Raadsbesluit

Vast te stellen:

BEVOEGDHEDENBESLUIT OMGEVINGSWET

• 1.

  Onderstaande aanvragen met toepassing van artikel 16.15a, sub b, van de Omgevingswet aan te wijzen als gevallen waarbij de raad advies- en instemmingsbevoegdheid heeft;

• een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, die betrekking heeft op:

  • i.

    de bouw van een of meer gebouwen met een woonfunctie;

  • ii.

    de bouw van een of meer hoofdgebouwen, anders dan gebouwen met een woonfunctie;

  • iii.

    de uitbreiding van een gebouw met ten minste 1.000 m2 bruto-vloeroppervlakte of met een of meer gebouwen met een woonfunctie;

  • iv.

    de bouw van een gebouw dat geen hoofdgebouw als bedoeld onder II is, met ten minste 1.000 m2 bruto-vloeroppervlakte;

  • v.

    de verbouwing van een of meer aaneengesloten gebouwen met andere gebruiksfuncties dan een woonfunctie tot gebouwen met een woonfunctie, mits het ten minste tien woonfuncties betreft, of

  • vi.

    De verbouwing van een of meer aaneengesloten gebouwen met andere gebruiksfuncties dan een kantoorfunctie, een winkelfunctie of een bijeenkomstfunctie voor het verstrekken van consumpties voor het gebruik ter plaatse tot gebouwen met een of meer van deze gebruiksfuncties, mits de cumulatieve bruto-vloeroppervlakte van de nieuwe gebruiksfuncties ten minste 1.500 m2 bedraagt.

• 2.

  De aanvragen genoemd onder 1 met toepassing van artikel 16.55, zevende lid, van de Omgevingswet aan te wijzen als gevallen waarin participatie van en overleg met derden verplicht is, voordat de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit waarvoor het college van burgemeester en wethouders bevoegd gezag is, kan worden ingediend.

• 3.

  De volgende bevoegdheden met toepassing van artikel 2.8 van de Omgevingswet aan het college van burgemeester en wethouders te delegeren:

  • a.

    Het verwerken van buitenplanse omgevingsplanactiviteiten in het omgevingsplan;

  • b.

    Het wijzigen van het omgevingsplan voor een plan dat volledig in lijn is met een uitwerkings- of wijzigingsbevoegdheid die deel uitmaakt van het tijdelijk deel van het omgevingsplan;

  • c.

    Het doorvoeren van correcties van kennelijke verschrijvingen, schrijffouten en het herstel van technische (teken)fouten in het omgevingsplan;

  • d.

    Het wijzigen van voor een kostenverhaalsgebied vastgestelde kostenverhaalsregels.

• 4.

  In te stemmen om af te zien van het consulteren van de raad door het college bij:

  • a.

    Anterieure overeenkomsten die worden overeengekomen voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten die niet onder 1 zijn vermeld;

  • b.

    Of anterieure overeenkomsten met een beperkt financieel belang (overeengekomen bedragen kleiner of gelijk aan € 100.000).

• 5.

  Deze besluiten gelijktijdig met de Omgevingswet in werking te doen treden.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van 12 december 2023