Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR729467
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR729467/1
BESLUIT VAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE VEENENDAAL TOT VASTSTELLING VAN DE VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2025
Geldend van 17-12-2024 t/m heden
Intitulé
BESLUIT VAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE VEENENDAAL TOT VASTSTELLING VAN DE VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2025De raad van de gemeente Veenendaal;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 november 2024, nummer 2205392;
Overwegende dat
- in de Programmabegroting 2025 is voorgesteld de tarieven aan te passen;
Gelet op
gelet op het bepaalde in artikel 228a van de Gemeentewet;
Besluit
vast te stellen Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2025
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;
- b.
verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van het waterbedrijf betrekking heeft;
- c.
water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater, grondwater of oppervlaktewater;
- d.
GBLT: het openbaar lichaam GBLT.
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam ‘rioolheffing’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
- a.
de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering van huishoudelijke afvalwater, en:
- b.
de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
- 1.
De belastingen worden geheven:
- a.
van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering, verder te noemen: eigenarendeel; en
- b.
van degene die een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd al dan niet krachtens eigendom, bezit of beperkt recht gebruikt, verder te noemen: gebruikersdeel.
- a.
- 2.
Voor het eigenarendeel wordt, als perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
- 3.
Voor het gebruikersdeel wordt:
- a.
gebruik van een perceel door de leden van een huishouden aangemerkt als gebruik door het door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen lid van dat huishouden;
- b.
gebruik door degene aan wie een deel van een perceel in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door de persoon die dat deel in gebruik heeft gegeven;
- c.
het ter beschikking stellen van een perceel voor volgtijdig gebruik, aangemerkt als gebruik door de degene die dat perceel ter beschikking heeft gesteld.
- a.
Artikel 4 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, worden de belastingen geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.
Artikel 6 Belastingtarieven
- 1.
Het eigenarendeel bedraagt per eigendom die in hoofdzaak tot woning dient € 90,60.
- 2.
Het gebruikersdeel bedraagt per eigendom die:
- a.
in hoofdzaak tot woning dient € 45,36;
- b.
niet in hoofdzaak tot woning dient € 452,64.
- a.
Artikel 7 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 8 Wijze van heffing
De heffing wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 9 Ontstaan van belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
- 1.
Voor het gebruikersdeel is de belasting verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
- 2.
Indien de belastingplicht voor het gebruikersdeel met betrekking tot het perceel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel driehonderd vijfenzestigste gedeelten van het voor dat belastingjaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle etmalen overblijven.
- 3.
Indien de belastingplicht voor het gebruikersdeel met betrekking tot het perceel in de van het belastingjaar eindigt bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel driehonderd vijfenzestigste gedeelten van het voor dat belastingjaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle etmalen overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder dan € 5,00 bedraagt.
- 4.
Het tweede een het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige in de loop van het belastingjaar feitelijk gebruik van een perceel beëindigd en direct aansluitend het feitelijk gebruik van een ander perceel heeft.
- 5.
Indien de belastingplicht is beëindigd na de dagtekening van de aanslag, kan de belastingplichtige een aanvraag tot ontheffing indienen bij de ambtenaar belast met de heffing.
Artikel 10 Aanslaggrens
- 1.
De belasting wordt niet geheven, indien het totale belastingbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, minder dan € 5,00 bedraagt.
- 2.
Voor toepassing van het eerste lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen als één aanslag aangemerkt.
Artikel 11 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, lid 1 van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen, dan wel op één aanslagbiljet verenigde aanslagen worden betaald in één termijn, die vervalt twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.
- 2.
In afwijking van lid 1 van dit artikel worden belastingaanslagen waarvoor de belastingschuldige een machtiging heeft afgegeven om deze af te schrijven door middel van automatische incasso, betaald in tien maandelijkse termijnen. Als de dagtekening van het aanslagbiljet is gelegen voor of op de 15de van een kalendermaand, vervalt de eerste incassotermijn nog diezelfde kalendermaand. In alle andere gevallen vervalt de eerste incassotermijn aan het einde van het kalendermaand volgend op de kalendermaand waarin de dagtekening van het aanslagbiljet is gelegen.
- 3.
Indien het totaal te betalen bedrag zoals vermeld op het aanslagbiljet € 10,00 of minder bedraagt, wordt dit bedrag in afwijking van lid 2 van dit artikel in één termijn afgeschreven twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.
- 4.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel genoemde termijnen.
Artikel 12 Kwijtschelding
Bij de invordering van de rioolheffing wordt kwijtschelding verleend.
Artikel 13 Nadere regels
Het dagelijks bestuur van GBLT kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van rioolheffing.
Artikel 14 Overgangsbepaling, inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De ‘Verordening rioolheffing 2016’ van 29 oktober 2015 en alle daarop volgende wijzigingen van de Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2016 worden met ingang van de in lid 3 van dit artikel genoemde datum van ingang van de heffing ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing op grond van de verordening is 1 januari 2025.
- 4.
Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening rioolheffing 2025’.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 december 2024,
de heer P. van Vugt
griffier
de heer K.J.G. Kats
voorzitter
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl