Aanwijzingsbesluit vergunningsplicht voor de autoverhuurbranche

Geldend van 17-12-2024 t/m heden

Intitulé

Aanwijzingsbesluit vergunningsplicht voor de autoverhuurbranche

Overwegende dat:

  • de burgemeester op grond van artikel 2:34 van de Algemene Plaatselijke Verordening Diemen 2015 (verder: APV) een gebouw of bedrijfsmatige activiteit kan aanwijzen waarin het verboden is zonder vergunning als bedoeld in artikel 2:34, derde lid, van de APV bepaalde categorieën bedrijfsmatige activiteiten uit te oefenen als door de bedrijfsmatige activiteit de leefbaarheid of openbare orde en veiligheid onder druk staat;

  • als een van de ambities van de Amsterdamse driehoek in het Regionaal Veiligheidsplan 2023-2026 is benoemd: het tegengaan van de verwevenheid van de onder- en bovenwereld en het voorkomen van verdere innesteling van ondermijnende criminaliteit in wijken en buurten;

  • uit het onderzoeksrapport van bureau Beke “Criminelen achter het stuur, aard en omvang van huurvoertuigen voor criminele activiteiten” en de bestuurlijke rapportage van 18 maart 2020 van de politie-eenheid Amsterdam (waarvan de actualiteit bevestigd is in een bestuurlijke rapportage van 14 oktober 2022) blijkt dat de autoverhuurbranche een belangrijke rol speelt bij de georganiseerde criminaliteit en deze dienstverlening belangrijk is in het criminele proces;

  • uit de “monitor georganiseerde criminaliteit in Nederland” van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) onder meer wordt gewezen op aanbieders van diensten, die daders in staat stellen hun gelden afgeschermd te consumeren door bijvoorbeeld auto’s tegen contante betaling te verkopen of te verhuren, waarbij het WODC opmerkt dat aanbieders te goeder trouw kunnen zijn maar zich ook makkelijk achter onwetendheid kunnen verschuilen;

  • de politie-eenheid Amsterdam een samenwerking met de autoverhuurbranche is gestart waar een groot deel van de autoverhuurbedrijven aan deelneemt, maar er ook een deel van de branche niet wil samenwerken met de politie, waarbij de politie constateert dat dit veelal de bedrijven zijn die nog steeds contant geld aannemen, weinig kritisch zijn op aan wie men verhuurt en waarbij uit opsporingsonderzoeken en controles blijkt dat dit deel van de branche naar verhouding dan ook meer aan criminelen verhuurt;

  • de gemeente Amsterdam op 23 januari 2023 reeds een aanwijzingsbesluit voor de vergunningsplicht voor de autoverhuur heeft ingevoerd en het onwenselijk is dat een verplaatsingseffect naar de gemeente Diemen optreedt waarbij malafide ondernemers, afgeschrokken door de vergunningsplicht in Amsterdam, zich in Diemen zouden vestigen;

  • er door invoering van een vergunningplicht, die voorafgaande integrale toets van de bedrijfsvoering inclusief financiering mogelijk maakt, een noodzakelijk en doelmatig instrument voorhanden is om ondermijnende activiteiten te weren, vestiging van bonafide ondernemers aantrekkelijker te maken en zo bij te dragen aan de verbetering van de openbare orde en versterking van het woon- en leefklimaat;

  • de maatregel non-discriminatoir is, nu zij uitsluitend betrekking heeft op een branche die gebleken kwetsbaar is voor ondermijning en binnen die branche geen onderscheid maakt naar (de herkomst van de) aanbieder;

  • de maatregel gerechtvaardigd is gezien de problemen die zich in de branche voordoen en de noodzaak criminele activiteiten zo min mogelijk te faciliteren;

  • de gemeente jaarlijks een evaluatiemoment heeft ingebouwd waardoor een verlenging voor onbepaalde tijd proportioneel is.

Besluit

  • 1.

    De gemeente Diemen aan te wijzen als gebied waarin het verboden is zonder vergunning bedrijfsmatige activiteiten in de vorm van bedrijfsmatige autoverhuur uit te oefenen.

  • 2.

    Bedrijfsmatige autoverhuur te definiëren als: het bedrijfsmatig of in een omvang alsof het bedrijfsmatig is verhuren van twee of meer (personen)auto’s, bestelbussen of lichte vrachtauto’s tot 3500 kilo tegen enige vorm van vergoeding.

  • 3.

    Van de vergunningplicht uit te sluiten het garagebedrijf dat aan de eigenaar van een auto dat in het betreffende garagebedrijf wordt gerepareerd of onderhouden, een andere auto ter beschikking stelt voor de duur van die reparatie of dat onderhoud.

  • 4.

    De termijn als bedoeld in artikel 2:34, elfde lid, van de APV waarop de vergunningplicht in werking treedt voor bedrijfsmatige activiteiten die op het tijdstip van de aanwijzing reeds worden uitgeoefend, vast te stellen op drie maanden, met dien verstande dat indien een aanvraag om vergunning tijdig is ingediend de bedrijfsmatige activiteiten in principe kunnen worden voortgezet totdat op de aanvraag een besluit is genomen.

  • 5.

    De Wet Bibob van toepassing is op de vergunningsaanvraag.

  • 6.

    Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking en is voor onbepaalde tijd.

Ondertekening

Aldus besloten door de burgemeester

Op 10 december 2024

E. Boog