Bijzondere subsidieverordening economische activiteiten Amsterdam 2009

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

• a.

  ASA 2004: Algemene subsidieverordening Amsterdam 2004;

• b.

  Awb: Algemene wet bestuursrecht;

• c.

  college: het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam.

Deze verordening heeft ten doel het stimuleren van activiteiten die de economische structuur van Amsterdam versterken.

Deze verordening is van toepassing op subsidies voor economische activiteiten in Amsterdam op de hierna vermelde beleidsterreinen:

• a.

  bevordering van het innovatievermogen van het bedrijfsleven en de versterking van de kennisinfrastructuur;

• b.

  bevordering van het toerisme;

• c.

  bevordering van de realisatie van kleinschalige bedrijfshuisvesting;

• d.

  bevordering van de veiligheid van bedrijven;

• e.

  bevordering van de economische activiteiten in kansenzones;

• f.

  bevordering van de kwaliteit van bedrijventerreinen;

• g.

  verbetering van de afstemming tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt;

• h.

  verbetering van het vestigingsklimaat voor het bedrijfsleven;

• i.

  verbetering van de economische structuur van de stad.

Het college is het bevoegde bestuursorgaan met betrekking tot het nemen van beslissingen op grond van deze verordening.

1. Het college kan voor elk van de beleidsterreinen als bedoeld in artikel 1.3 nadere regels vaststellen.

2. De nadere regels betreffen:

• a.

  een omschrijving van het doel dat wordt nagestreefd met subsidieverstrekking;

• b.

  een nadere omschrijving van de activiteit waarvoor subsidie kan worden verstrekt;

• c.

  een aanduiding van degene aan wie subsidie kan worden verstrekt;

• d.

  de gronden voor verlening of de gronden voor weigering van de subsidie;

• e.

  de wijze waarop de subsidie wordt berekend, en

• f.

  de termijn voor het indienen van een aanvraag om subsidie.

1. Het college kan voor elk van de beleidsterreinen als bedoeld in artikel 1.3 een subsidieplafond vaststellen.

2. Het college bepaalt tevens of de subsidieaanvragen in behandeling worden genomen in de volgorde van ontvangst dan wel dat beoordeling plaats vindt op basis van van te voren te bepalen criteria.

3. Het college stelt de in het tweede lid bedoelde criteria vast aan de hand waarvan aanvragen om subsidie zullen worden beoordeeld.

Het college kan een subsidie weigeren, indien:

• a.

  de aanvrager een aanvang heeft gemaakt met de te subsidiëren activiteit vóórdat de verleningsbeschikking is afgegeven;

• b.

  indien de aanvrager door het verlenen van de subsidie over drie opvolgende belastingjaren € 200.000 of meer aan overheidssubsidie zou ontvangen;

• c.

  door het verstrekken daarvan een andere met de Europese regelgeving niet verenigbare vorm van staatssteun zou ontstaan.

Het college kan voor het onderzoek door een accountant als bedoeld in artikel 4:78, eerste lid Awb een controleprotocol voorschrijven.

Deze verordening treedt in werking, met terugwerkende kracht,  op 1 september 2009.

Deze verordening wordt aangehaald als: Bijzondere subsidieverordening economische activiteiten Amsterdam 2009 (ESA 2009).