Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR729384
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR729384/1
Verordening van de raad van de gemeente Edam-Volendam regelende de tegemoetkoming kosten kinderopvang bij een sociaal medische indicatie (Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang sociaal-medische indicatie Edam-Volendam)
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Verordening van de raad van de gemeente Edam-Volendam regelende de tegemoetkoming kosten kinderopvang bij een sociaal medische indicatie (Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang sociaal-medische indicatie Edam-Volendam)De raad van de gemeente Edam-Volendam;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22-10-2024, nr. Z24140562;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
overwegende dat het wenselijk is paragraaf 4.6 van de Nota bijzondere bijstand en minimaregelingen Edam-Volendam 2016 onder te brengen in algemeen verbindende voorschriften;
B E S L U I T :
vast te stellen de volgende Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang sociaal-medische indicatie Edam-Volendam.
Artikel 1 Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- •
college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Edam-Volendam;
- •
houder: degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet toebehoort en die met die onderneming een kindercentrum of gastouderbureau exploiteert ofwel een gastouder die een voorziening voor gastouderopvang exploiteert;
- •
kind: jeugdige in de leeftijd van 0 tot en met 13 jaar, of tot en met de leeftijd van het kind waarop het basisonderwijs eindigt;
- •
kinderopvang: dagopvang of buitenschoolse opvang op grond van de Wet kinderopvang geleverd door een kindercentrum of gastouderbureau dat geregistreerd is in het Landelijk Register Kinderopvang;
- •
ouder(s): degene(n) die juridisch of feitelijk verantwoordelijk is (zijn) voor de dagelijkse zorg van het kind, waaronder worden begrepen ouders en pleegouders.
- •
sociaal-medische gronden: sociale, lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke beperkingen of psychische problemen van ouders, waardoor zij onvoldoende voor hun kinderen kunnen zorgen en de ontwikkelingskansen van hun kinderen hierdoor onder druk staan én wanneer voor de goede en gezonde, sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind kinderopvang noodzakelijk is.
- •
tegemoetkoming: een tijdelijke bijdrage in de kosten van noodzakelijke kinderopvang op basis van sociaal-medische gronden;
- •
voorliggende voorziening: een voorziening die, gezien haar aard en doel, door het college wordt geacht toereikend en/of passend te zijn;
- •
eigen bijdrage: Het bedrag dat de ouder(s) zelf betalen.
- •
perspectiefplan: het document waarin de ondersteuningsbehoefte van de jeugdige of zijn ouders is vastgelegd, samen met de doelen (beoogde resultaten), de bijdragen die zowel het college als de hulpverlener en het sociale netwerk hieraan kunnen leveren.
Artikel 2 Reikwijdte en doelgroep
Deze verordening is bedoeld voor de ouder met een sociale, lichamelijke, zintuigelijke, verstandelijke beperking of een psychisch probleem, woonachtig in de gemeente Edam-Volendam, die geen of beperkt recht heeft op kinderopvangtoeslag en:
- •
een kind heeft voor wie kinderopvang nodig is om zich goed, veilig en gezond te kunnen ontwikkelen;
- •
waarbij er een verband is tussen beperking of problematiek van de ouder en de noodzaak tot gebruik van kinderopvang;
- •
niet zelf in de kinderopvang kan voorzien en geen beroep kan doen op een andere voorliggende voorziening.
Artikel 3 Aanspraak op een tegemoetkoming
-
1. Het college kan aan de ouder, als bedoeld in artikel 2 van deze verordening met inachtneming van de bepalingen van deze verordening, een tijdelijke tegemoetkoming verlenen.
-
2. Bij de bepaling van de noodzaak houdt het college rekening met de eigen kracht van ouders, het netwerk van ouders en de inzet van voorliggende voorzieningen voor de opvang van het kind.
Artikel 4 Indiening van de aanvraag
De aanvraag wordt ingediend via een, door het college beschikbaar gesteld, formulier en bevat in ieder geval:
- a.
naam, adres en burgerservicenummer van de ouder;
- b.
indien van toepassing: de naam en het burgerservicenummer van de partner en, als dit afwijkt van het adres van de ouder, het adres van de partner;
- c.
naam, geboortedatum en burgerservicenummer van het kind waarop de aangevraagde tegemoetkoming betrekking heeft;
- d.
een perspectiefplan waaruit blijkt dat de afname van kinderopvang ten behoeve van het kind op grond van de lichamelijke of verstandelijke beperking of het psychische probleem van de ouder noodzakelijk is.
- e.
bewijsstukken waaruit blijkt hoe hoog het bruto verzamelinkomen van de ouder(s) en diens eventuele toeslagenpartner is;
- f.
bewijsstukken waaruit blijkt dat de ouder, en indien van toepassing diens partner, geen of beperkt recht heeft op kinderopvangtoeslag;
- g.
een offerte of contract van de kinderopvang die opvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangegeven:
- h.
het aantal uren kinderopvang per kind per week,
- i.
de kostprijs per uur,
- j.
de ingangsdatum en de einddatum van de overeenkomst met de kinderopvang;
- k.
een machtiging voor rechtstreekse betaling van de tegemoetkoming aan de kinderopvang;
- l.
de handtekening van de ouder of diens wettelijke vertegenwoordiger en, als de ouder een partner heeft, van de partner.
Artikel 5 Advisering
Het college vraagt voor de beoordeling van de aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang altijd advies aan een voor de gemeente werkzame consulent. Eventueel kan aanvullend hierop advies gevraagd worden aan een (externe) deskundige.
Artikel 6 Beslistermijn
-
1. Het college neemt een besluit binnen acht weken na ontvangst van de volledige aanvraag als bedoeld in artikel 4.
-
2. Het college kan de, in het eerste lid, genoemde termijn met ten hoogste acht weken verlengen. Het college stelt de aanvrager schriftelijk in kennis van de verlenging.
Artikel 7 Weigeringsgronden
-
1. Het college weigert de tegemoetkoming indien:
-
2. Van een voorliggende voorziening is in ieder geval sprake indien:
- a.
de ouder niet behoort tot de doelgroep als bedoeld in artikel 2;
- b.
ouder(s) bij start onderzoek niet of onvoldoende meewerkt (meewerken) aan onderzoek naar voorliggende oplossingen, bijvoorbeeld inzet of uitbreiding netwerk van ouders, netwerkconferentie of buurtgezinnen;
- c.
ouder(s) niet bereid is (zijn) om hulpverlening te accepteren of hieraan mee te werken;
- d.
de opvang naar oordeel van het college niet noodzakelijk is;
- e.
de opvang naar verwachting van het college niet zal plaatsvinden;
- f.
sprake is van een toereikende voorliggende voorziening.
- a.
de ouder of partner reeds een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang ontvangt of kan ontvangen;
- b.
naar oordeel van het college gebruik kan worden gemaakt van andere adequate (opvang)voorzieningen in professionele zin;
- c.
in niet-professionele zin, bijvoorbeeld binnen het eigen netwerk;
- d.
er een andere vergoeding mogelijk is.
Artikel 8 Ingangsdatum
-
1. De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de datum van het besluit van het college indien gelijktijdig gestart kan worden met aanvullende hulp voor ouders.
-
2. In afwijking van het eerste lid kan het college besluiten aan de tegemoetkoming terugwerkende kracht toe te kennen indien de kinderopvang op sociaal-medische gronden in uitzonderlijke gevallen reeds is aangevangen. De ingangsdatum ligt niet voor de datum waarop de volledige aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang door het college is ontvangen.
-
3. Als op de datum bedoeld in het eerste lid nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming verleend met ingang van de aanvangsdatum van de kinderopvang. Dit is uiterlijk vier weken later dan de datum als bedoeld in het eerste lid. Tenzij sprake is van een wachtlijst.
Artikel 9 Omvang en duur van de tegemoetkoming
-
1. De tegemoetkoming wordt slechts verleend voor het aantal uren per week en voor de periode waarvoor de inzet van de kinderopvang op sociaal medische gronden naar het oordeel van het college noodzakelijk is.
-
2. Voor kinderopvang van kinderen van 0 tot en met 4 jaar stelt het college de maximale opvang vast op 2 dagen per week.
-
3. De tegemoetkoming wordt voor een periode van 6 maanden toegekend.
-
4. Als het college dit noodzakelijk acht, en gemaakte afspraken en verplichtingen door de ouder(s) is (zijn) nagekomen, kan een verlenging plaatsvinden van maximaal 3 maal 6 maanden.
-
5. De totale tegemoetkoming geldt voor een duur van maximaal 24 maanden.
Artikel 10 Hoogte van de tegemoetkoming
-
1. De hoogte van de tegemoetkoming wordt vastgesteld overeenkomstig de methodiek van de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst, rekening houdend met het inkomen van de ouder en diens (eventuele) partner.
-
2. De ouder is een eigen bijdrage verschuldigd aan de houder van de kinderopvang. De eigen bijdrage is inkomensafhankelijk en wordt conform de belastingtabel kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst door de houder van kinderopvang berekend. Huishoudens met een inkomen tot 110% van het bijstandsniveau kunnen een vergoeding van de eigen bijdrage krijgen. De betrokken consulent stelt hiervan de noodzaak vast.
-
3. Voor de kosten van de kinderopvang wordt maximaal het, door het Rijk jaarlijks vastgestelde, compensabele uurtarief gehanteerd. Eventuele meerkosten komen voor rekening van de ouder.
Artikel 11 De betaling van de tegemoetkoming
De tegemoetkoming wordt in de vorm van maandelijkse termijnen uitbetaald aan de houder van de kinderopvang.
Artikel 12 Verplichting beperking noodzaak
-
1. De ouder doet er conform het perspectiefplan alles aan om de noodzakelijke kinderopvang die moet worden afgenomen, zo kort mogelijk te laten zijn.
-
2. De ouder doet er conform het perspectiefplan al het mogelijke aan om het aantal uren, waarop noodzakelijke kinderopvang moet worden afgenomen, zo gering mogelijk te laten zijn.
-
3. De ouder verleent medewerking, zoals beschreven in het perspectiefplan, om samen de (gezins)omstandigheden te verbeteren, zodat de noodzaak voor de tegemoetkoming wordt beperkt.
-
4. De ouder doet aantoonbaar al het mogelijke om tijdens de periode van de tegemoetkoming een structurele oplossing te vinden voor de (gezins)omstandigheden, indien de problematiek niet tijdelijk van aard is.
Artikel 13 Inlichtingenplicht
De ouder doet het college onmiddellijk na het bekend worden daarvan, uit eigen beweging, schriftelijk mededeling van inlichtingen en gegevens die kunnen leiden tot een wijziging van de tegemoetkoming.
Artikel 14 Herziening en intrekking
De tegemoetkoming kan tussentijds worden ingetrokken of worden herzien door vaststelling van een andere, dan de eerder door het college bepaalde, omvang, duur of hoogte indien:
- a.
er naar het oordeel van het college, met inachtneming van het advies van een consulent, een aantoonbare verandering heeft voorgedaan in de ontwikkeling van het kind of de situatie van de ouders, waardoor niet meer wordt voldaan aan de criteria zoals genoemd in artikel 2 of sprake is van weigeringsgronden, zoals bedoeld in artikel 7;
- b.
het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht, zoals bedoeld in artikel 13, heeft geleid tot een ten onrechte of te hoog verstrekte tegemoetkoming;
- c.
anderszins een tegemoetkoming ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verstrekt;
- d.
niet wordt voldaan aan de verplichtingen die in het perspectiefplan staan vermeld;
Artikel 15 Terugvordering
Als het college een besluit tot herziening of intrekking als bedoeld in artikel 14 heeft genomen, kan het college de ten onrechte of te hoog verstrekte tegemoetkoming terugvorderen.
Artikel 16 Overgangsbepalingen
-
1. Ouders die al een tegemoetkoming ontvangen voor sociaal medische indicatie op het moment dat deze verordening in werking treedt, behouden dit recht tot maximaal 6 maanden na inwerkingtreding van deze verordening, mits de noodzaak nog altijd aanwezig is of, indien het recht volgens de eerdere toekenning eerder afloopt dan 6 maanden, tot die specifieke datum. Op dat moment vindt opnieuw een beoordeling plaats op basis van deze verordening.
-
2. Heeft deze verordening een gunstiger werking voor de ouders die al een tegemoetkoming ontvingen voor sociaal medische indicatie, dan vindt een herziening plaats met ingang van de inwerkingtreding van deze verordening.
Artikel 17 Hardheidsclausule
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de ouder afwijken van de bepalingen van deze verordening indien de toepassing van de verordening zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.
Artikel 18 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2025 en is van toepassing op aanvragen die op of na 1 januari 2025 worden ingediend.
Artikel 19 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang sociaal medische indicatie Edam-Volendam.
Ondertekening
Aldus besloten door de gemeenteraad van
Edam-Volendam in zijn openbare vergadering
van 12 december 2024,
de griffier,
J. Hage.
de voorzitter,
L.J. Sievers.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl