Richtlijn voor verkeersmaatregelen bij wegwerkzaamheden en evenementen op gemeentelijke wegen 2.0

Dit is de 2.0 versie van de ‘Richtlijn verkeersmaatregelen bij wegwerkzaamheden en evenementen op gemeentelijke wegen - Zo werken wij in Westland’. Dit document bevat een aantal wijzigingen i.v.m. de overstap naar een nieuw systeem, Melvin genaamd. Ook zijn er aanvullingen als gevolg van wijzigingen in de infrastructuur in Westland en naar aanleiding van gebruikservaringen met de 1.0 versie. De belangrijkste wijzigingen zijn op het gebied van:

• •

  Verkeersloket Melvin.

• •

  Uitbreiding wegen WBU-tabel.

• •

  Eisen aan verkeersplan.

• •

  Aanvullende bepalingen voor fietsers, voetgangers en mensen met mobiliteitsbeperkingen.

• •

  Beperking werkzaamheden in winkelgebieden.

• •

  Communicatieparagraaf.

• •

  Eisen verkeersregelaars.

• •

  Standaard parkeerverbod.

Richtlijn

De richtlijn voor verkeersmaatregelen bij wegwerkzaamheden en evenementen op gemeentelijke wegen:

• •

  beschrijft hoe gemeente Westland om gaat met de toepassing van tijdelijke verkeersmaatregelen;

• •

  beschrijft specifieke eisen voor de toepassing van tijdelijke verkeersmaatregelen bij wegwerkzaamheden;

• •

  is van toepassing voor een ieder die tijdelijke verkeersmaatregelen wil toepassen op de gemeentelijke wegeninfrastructuur;

• •

  draagt bij aan de uniformiteit in de uitvoering van tijdelijke verkeersmaatregelen op gemeentelijke wegen;

• •

  draagt bij aan de standaardisatie van materiaalgebruik (zie CROW Specificaties voor materieel en materiaal);

• •

  kan opgenomen worden (verwijzing naar) in contractvormen en/of Programma voor Standaardinrichting Openbare Ruimte;

• •

  biedt een basis voor overleg, zowel intern bij gemeente Westland als extern met bijvoorbeeld andere beheerders van weginfrastructuur, zoals Provincie Zuid-Holland en Rijkswaterstaat en de omliggende gemeentes Den Haag, Maassluis, Midden-Delfland en deelgemeente Hoek van Holland (Rotterdam);

• •

  sluit zoveel mogelijk aan bij de geldende richtlijn van de provincie Zuid-Holland;

• •

  sluit zoveel mogelijk aan op het principe ‘Duurzaam Veilig’ van de CROW. Dit principe maakt onderscheid tussen o.a.

• •

  gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen. Alle standaard verkeersmaatregelen zijn hierop gebaseerd.

• •

  beschrijft op welke manier communicatie over de werkzaamheden aan omwonenden moet plaatsvinden;

• •

  is opgesteld en wordt actueel gehouden door de adviseurs Verkeer & Bereikbaarheid van cluster Ruimte belast met de regie van alle activiteiten met verkeershinder en verkeersmanagement, hierna te noemen: Bereikbaar Westland.

Bereikbaarheid, veiligheid en omgevingskwaliteit

Als het gaat om bereikbaarheid, timmert gemeente Westland flink aan de weg. Dat gebeurt om het huidige wegennet te onderhouden en ook om het wegennet toekomstbestendig te maken. Dit zorgt zo nu en dan wel voor verkeershinder. Met tijdelijke verkeersmaatregelen houden we de verkeersveiligheid en doorstroming zoveel mogelijk op peil.

Bereikbaarheid, veiligheid en omgevingskwaliteit zijn hierbij belangrijke kernwaarden voor gemeente Westland. Uitgangspunten zijn dat de gemeente tijdens wegwerkzaamheden en evenementen bereikbaar, veilig en leefbaar blijft. Verkeersveiligheid tijdens kort- en langdurige werkzaamheden is van groot belang. Vooral in tijdelijke situaties is de kans dat een verkeersdeelnemer wordt afgeleid extra groot. Daarmee neemt ook de kans op ongevallen toe. Wegwerkzaamheden moeten op een verkeersveilige manier uitgevoerd worden. De tijdelijke verkeersmaatregelen dragen daaraan bij, voor zowel weggebruiker als wegwerker. Een goede toegankelijkheid en doorstroming geldt voornamelijk op hoofdroutes van hulpdiensten, economische routes en routes van het openbaar vervoer. Met deze richtlijn streeft gemeente Westland naar een hoog kwaliteitsniveau van verkeersmaatregelen bij wegwerkzaamheden en evenementen op gemeentelijke wegen.

Beperken hinder

Steeds meer staat de weggebruiker centraal bij de wijze waarop wegwerkzaamheden worden uitgevoerd. Het minimaliseren van verkeershinder als gevolg van wegwerkzaamheden of andere capaciteit beperkende activiteiten staat voorop. De kosten van vertragingen en de toegenomen kans op incidenten worden hierdoor verminderd. Tevens moeten werkzaamheden die hinder opleveren in een kort en realistisch tijdsbestek worden gerealiseerd.

Wet-en regelgeving

De randvoorwaarden voor een veilige inrichting van de werkplek bij werk in uitvoering en een veilige en gezonde uitvoering van het werk zijn verankerd in wet- en regelgeving. Relevante onderdelen die inzoomen op (tijdelijke) verkeersmaatregelen zijn o.a. de ‘Wegenverkeerswet 1994’, de ‘arbeidsomstandighedenwetgeving’ (arbowetgeving), de ‘Algemene Plaatselijke Verordening’ en het ‘Burgerlijk Wetboek’.

Toestemmingen voor het plaatsen van tijdelijke verkeersmaatregelen op, langs of aan de gemeentelijke wegen worden verleend op basis van het gemeentelijk eigendomsrecht en op basis van, dan wel met in achtneming van de verkeerswet- en regelgeving en arbeidsomstandighedenwetgeving.

Figuur 1. Indeling van de CROW-richtlijnen voor Werk in Uitvoering

2.1 Medewerking

Een uitgangspunt is dat aan de uitvoering van werkzaamheden op gemeentelijke wegen zoveel als mogelijk meegewerkt wordt. Wel moet rekening gehouden worden met de aanvraagtermijnen, communicatie naar belanghebbenden, de toetsing van een verkeersplan en afstemming met andere activiteiten met verkeershinder en/of andere wegbeheerders. Afhankelijk van het soort werkzaamheden en de impact op de omgeving kan het noodzakelijk zijn om in het bezit te zijn van toestemming.

2.2 Toepassen verkeersmaatregelen bij wegwerkzaamheden op gemeentelijke wegen:

• •

  Werkzaamheden korter dan vier maanden

  • -> 

    toestemming aanvragen bij Bereikbaar Westland.1

• •

  Werkzaamheden langer dan vier maanden -> verkeersmaatregelen zijn verkeersbesluitplichtig

• • -> 

    toestemming aanvragen bij gemeente Westland. Houd rekening met langere doorlooptijd, neem contact op met Bereikbaar Westland.

• •

  Tijdelijke in- of uitrit aan gemeentelijke weg -> omgevingsvergunning aanvragen bij gemeente Westland via het Omgevingsloket online: www. omgevingsloket.nl2

2.3 Toestemming wegbeheerder

In de Wegenwet zijn vastgestelde regels opgenomen voor het verzekeren van de veiligheid op de weg (begaanbaarheid). De wegbeheerder heeft de plicht de weg in stand te houden, de weggebruikers en passagiers te beschermen, de vrijheid van het verkeer (openbaarheid) te waarborgen en de bevoegdheid voor het stellen van regels en tot het geven van ontheffingen. Volgens de Wegenverkeerswet moet een wegbeheerder/ eigenaar van de weg toestemming geven voor tijdelijke verkeersmaatregelen. Dit valt onder de wetgeving van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 34 Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW).

Gemeente Westland werkt met het verlenen van een toestemming voor het plaatsen van tijdelijke verkeersmaatregelen op gemeentelijke wegen.

De toestemming voor het plaatsen van tijdelijke verkeersmaatregelen op de gemeentelijke wegen op grondgebied van gemeente Westland wordt verleend door Bereikbaar Westland. De activiteit wordt geregistreerd in het systeem Melvin, zie 4.1. Het proces staat beschreven in bijlage I. Als de planning van de werkzaamheden, de toe te passen tijdelijke verkeersmaatregelen of de fasering wijzigen, dan moet dit eerst afgestemd worden met Bereikbaar Westland. Een uitloop van werkzaamheden kan een conflict opleveren voor de start van nieuwe werkzaamheden of activiteiten met verkeershinder. Op dat moment kan het escalatiemodel (zie 4.22) in werking treden.

2.4 Voorwaarden toestemming

• 1.

  Van de op de werken betrekking hebbende tekeningen, alsmede van de toestemming, moet een exemplaar (digitaal) op het werk aanwezig zijn.

• 2.

  De werken moeten uitgevoerd worden conform de toegestemde verkeersmaatregelen, planning, fasering, datum/data, tijden en bereikbaarheid voor hulpdiensten.

• 3.

  Over de wijze van uitvoering moet vooraf, op werkdagen tijdens kantooruren, in overleg getreden worden met Bereikbaar Westland.

• 4.

  Gedurende de uitvoering van de werken is de aanvrager/aannemer onder alle omstandigheden verantwoordelijk voor de veiligheid van het verkeer en moet in het belang daarvan alle maatregelen treffen die wettelijk zijn voorgeschreven of door weersomstandigheden of door Bereikbaar Westland nodig worden geacht.

• 5.

  Verkeersmaatregelen en -materialen moeten voldoen aan de voorschriften zoals vastgelegd in de herziene richtlijnen voor Werk in Uitvoering, publicatie CROW 96a/b (meest recente uitgave) en aan het gestelde in de geldende Richtlijn voor verkeersmaatregelen bij wegwerkzaamheden en evenementen op gemeentelijke wegen – Zo werken wij in Westland, zie www.gemeentewestland. nl/verkeer-en-vervoer/tijdelijke- verkeersmaatregelen.html.

• 6.

  Verkeersregelaars moeten voldoen aan de eisen, zoals gesteld in de Regeling verkeersregelaars 2009.

• 7.

  Iedereen die zich ten behoeve van deze werken binnen het weggebied begeeft, draagt veiligheidskleding die voldoet aan de richtlijn van het CROW. Deze kleding verkeert in zodanige staat dat de waarneembaarheid voldoende is gewaarborgd;

• 8.

  Gemeente Westland accepteert geen aanspraken door derden voor zover deze in verband staan met de hier beschreven werken.

• 9.

  Gemeente Westland behoudt het recht voor om de toestemming in te trekken, indien de hieraan verbonden voorschriften niet worden nageleefd. Of indien de door de gemeente beschermde verkeersbelangen dat nodig maken en andere maatregelen daarvoor geen danwel geen afdoende oplossing bieden. Andere maatregelen kunnen zijn:

  • a)

    het wijzigen van de aan de toestemming verbonden voorschriften;

  • b)

    het aan de toestemming verbinden van nadere voorschriften.

2.5 Intrekking toestemming

De toestemming die wordt afgegeven voor werkzaamheden aan de weg is geen garantie voor de uitvoering van de werkzaamheden. De mogelijkheid bestaat dat de toestemming wordt ingetrokken. Hierbij kan gedacht worden aan:

• •

  calamiteiten;

• •

  zaken die vanuit hogere overheden worden opgelegd;

• •

  niet naleven voorwaarden toestemming (zie 2.4).

De regels die in deze richtlijn staan, zijn in dat geval dan ook niet meer van toepassing. Wanneer zich iets dergelijks voordoet, wordt op dat moment gehandeld naar goedvinden van gemeente Westland.

3.1 Bewijs van vakbekwaamheid

Werknemers die belast zijn met het plaatsen, in stand houden en verwijderen van tijdelijke verkeersmaatregelen moeten in het bezit zijn van een bewijs van vakbekwaamheid. Dit voor de aan te wenden kennis en kunde op het gebied van het toepassen van verkeersmaatregelen bij werk in uitvoering. Dit bewijs moet voldoen aan de eisen zoals opgenomen in het KOMO- proces certificaat BRL 9101 voor het toepassen van verkeersmaatregelen bij werk in uitvoering. Dat wil zeggen dat de medewerker in het bezit moet zijn van een geldig certificaat medewerker Verkeersmaatregelen, vakman Verkeersmaatregelen en/of verkeersmanager. Dit certificaat is voor medewerkers die werkzaamheden uitvoeren in het kader van het aanbrengen, in stand houden, verwijderen en inspecteren van verkeersmaatregelen en omleidingsroutes. Dit bij statische, semidynamische en dynamische werkzaamheden.

Bij semidynamische en dynamische werkzaamheden moet de bestuurder van het voertuig dat onderdeel is van de rijdende afzetting ook beschikken over dit bewijs. De medewerker Verkeersmaatregelen staat onder de directe verantwoordelijkheid van een Vakman Verkeersmaatregelen. Tevens volstaat het als een bedrijf waar de werknemer werkt, gecertificeerd is. Bedrijfscertificering is vooralsnog geen vereiste. Dit procescertificaat is een bewijs voor de aan te wenden kennis en kunde op het gebied van het toepassen van verkeersmaatregelen bij werk in uitvoering. Als bewijs van geschiktheid geldt het KOMO-procescertificaat BRL9101 voor het toepassen van verkeersmaatregelen bij werk in uitvoering. De BRL 9101 certificering geeft het vertrouwen dat tijdelijke verkeersmaatregelen op een correcte wijze en met behulp van de juiste middelen worden toegepast door specifiek opgeleid personeel. Deze certificering beoogt veiligheid voor weggebruikers en wegwerkers zeker te stellen.

3.2 Opvolgen aanwijzingen en bevelen

Aanwijzingen die door de volgende partijen worden gegeven in het belang van de veiligheid en/of kwaliteit van de openbare ruimte, moeten direct en strikt worden opgevolgd:

• •

  verkeersmariniers van gemeente Westland;

• •

  in de zin van de Algemene wet bestuursrecht aangewezen toezichthouders van gemeente Westland;

• •

  Buitengewone Opsporingsambtenaren (BOA’s) van gemeente Westland;

• •

  Projectleider, directievoerder, toezichthouder van gemeente Westland (bij projecten);

• •

  brandweer;

• •

  politie;

• •

  in de zin van de Algemene wet bestuursrecht aangewezen toezichthouders van de inspectie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW, voorheen Arbeidsinspectie). Deze toezichthouders geven bevelen en geen aanwijzingen.

Bij weigering kan dit er toe leiden dat de inzet van tijdelijke verkeersmaatregelen wordt opgeschort tot nader order of dat het werk wordt stilgelegd. Mocht blijken dat bij een werk op de openbare weg niet aan de gestelde kwaliteitseisen wordt voldaan en geen of onvoldoende gevolg is gegeven aan de gegevens aanwijzingen van de wegbeheerder of politie, heeft gemeente Westland het recht, op kosten van de uitvoerende partij:

• •

  de noodzakelijke tijdelijke verkeersmaatregelen door derden zodanig te laten aanpassen dat deze voldoen aan de daarvoor gestelde CROW- richtlijnen;

• •

  het werk stil te leggen en de oorspronkelijke situatie te laten herstellen.

3.3 Verkeersmariniers

Gemeente Westland heeft toezichthouders die in de zin van de Algemene wet bestuursrecht zijn aangewezen. Deze verkeersmariniers kunnen toezicht uitoefenen op de naleving van wetten die betrekking hebben op o.a. de Wegenverkeerswet 1994 en de Wegenwet. De verkeersmariniers kunnen geplaatste verkeersmaatregelen toetsen en vragen naar een eventuele toestemming voor uitvoering werkzaamheden met inzet tijdelijke verkeersmaatregelen. De verkeersmariniers zijn in het bezit van identificatiepassen met de titel ‘toezichthouder’ en staan in directe verbinding met Bereikbaar Westland.

Het aanvragen van toestemming voor het plaatsen van tijdelijke verkeersmaatregelen moet digitaal plaatsvinden. Aanvragen moeten ter toetsing en goedkeuring voorgelegd worden aan Bereikbaar Westland.

4.1 Verkeersloket Melvin

BRL-9101 zijn gecertificeerde bedrijven verplicht om een aanvraag voor het plaatsen van tijdelijke verkeersmaatregelen in te dienen via het verkeersloket van de applicatie Melvin (Melding Verstoringen Infrastructuur Nederland). Dit is een applicatie van de Nationale Databank Wegverkeersgegevens waarmee gemeenten en provincies kunnen vastleggen wat de plannen voor wegwerkzaamheden en evenementen zijn.

4.2 Account aanvragen

Voor het indienen van aanvragen tijdelijke verkeersmaatregelen bij het verkeersloket Melvin is een account nodig.

Een account kan aangevraagd worden via bereikbaarwestland@gemeentewestland.nl. Hierna volgt de toegang tot het grondgebied van gemeente Westland binnen het systeem Melvin. Als een bedrijf al toegang heeft tot het verkeersloket, moet degene binnen het bedrijf met de rol ‘aannemer beheerder’ zelf een account aanmaken.

4.3 Online aanvraagformulier

Bedrijven zonder BRL-9101 certificering moeten gebruik maken via een online aanvraagformulier voor het aanvragen van toestemming voor het plaatsen van tijdelijke verkeersmaatregelen. Bij de aanvraag moet en documenten ingediend worden. Dit kan bestaan uit een bebordingstekening/verkeersplan (zie 4.14 en bijlage II) en/of verwijzing naar een specifiek CROW 96b figuur/nummer, een omleidingstekening (indien van toepassing) en een situatie- of overzichtstekening van de locatie.

Meer informatie: www.gemeentewestland.nl/verkeer- en-vervoer/tijdelijke-verkeersmaatregelen.html

4.4 Aanvragen wegbeheerders

Het is verplicht om bij gemeente Westland een aanvraag voor tijdelijke verkeersmaatregelen in te dienen. In het voorkomende geval is de aanvrager ook verantwoordelijk om bij andere wegbeheerders een goedkeuring voor de te treffen maatregelen op hun grondgebied te verkrijgen.

4.5 Aanvraagtermijnen

Bij de aanvraag moet rekening gehouden te worden met de minimale aanvraagtermijn voor aanvang van de werkzaamheden. Bij calamiteiten: zie 4.11 ‘niet- planbare werkzaamheden’.

4.6 Afstemming via verkeersloket

De provincie Zuid-Holland, gemeente Midden- Delfland en de gemeente Westland werken nauw samen en hebben onderling afspraken gemaakt voor wat betreft aanvragen op gemeentelijk gebied met een omleiding over een provinciale weg/weg van gemeente Midden-Delfland en andersom. Door deze nieuwe werkwijze is het mogelijk om ‘slechts’ 1 aanvraag in te dienen via Melvin voor een werk dat beide wegbeheerders raakt.

Afsluiting wegvak provincie Zuid-Holland/ gemeente Midden-Delfland:

Aannemer moet een aanvraag tijdelijke verkeersmaatregelen indienen bij provincie Zuid-Holland als wegbeheerder. Gemeente Westland geeft bij ‘afstemming’ wegbeheerders akkoord en voegt (eventueel) voorwaarden toe.

Afsluiting wegvak gemeente Westland: Aannemer moet een aanvraag tijdelijke verkeersmaatregelen indienen bij gemeente Westland als wegbeheerder. Provincie Zuid-Holland/gemeente Midden-Delfland geeft bij ‘afstemming’ wegbeheerders akkoord en voegt (eventueel) voorwaarden toe.

Bij activiteiten die door de gemeente Westland worden ingevoerd, kan de provincie Zuid-Holland ook akkoord geven, maar dit is nog niet de toestemming voor de TVM-aannemer om borden te plaatsen. Gemeente Westland blijft vooralsnog de toestemmingen versturen als goedkeuring voor het plaatsen van de tijdelijke verkeersmaatregelen.

Dit in verband met o.a. de communicatie richting de hulpdiensten, busdiensten en overige belanghebbenden.

4.7 Wegcategorisering

De richtlijn sluit zo veel mogelijk aan op het principe ‘Duurzaam Veilig’ van de CROW. Dit principe maakt onderscheid tussen stroomwegen, gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen. De wegen die onderscheiden worden in Westland zijn gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen.

Alle standaard verkeersmaatregelen zijn hierop gebaseerd.

De wegcategorisering is terug te vinden via www. gemeentewestland.nl

4.8 Calamiteitennummer

De aanvrager/aannemer moet bij de aanvraag zowel een contactpersoon een calamiteitennummer beschikbaar stellen die allebei 24/7 bereikbaar zijn gedurende de werkzaamheden.

4.9 Werkbare uren (WBU)

Buiten spitsperioden is het toegestaan om op de in de WBU-tabel opgenomen wegen (zie bijlage III en IV) kortdurende werkzaamheden uit te voeren die hinder veroorzaken voor het verkeer, inclusief voetgangers en (brom)fietsers. De specifieke wegen en werkbare uren zijn vermeld in de WBU-tabel. In uitzonderingsgevallen (bijv. bij een calamiteit) kan van de richtlijn afgeweken worden. Afwijking hiervan moet met Bereikbaar Westland afgestemd worden en is afhankelijk van bijvoorbeeld intensiteiten, locatie, weersomstandigheden, impact voor de omgeving of aard van de werkzaamheden. Bij afsluitingen kan mogelijk uitgeweken worden naar avonduren, nachtelijke perioden of weekenden.

Afzetmaterialen, waaronder ook de voertuigkerende elementen zoals barriers) mogen uitsluitend tijdens de werkbare uren worden geplaatst en verwijderd.

De volgende uitgangspunten voor de werkbare uren:

• •

  Werkbare uren zijn van maandag tot en met vrijdag, dagelijks van 09:00 tot 16:00 uur en van 19:00 tot 07:00 uur.

• •

  Spitstijden zijn van maandag tot en met vrijdag, dagelijks van 07:00 tot 09:00 uur en van 16:00 tot 19:00 uur.

• •

  Een weekend is vanaf vrijdagavond 19.00 uur tot maandagochtend 07.00 uur. In een weekend zijn er geen beperkingen ten aanzien van spitstijden.

4.10 Slots

Naast de werkbare uren kunnen slots voorgeschreven worden. Slots zijn door Bereikbaar Westland aangegeven periodes met begin- en einddatum waarbinnen een project met verkeershinder uitgevoerd mag worden. En waarbij capaciteit aan het wegennet onttrokken wordt. Deze slot is project specifiek en betreft een bepaald werkvak met begin- en eindpunt. Denk hierbij aan de combinatie van wegwerkzaamheden die uitgevoerd worden in een periode waarin activiteiten in hetzelfde gebied (deels) tegelijkertijd plaatsvinden. Door een slot mee te geven, wordt duidelijk wat de einddatum van het project moet zijn. Bestaande evenementen hebben bij voorkeur de voorrang boven nieuwe activiteiten, tenzij urgentie is ontstaan. Dit moet afgestemd worden met Bereikbaar Westland.

4.11 Niet-planbare werkzaamheden

Niet-planbare werkzaamheden zijn werkzaamheden met een directe bedreiging voor de veiligheid van weggebruikers en/of omwonenden. Dit betreffen incidenten en calamiteiten op of langs de weg. Dit zijn bijvoorbeeld storingen aan voorzieningen op of aan de weg, onder andere Dynamische Route Informatie Panelen (DRIP’s), verkeersregelinstallaties, verkeerssignalering of verlichting of ondergrondse werkzaamheden aan kabels en leidingen. Tevens verkeersongevallen, ongevallen naast de weg en plotseling optredende mankementen aan de weg, bijvoorbeeld een gat in de verharding, een voorwerp op de weg et cetera. Voor deze situaties geldt dat er direct maatregelen genomen moeten worden. Dit om de situatie veilig te stellen en erger te voorkomen. Deze werkzaamheden vinden alleen onverwacht en op verschillende locaties en tijdstippen plaats. Voor deze werkzaamheden op gemeentelijke wegen moet afstemming plaatsvinden met Bereikbaar Westland. Buiten kantoortijden moet contact worden opgenomen met de wachtdienst van gemeente Westland, telefoonnummer 140174. Dit geldt ook voor niet-planbare werkzaamheden zonder direct bedreiging voor de veiligheid. In het geval van een calamiteit waarbij een wegafsluiting ingezet wordt, moet er altijd een mail gestuurd worden aan bereikbaarwestland@gemeentewestland.nl met de oorzaak, exacte hinder voor het verkeer en de te verwachten duur van de afsluiting. Op die manier kunnen de hulpdiensten ook geïnformeerd worden over een eventuele afsluiting van de rijbaan.

4.12 Werkzaamheden zonder exacte uitvoeringsperiode

Werkzaamheden op, langs of aan de weg kunnen ook ingediend worden zonder dat de exacte uitvoeringsperiode bekend is en/of verkeersplan aangeleverd is. Hierdoor kan in de planning van activiteiten (met of zonder verkeershinder) rekening worden gehouden met de betreffende activiteit.

De stelregel is dat aan de activiteit die als eerst aangemeld wordt ook als eerste toestemming verleend wordt. Hierbij geldt wel dat de uitvoeringstermijn definitief moet zijn met exacte start- en einddatum en dat een door Bereikbaar Westland goedgekeurd verkeersplan aanwezig is.

4.13 Toets aanvraag

Bereikbaar Westland toetst de aanvraag procesmatig en inhoudelijk.

Procesmatige toets: procesmatig wordt de aanvraag getoetst op volledigheid, tijdigheid en of het verkeersplan voldoet aan de richtlijnen van de publicatie 96B van de CROW en de eisen van gemeente Westland (zie 4.14). In het geval dat de aanvraag niet voldoet, dan wordt de aanvrager daar zo spoedig als mogelijk van op de hoogte gebracht.

Inhoudelijke toets: is de aanvraag procesmatig akkoord bevonden dan wordt deze inhoudelijk getoetst. Ook wordt getoetst of het werk in de aangegeven tijdsperiode kan worden uitgevoerd en of het niet conflicteert met andere afsluitingen en/ of omleidingen. Uitgangspunt is dat er niet meer dan één omleiding over dezelfde weg gaat en er niet een omleidingsroute in een andere omleidingsroute over gaat.

4.14 Verkeersplan

Tijdens werkzaamheden of evenementen waar de (verkeers)veiligheid of doorstroming in het geding komt, is het noodzakelijk om verkeersmaatregelen te treffen. Deze verkeersmaatregelen worden visueel uitgewerkt in een verkeersplan. In sommige gevallen kan een verwijzing naar een specifiek CROW figuurnummer (standaardmaatregelen 96B) ook volstaan. Een verkeersplan bestaat uit een verkeerskundig ontwerp van de (tijdelijke) situatie, waarin de toe te passen verkeersmaatregelen visueel worden weergegeven. In bijlage II worden de eisen aan een verkeersplan (benodigde informatie, samenstelling van de tekeningen en het gewenste detailniveau) beschreven.

Indien het verkeersplan akkoord is en het werk uitgevoerd kan worden in de aangegeven periode, dan wordt de aanvrager daar zo spoedig als mogelijk na aanvraag van op de hoogte gebracht via e-mail

of via berichtgeving in het verkeersloket. Dit geldt ook als het verkeersplan aangepast moet worden. In dat geval wordt aangegeven op welke punten het verkeersplan aangepast moet worden. Mochten wijzigingen optreden in het verkeersplan of de uitvoeringsperiode, dan wordt de aanvraag opnieuw beoordeeld.

4.15 Evenementen

De aanvraag voor het organiseren van een evenement wordt door de organisator ingediend bij gemeente Westland. De gemeente beoordeelt de aanvraag onder meer op: veiligheid, bereikbaarheid, de aanwezigheid van toiletten, medische voorzieningen, brandveiligheid, het schenken van alcohol en mogelijke overlast door muziek.

• •

  Een melding voor een klein evenement moet minimaal drie weken voordat het evenement plaats vindt bij gemeente Westland, zijn ingediend.

• •

  Een vergunningsaanvraag voor een regulier evenement moet minimaal acht weken voordat het evenement plaats vindt bij gemeente Westland, te zijn ingediend.

• •

  Een vergunningsaanvraag voor een groot evenement moet minimaal twaalf weken voordat het evenement plaats vindt bij gemeente Westland, te zijn ingediend.

De verplichte BRL-certificering (BRL 9101 voor het toepassen van verkeersmaatregelen bij werk in uitvoering) zoals beschreven bij 3.1 is niet van toepassing op de organisatie van evenementen (klein, regulier en groot) en/of de personen belast met het plaatsen, in stand houden of verwijderen van tijdelijke verkeersmaatregelen specifiek voor het evenement. Tijdelijke verkeersmaatregelen worden eventueel bij reguliere en grote evenementen met een veiligheidsplan door de aanvrager in beeld gebracht en door Bereikbaar Westland getoetst.

Meer informatie: www.gemeentewestland.nl/ vergunningen/evenement-organiseren/melden-of- vergunning.html

4.16 Hulpdiensten

De bereikbaarheid van woningen en bedrijven in Westland voor de hulpdiensten (brandweer, politie, ambulance) is van groot belang. Ten behoeve van de brandweer moet gedurende de werkzaamheden altijd een vrije doorrijdbreedte van 3,50 meter en een vrije doorrijdhoogte van 4,20 meter beschikbaar zijn. Aangezien de afstand tussen het opstelvak van een blusvoertuig en het brandadres niet meer mag bedragen dan 40 meter, mag in gevallen waar een adres van twee zijden kan worden aangereden niet meer dan 80 meter wegverharding gelijktijdig worden opengebroken. Indien het brandadres slechts van één kant door een blusvoertuig te benaderen is, mag niet meer dan 40 meter gelijktijdig opgebroken worden. Indien het noodzakelijk is om de weg over een grotere afstand op te breken, moeten de genoemde maximum afstanden worden gewaarborgd door het aanbrengen van rijplaten, of een puinverharding met een minimum breedte van 3,50 meter. Indien de rijloper langs gevels of andere obstakels, zoals paaltjes, hekwerken etc. ligt, moet de breedte van de rijloper tenminste 4,00 meter bedragen.

De bereikbaarheid van brandkranen, andere bluswaterwinplaatsen en voedingspunten van droge blusleidingen moet gewaarborgd blijven. Die mogen niet worden belemmerd door bouwmaterialen en/ of materieel, of door met werkzaamheden verband houdende tijdelijke voorzieningen. Indien het werkterrein op enig tijdstip wordt afgesloten, moet de toegankelijkheid voor brandweervoertuigen in overleg met de brandweer zijn gewaarborgd. Bij het niet kunnen voldoen aan deze voorwaarden of bij twijfel moeten de werkzaamheden door de aanvragende partij afgestemd te worden met Bereikbaar Westland en de hulpdiensten.

4.17 Busdiensten

Westland heeft een beperkt vervoerssysteem (alleen bus) en de bus maakt voornamelijk gebruik van dezelfde infrastructuur als het overige verkeer. Dit zorgt met name in de spits voor reistijdverlies. Om een vlotte en goede doorstroming bij wegwerkzaamheden en evenementen te kunnen waarborgen, is vroegtijdige afstemming met de openbaar vervoer bedrijven van groot belang.

Looproutes naar en het gebruik kunnen maken van een bushalte zijn essentieel in het bevorderen van het gebruik van het openbaar vervoer. Westland wil een goed alternatief voor de auto kunnen bieden. Het huidige busnetwerk kent onderlinge afhankelijkheden in de dienstregelingen, geen lijn staat op zichzelf. Betrouwbaar en voorspelbaar openbaar vervoer is belangrijk voor de reiziger. Als er toch gewerkt moet worden op een openbaar vervoer route, dan worden hier andere eisen aan gesteld. Het tijdelijk verplaatsen van een halte moet altijd in overleg met de concessiehouder plaatsvinden.

De drie vervoersbedrijven in Westland zijn EBS, HTM en RET. Voor afsluitingen van busroutes moet rekening gehouden worden met een minimale aanvraagtermijn voor aanvang werkzaamheden:

• •

  EBS: minimaal 4 weken.

• •

  HTM: minimaal 8 weken.

• •

  RET: als de afsluiting voor drie weken of korter is, dan minimaal tien dagen van tevoren. Als de afsluiting langer dan drie weken duurt, dan minimaal 3 maanden van tevoren.

4.18 Winkelgebieden, winkeliers en ondernemers

Civiele werkzaamheden in winkelstraten en winkelgebieden zijn in de periode van 15 november tot en met 1 januari alleen toegestaan als de openbare veiligheid in het geding is. De noodzaak om in deze periode in winkelstraten en winkelgebieden te starten met werkzaamheden moet uitvoerig onderbouwd worden. Werkzaamheden in winkelgebieden kunnen de bereikbaarheid van winkeliers en ondernemers beperken en/of de doorstroming van bevoorradingsroutes raken.

Winkels moeten bevoorraad kunnen worden en goed bereikbaar blijven. Werkzaamheden moeten zoveel mogelijk buiten drukke en voor winkeliers en ondernemers belangrijke periodes gepland worden. Afstemming van deze werkzaamheden vindt in overleg met winkeliers(vereniging)/ondernemers plaats. Dit geldt ook voor werkzaamheden bij calamiteiten en ernstige verstoringen van kabel-en leidingennetwerken. Het kan voorkomen dat werkzaamheden op zeer korte termijn uitgevoerd moeten worden.

4.19 CAR-routes

De CAR-routes, de zogenaamde Coördinatie van Alternatieve Routes, zijn permanente omleidingsroutes voor het geval drukke verkeersaders worden afgesloten. Met de CAR-routes kunnen de verkeersstromen beter beheerst worden als gevolg van een incident of calamiteit. Hiermee worden de bereikbaarheid en veiligheid beter gewaarborgd. Gemeentelijke wegen die deel uitmaken van de CAR-routes zijn geborgd in de WBU- tabel. Deze routes worden aangegeven met de letter U van Uitwijkroute.

Voorwaarden bij het inzetten van deze CAR-routes is dat een weg tijdelijk geblokkeerd is door een incident of calamiteit. Tevens dat de blokkade naar verwachting langer dan een uur duurt en er grote verkeershinder wordt verwacht. De inzet wordt bepaald door de hulpdiensten en de betreffende wegbeheerder (veelal de provincie Zuid- Holland) in combinatie met de verkeerscentrale van de provincie Zuid-Holland). De inzet bestaat uit het inzetten van DRIP’s, verkeersregelaars op beslispunten en omleidingen via U-borden. Het Westland is hiermee voorbereid op afwijkende verkeerssituaties waarbij een wegvak tijdelijk afgesloten wordt.

4.20 Pollers

In de gemeente staan een aantal pollers. Dit zijn palen die kunnen zakken na een signaal. Alle calamiteitendiensten zijn voorzien van transponders waardoor de pollers automatisch worden bediend. De bediening ten behoeve van een evenement (bijv. braderie, intochten, avondvierdaagse) wordt geregeld in een evenementenvergunning. Voor het laten zakken van een poller in de winkelgebieden van Naaldwijk en ’s-Gravenzande buiten de reguliere tijden, moet een ontheffing worden aangevraagd.

Voor het aanvragen van een ontheffing kan contact opgenomen worden met team Civiel- en Vastgoedbeheer, telefoonnummer 140174. Een ontheffing moet minimaal vijf werkdagen van tevoren aangevraagd worden.

4.21 Bouwverkeer

Projecten die bouwverkeer tot gevolg hebben, moeten worden aangemeld bij Bereikbaar Westland. Hierbij wordt aangegeven wat de (gewenste) route is van het bouwverkeer. Dit om stagnatie van het bouwproject te voorkomen als de route van het bouwverkeer gepland is over wegen die vanwege werkzaamheden of andere activiteiten met verkeershinder zijn of worden afgesloten. De route van het bouwverkeer wordt opgenomen in het systeem Melvin.

4.22 Escalatiemodel

In het geval dat een werk niet in de gevraagde tijdsperiode uitgevoerd kan worden vanwege andere afsluitingen of omleidingen, dan wordt dit aan de aanvrager medegedeeld. De betrokkenen van de werken kunnen dan met elkaar in overleg om te zoeken naar een oplossing. Indien dit leidt tot een conflict dan treedt het escalatiemodel (bijlage VI) in werking. Scenario’s waar dit bij zou kunnen ontstaan zijn:

• •

  uitloop van werkzaamheden;

• •

  uitstel startdatum van werkzaamheden;

• •

  wijziging/afwijking van de planning van de werkzaamheden;

• •

  calamiteiten;

• •

  werkzaamheden van hogere overheden.

5.1 Vooraankondigingsbord:

Bij gehele afsluitingen van een wegvak van de in de Werkbare uren tabel (WBU) vermelde wegen moet tenminste 5 werkdagen voor aanvang een vooraankondigingsbord per rijrichting worden geplaatst. De tekst op het bord luidt dan bijv. ‘Kerklaan dicht van ../../… h tot ../../….…..h’.

Wanneer een wegvak van de in de WBU-tabel vermelde wegen vijf werkdagen of langer wordt afgesloten, wordt de tekst ‘bereikbaarwestland.nl’ op het vooraankondigingsbord vermeld.

5.2 Wegwerkzaamheden actueel

Weggebruikers hebben graag een actueel beeld van de wegwerkzaamheden en specifiek afsluitingen van wegen. Werkzaamheden met afsluitingen van Regio Regie Wegen of direct raakvlak hebben met Regio Regie Wegen moeten online aan- en afgemeld worden. Dit geldt alleen voor de BRL9101 gecertificeerde bedrijven die aanvragen indienen via het Verkeersloket (zie 4.1). Meer informatie hierover ontvangt de aanvrager bij de goedkeuring van de aanvraag en is terug te vinden via: https://bereiknu. nl/regioregie.

5.3 Online informatie en verkeersjournaal

WOS Alle definitieve en gepubliceerde werkzaamheden en evenementen worden getoond op de webpagina www.bereikbaarwestland.nl Op deze webpagina worden zowel gemeentelijke als provinciale activiteiten met verkeershinder weergegeven op een kaart. Een andere viewer is de webpagina van de NDW: https://melvin.ndw.nu/public

Verder wordt er aandacht besteed aan de verkeershinder in de rubriek Verkeersjournaal van WOS TV (zie https://wos.nl/televisie/gemist).

5.4 Eisen aan communicatie

Om werkzaamheden uit te mogen voeren in gemeente Westland is het verplicht om omwonenden, omliggende bedrijven en belanghebbenden van te voren helder en duidelijk schriftelijk te informeren. Deze brieven moeten informatie bevatten over de werkzaamheden, de planning, de bereikbaarheid, de afsluitingen, omleidingen en andere gevolgen. Wanneer wijzigingen ontstaan in de informatie die eerder is verzonden, moet er opnieuw schriftelijk worden geïnformeerd.

Communicatie moet aan de volgende eisen voldoen:

• •

  Helder en duidelijk taalgebruik en eenvoudig Nederlands volgens taalniveau B1. Meer informatie: www.communicatierijk.nl/ vakkennis/rijkswebsites/aanbevolen-richtlijnen/ taalniveau-b1

• •

  Concrete informatie over planning.

• •

  Concrete informatie over bereikbaarheid, afsluitingen, omleidingen, gevolgen, tijdelijke maatregelen en mogelijke overlast.

• •

  Contactgegevens tijdens de voorbereiding van de werkzaamheden.

• •

  Contactgegevens tijdens de uitvoering en bij calamiteiten.

• •

  In overleg met de projectleider bij gemeente Westland moet het verspreidingsgebied van deze informatie worden vastgesteld.

• •

  Voor grote projecten moet contact opgenomen worden de communicatieafdeling van gemeente Westland via telefoonnummer 140174 of teamcommunicatie@gemeentewestland.nl.

  In overleg met hen kan een persbericht en berichtgeving via social media worden opgesteld.

6.1 Tekstwagen

Zowel bij de vooraankondiging als tijdens de werkzaamheden kan gebruik worden gemaakt van reguliere vooraankondigingsborden. Daarnaast kan een digitale tekstwagen ingezet worden. Dit is een al dan niet getrokken voertuig met een rood- wit actieraam, voorzien van een informatiepaneel dat bij wegwerkzaamheden en calamiteiten wordt toegepast. Er zijn uitvoeringen waarmee naast teksten ook symbolen of figuren kunnen worden weergegeven. Het inzetten van en tekstwagen is maatwerk en kan in overleg met Bereikbaar Westland bepaald worden. Teksten moeten afgestemd worden met Bereikbaar Westland. Inzet is afhankelijk van het advies, locatie en beschikbare ruimte. Het gebruik van een tekstwagen is ondersteunend aan de inzet van de gele bebording en moet aansluiten op de bebording voor een eventuele omleidingsroute.

6.2 Functioneren tekstwagen

Het is de verantwoordelijkheid van de aannemer dat de tekstwagen gedurende de uitvoering van de werkzaamheden goed functioneert. Indien de werkzaamheden eerder gereed zijn of de tekst op de tekstwagen tijdens de werkzaamheden gewijzigd moeten worden, moet contact opgenomen worden met Bereikbaar Westland of de betreffende wegbeheerder van de locatie waar de tekstwagen is opgesteld. Buiten kantoortijden of bij telefonische onbereikbaarheid moet contact worden opgenomen met het calamiteitennummer van de wachtdienst van gemeente Westland, telefoonnummer 140174.

6.3 Inzet Dynamische Route Informatie Panelen (DRIP’s)

Het verzoek om DRIP’s van de provincie Zuid-Holland en andere wegbeheerders te gebruiken ten behoeve van omleidingen, moet gelijktijdig worden ingediend met de aanvraag voor tijdelijke verkeersmaatregelen bij de betreffende wegbeheerder. Het inzetten van een DRIP is ondersteunend aan de inzet van de gele bebording en moet aansluiten op de bebording voor een eventuele omleidingsroute. Meer informatie over locatie DRIP’s: http://assets.vcdh.nl

6.4 Verkeersregelinstallatie

Het (tijdelijk) buiten gebruik stellen van een gemeentelijke verkeersregelinstallatie moet vooraf afgestemd worden met team Civiel- en Vastgoedbeheer, telefoonnummer 140174. Meer informatie over de locatie en beheer van een verkeersregelinstallatie: http://assets.vcdh.nl

6.5 Verkeersregelaars bij verkeersregelinstallatie

Verkeersregelaars kunnen het verkeer regelen bij wisselstroken met tijdelijke verkeerslichten of op kruispunten met verkeerslichten. In principe is de verkeerslichtenregeling altijd ‘buiten bedrijf’, de regeling staat op geel knipperen.

De verkeersregelaar staat dan net achter de verkeerslantaarns, op zodanige afstand dat de voertuigen nog voor de verkeerslantaarn stil staan (bij de tijdelijke stopstreep). Wanneer de (tijdelijke) verkeerslichten in uitzonderingssituaties toch nog in bedrijf zijn, dient de verkeersregelaar op een zodanige plek te staan dat de verkeersregelaar de verkeerslichten nog kan waarnemen. De verkeersregelaars staan dan net voor de verkeerslantaarns.

7.1 Tijdelijke bebording

Voor het instellen van verkeersmaatregelen mag vooruitlopend op de werkzaamheden, maximaal 3 dagen voor het begin van de werkzaamheden op het werk, tijdelijke bebording worden geplaatst.

Dit op voorwaarde dat de bebording niet zichtbaar is voor het verkeer. Dit geldt ook voor verkeer in tegenovergestelde rijrichting. De bebording moet bij voorkeur een kwartslag (naar buiten) gedraaid, afgeplakt of weggeklapt te worden. Dit zodat het bord voor het wegverkeer niet leesbaar is. Vooraankondigingsborden zijn een uitzondering op de periode van maximaal 3 dagen. Na afloop van de werkzaamheden moeten de verkeersmaatregelen direct buiten werking worden gesteld.

7.2 Omleidingsroutes- en borden

Omleidingsroutes moeten goedgekeurd worden door Bereikbaar Westland. Bij het bepalen van de bestemmingen op de omleidingsborden wordt uitgegaan van de vermeldingen op de ANWB-bewegwijzering. Bij gehele rijbaanafsluitingen is het uitgangspunt bij het plaatsen van een omleiding een drieluik 1 t/m 3 + losse chevronpijl. De tijdelijke bewegwijzering voor werk in uitvoering moet voldoen aan CROW 96b, zie CROW, Omleidingen en tijdelijke bewegwijzering, werk in uitvoering 96a/96b.

Bij afsluitingen van gemeentelijke wegen uit de WBU-tabel voor gemotoriseerd verkeer worden omleidingsborden geplaatst met vier borden. De volgorde van bebording is:

• 1.

  Aankondiging omleiding: bord T101met het woord ‘omleiding’.

• 2.

  Informatie over de aanleiding of oorzaak omleiding: bord met ‘naam weg dicht’, ‘naam weg na X dicht’ of ‘richting Y dicht’. Bij voorkeur voor het woord ‘richting’ de afkort ‘ri.’ gebruiken.

• 3.

  Informatie over te volgen route(s): bord met ‘Y volg A/B/..’ en chevronpijl met ‘A/B/..’ wijzend in de juiste richting.

• 4.

  Aanduiding (op) route: bord bestaande uit chevronpijl met A/B/.. wijzend in de juiste richting.

De chevronpijlen mogen op zicht geplaatst worden en hoeven niet verplicht bij elke kruising herhaald te worden.

Op wegen die buiten de WBU-tabel vallen of bij het ontbreken van voldoende ruimte in de berm of in woonwijken kan een tweeluik (combi 1 & 2) + losse chevronpijl geplaatst worden.

De combinatie is dan het woord ‘omleiding’ op het bord over de aanleiding of oorzaak omleiding (2).

7.3 Omleidingsletter(s)

Een omleiding voor gemotoriseerd verkeer moet met een letter aangegeven worden. Het gebruik van cijfers voor een omleidingsroute is niet toegestaan. Bij voorkeur geen gebruik maken van de letters H, O, P en X. De letter H en P vanwege verwarring met de aanduiding van een ziekenhuis of parkeervoorziening. Bij een omleiding naar een ziekenhuis of parkeervoorziening juist wel het symbool of de letters H of P gebruiken. De letters O en X bij voorkeur niet gebruiken in verband met het mogelijk verkeerd ophangen en de verminderde herkenbaarheid hierdoor bij de weggebruikers.

Voor de vermelde letters geldt dat zij wel gebruikt mogen worden als zij de eerste letter zijn van het (belangrijkste) om te leiden doel. Bijvoorbeeld voor een omleiding naar de kernen Heenweg, Honselersdijk of Poeldijk.

7.4 Bewegwijzeringsborden

Bij wegomleidingen die langer dan 1 week in stand blijven, moeten relevante vermeldingen op hoge en lage bewegwijzeringborden worden afgeplakt. De hoogte van het bord (onderzijde) ten opzichte van het wegdek bedraagt minimaal 2,20 meter boven maaiveld binnen de bebouwde kom en minimaal 1,20 meter boven maaiveld buiten de bebouwde kom. Borden/palen moeten op een minimale afstand van 1,00 meter van een lichtmast geplaatst worden. Het plaatsen moet zodanig gebeuren dat de stand van de bebording of het verwijderen ervan (door derden) slechts met zeer grote moeite kan plaatsvinden.

7.5 Grootte bebording binnen de bebouwde kom

Bij wegwerkzaamheden worden drie typen borden worden onderscheiden, te weten: RVV-borden (Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990), onderborden of tijdelijke informatieborden. De afmetingen van de borden zijn afgestemd op het type weg en de ligging binnen of buiten de bebouwde kom, conform de voorschriften BABW (Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer). Binnen de bebouwde kom geeft gemeente Westland de voorkeur aan het gebruik van type I bebording op wegen waar een maximum snelheid geldt van 50 km/h of minder.3

7.6 Weersomstandigheden

Bebording moet op eigen meubilair geplaatst worden, dus niet op lichtmasten en andere RVV-borden. In verband met extreme weersomstandigheden (zoals harde wind, storm, et cetera) dienen tijdelijke verkeers- en tekstborden, met een minimale afmeting van 0,80 meter bij 1,20 meter op een extra paal geschoord, te worden. Dit om omvallen en omwaaien zoveel mogelijk te voorkomen. Het schoren moet zodanig uitgevoerd worden, zodat er geen horizontaal uitstekende schoorbuizen zijn die gevaar opleveren voor het verkeer. Afzethekken moeten verzwaard worden wanneer deze voor langere periode geplaatst worden. Met name wanneer de weersomstandigheden daar om vragen of op aanwijzen van Bereikbaar Westland.

7.7 Zicht

Bij het plaatsen van tijdelijke bebording behorende bij de tijdelijke verkeersmaatregelen moet het zicht op de overige RVV-borden (Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens), bewegwijzering en verkeerslichten vrij blijven. Ook moet het zicht op kruisingen en zij-, en uitwegen onbelemmerd zijn. Daarnaast moet conflicterende bebording worden afgeplakt op dusdanige wijze dat bebording heel blijft na verwijdering afplakmateriaal (zie 7.12).

7.8 Verkeersregelaars

Een verkeersregelaar is een persoon die de bevoegdheid heeft om instructies op te dragen aan weggebruikers, zoals bepaald in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990. De aanstelling (en daarmee bevoegdheid) van verkeersregelaars wordt geregeld in de Regeling Verkeersregelaars 2009. Verkeersregelaars worden ingezet bij wegwerkzaamheden, calamiteiten en evenementen. De verkeersregelaars hebben het juiste inzicht om het verkeer veilig en zo snel mogelijk doorgang te laten vinden. Denk hierbij aan het bewaken van de verkeersveiligheid, het behouden van een vrije doorgang voor hulp- en busdiensten, het verbeteren van de doorstroming en het begeleiden van het oversteken van (brom) fietsverkeer en voetgangers.

De richtlijnen voor maatregelen bij werk in uitvoering (CROW-publicatiereeks 96a/96b) beperken de inzet van verkeersregelaars tot die situaties waarin alle andere mogelijkheden zijn uitgeput. En wanneer de standaard verkeersmaatregelen niet meer toereikend zijn om een goede doorstroming en veiligheid te waarborgen (zie ook 6.5).

Verkeersregelaars kunnen alleen als aanvulling op de verkeersmaatregelen worden ingezet en na afstemming met Bereikbaar Westland.

Bij het inzetten van een verkeersregelaar gelden de volgende eisen:

• •

  De inzet van verkeersregelaars moet expliciet vermeld worden bij de aanvraag (en in het verkeersplan).

• •

  De verkeersregelaar kent de locatie en omgeving goed.

• •

  Vragen over de bereikbaarheid kan de verkeersregelaar (grotendeels) beantwoorden of de mensen doorverwijzen naar de website www.bereikbaarwestland.nl, social media of contactpersoon namens de gemeente Westland.

• •

  De verkeersregelaar is goed communicatief opgeleid en beheerst minimaal de Nederlandse taal, de Engelse taal is een pré.

• •

  De verkeersregelaar draagt een herkenbaar uniform, draagt de verkeersregelaarspas goed zichtbaar en komt professioneel over op de weggebruikers (Zie Regeling Verkeersregelaars 2009).

• •

  De verkeersregelaar parkeert zijn/haar voertuig veilig en bij voorkeur uitsluitend op parkeervoorzieningen.

7.9 In goede staat en in stand houden verkeersmaatregelen

De aanvrager/aannemer zorgt voor het in goede staat en in stand houden van de geplaatste verkeersmaatregelen gedurende het hele werk. Dit betreft het kwalitatief en kwantitatief op peil houden van de verkeersmaatregelen, inclusief alle daartoe benodigde tijdelijke (verkeers)voorzieningen. Ook tijdens avonduren, nachtelijke uren, weekenden en feestdagen.

7.10 Tijdelijk geen werkzaamheden:

Wanneer gedurende een periode van tenminste 24 uur geen werkzaamheden worden uitgevoerd, moeten tijdelijke snelheidsbeperkingen (borden A01, A2 en F8), inhaalverboden (F1 t/m F4) en waarschuwingen (bijv. J16) worden afgedraaid of afgeplakt. Denk hierbij aan werkzaamheden waarbij de weg niet opengebroken is, zoals bij bagger- of snoeiwerkzaamheden. Voor deze werkzaamheden wordt bijvoorbeeld een halve rijbaanafsluiting met tegengesteld voorrang geplaatst. Indien er tenminste 24 uur geen werkzaamheden worden uitgevoerd en de verkeersmaatregelen in de tussentijd verwijderd of afgedraaid kunnen worden, dan moet dit gedaan worden. Uitzondering is wanneer de directie van een werk en Bereikbaar Westland de veiligheid van het verkeer hierdoor in gevaar vinden komen. Of bijvoorbeeld bij tijdelijke rijbaanverleggingen.

7.11 Tijdelijke bebording na afloop werkzaamheden

Tijdelijke bebording moet na afloop van de werkzaamheden uiterlijk de volgende werkdag zijn verwijderd. Na deze periode kunnen de borden zonder nader overleg door gemeente Westland en op kosten van de aannemer worden verwijderd.

7.12 Afplakken bebording

Gebruik magneetstrippen of afplakband voor verkeersborden (kleur zwart) voor het afdekken van permanente bewegwijzering. Door het verwijderen van tijdelijke afdekkingen mogen geen beschadigingen of lijmresten op de structurele bewegwijzering achterblijven. Eventuele schade wordt verhaald op de veroorzaker. Het advies is om foto’s te maken van eventuele beschadigingen die voor het aanbrengen van de afdekking al aanwezig zijn.

7.13 Freesvak

Aan het gebruik van een freesvak door wegverkeer geldt geen maximale termijn. Wel verdient de voorkeur om de gefreesde deklaag snel te herstellen. Bij het gefreesde werkvak moet bebording staan (snelheidsbeperking, bord J25 met onderbord ‘Freesvak’. Het hoogteverschil van de overgangen van en naar het werkvak is maximaal 2,5 centimeter.

7.14 Parkeerverboden

In sommige situaties is het nodig om een parkeervak/parkeerplaats, parkeerterrein, parkeerhaven of parkeerstrook vrij te maken en te houden bij wegwerkzaamheden en/of evenementen.

Voor het toepassen van tijdelijke parkeermaatregelen kan een tijdelijk parkeerverbod (zie bijlage VI) ingesteld worden.

De omgeving moet minstens 48 uur van tevoren geïnformeerd worden over het tijdelijk opheffen van parkeerplaatsen. Dit kan door het plaatsen van het parkeerverbod met een datum of een periode erop. Het tijdelijk opheffen van gehandicaptenparkeer- plaatsen is niet wenselijk. Als het echt niet ander kan, dan moet een alternatief aangeboden worden. De gebruiker van een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken moet minstens 48 uur van tevoren en persoonlijk geïnformeerd worden. Ook het opheffen van bijzondere parkeervakken voor artsen of algemene gehandicaptenparkeerplaatsen moet expliciet afgestemd te worden.

Bij het tijdelijk opheffen van laad- en losplekken bij winkels en in winkelgebieden moet minstens 48 uur van tevoren afstemming plaatsvinden met de ondernemers. Dit is van belang, zodat ondernemers de bevoorrading kunnen afstemmen met leveranciers om knelpunten te beperken of te voorkomen.

7.15 Tijdelijke bouwinritten en bouwuitritten

Voor de aanleg en gebruik name van een tijdelijke bouwinrit/bouwuitrit moet men, buiten een toestemming voor de te treffen verkeersmaatregelen, beschikken over een omgevingsvergunning (zie 2.2). Bij tijdelijke bouw in- en uitritten moet het principe “rechts in, rechts uit” worden toegepast.

8.1 Ruimte

Bij de toewijzing van ruimte aan het verkeer rondom verleggingen en andere afzettingen moet eerst de ruimte worden bepaald voor fietsers en voetgangers. Daarna pas voor het overige wegverkeer, dit conform de CROW-richtlijnen.

8.2 Fietspad

Bij de uitvoering van tijdelijke maatregelen wordt de basiskwaliteit van de bestaande fietsverbinding zoveel mogelijk gehandhaafd. Bij een fietsomleiding moet ook naar de sociale veiligheid van de omleidingsroute worden gekeken.

Bij het verleggen van fietspaden mogen geen obstakels aanwezig zijn en het fietspad mag niet glad zijn. Daarnaast moet bij het aanleggen van een tijdelijke situatie rekening gehouden worden met gladheidsbestrijding. Een enkelzijdig fietspad dat dubbelzijdig bereden moet worden4, moet conform de CROW-richtlijnen ingericht worden.

8.3 Verleggen fietspad

Bij het verleggen van fietspaden met behulp van rijplaten is het gebruik van stalen rijplaten uitgesloten. Het gebruik van houten of kunststof rijplaten is bij het verleggen van een fietspad wel toegestaan.

Rijplaten mogen alleen gebruikt worden voor zeer tijdelijke situaties. Het gebruik van rijplaten in bochten is sterk risico verhogend (grotere kans op een ongeval) en moet zoveel mogelijk voorkomen worden. Plaats altijd waarschuwingsborden bij tijdelijke overgangen en tijdelijke situaties waar gladheid kan ontstaan. Rijplaten moeten op een dusdanige wijze aangebracht worden, zodat er geen ruimte ontstaat tussen de overgang van rijplaat naar rijplaat. Hoogteverschillen moeten zoveel mogelijk voorkomen worden.

8.4 Fietsomleiding

Een omleiding voor fietsers moet aangegeven worden met chevronpijlen met het pictogram van een fiets erop, inclusief eventuele cijfers.

8.5 Voetpad

Zorg dat tijdelijke veranderingen in looproutes opvallend zichtbaar zijn. Verleng zo mogelijk tijdelijke hekwerken, zodat een zichtbare en voelbare geleiding van de tijdelijke looproute ontstaat.

Een hekwerk moet vlak bij de grond te worden aangebracht, zodat dit hekwerk door blinden en slechtzienden met de taststok (voor)gedetecteerd kan worden. Als een voetpad onderdeel uitmaakt van een werkgebied moet het voetpad minimaal 1,00 meter breed zijn en vrij van obstakels. Is de minimale breedte onhaalbaar, dan moet een tijdelijk looppad van houten, betonnen of kunststof elementen van minimaal die breedte worden aangelegd, zodat ook met een rolstoel of rollator gebruik kan worden gemaakt van het looppad.

Tevens moet rekening gehouden worden met (indien van toepassing) een draaicirkel van tenminste 1,50 meter.

8.6 Hoogteverschil voetpaden

• •

  Een hoogteverschil groter dan twee centimeter overbruggen met een hellingbaan.

• •

  Het maximale hoogteverschil dat met één helling overbrugd mag worden is 1,00 meter.

• •

  Grotere hoogteverschillen moeten met meerdere geschakelde hellingen worden overbrugd.

• •

  Hellingen hoger dan 0,30 meter zijn een groot obstakel voor mensen in een rolstoel met weinig kracht.

• •

  Hellingen hoger dan 1,00 meter zijn alleen geschikt voor elektrische rolstoelen en scootmobielen.

• •

  De hellingshoek van een helling die minimaal nodig is om een bepaald hoogteverschil te overbruggen is bij voorkeur niet steiler dan 1:25 (≤ 4%).

• •

  Voor kabelgoten tot 5 centimeter hoogte kan men uitgaan van een hellingshoek van 1:6.

8.7 Obstakels

Obstakels in de looproute moeten voorzien worden van sterk contrasterende kleurmarkeringen zoals een geleidebaken. Kabels, leidingen en slangen moeten bij voorkeur onder de grond weggewerkt en afgedekt worden met rubber matten. Dit zodat een rolstoel er makkelijk overheen kan rijden.

8.8 In stand houden verkeersmaatregelen

De aanvrager/aannemer zorgt voor het in goede staat houden van de fiets- of voetgangersroute gedurende het hele werk. Ook tijdens avonduren, nachtelijke uren, weekenden en feestdagen.

9.1 Afscheiding werkgebied

Het werkgebied mag niet worden betreden door onbevoegden. De afscheiding zorgt voor een veilige situatie rond het werkgebied. Werkgebied en openbare ruimte worden zoveel mogelijk gescheiden van elkaar. Bij graafwerkzaamheden wordt het werkvak afgeschermd met een hekwerk om valincidenten te voorkomen. Uitstekende poten/ steunen onder hekwerken zijn niet wenselijk, hier kan men over struikelen. Plaats poten bij voorkeur in de langsrichting. Het werkvak moet ook buiten werktijden afgeschermd worden. Hierbij is voldoende veiligheidsruimte tussen de open ontgraving en het weggedeelte waar het verkeersdeelnemers zich op begeven van belang.

9.2 Gemeentelijke eigendommen

Gemeentelijke eigendommen zoals monumenten, kunstwerken en straatmeubilair in het werkgebied mogen niet worden beschadigd. Hetzelfde geldt voor bomen en eigendommen van particulieren. Schade aan objecten worden op kosten van de veroorzaker gerepareerd of vervangen. Deze eigendommen en objecten moeten dusdanig worden beschermd of tijdelijk te worden verplaatst dat geen beschadigingen kunnen optreden. Bouwmaterialen stapelen tegen dergelijke objecten is niet toegestaan.

9.3 Sociale veiligheid

De sociale veiligheid bepaalt in hoge mate de kwaliteit van de openbare ruimte. Omgeving en werkterrein moeten voldoende verlicht zijn en een overzichtelijke indruk geven. Donkere hoeken en nissen worden voorkomen. Het werkterrein en de omgeving worden zoveel mogelijk schoon en overzichtelijk gehouden.

9.4 Vervuiling op weg

De partij die de werkzaamheden uitvoert, is verantwoordelijk voor het dagelijks (laten) verwijderen van bevuiling op wegen die is ontstaan door of vanwege de werkzaamheden. Hierbij kan gedacht worden aan bijv. grond, zand, klei, olie (dient direct gereinigd te worden door een bevoegd bedrijf) of andere vloeibare stoffen die vervuiling veroorzaken. In het geval van (dreigende) gladheid is het afstrooien van verharding na afloop van werkzaamheden vereist als deze nat is geworden. Dit na afloop van baggerwerkzaamheden, het boren van kernen of het slijpen van lussen et cetera.

Gemeente Westland geeft geen strooizout uit.

Het is toegestaan om eigen en niet-verontreinigd strooizout te gebruiken, waarvan de chemische samenstelling natriumchloride is.

9.5 Afzetlint

Afzetlint mag nooit bij een afzetting of als begeleiding gebruikt worden. Dit uitgezonderd het gebruik bij calamiteiten door nood- en hulpdiensten. Het afzetlint wordt direct na de calamiteit verwijderd.

9.6 Wegwerkzaamheden rondom kerstperiode en jaarwisseling

In de periode voorafgaande aan de jaarwisseling moeten alle zaken bij wegwerkzaamheden die brandbaar zijn voor de kerstperiode en de jaarwisseling weggehaald of opgeborgen te worden. Dit betreft brandbaar materiaal dat ongewild op een brandstapel terecht kan komen of gebruikt kan worden als materiaal om hulpverleners mee te bekogelen. Materiaal zoals borden, hekken, geleidebakens, bouwmateriaal et cetera.