Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR729244
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR729244/1
Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2025
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2025De raad van de gemeente Putten;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2024, nr. 1774806;
gelet op het bepaalde in artikel 227 van de Gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2025.
Artikel 1 Definities
In deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt verstaan onder:
- a.
reclameobject:
een openbare aankondiging in letters, symbolen, cijfers, tekens of kleuren of een combinatie daarvan, dan wel een reclamevoorwerp, zichtbaar vanaf de openbare weg;
- b.
bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welk op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond;
- c.
Wet WOZ:
Wet waardering onroerende zaken;
- d.
onroerende zaak:
de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken;
- e.
waarde:
de op voet van hoofdstuk IV van de Wet WOZ voor het kalenderjaar, als bedoeld in artikel 7, voor de onroerende zaak vastgestelde waarde. Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde op de voet van hoofdstuk IV van de Wet WOZ is vastgesteld, is de waarde de met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20 tweede lid van de Wet WOZ vastgestelde waarde;
- f.
vestiging:
- 1.
de onroerende zaak;
- 2.
twee of meer onroerende zaken die direct of naast of boven elkaar gelegen zijn en die tezamen door één organisatie of voor één doel worden gebruikt;
- 1.
- g.
voorziening:
specifiek hulpmiddel bestemd voor het aanbrengen, tonen of vertonen van één of meer (al dan niet wisselende) openbare aankondigingen;
- h.
jaar:
een kalenderjaar.
- i.
maand:
kalendermaand.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam reclamebelasting wordt, binnen het gebied zoals nader aangewezen in de bij deze verordening behorende kaart (bijlage 1), een directe belasting geheven voor een openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg.
Artikel 3 Belastingplicht
De reclamebelasting wordt geheven van de gebruiker van de vestiging waarop, waaraan, waarbij of in de nabijheid één of meer reclameobjecten zijn aangebracht dan wel zijn geplaatst dan wel ten behoeve van wie de openbare aankondiging wordt aangetroffen.
Artikel 4 Vrijstellingen
De reclamebelasting wordt niet geheven ter zake van openbare aankondigingen:
- a.
die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend, kunnen worden aangemerkt;
- b.
die door de gemeente of in opdracht van de gemeente is geplaatst of aangebracht, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de publieke taak;
- c.
die door (semi) overheden of cultureel-maatschappelijke instellingen of verenigingen zijn aangebracht en die een uitsluitend cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dienen;
- d.
die zijn aangebracht door of namens winkeliersverenigingen of wijkorganen, waarbij het reclameobject uitsluitend bestaat uit een vlag met naam van de winkeliersvereniging of het wijkorgaan;
- e.
die door politieke partijen zijn aangebracht en die een ideëel belang dienen;
- f.
die zijn aangebracht op scholen, verpleeg- en verzorgingshuizen, ziekenhuizen, kerken en moskeeën, en die betrekking hebben op de functie van het gebouw;
- g.
die zijn aangebracht op terreinen en gebouwen van amateursportverenigingen;
- h.
die zijn aangebracht op zuilen, muren of andere constructies, aangewezen door het bevoegde bestuursorgaan;
- i.
die zijn aangebracht op bouwterreinen, voor zover deze opschriften rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;
- j.
die zijn aangebracht door een tussenpersoon in verband met de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen of de te verhuren zaak;
- k.
die op of in verband met pin- en betaalautomaten worden gebruikt;
- l.
waarvan de (gezamenlijke) oppervlakte per vestiging minder dan 900 vierkante centimeter is.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
- 1.
De reclamebelasting wordt geheven per onroerende zaak als bedoeld in hoofdstuk III van de Wet WOZ, die geheel of gedeeltelijk niet tot woning dient.
- 2.
De heffingsmaatstaf is de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde voor het kalenderjaar.
- 3.
Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
- 4.
Indien de vastgestelde WOZ-waarde voor het betreffende jaar naar beneden wordt bijgesteld, wordt de aanslag ambtshalve verminderd indien de lagere WOZ-waarde leidt tot een lager belastingbedrag voor de reclamebelasting.
- 5.
Bij de bepaling van de heffingsmaatstaf wordt buiten aanmerking gelaten de waarde van delen van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Artikel 6 Belastingtarief
1. Het belastingbedrag bedraagt per onroerende zaak binnen het gebied in de kaart (bijlage 1), met een WOZ-waarde van:
Kerncentrum gebied |
Overig centrum |
||
a. |
Minder dan € 150.000 |
€ 600,00 |
€ 440,00 |
b. |
Vanaf € 150.000 tot € 300.000 |
€ 625,00 |
€ 465,00 |
c. |
Vanaf € 300.000 tot € 500.000 |
€ 700,00 |
€ 540,00 |
d. |
Vanaf € 500.000 tot € 750.000 |
€ 800,00 |
€ 640,00 |
e. |
Vanaf € 750.000 tot € 1.000.000 |
€ 925,00 |
€ 765,00 |
f. |
Vanaf € 1.000.000 |
€1.050,00 |
€ 890,00 |
Artikel 7 Belastingtijdvak
Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 8 Wijze van heffing
De reclamebelasting wordt geheven bij wege van aanslag.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
- 1.
De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.
- 2.
Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclamebelasting verschuldigd over voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 4.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt op verzoek van belastingplichtige ontheffing verleend voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als erin dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.
Artikel 11 Kwijtschelding
Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De Verordening reclamebelasting van 21 december 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
- 4.
Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening reclamebelasting 2025'.
Bijlage 1: Kaart behorende bij en deel uitmakend van de Verordening reclamebelasting 2025.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 19 december 2024,
Ondertekening
de griffier,
E.G. van Drie-Timmer
de voorzitter,
H.A. Lambooij
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl