terras.

€ 44,90

3.1.4

In afwijking van artikel 3.1.2 bedraagt het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een terrasvergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening in geval van een nieuwe ondernemer waarbij locatie en omvang van terras ongewijzigd blijven

€ 185,50

3.1.5

van een ontheffing om af te wijken van de ruimtelijke kwaliteitsregels terrassen als bedoeld in artikel 2.28, derde lid van de Algemene plaatselijke verordening

€ 185,50

3.1.6

Bovengenoemde tarieven, met uitzondering van het genoemd onder 3.1.2 en 3.1.5, worden verhoogd met 

€ 29,95

indien de aanvraag niet digitaal wordt ingediend

Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

a.

1) een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ingevolge artikel 3 van de Alcoholwet

€ 661,10

2) Indien de aanvraag als bedoeld in 3.2.a een wijziging van de rechtsvorm inhoudt waarbij alleen het aantal personen van de onderneming vermindert, is het verschuldigde bedrag

€ 561,95

b.

1) een aanvraag tot het bijschrijven van een leidinggevende, het doorhalen van een aantekening als bedoeld in artikel 30a, eerste lid onder a van de Alcoholwet, dan wel het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet (verandering van een inrichting)

€ 133,35

2) Voor iedere extra leidinggevende die in de artikel 3.2.b genoemde aanvraag is opgenomen, bedraagt het tarief

€ 88,65

c.

tot het verlenen van een verlof om alcoholvrije dranken te verstrekken ingevolge de Drank- en Horeca- vergunning

€ 351,30

d.

1) tot het toevoegen van een leidinggevende aan een verlof

€ 133,35

2) Voor iedere extra leidinggevende die in de artikel 3.2.d. genoemde aanvraag is opgenomen, bedraagt het tarief

€ 88,65

e.

1) tot het verlenen van een ontheffing van het tijdelijk verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank bij bijzondere gelegenheden als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet

€ 37,45

2) Voor spoedleveringen van een ontheffing als bedoeld in artikel 3.2.e wordt het krachtens dat lid verschuldigde bedrag verhoogd met

€ 56,70

f.

een aanvraag tot het verlenen van een incidentele ontheffing van het sluitingsuur van horeca-inrichtingen

€ 72,35

g.

1) een aanvraag tot het verlenen of het wijzigen van een terrasvergunning als bedoeld in artikel 3.4.5.1 Verordening fysieke leefomgeving Leiden 2020

€ 404,80

2) vermeerderd met

€ 42,75

per markeringspunaise die door de gemeente noodzakelijk wordt geacht in verband met een ordelijke markering van het terras.

h.

In afwijking van artikel 3.2.g.2 bedraagt het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een terrasvergunning als bedoeld in artikel 3.4.5.1 Verordening fysieke leefomgeving Leiden 2020 in geval van een nieuwe ondernemer waarbij locatie en omvang van terras ongewijzigd blijven

€ 176,65

i.

een ontheffing om af te wijken van de ruimtelijke kwaliteitsregels terrassen als bedoeld in artikel 3.4.5.3 en 3.4.5.4 van de Verordening fysieke leefomgeving Leiden 2020

€ 176,65

j.

Bovengenoemde tarieven, met uitzondering van het genoemd onder 3.2.f en 3.2.i., worden verhoogd met

€ 27,15

indien de aanvraag niet digitaal wordt ingediend

Paragraaf 3.2 Seksbedrijf

Artikel 3.3 Vergunning seksbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4 lid 1 van de Algemene plaatselijke verordening

a.

voor de exploitatie van een seksinrichting

€ 1.696,50

b.

voor de exploitatie van een escortbedrijf

€ 717,60

Artikel 3.4 Wijzigen vergunning seksbedrijf

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het toevoegen van een beheerder zoals genoemd in 3.3.a en 3.3.b

€ 133,35

Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet

Artikel 3.5 Ontheffing winkeltijden

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

a.

tot ontheffing van de winkeltijden als bedoeld in artikel 3 van de Verordening winkeltijden Leiden 2014

€ 24,10

b.

tot ontheffing van de winkeltijden als bedoeld in artikel 2 van de Verordening winkeltijden Leiden 2014 (avondwinkels)

€ 351,30

Paragraaf 3.4 Organiseren evenementen of markten

Artikel 3.6 Organiseren evenement

3.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunnning voor het houden van een evenement als bedoeld in artikel 2:24 van de Algemene plaatselijke verordening, als het betreft:

a.

A - evenement

€ 87,45

b.

B - evenement zonder risico

€ 118,70

c.

B - evenement met risico

€ 174,90

d.

C- evenement

€ 224,85

3.6.2

Het bedrag onder 3.6.1. wordt ,indien de aanvraag niet via de EvenementAssistent wordt gedaan, verhoogd met

€ 27,15

Artikel 3.7 Organiseren markt

Gereserveerd

Paragraaf 3.5 Standplaatsen

Artikel 3.8 Marktstandplaatsvergunningen en andere vergunningen op markt

3.8.1.

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vaste standplaatsvergunning, als bedoeld in artikel 3.4.11.1 van de Verordening fysieke leefomgeving Leiden 2020 en het inrichtingsplan

a.

indien sprake is van een nieuwe standplaats

€ 132,55

b.

indien sprake is van overschrijving van een bestaande standplaats op een andere vergunninghouder als bedoeld in artikel 3.4.11.3 Verordening fysieke leefomgeving Leiden 2020

€ 132,55

3.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vaste standplaatsvergunning, als bedoeld in artikel 3.4.9.1 van de Verordening fysieke leefomgeving Leiden 2020

a.

indien sprake is van een standplaats die niet is opgenomen in de vigerende beleidsregels voor standplaatsenvergunning (thans Beleidsregel Standplaatsen 2020)

€ 663,75

b.

indien sprake is van een standplaats die niet is opgenomen in de vigerende beleidsregels voor standplaatsenvergunning (thans Beleidsregel Standplaatsen 2020)

€ 176,70

c.

indien in een aanvraag voor meerdere locaties een standplaats die niet is opgenomen in de vigerende beleidsregels voor standplaatsen (thans Beleidsregel standplaatsen Leiden 2020), wordt aangevraagd, wordt het tarief onder 3.8.2.a verhoogd met

€ 663,75

d.

indien sprake is van een dagstandplaats

€ 28,45

3.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het hebben van voorwerpen op, in, over of boven de weg als bedoeld in artikel 3.4.4.1 van de Verordening fysieke leefomgeving Leiden 2020 (uitstallingen)

a.

indien sprake is van een nieuwe vergunning

€ 44,15

b.

indien sprake is van wijziging van een bestaande vergunning

€ 44,15

c.

Voor spoedleveringen van een beschikking als bedoeld in 3.8.3 wordt het krachtens dit lid verschuldigde bedrag verhoogd met

€ 57,45

d.

indien sprake is van een aanvraag voor een bedrijfsleiderspas ter vervanging van de vergunninghouder per pas

€ 10,85

Artikel 3.9 Overige administratieve dienstverlening markt

Gereserveerd

Artikel 3.10 Losse standplaatsen

Gereserveerd

Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014 en wet goed verhuurderschap

Artikel 3.11 Vergunning onttrekken woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het onttrekken van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014

€ 259,75

Artikel 3.12 Vergunning samenvoegen woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het samenvoegen van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014

€ 256,55

artikel 3.13 vergunning omzetten zelfstandige in onzelfstandige woonruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingsweg 2014

€ 978,85

Artikel 3.14 vergunning verbouwen woonruimte tot meer woonruimten

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om het verlenen van een woningvormingsvergunning als bedoeld in artikel 21, 1e lid, aanhef en onder d, van de Huisvestingswet 2014 jo artikel 2, sub 2 onder d, van de Huisvestingsverordening onderdeel woonruimtevoorraad, Leiden 2024

€ 978,85

Artikel 3.15 Splitsingsvergunning

Gereserveerd

Artikel 3.16 Toeristische verhuur

Gereserveerd

Artikel 3.17 Verhuurvergunning opkoopbescherming

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een woonruimte in gebruik te geven binnen een periode van vier jaar na de datum van inschrijving in de openbare registers van de akte van levering van die woonruimte aan de nieuwe eigenaar, als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014 Gereserveerd

€ 978,85

artikel 3.18 Verhuurvergunning woon- of verblijfsruimte

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet goed verhuurderschap voor een verhuurvergunning woonruimte

€ 978,85

Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

Artikel 3.19 Niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag

a.

voor een ontheffing van het verbod om ten behoeve van het publiek als straatartiest e.d. op te treden zoals bedoeld in artikel 2:9, lid 3 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 59,10

Paragraaf 3.8 Teruggaaf

artikel 3.20 Teruggaaf

3.20.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om een vergunning als bedoeld in de artikelen 3.2.a (Drank- en horecavergunning), 3.2.c (Drank- en horecaverlof), 3.2.g.1 (terrasvergunning), 3.3.1.a (vergunning seksinrichting), 3.3.1.b (vergunning escortbedrijf) en 3.5.b (ontheffing winkeltijden voor avondwinkel) intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

a.

65% van de verschuldigde leges wanneer er buiten werkzaamheden met betrekking tot de toets op ontvankelijkheid nog geen werkzaamheden zijn verricht.

b.

25% van de verschuldigde leges wanneer er reeds werkzaamheden met betrekking tot het toetsen aan de wettelijke voorschriften zijn verricht.

3.20.2

Als een aanvraag om een vergunning als bedoeld in de artikelen 3.2a, 3.1.2.c, 3.2.9.1, 3.3.1.a., 3.3.1.b en 3.9.c wordt geweigerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 25% van de verschuldigde leges.