Verordening van de raad van de gemeente Edam-Volendam houdende de vaststelling van regels over de heffing en invordering van reinigingsrechten (Verordening reinigingsrechten Edam-Volendam 2025)

Geldend van 19-12-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening van de raad van de gemeente Edam-Volendam houdende de vaststelling van regels over de heffing en invordering van reinigingsrechten (Verordening reinigingsrechten Edam-Volendam 2025)

De raad van de gemeente Edam-Volendam;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 november 2024;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN REINIGINGSRECHTEN EDAM-VOLENDAM 2025.

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    normaal bedrijfsafval: afvalstoffen afkomstig van bedrijven en instellingen waarvan het gemiddelde gewicht minder dan 175 kilogram per m³ bedrijfsafval bedraagt.

  • b.

    zwaar bedrijfsafval: afvalstoffen afkomstig van bedrijven en instellingen waarvan het gemiddelde gewicht meer dan 175 kilogram per m³ bedrijfsafval bedraagt (geperst of gemalen afval).

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen, gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

4.1

Het recht bedraagt per belastingjaar voor het:

4.1.1

verwijderen van bedrijfsafval (normaal en zwaar) en het legen van containers en het verwijderen van de daarin verzamelde afvalstoffen:

voor een hoeveelheid op jaarbasis

normaal afval

zwaar afval

4.1.1.1

van minder dan 1 m3

€ 133,30

€ 266,60

4.1.1.2

van 1 t/m 5 m3

€ 463,85

€ 927,70

4.1.1.3

van 6 t/m 10 m3

€ 695,80

€ 1.391,60

4.1.1.4

van 11 t/m 15 m3

€ 1.304,50

€ 2.609,00

4.1.1.5

van 16 t/m 20 m3

€ 1.674,05

€ 3.348,10

4.1.1.6

van meer dan 20 m3, per m3,

te berekenen over de gehele hoeveelheid

€ 83,70

€ 167,40

4.1.2

aanbieden op daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaatsen van bedrijfsafval (normaal en zwaar):

voor een hoeveelheid op jaarbasis

normaal afval

zwaar afval

4.1.2.1

van minder dan 1 m3

€ 133,30

€ 266,60

4.1.2.2

van 1 t/m 5 m3

€ 463,85

€ 927,70

4.1.2.3

van 6 t/m 10 m3

€ 695,80

€ 1.391,60

4.1.2.4

van 11 t/m 15 m3

€ 1.304,50

€ 2.609,00

4.1.2.5

van 16 t/m 20 m3

€ 1.674,05

€ 3.348,10

4.1.2.6

van meer dan 20 m3 normaal afval:

het tarief voor normaal afval als bedoeld onder 4.1.2.5 verhoogd met € 26,60 per m3 voor de hoeveelheid boven de 20m3.

4.1.2.7

van meer dan 20 m3 zwaar afval:

het tarief voor zwaar afval als bedoeld onder 4.1.2.5 verhoogd met € 53,40 per m3 voor de hoeveelheid boven de 20m3.

4.2

De bedragen genoemd 4.1.1 en 4.1.2 zijn exclusief omzetbelasting.

4.3

Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een m3 als een volle m3 aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De rechten zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de verschuldigde rechten worden betaald binnen een maand na de dagtekening van de aanslag.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van reinigingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening reinigingsrechten 2024" van 14 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening reinigingsrechten Edam-Volendam 2025.

Ondertekening

Aldus besloten door de gemeenteraad van

Edam-Volendam in zijn openbare vergadering

d.d. 12 december 2024.

de griffier,

J. Hage.

de voorzitter,

L.J. Sievers.