Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728991
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728991/1
Subsidieregeling Versneller Innovatieve Ambities Drenthe en Fryslân 2025-2026
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 04-02-2025
Intitulé
Subsidieregeling Versneller Innovatieve Ambities Drenthe en Fryslân 2025-2026Gedeputeerde staten van Fryslân
Gelet op:
- ○
gelet op de Algemene subsidieregeling SNN 2019
- ○
het Programma EFRO 2021-2027 Noord-Nederland;
- ○
artikel 25 van Verordening nr. 651/2014 van Verordening nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 (laatstelijk gewijzigd op 23 juni 2023 (EG) nr. 2023/1315) waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (“de algemene groepsvrijstellingsverordening”);
- ○
Verordening (EU) Nr. 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (“de de-minimisverordening");
- ○
de gemeenschappelijke regeling SNN;
besluiten
vast te stellen hetgeen volgt:
Subsidieregeling Versneller Innovatieve Ambities Drenthe en Fryslân 2025-2026
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
AGVV: Algemene groepsvrijstellingsverordening, Verordening nr. 651/2014 van de commissie van 17 juni 2014, publicatieblad EU L187/1, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard, (laatstelijk gewijzigd op 23 juni 2023 (EG) nr. 2023/1315);
- b.
ASR SNN 2019: Algemene subsidieregeling SNN 2019;
- c.
De-minimisverordening: Verordening (EU) Nr. 2023/2831 van de Commissie van 13 december 2023 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun;
- d.
deskundige: iemand die op grond van opleiding of ervaring gekwalificeerd moet worden geacht om een opdracht uit te voeren in het kader van een op grond van deze regeling gesubsidieerde activiteit;
- e.
fysiek prototype: fysiek model voor het aantonen van het werkingsprincipe van een te ontwikkelen product, dienst of procedé dat aan productie of dienstverlening vooraf gaat en niet commercieel wordt ingezet of gebruikt voor (industriële) toepassing, niet zijnde een softwarematig prototype;
- f.
embedded software: software die is geschreven om machines en apparaten te besturen. De software draait op beperkte hardware, zoals microcontrollers en andere ingebedde systemen;
- g.
gedeputeerde staten: onder gedeputeerde staten in deze regeling wordt verstaan de gedeputeerde staten van de provincies Drenthe en Fryslân;
- h.
mkb-onderneming: kleine, middelgrote of micro onderneming in de zin van bijlage I van de AGVV;
- i.
onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent;
- j.
ondernemingsactiviteiten: het uitvoeren van economische activiteiten binnen de onderneming. Dit zijn activiteiten gericht op het halen van omzet. In het geval van een startende onderneming kan het ook gaan over onderzoeksactiviteiten die voorafgaan aan het behalen van omzet;
- k.
penvoerder: een deelnemer in een samenwerkingsproject, die gemachtigd is door de andere partij(en) en zorgdraagt en verantwoordelijk is voor de projectadministratie en aanvragen;
- l.
proof -of-concept software: een softwarematig prototype dat de haalbaarheid van een idee of technologie aantoont, zonder volledig ontwikkeld of klaar voor productie te zijn;
- m.
project: een samenhangend geheel aan activiteiten met als einddoel het ontwikkelen van een product, dienst of procedé;
- n.
RIS3 2021-2027: Research- en innovatiestrategie voor slimme specialisatie (RIS3) voor Noord-Nederland 2021-2027;
- o.
samenwerkingsproject: een project dat wordt uitgevoerd door minimaal twee onafhankelijke mkb-ondernemingen, die elk een aantoonbaar belang hebben bij het project, en waarin geen van de ondernemingen meer dan 70% van de in aanmerking komende kosten voor haar rekening neemt;
- p.
SNN: het Samenwerkingsverband Noord-Nederland.
Artikel 2 Doel van de regeling
De subsidieregeling heeft als doel het stimuleren van onderzoek en ontwikkeling in het midden- en kleinbedrijf in de provincies Drenthe en Fryslân.
Artikel 3 Doelgroep
Subsidie wordt verstrekt aan een mkb-onderneming die op het moment van aanvragen een vestiging heeft in de provincies Drenthe en/of Fryslân en daar ondernemingsactiviteiten uitvoert.
Artikel 4 Penvoerder
-
1. Als sprake is van een samenwerkingsproject wordt door de deelnemers een penvoerder aangewezen.
-
2. Betalingen worden enkel aan de penvoerder gedaan, tenzij deze failliet is verklaard, in surséance van betaling verkeert, dan wel indien op hem de wet schuldsanering natuurlijke personen van toepassing is verklaard.
Artikel 5 Subsidiabele activiteit
-
1. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor een activiteit als bedoeld in artikel 25 lid 2 sub b en c van de AGVV die ziet op de ontwikkeling van:
- a.
een nieuw product, nieuwe dienst of nieuw procedé;
- b.
het aanmerkelijk vernieuwen van bestaande producten, diensten of procedés. De vernieuwing heeft betrekking op een oplossing voor een technische onzekerheid;
- c.
proof-of-concept software; of
- d.
embedded software;
of onderzoek ten behoeve hiervan.
- a.
-
2. Onder ontwikkeling en onderzoek genoemd in het eerste lid, onder a en b, valt ook het bouwen en testen van een fysiek prototype en het testen en valideren in omgevingen die representatief zijn voor het functioneren onder reële omstandigheden, zolang het doel het aanbrengen van verdere technische verbeteringen is, die niet grotendeels vast staan.
-
3. De subsidiabele activiteit dient te voldoen aan de volgende voorwaarden:
- I.
het project draagt bij aan de doelstellingen van het Programma EFRO 2021-2027 Noord-Nederland en de RIS3 2021-2027;
- II.
het project draagt bij aan duurzame ontwikkeling en heeft maatschappelijke-sociale impact;
- III.
er is sprake van innovatie;
- IV.
het financieel en economisch toekomstperspectief van het project is voldoende onderbouwd;
- V.
de kwaliteit van de aanvraag is voldoende.
- I.
Artikel 6 Staatssteun
-
1. Subsidie in het kader van deze regeling kan worden verstrekt met toepassing van de AGVV.
-
2. Indien de aanvrager niet voldoet aan de eisen van de AGVV kan subsidie worden verleend met toepassing van de de-minimisverordening.
Artikel 7 Subsidieaanvraag
-
1. Een aanvraag kan worden ingediend bij het SNN via een daarvoor ontwikkeld webportal dat bereikbaar is via www.snn.nl.
-
2. De aanvraag gaat in ieder geval vergezeld van een projectplan en een begroting conform het door het SNN beschikbaar gestelde format.
-
3. De aanvrager voegt bij de aanvraag voor subsidie in ieder geval een beknopte samenvatting van het project waarvoor de subsidie wordt aangevraagd die kan worden gebruikt in voor een ieder toegankelijke publicaties.
Artikel 8 Openstelling
-
1. Gedeputeerde staten stellen één of meerdere openstellingsbesluiten vast.
-
2. Een openstellingsbesluit bevat tenminste:
- a.
Een aanvraagperiode;
- b.
Subsidieplafond; en
- c.
De wijze van verdelen van het subsidieplafond.
- a.
Artikel 9 Weigeringsgronden
De subsidie wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 2.3 van de ASR SNN 2019, in ieder geval geweigerd indien:
- a.
ter zake van de subsidiabele kosten vóór ontvangst van de aanvraag verplichtingen zijn aangegaan of de werkzaamheden in het subsidieproject zijn aangevangen vóór de ontvangst van de aanvraag;
- b.
het project niet voldoet aan het bepaalde in deze regeling;
- c.
producten of diensten op verzoek van of specifiek voor een bepaalde klant worden ontwikkeld;
- d.
het project niet obstakelvrij is bij indiening van de aanvraag;
- e.
één onderneming reeds tweemaal subsidie heeft gekregen op grond van deze regeling. Meerdere rechtspersonen kunnen in dit verband als één onderneming worden gezien. Voor het begrip onderneming wordt gekeken hoe de onderneming economisch opereert. Indien meerdere rechtspersonen nauw met elkaar verweven zijn, worden deze gezien als één onderneming. Daarbij kan gedacht worden aan het opereren op dezelfde of aanverwante economische markt en het hebben van stemrechten dan wel aandelen in elkaar;
- f.
niet wordt voldaan aan de voorwaarden van het desbetreffende staatssteunkader;
- g.
er geen afgeronde haalbaarheidsstudie aanwezig is, die de aanleiding/grondslag is voor de aanvraag;
- h.
het project in financiële, organisatorische, technische of economische zin niet haalbaar is;
- i.
de effecten van het project niet neerslaan in de provincies Drenthe en/of Fryslân;
- j.
het bedrag aan subsidiabele kosten van een project minder dan € 30.000,- bedraagt.
Artikel 10 Subsidiehoogte
-
1. De subsidie bedraagt maximaal 35% van de subsidiabele kosten voor een individueel project.
-
2. De subsidie bedraagt maximaal 45% van de subsidiabele kosten voor een samenwerkingsproject.
-
3. Voor een individueel project bedraagt de subsidie ten behoeve van loonkosten en eigen uren tezamen maximaal € 25.000,- en voor het totale project bedraagt de subsidie maximaal 50.000,-.
-
4. Voor een samenwerkingsproject bedraagt de subsidie ten behoeve van loonkosten en eigen uren tezamen maximaal € 50.000,- en voor het totale project bedraagt de subsidie maximaal € 100.000,-, waarbij de subsidie bedraagt.
-
5. Het bedrag van de subsidie wordt verlaagd indien de normen van de Europese Commissie daartoe verplichten.
Artikel 11 Subsidiabele kosten
-
1. Als subsidiabele kosten komen de volgende, in redelijkheid ten behoeve van de activiteit te maken kosten in aanmerking:
- a.
het inschakelen van een onafhankelijke deskundige, die is ingeschreven in een handelsregister;
- b.
materialen die uitsluitend onderdeel zijn van een prototype;
- c.
de loonkosten van de onderzoekers, technici en ander ondersteunend personeel en bijdrage eigen uren van de onderzoekers, technici en ander ondersteunend personeel voor zover zij zich met de activiteit bezighouden.
- d.
De loonkosten of de bijdrage in eigen uren wordt meegenomen tegen:
- i.
een forfaitair tarief van € 55,-; of
- ii.
Een vast maandbedrag van € 7.800,-.
- i.
- e.
de loonkosten van werknemers, de onderzoekers, technici en ander ondersteunend personeel voor zover zij zich met de activiteit bezighouden van verbonden ondernemingen conform de in sub c genoemde tarieven.
- f.
de kosten die gemaakt en betaald zijn door een partneronderneming en tegen een gebruikelijk tarief zijn doorbelast aan de subsidieontvanger.
- g.
huurkosten van apparatuur en uitrusting voor zover en zolang zij worden gebruikt voor het project.
- a.
-
2. Daarnaast wordt over de subsidiabele kosten een opslag van 1% op het factuurbedrag toegepast, waarvoor een factuur wordt ingediend met een factuurbedrag van € 250,- of meer (exclusief btw).
Artikel 12 Niet-subsidiabele kosten
In aanvulling op artikel 2.4 van de ASR SNN 2019 zijn de volgende kosten niet subsidiabel:
- a.
reis- en verblijfkosten;
- b.
verrekenbare belasting toegevoegde waarde (BTW);
- c.
facturen onder de € 250,-;
- d.
kosten die gemaakt zijn na het verstrijken van het tijdvak waarvoor subsidie is verstrekt.
Artikel 13 Verplichtingen van de subsidieontvanger
Bij de subsidieverlening worden in elk geval de volgende verplichtingen opgelegd:
- a.
de administratie van het project is overzichtelijk en eenduidig;
- b.
het project wordt binnen een termijn van maximaal 18 maanden na de bekendmaking van het besluit tot subsidieverlening afgerond. Aanvullend hierop dient het project uiterlijk op 30 september 2027 te zijn afgerond;
- c.
de subsidiabele kosten zijn gemaakt voor de einddatum van het project. Daarnaast moeten de projectkosten betaald zijn binnen 4 weken na de einddatum van de projectperiode;
- d.
er zijn publicatievereisten, zoals bedoeld in artikel 50 en in bijlage IX van de Verordening 2021/1060, van toepassing. Hieronder zijn de verschillende uitingen benoemd:
- i.
het plaatsen van een korte beschrijving van het project op de website en socialemediakanalen van de subsidieontvanger(s) gedurende de projectperiode. Hierop moet in ieder geval naar voren komen:
- -
het embleem van de Europese Unie, en
- -
de vermelding van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO);
- -
- ii.
het plaatsen van ten minste één affiche of elektronisch display met informatie over het project (minimaal in A3 - formaat) of een roll-up banner met vermelding van de steun door de Europese Unie op een voor het publiek goed zichtbare plaats bij de subsidieontvanger(s), gedurende de projectperiode.
- i.
-
De specifieke eisen van de verschillende uitingen zijn terug te vinden op de website van het SNN;
- e.
wijzigingen in het project worden zo spoedig mogelijk gemeld aan het SNN.
Artikel 14 Voorschotten
Binnen drie weken na bekendmaking van het besluit tot subsidieverlening worden subsidies maximaal voor 40% van het verleende subsidiebedrag bevoorschot.
Artikel 15 Wijzigings- of intrekkingsgronden
De subsidie kan op grond van artikel 4:48 van de Algemene wet bestuursrecht worden ingetrokken of ten nadele van de subsidieontvanger worden gewijzigd.
Artikel 16 Subsidievaststelling
-
1. Uiterlijk vier weken na realisatie van het project wordt een aanvraag tot vaststelling van de subsidie ingediend.
-
2. Bij de aanvraag tot vaststelling worden in ieder geval de volgende documenten aangeleverd:
- a.
een eindverslag;
- b.
getekende offertes en overeenkomsten;
- c.
urenregistraties van de subsidiabele projecturen;
- d.
de facturen en betaalbewijzen van de gemaakte en betaalde subsidiabele projectkosten.
- a.
-
3. De subsidie kan op grond van artikel 4:46 van de Algemene wet bestuursrecht, worden ingetrokken of ten nadele van de subsidieontvanger worden gewijzigd, indien het project:
- a.
niet wordt uitgevoerd in overeenstemming met het doel of de voorschriften van deze regeling;
- b.
of er minder kosten zijn gemaakt dan bij aanvraag is begroot.
- a.
-
4. De subsidieontvanger dient ten minste tien jaar nadat de vaststelling van de subsidie onherroepelijk is geworden haar administratie ten aanzien van de kosten van de uitvoering van het project te bewaren en toegankelijk te houden.
Artikel 17 Bekendmaking en inwerkingtreding
-
1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van 4 februari 2025.
-
2. Deze subsidieregeling werkt terug tot en met 4 februari 2025 voor zover de bekendmaking plaatsvindt na 4 februari 2025.
Artikel 18 Intrekken VIA 2021 ontwikkelingsprojecten en overgangsrecht
De volgende subsidieregelingen worden ingetrokken op de dag dat de VIA Fryslân 2025-2026 in werking treedt:
- -
VIA 2021 plus ontwikkelingsprojecten
- -
VIA 2021 plus softwareontwikkeling
- -
VIA 2020 organisatie innovatie
Op aanvragen die zijn ingediend op grond van de bovenstaande subsidieregelingen, blijft de betreffende subsidieregeling toepassing.
Artikel 19 Citeertitel
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: VIA Drenthe-Fryslân 2025-2026.
Ondertekening
[leeg]
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl