Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR729127
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR729127/1
Gedragscode integriteit burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer
Geldend van 13-12-2024 t/m heden
Intitulé
Gedragscode integriteit burgemeester en wethouders van de gemeente ZoetermeerDe raad van de gemeente Zoetermeer
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 oktober 2024
Gelet op de artikelen 41c, tweede lid en 69, tweede lid van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de:
Gedragscode integriteit burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer
Inleiding
Gezamenlijk belang: integer bestuur voor een sterke democratie
Goed bestuur draait om integriteit. Dit is niet alleen de verantwoordelijkheid van individuele politieke ambtsdragers, maar een gedeelde plicht van de hele organisatie. Het raakt elk onderdeel van het bestuur. Daarom richt de gedragscode zich niet alleen op de individuele ambtsdragers, maar ook op de bestuursorganen als geheel.
Een goed functionerende democratie staat of valt met eerlijk en betrouwbaar handelen. Politieke ambtsdragers moeten hun taken zorgvuldig uitvoeren en altijd bereid zijn verantwoording af te leggen – aan hun collega’s, de volksvertegenwoordiging en, bovenal, de burger. Ze hebben de taak zich te houden aan de wetten en regels die ze zelf helpen creëren. Bij de start van hun ambt beloven ze dan ook plechtig de Grondwet te respecteren en hun taken naar eer en geweten uit te voeren.
De kracht van de gedragscode
Elke gemeente heeft een gedragscode die door de gemeenteraad is vastgesteld. Voor u als bestuurder is deze code een belangrijk hulpmiddel om invulling te geven aan uw verantwoordelijkheid voor integriteit. De code helpt als er twijfel is of vragen zijn en zorgt voor transparantie in het handelen.
Hoewel de gedragscode geen juridisch bindende regels oplegt, biedt het een belangrijk kader. Het gaat om zelfbinding: de regels worden gezamenlijk vastgesteld en vormen de basis voor discussie en verantwoording. Niet-naleving kan zeker politieke consequenties hebben. De code geeft politieke ambtsdragers het handvat om elkaar aan te spreken op gedrag.
Integriteit in de praktijk
Integriteit is meer dan alleen een mooi woord op papier. Het moet tot uiting komen in het dagelijks werk van politieke ambtsdragers. Dit vraagt om voortdurende dialoog en zelfreflectie. Collegeleden, met hun voorbeeldfunctie, opereren in de openbaarheid. Daarom is het van groot belang dat zij zich altijd netjes en correct gedragen, zowel in hun werk als privé. Zeker in een tijdperk waarin werk en privé steeds meer vervagen door digitale media. Ongepast gedrag, zoals het downloaden van illegale software of het verspreiden van aanstootgevend materiaal, is uit den boze en kan de reputatie van het openbaar bestuur schaden.
Respectvol en fatsoenlijk omgaan met collega’s, burgers en organisaties is essentieel. Politieke ambtsdragers moeten vrij zijn van grensoverschrijdend gedrag zoals intimidatie, pestgedrag of discriminatie. Dit geldt in alle interacties, zowel op de werkvloer, als daarbuiten.
De risico’s van netwerken
Politici werken vaak binnen verschillende (lokale) netwerken. Dit kan hun werk ten goede komen, maar het brengt ook risico’s met zich mee. Loyaliteit aan een netwerk kan leiden tot belangenverstrengeling en schending van integriteit, wat kan worden gezien als 'netwerkcorruptie'. Politieke ambtsdragers moeten zich hier bewust van zijn en altijd het algemeen belang boven dat van hun eigen netwerk stellen.
Integriteit is geen abstracte term; het is de basis van goed bestuur. De gedragscode helpt politieke ambtsdragers om dagelijks te handelen met zorgvuldigheid en verantwoordelijkheid, in het belang van de samenleving.
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1
De gedragscode geldt voor de burgemeester en wethouders, maar richt zich ook tot de bestuursorganen.
Artikel 1.2
De gedragscode is openbaar en via internet beschikbaar.
Artikel 1.3
De burgemeester en de wethouders ontvangen een exemplaar van deze gedragscode bij zijn aantreden.
Paragraaf 2 Voorkomen van belangenverstrengeling
Artikel 2.1.1
-
1. De burgemeester respectievelijk de wethouder levert de gemeentesecretaris de informatie aan over de nevenfuncties die openbaar gemaakt moeten worden. Dit gebeurt bij het begin van het ambt, of binnen één maand na het aannemen van de nevenfunctie. Ook wijzigingen moeten worden doorgegeven.
-
2. De informatie betreft in ieder geval:
- a.
de omschrijving van de nevenfunctie en hoeveel tijd het kost;
- b.
de organisatie voor wie de nevenfunctie wordt uitgevoerd;
- c.
of het een nevenfunctie is uit hoofde van het ambt;
- d.
of de nevenfunctie bezoldigd of onbezoldigd is;
- e.
indien bezoldigd, wat de inkomsten daaruit zijn.
- a.
-
3. De gemeentesecretaris legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.
Artikel 2.1.2
-
1. De burgemeester respectievelijk de wethouder legt het voornemen om een nevenfunctie te aanvaarden ter goedkeuring voor aan het college.
-
2. Het seniorenconvent wordt via een memo op de hoogte gesteld van het voornemen om de nevenfunctie te aanvaarden.
-
3. Het seniorenconvent uit binnen twee weken na ontvangst van het memo haar eventuele bedenkingen.
-
4. Als er geen bedenkingen zijn, wordt het voornemen tot aanvaarding door de burgemeester of de wethouder aan de raad gemeld door middel van een memo.
-
5. In het geval een lid van het seniorenconvent een niet positieve opvatting heeft over het voornemen en de burgemeester of de wethouder de nevenfunctie toch wenst te aanvaarden, wordt het voornemen tot aanvaarding ter bespreking op de agenda van de raad geplaatst.
-
6. Na de bespreking in de raad neemt de burgemeester respectievelijk de wethouder een beslissing om de nevenfunctie al dan niet te aanvaarden. De burgemeester of de wethouder deelt deze beslissing mede aan de raad door middel van een memo.
Artikel 2.2
-
1. De burgemeester respectievelijk de wethouder geeft potentiële volgende werkgevers tijdens de ambtsvervulling geen oneigenlijke voorkeursbehandeling om zijn toekomstige vooruitzichten op een vervolgfunctie te bevorderen.
-
2. Een wethouder bespreekt het voornemen tot tussentijdse aanvaarding van een andere functie, die hij/zij na aftreden wil bekleden, met de burgemeester.
-
3. Een burgemeester bespreekt het voornemen tot tussentijdse aanvaarding van een andere functie, die hij/zij na aftreden wil bekleden, met de commissaris van de Koning.
Artikel 2.3
-
1. Het college van burgemeester en wethouders sluit de burgemeester en wethouders gedurende twee jaar na aftreden uit van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden (betaalde, commerciële opdrachten) ten behoeve van de gemeente.
-
2. De uitsluiting geldt niet als de burgemeester respectievelijk de wethouder een functie aanneemt bij dezelfde gemeente waar ze burgemeester of wethouder waren. Voor werving, selectie en indiensttreding gelden de gewone regels die ook voor andere medewerkers van de gemeente gelden.
Artikel 2.4
-
1. Het college van burgemeester en wethouders draagt de burgemeester en een wethouder niet eerder dan twee jaar na aftreden voor als kandidaat voor benoeming tot commissaris dan wel bestuurslid van een verbonden partij.
-
2. Onder verbonden partij wordt de uitleg verstaan zoals in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten staat opgenomen en de Kadernota verbonden partijen.
Artikel 2.5
Burgemeester respectievelijk de wethouder zullen niet eerder dan twee jaar na aftreden zitting nemen in het bestuur van een rechtspersoon die voor een bedrag van minimaal € 250.000,00 aan jaarlijkse gemeentelijke subsidie ontvangt.
Artikel 2.6
-
1. Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt de burgemeester of de wethouder de (schijn van) bevoordeling en draagt zorg voor eerlijke concurrentieverhoudingen.
-
2. Als de onafhankelijke oordeelsvorming van de burgemeester respectievelijk de wethouder over een onderwerp in het geding zijn, geeft hij bij de besluitvorming daarover aan in hoeverre het onderwerp hem/haar persoonlijk aangaat.
-
3. De burgemeester respectievelijk de wethouder die familiebetrekkingen of persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten of zaken aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.
Paragraaf 3 Informatie
Artikel 3.1
De burgemeester respectievelijk de wethouder zorgt ervoor dat vertrouwelijke en geheime informatie waarover hij beschikt veilig wordt bewaard.
Artikel 3.2
De burgemeester of de wethouder maakt niet voor persoonlijk profijt of het profijt van derden gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen (nog) niet openbare informatie.
Artikel 3.3
De burgemeester respectievelijk de wethouder gaat verantwoord om met de e-mail en internetfaciliteiten van de gemeente en handelt daarbij zoveel mogelijk in overeenstemming met de regels vastgelegd in de Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Zoetermeer.
Paragraaf 4 Geschenken, faciliteiten, diensten, excursies, evenementen en andere uitnodigingen
Artikel 4.1
-
1. Een burgemeester respectievelijk een wethouder accepteert en biedt geen geschenken, faciliteiten en diensten aan als zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed.
-
2. De burgemeester respectievelijk de wethouder kan, tenzij het eerste lid van toepassing is, incidentele geschenken die een geschatte waarde van € 50,00 of minder vertegenwoordigen, behouden.
-
3. Geschenken die de burgemeester respectievelijk de wethouder uit hoofde van zijn ambt ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50,00 vertegenwoordigen worden, als zij niet worden teruggestuurd, geregistreerd en eigendom van de gemeente.
-
4. De gemeentesecretaris legt een register aan van de geschenken met een geschatte hogere waarde dan € 50,00. In het register is aangegeven welke bestemming de gemeente hieraan heeft gegeven. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.
-
5. De burgemeester respectievelijk de wethouder ontvangt geen geschenken op het woon/huisadres.
Artikel 4.2
-
1. Een burgemeester of een wethouder accepteert geen lunches, diners, recepties en andere uitnodigingen die door anderen betaald of georganiseerd worden, tenzij dat behoort tot de uitoefening van de functie en de aanwezigheid beschouwd kan worden als functioneel.
-
2. Bij twijfel legt de burgemeester of de wethouder de uitnodiging ter bespreking voor aan het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 4.3
-
1. Uitnodigingen voor excursies, evenementen en buitenlandse reizen op rekening van anderen dan de gemeente legt de burgemeester of de wethouder vooraf ter bespreking voor aan het college van burgemeester en wethouders.
-
2. De burgemeester of de wethouder maakt de excursies en evenementen die hij heeft aanvaard openbaar binnen één week nadat de excursie, dan wel het evenement heeft plaatsgevonden, onder vermelding van wie deze kosten voor zijn/hun rekening heeft/hebben genomen.
-
3. De informatie is via internet beschikbaar.
-
4. De informatie over buitenlandse reizen voor rekening van derden wordt binnen één week na terugkeer in Nederland opgenomen in het register, bedoeld in artikel 5.3, tweede lid.
Paragraaf 5 Gebruik van voorzieningen van de gemeente
Artikel 5.1
-
1. Het college van burgemeester en wethouders richt de financiële en administratieve organisatie zodanig in dat er een getrouw beeld mogelijk is van de juistheid en rechtmatigheid van de uitgaven, met heldere procedures over de wijze waarop functionele uitgaven rechtstreeks in rekening worden gebracht of kunnen worden gedeclareerd bij de gemeente.
-
2. De burgemeester en de wethouders verantwoorden zich over hun gebruik van de voorzieningen volgens de in het eerste lid vastgestelde regels en procedures.
Artikel 5.2
-
1. Een burgemeester respectievelijk de wethouder hebben toestemming nodig voor een buitenlandse dienstreis of een uitnodiging daartoe van het college van burgemeester en wethouders. Hij geeft daarbij informatie over het doel en de duur van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap dat meereist, de geraamde kosten en de wijze waarop het reisverslag wordt gedaan.
-
2. De burgemeester respectievelijk de wethouder meldt daarbij ook als hij voornemens is om de buitenlandse dienstreis voor privédoeleinden te verlengen. De extra kosten van de verlenging komen daarbij volledig voor eigen rekening.
-
3. Het college van burgemeester en wethouders kan voorwaarden verbinden aan de toestemming.
-
4. Het college van burgemeester en wethouders betrekt alle aspecten in de besluitvorming en informeert de gemeenteraad, door middel van opname in een besluitenlijst, zo spoedig mogelijk over het genomen besluit.
Artikel 5.3
-
1. Een burgemeester respectievelijk een wethouder legt verantwoording af over afgelegde buitenlandse dienstreizen. Hij maakt in ieder geval openbaar wat het doel, de bestemming en de duur van de buitenlandse dienstreis is geweest en wat daarvan de kosten waren voor de gemeente.
-
2. De gemeentesecretaris legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.
Artikel 5.4
Voor de toepassing van de artikelen 5.2 en 5.3 wordt onder buitenlandse dienstreis niet verstaan een dienstreis naar een Europese instelling of een dienstreis naar een buurgemeente in het buitenland.
Artikel 5.5
-
1. Een burgemeester respectievelijk een wethouder declareert geen kosten die al op andere wijze worden vergoed.
-
2. In geval van twijfel over een declaratie wordt dit voorgelegd aan het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 5.6
Gebruik van voorzieningen en eigendommen van de gemeente voor persoonlijk profijt of het profijt van derden is niet toelaatbaar, tenzij dit wettelijk is geregeld.
Paragraaf 6 Uitvoering gedragscode
Artikel 6.1
De gemeenteraad bevordert de eenduidige interpretatie van de gedragscode. Als er iets ontbreekt of onduidelijk is in de gedragscode voorziet de gemeenteraad daarin en wordt de gedragscode desgewenst aangepast.
Artikel 6.2
-
1. Eén keer per jaar worden het onderwerp integriteit in het algemeen en deze gedragscode in het bijzonder besproken in een collegevergadering.
-
2. De burgemeester geldt als aanspreekpunt in zaken die spelen rondom integriteit.
-
3. In het Protocol melding vermoeden van integriteitsschending voor de politieke ambtsdragers zijn de processtappen vastgelegd die moeten worden gevolgd in geval van een vermoeden van een integriteitschending van een wethouder of de burgemeester van de gemeente.
-
4. In het geval van een integriteitsonderzoek door een extern bureau wordt alleen gebruik gemaakt van gecertificeerde onderzoeksbureaus.
Paragraaf 7 Slotbepalingen
Artikel 7.1
De in de bijlage I opgenomen verdeling van de onkosten maakt onderdeel uit van deze Gedragscode.
Artikel 7.2
-
1. De Gedragscode Integriteit burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer, vastgesteld op 14 september 2015, wordt ingetrokken.
-
2. Dit besluit treedt in werking de dag na de bekendmaking daarvan.
-
3. Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Gedragscode Integriteit burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer 2024’.
Ondertekening
Vastgesteld in de openbare vergadering van 25 november 2024,
de griffier,
drs. R. Blokland MCM
de voorzitter,
drs. M.J. Bezuijen
Bijlage I bij de Gedragscode Integriteit burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer 2024
Verdeling onkosten
Politieke ambtsdragers hebben recht op een forfaitaire onkostenvergoeding of een ambtstoelage. Onderstaand een overzicht van de verdeling van de kostencomponenten, voor zover hiervoor in de regelgeving een voorziening is gecreëerd.
Bestuurskosten komen voor rekening van de gemeente.
Uitgangspunt is dat er een duidelijk belang van de gemeente is gediend. Soberheid is uitgangspunt. Als er sprake is van twijfel dan zijn de kosten voor eigen rekening.
Vergoedingenoverzicht onkosten
Bestuurskosten |
Kosten voor eigen rekening (onkostenvergoeding) |
Werkplek zoals bureau, inrichting werkkamer op kantoor |
Verjaardagsgebak, attenties en cadeaus voor naaste (ondersteunende) medewerkers. |
Ondersteunend personeel (secretaresse) |
Uitgaven voor persoonlijke verzorging |
Beveiliging woon- en werkplek (als kosten in het kader van het stelsel bewaken en beveiligen zijn aangemerkt als werkgeverskosten) |
Individuele lunches en maaltijden op de werkplek of buiten de werkplek |
Aanpassing werkplek in verband met arbeidsomstandigheden |
Gelegenheidskleding (huur/aanschaf/reiniging) |
ICT op de werkplek |
Miniaturen van onderscheidingen inclusief bevestiging op het kostuum |
Mobiele telefoon/laptop/tablet |
Individuele consumpties buiten de werkplek |
Kantoorbenodigdheden |
Alle partijpolitieke kosten zoals onderhoud politiek netwerk en bezoek partijgenootschappelijke bijeenkomsten inclusief reis- en verblijfkosten |
Ontvangsten delegaties, werklunches en -diners en functionele borrels op de werkplek |
Ontvangsten zakelijke relaties thuis |
Collectieve verzekeringen voor bestuurders, tijdens de uitoefening van hun functie, zoals een collectieve ongevallenverzekering/ aansprakelijkheid |
Contributies overige beroepsverenigingen (welke niet te scharen valt onder de landelijke beroepsvereniging met professionaliseringsoogmerk) |
|
Verkeersboetes |
|
Fooien (in Nederland) 1 |
|
Persoonlijke schrijfwaren en benodigdheden zoals vulpen of aktetas |
|
Representatieve aanpassingen aan de woning |
Catering, maaltijden op de werkplek2 |
Inrichting werkkamer/ontvangstruimte thuis |
Visitekaartjes |
Abonnementen kranten en tijdschriften thuis |
Bijeenkomsten voor strategieontwikkeling organisatie |
Zakelijke giften (inzamelacties, collectes, loterijen) |
|
Persoonlijke relatiegeschenken |
Verhuiskosten bij verhuizing naar Zoetermeer |
|
ICT thuis (tablet) |
|
Reis- en verblijfkosten binnen- en buitenland (met inbegrip van benodigde vaccinaties) |
|
Zakelijke consumpties, lunches en diners (uitsluitend in het buitenland inclusief de fooien) |
|
Deelname aan congressen, cursussen en opleidingen |
|
Abonnementen en vakliteratuur op de werkplek |
|
Lidmaatschap landelijke beroepsvereniging met professionaliseringsoogmerk |
|
Geschenken t.b.v. ambtsbezoek bij jubilea, openingen |
|
Relatiegeschenken (mits zakelijk verstrekt voor een externe) |
|
|
Toelichting bij de Gedragscode Integriteit burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer 2024
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Wettelijke grondslag
De Gemeenteraad stelt een gedragscode vast voor de voorzitter en overige leden van het dagelijks bestuur (artikelen 41c, tweede lid, en 69, tweede lid, Gemeentewet).
Paragraaf 2 Voorkomen van belangenverstrengeling
Wettelijk kader
Afeggen eed of belofte (artikelen 41a en 65 Gemeentewet).
Alvorens zijn functie te kunnen uitoefenen legt de burgemeester en de wethouder de volgende eed (verklaring en belofte) af: “Ik zweer (verklaar) dat ik om tot het ambt benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten uit het ambt naar eer en geweten zal vervullen.”
- ❖
Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en stemming over:
- ➢
een aangelegenheid die hem rechtstreeks of indirect persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken;
- ➢
de vaststelling of goedkeuring van de rekening van een lichaam waaraan hij rekenplichtig is of tot welk bestuur hij hoort (artikel 58 jo artikel 28 Gemeentewet).
- ➢
- ❖
Het bestuursorgaan waakt ertegen dat tot het bestuursorgaan behorende of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden (artikel 2:4, tweede lid, Algemene wet bestuursrecht).
Incompatibiliteiten en nevenfuncties:
- ❖
Verboden overeenkomsten/handelingen: bestuurders mogen in geschillen, waar de gemeente(bestuur) partij is, niet als advocaat, adviseur of gemachtigde werkzaam zijn. Zij mogen bepaalde overeenkomsten, waar de gemeente bij betrokken is, niet rechtstreeks of middellijk aangaan. Van verboden overeenkomsten kan ontheffing worden verleend (artikelen 41c, eerste lid, en 69, eerste lid, jo artikel 15, eerste en tweede lid, Gemeentewet).
- ❖
Onverenigbaarheid van functies: het zijn van een bestuurder sluit het hebben van een aantal andere functies uit (artikelen 36b en 68 Gemeentewet).
- ❖
Op overtreding van de incompatibiliteitenregeling staat uiteindelijk de sanctie van ontslag (artikelen 46, tweede lid, en 47 Gemeentewet).
- ❖
Vervulling nevenfuncties: voor bestuurders is bepaald dat zij geen nevenfuncties hebben die ongewenst zijn met het oog op een goede vervulling van hun ambt. Voor burgemeesters is daaraan toegevoegd dat zij evenmin nevenfuncties hebben die ongewenst zijn met het oog op de handhaving van hun onpartijdigheid en onafhankelijkheid of van het vertrouwen daarin. Bestuurders melden het voornemen tot aanvaarding van de nevenfunctie aan de volksvertegenwoordiging. Voor de burgemeester geldt deze meldverplichting niet voor ambtshalve nevenfuncties (artikelen 41b en 67 Gemeentewet).
- ❖
Openbaarmaking nevenfuncties: bestuurders maken openbaar welke nevenfuncties zij vervullen. Voor burgemeesters zijn ambtshalve nevenfuncties daarvan uitgezonderd. De lijst met nevenfuncties wordt op elektronische wijze bekend gemaakt en ligt ter inzage op het gemeentehuis (artikelen 41b en 67 Gemeentewet).
- ❖
Openbaarmaking inkomsten nevenfuncties: fulltime bestuurders maken hun inkomsten uit nevenfuncties openbaar; de opgave van neveninkomsten wordt op elektronische wijze bekend gemaakt en ter inzage gelegd op het gemeentehuis, uiterlijk 1 april na het jaar waarin de inkomsten zijn genoten (artikelen 41b en 67 Gemeentewet).
- ❖
Verrekening inkomsten nevenfuncties: bestuurders mogen geen vergoedingen ontvangen voor ambtshalve nevenfuncties; die worden in de gemeentekas gestort. Voor fulltime bestuurders is geregeld dat de inkomsten uit andere nevenfuncties voor een deel worden verrekend, volgens dezelfde verrekenings-systematiek als voor leden van de Tweede Kamer (artikelen 44 en 66 Gemeentewet).
Artikelsgewijze toelichting
2.1.1 Er zijn enkele verschillen in de wetgeving voor de openbaarmaking van (inkomsten uit) nevenfuncties tussen burgemeesters enerzijds en wethouders anderzijds. De bepalingen betreffen een uitwerking van de wettelijke verplichting om nevenfuncties openbaar te maken.
- -
Een wethouder die zijn ambt niet in deeltijd vervult, maakt tevens de inkomsten uit nevenfuncties openbaar. (Gemeentewet, artikel 41b)
Het aanvaarden van nevenfunctie is voor de burgemeester ruimer gesteld dan die van de wethouder. Onpartijdigheid en onafhankelijkheid als voorzitter van de raad en college, is anders dan bij wethouders, een criterium.
- -
De burgemeester vervult geen nevenfuncties waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op de goede vervulling van zijn burgemeestersambt of op de handhaving van zijn onpartijdigheid en onafhankelijkheid of van het vertrouwen daarin. (Gemeentewet, artikel 67)
De informatie wordt neergelegd in een openbaar register. De ambtsdrager is zelf verantwoordelijk voor de tijdige aanlevering van de informatie en voor de actualiteit daarvan. Hoewel aan het ambt gerelateerde nevenfuncties (/functies) wettelijk niet openbaar gemaakt hoeven te worden, worden deze nevenfuncties in het overzicht van nevenfuncties vermeld.
2.3 en 2.4 In deze bepalingen is de zogenaamde draaideurconstructie geregeld. De draaideurconstructie geldt niet bij aanvaarding van het raadslidmaatschap. In artikel 2.3 staat dat gedurende 2 jaar na aftreden uitsluiting is geregeld van betaalde werkzaamheden ten behoeve van de gemeente. In artikel 2.4 staat de uitsluiting geregeld van benoeming als commissaris of bestuurslid van een ‘verbonden partij’, ofwel van een organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en/of financieel belang heeft.
Het begrip ‘verbonden partij’ is ontleend aan het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Daarin staat dat een verbonden partij een privaatrechtelijk of publiekrechtelijke organisatie is waarin de provincie of gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. In de Kadernota verbonden partijen van de gemeente Zoetermeer geeft het begrip ‘verbonden partij’ een scherpere omschrijving, want daar geldt het begrip “formeel samenwerkingsverband”. Een formeel samenwerkingsverband is: een samenwerkingsverband tussen de gemeente en één of meer andere publieke en/of private partijen, met een eigen juridische entiteit, waarin activiteiten in organisatorisch verband worden uitgevoerd en de gemeente een bestuurlijk, financieel, integriteits- of ander risico loopt. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht.
Een financieel belang wordt gedefinieerd als een aan de betrokken organisatie ter beschikking gesteld bedrag dat niet die organisatie failliet gaat, of het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat, als de organisatie haar verplichtingen niet nakomt. Hiermee wordt mogelijke vriendjespolitiek voorkomen en het risico op verstrengeling van persoonlijke en functionele belangen vermeden. Wees extra voorzichtig als je oud-bestuurders bevriende relaties werft. Aanvaarding van een dienstbetrekking bij de voormalige gemeente, is niet uitgesloten.
Dat kan van belang zijn in het kader van de re-integratie van de voormalige bestuurder en ter voorkoming van uitkeringslasten voor de gemeente. Uiteraard dienen daarbij de regels van werving en selectie en aanstelling te gelden die er voor iedereen zijn die bij de gemeente gaat solliciteren. In het eerste jaar na aftreden kunnen in elk geval oud-bestuurders niet worden aangetrokken om tegen beloning activiteiten voor de eigen gemeente te verrichten.
2.5 In deze bepaling is aanvullend op de draaideurconstructie opgenomen dat een burgemeester of een wethouder niet eerder dan twee jaar na aftreden zitting zullen nemen in het bestuur van een rechtspersoon die voor een bedrag van minimaal € 250.000,00 aan jaarlijkse gemeentelijke subsidie ontvangt. Er geldt dus twee jaar wachttijd.
Na twee jaar verdient het aanbeveling om bij opdrachtverlening de gebruikelijke aanbestedingsvereisten met meerdere offertes te hanteren als een voormalige bestuurder of een relatie van de huidige bestuurders meedingt naar een opdracht.
Een afwegingskader voor selectie en benoemingen van externen kan behulpzaam zijn.
Transparantie over de afwegingen die zijn gemaakt bij het aantrekken van externen is daarbij van wezenlijk belang. Het bepaalde in 2.2, eerste lid geldt uiteraard ook voor een functie bij de voormalige gemeente.
Paragraaf 3 Informatie
Wettelijk kader
Informatieplicht
Burgemeester en wethouders en elk van zijn leden zijn verplicht alle inlichtingen te geven die de volksvertegenwoordiging nodig heeft voor de uitoefening van zijn taak. Het betreft zowel een actieve als een passieve informatieplicht. Ook als individuele volksvertegenwoordigers informatie vragen zal die informatie aan de volksvertegenwoordiging moeten worden verstrekt. De informatie kan alleen worden geweigerd als die in strijd is met het openbaar belang (artikelen 169 en 180 Gemeentewet).
Geheimhouding
- 1.
Iedereen die betrokken is bij het werk van een bestuursorgaan en vertrouwelijke informatie ontvangt of redelijkerwijs weet dat deze vertrouwelijk is, moet die informatie geheimhouden. Dit geldt, tenzij de wet anders voorschrijft of het noodzakelijk is voor de taak die wordt uitgevoerd (artikel 2:5 Algemene wet bestuursrecht).
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen op grond van een belang, genoemd in artikel 5.1, eerste en tweede lid, van de Wet open overheid, geheimhouding opleggen. Ook de burgemeester heeft die bevoegdheid.
- 3.
Ook de gemeenteraad of een commissie kan geheimhouding opleggen (artikelen 87, 88 en 89 Gemeentewet).
- 4.
De geheimhouding blijft van kracht totdat deze wordt opgeheven door het orgaan dat de geheimhouding oplegde, of – als het aan de volksvertegenwoordiging is overgelegd – de volksvertegenwoordiging de geheimhouding opheft.
- 5.
Een lid van de volksvertegenwoordiging of van een door de volksvertegenwoordiging ingestelde commissie die in strijd handelt met de geheimhoudingsplicht, kan bij besluit van de volksvertegenwoordiging ten hoogste drie maanden worden uitgesloten van het ontvangen van informatie waarvan een verplichting tot geheimhouding geldt.
- 6.
Het schenden van de geheimhoudingsplicht is een misdrijf (artikel 272 Wetboek van Strafrecht).
Artikelsgewijze toelichting
3.1 Het is belangrijk de juiste maatregelen te treffen om te voorkomen dat onbevoegden vertrouwelijke en/of geheime gegevens kunnen bezitten, raadplegen of beschadigen. Daarbij moet in de digitale setting worden gedacht aan de beveiliging van de computer, smartphones e.d. met wachtwoorden en het niet onbeheerd achterlaten van geheugendragers met vertrouwelijke/geheime informatie.
3.3 Burgemeester en wethouders gaan verantwoord om met de in bruikleen verstrekte informatie en communicatievoorzieningen van de gemeente en handelen daarbij in overeenstemming met de opgestelde regels vastgelegd in de Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Zoetermeer.
Paragraaf 4 Geschenken, faciliteiten, diensten, excursies, evenementen en andere uitnodigingen
Wettelijk kader
Afleggen eed of belofte
De eed of belofte die op grond van de artikelen 41a en 65 van de Gemeentewet moet worden afgelegd heeft onder meer betrekking op het geven, aannemen of beloven van giften, gunsten of geschenken.
Artikelsgewijze toelichting
4.1 In de gedragscode is het uitgangspunt dat geschenken, faciliteiten en diensten niet worden geaccepteerd als hiermee de onafhankelijke positie van de bestuurder kan worden beïnvloed. Dat is in ieder geval aan de orde in onderhandelingssituaties. Is daarvan geen sprake dan kunnen om praktische redenen incidentele kleine geschenken (met een geschatte waarde van € 50,- of minder) door de bestuurder worden aanvaard, echter nooit op het huisadres. Dit is een in de praktijk ontstaan gebruikelijk richtbedrag maar is geen scherpe grens. Er zijn omstandigheden denkbaar waar elk geschenk, ongeacht de waarde, onacceptabel is. Duurdere geschenken worden in elk geval niet aanvaard. Zij worden teruggestuurd of worden eigendom van de gemeente die zorgt voor een goede bestemming van het geschenk. In een openbaar register wordt opgenomen welke geschenken van meer dan € 50,- de gemeente heeft aanvaard en welke bestemming daaraan is gegeven.
4.2 Dit geldt ook voor werkbezoeken.
4.3 Het gaat hier om excursies en evenementen die betrokkene als burgemeester, dan wel als wethouder aanvaardt. Excursies en evenementen in de hoedanigheid van lid van een politieke partij vallen hier niet onder. Bij 4.2 en 4.3. dienen eveneens als afwegingskader voor de motieven van de uitnodigende partij beoordeeld te worden. Het mag er niet om gaan de onafhankelijke positie van de bestuurders te beïnvloeden.
Paragraaf 5 Gebruik van voorzieningen van de gemeente
Wettelijk kader
Geen andere inkomsten
Een bestuurder geniet geen andere vergoedingen ten laste van de gemeente dan die bij of op grond van de wet zijn toegestaan (artikelen 44 en 66 Gemeentewet).
Procedure van declaratie (Er zijn voor wethouders voorschriften opgenomen in de Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Zoetermeer over de wijze van declaratie (inclusief het overleggen van bewijsstukken) van vooruit betaalde (zakelijke) kosten en over rechtstreekse facturering van (zakelijke) kosten bij de gemeente. In deze regeling zijn voorschriften opgenomen over het (zakelijk) gebruik van een gemeentelijke creditcard.
Artikelsgewijze toelichting
5.1 Aan bestuurders worden de voorzieningen, vergoedingen en andere verstrekkingen in bruikleen geboden die een goed functioneren van de bestuurders mogelijk maken.
Uitgangspunt is hier dat zo weinig mogelijk uitgaven door de bestuurder zelf worden gedaan via zijn of haar privérekening. Geldstromen tussen de rekening van het bestuursorgaan en de persoonlijke rekening van de bestuurder maken een zwaardere controle op de uitgaven noodzakelijk. De bestuurder zal zich nauwgezet moeten houden aan de regels en procedures die er met het oog hierop voor hem/haar gelden.
5.2 en 5.3 Uitgangspunten zijn hier eigen verantwoordelijkheid, transparantie en bereidheid om verantwoording af te leggen. De beoordeling van de noodzaak van de buitenlandse dienstreis ligt bij het college van burgemeester en wethouders.
5.4 De bepalingen van 5.2 en 5.3 gelden niet voor de meer reguliere (buitenlandse) dienstreizen naar een Europese instelling of een dienstreis naar een buurgemeente in het buitenland. Voor dergelijke (buitenlandse) reizen vormen deze bepalingen wel een belangrijk richtsnoer. Buitenlandse reizen die worden gemaakt ten behoeve van de politieke partij zijn geen ‘dienstreizen’ en vallen dus niet onder 5.2 en 5.3 en komen niet ten laste van de gemeente.
Paragraaf 6 Uitvoering gedragscode
Artikelsgewijze toelichting
6.1 De gemeenteraad is het hoogste bestuursorgaan en als zodanig verantwoordelijk voor de inhoud van de gedragscode en voor een eenduidige interpretatie daarvan. En voor wijziging/aanvulling daarvan bij tekortkomingen of onduidelijkheden.
6.2 De Gemeentewet verplicht de gemeenteraad om voor zichzelf en voor de bestuurders een gedragscode vast te stellen.
Aanvullend op de wettelijke regels die gelden voor politieke ambtsdragers, bevat de gedragscode een aantal materiële normen waaraan de politieke ambtsdragers zich binden.
De burgemeester heeft de wettelijke taak om de bestuurlijke integriteit van zijn of haar gemeente te bevorderen (artikel 170 lid 2 Gemeentewet). Hiermee is de verantwoordelijkheid voor de portefeuille ‘integriteit’ duidelijk belegd. De wettelijke bepalingen bieden de ruimte om naar gelang de situatie handelend op te treden, waarbij niet alleen gedacht moet worden aan het optreden bij incidenten.
Belangrijk onderdeel is ook de preventie: ervoor zorgen dat integriteit en integriteitsbewustzijn in de bestuurlijke gremia besproken blijven en daarbij afspraken maken over een regelmatige bespreking, een keer per jaar, van het thema integriteit, zowel met de volksvertegenwoordiging als binnen het college.
De burgemeester hoeft hier niet alleen voor te staan. Een daartoe aangewezen contactpersoon of vertrouwenspersoon kan hier in relatie tot de gemeenteraad eveneens een belangrijke rol in spelen. De gemeenteraad maakt met de burgemeester nadere afspraken over de werkwijze die wordt gevolgd ingeval zich een incident of een vermoeden van een integriteits-schending voordoet.
Dit is opgenomen in het Protocol vermoeden van integriteitsschending door politieke ambtsdragers. Het protocol met de procesafspraken zijn opgenomen in de bijlage, die onderdeel uitmaakt van de gedragscode. Het protocol geeft een stappenplan met procesafspraken aan die de burgemeester volgt bij een vermoeden van een integriteitschending. Dat geeft houvast en rust op het moment dat gehandeld moet worden.
Noot
1In Nederland is een fooi een persoonlijke blijk van waardering voor de geboden service. In het buitenland vormt een fooi vaak een substantieel deel van de beloning van personeel en is daarmee niet onderhevig aan een persoonlijk oordeel over de serviceverlening. Alleen bij buitenlandse dienstreizen komt de fooi voor rekening van het bestuursorgaan, als onderdeel van de bestuurskosten.
Noot
2Fiscaal wordt een lunch of diner op de vaste werkplek gezien als een maaltijd met een bijkomstig karakter. Onbelaste verstrekking van een maaltijd op de werkplek is dan niet mogelijk. De inhoudingsplichtige wordt bij maaltijdverstrekking op de werkplek via de eindheffing aangeslagen. Daarbij kan worden uitgegaan van een fictief bedrag.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl