Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728899
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728899/1
Financiële verordening GBLT 2025
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Financiële verordening GBLT 2025Het algemeen bestuur van GBLT,
gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 13 november 2024,
gelet op artikel 68, 7e lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 212 van de Gemeentewet, alsmede artikel 108 van de Waterschapswet,
besluit:
- 1.
vast te stellen de Financiële verordening GBLT 2025;
- 2.
in te trekken de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie van de Gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus – Tricijn 2016;
1 Algemene bepalingen
Artikel 1. Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie voor het besturen, het functioneren en het beheersen van de organisatie van GBLT en de verantwoording die daarover moet worden afgelegd;
- b.
financiële administratie: het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van GBLT, teneinde te komen tot een goed inzicht in:
- •
de financiële positie;
- •
het financieel beheer;
- •
de uitvoering van de begroting;
- •
de uitvoering van investeringsprojecten;
- •
het afwikkelen van vorderingen en schulden;
- •
alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover;
- •
- c.
financieel beheer: het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van financiën, het nakomen van financiële verplichtingen en het uitoefenen van rechten van GBLT;
- d.
rechtmatigheidsverantwoording: de rapportage van het dagelijks bestuur waarbij aangegeven wordt in welke mate de totstandkoming van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan overeenstemmen met de relevante wet- en regelgeving;
- e.
doelmatigheid: de mate waarin
- •
bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen worden gerealiseerd of
- •
met de beschikbare middelen zo veel mogelijk resultaat bereikt wordt;
- •
- f.
doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde doelen en effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald;
- g.
GBLT: het openbaar lichaam zoals bedoeld in de Gemeenschappelijke regeling;
- h.
Wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr);
- i.
Waterschapsbesluit: hoofdstuk 4 van dit besluit zoals geldig vanaf 1 januari 2025;
- j.
Gemeenschappelijke regeling: de Gemeenschappelijke regeling GBLT;
- k.
toezichthouder: Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel.
2 Begroting en verantwoording
Artikel 2. Planning- en controlcyclus
-
1. Het algemeen bestuur stelt de onderdelen van de planning- en controlcyclus voor het begrotingsjaar en de meerjarenraming vast en geeft jaarlijks aan op welk moment de onderdelen daarvan moeten worden aangeboden en wanneer deze zullen worden behandeld.
-
2. Het dagelijks bestuur zorgt ervoor dat de onderdelen van de planning- en controlcyclus voldoen aan het Waterschapsbesluit, aan relevante overige wetgeving en aan datgene wat in deze verordening wordt bepaald.
Artikel 3. Vaststelling programma-indeling
Het algemeen bestuur stelt bij begroting een programma-indeling vast.
Artikel 4. Meerjarenraming
Het dagelijks bestuur biedt jaarlijks, gelijktijdig met de begroting, een meerjarenraming met toelichting aan het algemeen bestuur aan waarin voorstellen worden gedaan voor het beleid in het volgende begrotingsjaar en tenminste de vier daaropvolgende jaren.
Artikel 5. Inrichting begroting
-
1. Het dagelijks bestuur biedt jaarlijks ter vaststelling een ontwerpbegroting aan het algemeen bestuur aan waarin voorstellen worden gedaan voor het beleid in het volgende begrotingsjaar.
-
2. In de begroting wordt een post onvoorzien van € 200.000 opgenomen.
-
3. Het dagelijks bestuur zorgt er voor dat er bij de begrotingsbehandeling een overzicht is geagendeerd van de investeringen waarvan de start van de uitvoering c.q. het moment van aanschaffing in het begrotingsjaar is gepland. In dit overzicht zijn opgenomen de raming van de investeringsuitgaven en van de aan de investeringen gerelateerde inkomsten.
Artikel 6. Autorisatie begroting en investeringskredieten
-
1. Het algemeen bestuur autoriseert met het vaststellen van de begroting afzonderlijk de baten en de lasten per programma.
-
2. Bij de begrotingsbehandeling geeft het algemeen bestuur aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringskredieten worden bij de begrotingsbehandeling geautoriseerd.
-
3. Voor investeringen die in de loop van het begrotingsjaar in uitvoering worden genomen en waarvoor geen autorisatie is verleend bij de begrotingsbehandeling legt het dagelijks bestuur voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan het algemeen bestuur voor.
Artikel 7. Uitvoering begroting
Het dagelijks bestuur zorgt voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde prestaties zodat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid, zoals vastgesteld door het algemeen bestuur, kunnen worden getoetst.
Artikel 8. Ruimte bij begrotingsuitvoering
-
1. Het dagelijks bestuur is bevoegd om onvoorziene uitgaven ten laste van de post onvoorzien te doen tot het geraamde bedrag. Een dergelijke uitgave wordt achteraf aan het algemeen bestuur gerapporteerd.
-
2. Het dagelijks bestuur is bevoegd de lasten van een programma met 10% te overschrijden zonder voorafgaande toestemming van het algemeen bestuur, als de overschrijding past binnen het vastgestelde beleid en de hiervoor benodigde financiële ruimte elders binnen de begroting kan worden gevonden. Een dergelijk feit wordt achteraf aan het algemeen bestuur gerapporteerd.
-
3. Het dagelijks bestuur is bevoegd de voor een investering geraamde uitgaven met 10% te overschrijden zonder toestemming vooraf van het algemeen bestuur indien deze mutaties passen binnen de kaders van het vastgestelde beleid. Een dergelijk feit wordt achteraf aan het algemeen bestuur gerapporteerd.
Artikel 9. Actieve informatieplicht, tussentijdse rapportages en begrotingswijzigingen
-
1. Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur zo spoedig mogelijk als de realisatie van het beleid in betekende mate afwijkt van wat in de begroting is opgenomen.
-
2. Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur met tussentijdse rapportages over de realisatie van het beleid dat in de begroting is opgenomen en over de uitvoering van investeringen.
-
3. Het dagelijks bestuur rapporteert twee keer per jaar tussentijds aan het algemeen bestuur overeenkomstig de jaarlijkse vaststelling als bedoeld in artikel 2, 1e lid.
-
4. De rapportages gaan in op afwijkingen van betekenende mate, zowel wat betreft de middeleninzet, de maatregelen die getroffen en prestaties die geleverd worden, als de doelstellingen en effecten die bereikt worden.
-
5. Indien noodzakelijk doet het dagelijks bestuur in de rapportages voorstellen voor wijziging van de geautoriseerde budgetten en investeringskredieten alsmede bijstellingen van het beleid. Zo nodig legt het dagelijks bestuur een voorstel tot begrotingswijziging aan het algemeen bestuur voor.
Artikel 10. Jaarstukken
Het dagelijks bestuur legt na afloop van ieder begrotingsjaar verantwoording af aan het algemeen bestuur over de uitvoering van de begroting door middel van het ter vaststelling aanbieden van het jaarverslag en de door de accountant gecontroleerde jaarrekening.
3 Rechtmatigheidsverantwoording
Artikel 11. Verantwoordings- en rapportagegrens rechtmatigheidsverantwoording
-
1. Het algemeen bestuur stelt vast op welke wijze hij door middel van de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting en de jaarstukken, naast de verplichte onderdelen van deze paragraaf, wil worden geïnformeerd over rechtmatigheid.
-
2. In de rechtmatigheidsverantwoording bij de jaarrekening rapporteert het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur over afwijkingen met een verantwoordingsgrens van het in wet- en regelgeving gestelde maximumpercentage van de totale lasten van GBLT, inclusief de toevoegingen aan de reserves.
-
3. In de paragraaf bedrijfsvoering worden de geconstateerde afwijkingen (fouten of onduidelijkheden) groter dan € 25.000 nader toegelicht.
Artikel 12. Voorwaardencriterium
-
1. Het voorwaardencriterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.
-
2. Het dagelijks bestuur biedt het algemeen bestuur jaarlijks voor de eerste vergadering van het algemeen bestuur in het begrotingsjaar ter vaststelling een normenkader aan. Dit kader bestaat uit alle relevante (interne) wet- en regelgeving waaruit financiële beheershandelingen kunnen voortvloeien. Het dagelijks bestuur kan het normenkader in een toetsingskader voor de interne beheersing operationaliseren.
Artikel 13. Begrotingscriterium
-
1. Het begrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door het algemeen bestuur geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s, waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen;
-
2. De begrotingsrechtmatigheid wordt beoordeeld op het niveau waarop de begroting door het algemeen bestuur is geautoriseerd, zoals is opgenomen in artikel 6.
-
3. Bij investeringsprojecten wordt de begrotingsrechtmatigheid beoordeeld op het niveau van het totaal geaccordeerde kredietbedrag. Een overschrijding van het jaarbudget, passend binnen het totaal bedrag van het krediet, wordt daarmee als rechtmatig beschouwd.
-
4. Overschrijdingen van baten en/of onderschrijdingen van de lasten en de baten zijn rechtmatig als deze tijdig tot een begrotingswijziging hebben geleid of tijdig aan het algemeen bestuur zijn gemeld en verantwoord.
-
5. Het bij de jaarrekening melden en verantwoorden van afwijkingen als bedoeld in het 4e lid, die na de tussentijdse rapportages worden geconstateerd, geldt als tijdig.
-
6. Overige afwijkingen worden als acceptabel aangemerkt in de volgende situaties:
- a.
er is sprake van een overschrijding van de lasten waarbij direct gerelateerde baten de overschrijding compenseren.
- b.
er is sprake van een overschrijding op een open-einde regeling.
- c.
de overschrijding is geautoriseerd door middel van de vaststelling van een tussentijdse rapportage.
- a.
-
7. Begrotingsonrechtmatigheden die passen binnen het bestaande beleid van het algemeen bestuur worden opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording (voor zover de verantwoordingsgrens voor afzonderlijke fouten of onduidelijkheden is overschreden), maar worden niet nader toegelicht in de paragraaf bedrijfsvoering.
Artikel 14. Misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium
-
1. Het misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op het voorkomen, detecteren en corrigeren van misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsgelden en eigendommen van GBLT bij financiële beheershandelingen.
-
2. Het dagelijks bestuur zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van regelingen en eigendommen van GBLT.
4 Financieel beleid
Artikel 15. Financieel beleid
-
1. Het dagelijks bestuur kan aanvullend op het beleid zoals vastgesteld in artikelen 16, 17, 18 en 19 van deze verordening voorstellen doen aan het algemeen bestuur die zijn gericht op een volledig en actueel beleid van GBLT ten aanzien van de volgende onderwerpen:
- a.
waardering en afschrijving van activa;
- b.
weerstandsvermogen en risicomanagement
- c.
kostentoerekening en kostprijsberekening;
- d.
financiering.
- a.
-
2. Het dagelijks bestuur zorgt er voor dat de in het eerste lid bedoelde voorstellen in overeenstemming zijn met het Waterschapsbesluit, met andere regelgeving die van toepassing is en met de in het vervolg van deze verordening opgenomen aanvullende eisen.
-
3. Voorstellen bedoeld in het eerste en tweede lid mag het dagelijks bestuur ook doen door deze op te nemen in de door het algemeen bestuur vast te stellen ontwerpbegroting, zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid van deze verordening.
Artikel 16. Waardering en afschrijving van vaste activa
-
1. Vaste activa worden geactiveerd en afgeschreven volgens de methodiek en de termijnen zoals vermeld in Bijlage A: activerings- en afschrijvingsbeleid.
-
2. Het dagelijks bestuur biedt het algemeen bestuur jaarlijks een meerjareninvesteringsplan aan als bijlage bij de begroting, waarbij inzicht wordt verschaft in de geplande investeringen en de daarmee gepaard gaande kapitaallasten voor de komende meerjarenraming.
-
3. In gevallen waarin dit artikel of bijlage A niet voorziet, dient het dagelijks bestuur conform artikel 15 van deze verordening een voorstel te doen aan het algemeen bestuur.
Artikel 17. Weerstandsvermogen en risicomanagement
Het beleid omtrent het weerstandsvermogen en het risicomanagement omvat in ieder geval:
- a.
een beschrijving van de risico’s die GBLT loopt;
- b.
een inventarisatie van de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden van GBLT om niet begrote kosten te dekken.
Artikel 18. Financiering / Treasurystatuut
-
1. Het dagelijks bestuur zorgt ervoor dat bij de uitoefening van de financieringsfunctie:
- a.
goede ondersteuning plaatsvindt van de taken die in het reglement aan GBLT zijn opgedragen. De invulling hiervan is beschreven in de ‘Uitvoeringsregels Financieel beheer’;
- b.
een continue toegang tot de financiële markten is;
- c.
voldoende financiële middelen worden aangetrokken en overtollige gelden worden uitgezet om de programma’s binnen de door het algemeen bestuur vastgestelde kaders van de meerjarenraming en de begroting te kunnen uitvoeren;
- d.
de volgende risico’s verbonden aan de financieringsfunctie worden beheerst: renterisico’s, kredietrisico’s, interne liquiditeitsrisico’s, koersrisico’s en valutarisico’s;
- e.
de kosten van de leningen zo veel mogelijk worden beperkt en er een voldoende rendement op de uitzettingen wordt bereikt;
- f.
een bijdrage wordt geleverd aan het bereiken van een financiële balansstructuur die dienstbaar is aan de doelstellingen van GBLT;
- g.
de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities worden beperkt.
- a.
-
2. Het risicobeheer van GBLT wordt gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
- a.
ten opzichte van de taken die in het reglement aan GBLT zijn opgedragen heeft de financieringsfunctie een ondersteunende rol. Financiering volgt en is dienstbaar aan deze taken;
- b.
de uitvoering van de financieringsfunctie voegt geen financiële risico’s toe aan degene die zijn verbonden aan de uitvoering van de taken die in het reglement aan GBLT zijn opgedragen, maar is er op gericht toekomstige risico’s te verminderen of te verschuiven;
- c.
bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het dagelijks bestuur indien mogelijk zekerheden;
- d.
het wettelijk kader van de Wet Fido wordt als uitgangspunt voor het beheersen van renterisico’s gehanteerd;
- e.
wat betreft de toekomstige omvang en samenstelling van de portefeuille vlottende opgenomen en verstrekte leningen wordt de kasgeldlimiet van de Wet Fido in acht genomen.
- f.
wat betreft de toekomstige omvang en samenstelling van de portefeuille vaste opgenomen en verstrekte leningen wordt de renterisiconorm van de Wet Fido in acht genomen;
- g.
het algemeen bestuur wordt geïnformeerd indien de kasgeldlimiet of de renterisiconorm dreigen te worden overschreden.
- a.
-
3. het dagelijks bestuur neemt bij de uitvoering van de financieringsfunctie de volgende richtlijnen en limieten in acht:
- a.
overeenkomsten voor het aangaan van leningen, het uitzetten van middelen of het verlenen van garanties luiden in euro of de munteenheid van een lidstaat die deelneemt aan de Economische en Monetaire Unie;
- b.
de hoofdsom van een verstrekte lening is niet onderhevig aan indexatie;
- a.
5 Paragrafen bij begroting en jaarstukken
Artikel 19. Algemeen
-
1. Het dagelijks bestuur zorgt ervoor dat de paragrafen in de begroting en het jaarverslag voldoen aan het Waterschapsbesluit, andere regelgeving die van toepassing is en de in deze verordening opgenomen aanvullende eisen.
-
2. In de hieronder genoemde paragrafen van de begroting wordt ingegaan op de wijze waarop het begrotingsjaar invulling zal worden gegeven aan het desbetreffende onderdeel van het beleid.
-
3. Als het in het tweede lid bedoelde beleid afwijkt van de in het desbetreffende onderdeel van het in artikel 15 bedoelde beleid vastgestelde kaders, wordt daarop in de betreffende paragraaf ingegaan, waarbij de reden van afwijking wordt vermeld.
-
4. De paragrafen van het jaarverslag bevatten de verantwoording van hetgeen in de overeenkomstige paragrafen van de begroting is opgenomen. Indien tijdens de realisatie is afgeweken van de kaders die zijn vastgelegd in het desbetreffende onderdeel van het in artikel 15 bedoelde beleid wordt daarop specifiek ingegaan, waarbij de reden van afwijking wordt vermeld.
Artikel 20. Uiteenzetting van de financiële positie
Aanvullend op het Waterschapsbesluit wordt bij het onderdeel financiering ook ingegaan op:
- a.
algemene interne en externe ontwikkelingen die van invloed zijn op de financieringsfunctie;
- b.
de relatie met de meerjarenraming;
- c.
de kasgeldlimiet;
- d.
de renterisiconorm.
Artikel 21. Bedrijfsvoering
Aanvullend op het Waterschapsbesluit wordt in deze paragraaf ook ingegaan op:
- a.
de plannen en voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid, zoals bedoeld in artikel 109a van de Waterschapswet, en de uitputting van de bijbehorende budgetten;
- b.
een toelichting op alle afwijkingen in rechtmatigheid, die in de rechtmatigheidsverantwoording zijn opgenomen, voor zover deze de rapportagegrens, zoals bedoeld in artikel 11 overschrijden en eventueel welke maatregelen worden genomen om deze afwijkingen in de toekomst te voorkomen;
- c.
een overzicht van en toelichting op niet-financiële onrechtmatigheden in verband met het niet naleven van bepalingen in de Wet financiering decentrale overheden en de bijbehorende ministeriële regelingen, als deze voorkomen;
- d.
rapportage van het veelvuldig niet naleven van normen uit de gids proportionaliteit en/of slechte documentatie of naleving hiervan, als deze voorkomen en
- e.
geconstateerde fraude door eigen medewerkers, als dit voorkomt.
6 Financiële organisatie en financieel beheer
Artikel 22. Administratie
Het dagelijks bestuur zorgt ervoor dat de administratie zodanig van opzet en werking is, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
- a.
het sturen en het beheersen van activiteiten en processen binnen GBLT;
- b.
het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa, voorraden, vorderingen, schulden, rechten, verplichtingen, ontvangsten, betalingen, kosten en opbrengsten;
- c.
het verschaffen van informatie over baten, lasten, prestaties, maatregelen en effecten aan budgethouders voor zowel de planning, de uitvoering als de verantwoording van de realisatie;
- d.
een doelmatig beheer van geldstromen en financiële posities;
- e.
een goede interne en externe informatievoorziening over de uitvoering van de financieringsfunctie;
- f.
het inzicht krijgen in en bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;
- g.
het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving
- h.
de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.
Artikel 23. Financiële administratie
Het dagelijks bestuur zorgt er voor dat:
- a.
de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoen aan het Waterschapsbesluit en andere relevante wet- en regelgeving;
- b.
de financiële administratie tijdig alle door het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur genomen besluiten waaraan financiële gevolgen verbonden zijn alsmede alle overige gegevens en stukken verstrekt krijgt die ten behoeve van een juiste verzorging van de financiële administratie, de verslaggeving en het beheer van de vermogenswaarden nodig is;
- c.
de vereiste informatie tijdig verstrekt wordt aan het rijk, de waterschappen en gemeenten, alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan GBLT.
Artikel 24. Organisatie en administratieve organisatie
-
1. Het dagelijks bestuur zorgt voor en legt (in besluiten) vast:
- a.
een eenduidige indeling van de organisatie van GBLT en een eenduidige toewijzing van de taken aan organisatorische eenheden;
- b.
een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;
- c.
de wijze waarop wordt gewaarborgd dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt;
- d.
de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;
- e.
de te maken afspraken met de verantwoordelijken voor organisatorische eenheden over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;
- f.
de regels voor de verlening van decharge over het gevoerde beheer van de organisatorische eenheden;
- g.
de interne regels (beleid ‘Inkoop en aanbesteding’) voor de inkoop en aanbesteding van werken, diensten en leveringen die waarborgen, dat wordt gehandeld in overeenstemming met de Europese en nationale regels ter zake;
- h.
regels die aangeven welke elementen in ieder geval moeten worden opgenomen in voorstellen voor investeringsbesluiten die aan het algemeen of dagelijks bestuur worden voorgelegd;
- a.
-
2. Het dagelijks bestuur actualiseert de in het eerste lid bedoelde organisatie en regeling zodra hiertoe aanleiding is.
-
3. Het dagelijks bestuur zendt de in het eerste lid bedoelde besluiten ter kennisneming aan het algemeen bestuur.
7 Slotbepalingen
Artikel 25. Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.
-
2. Deze verordening is van toepassing op de planning- & controldocumenten voor het begrotingsjaar 2025 en later, indien en voor zover deze documenten vastgesteld worden na inwerkingtreding van deze verordening.
-
3. De Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie van de Gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus – Tricijn 2016, als laatstelijk gewijzigd op 31 januari 2018, wordt ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening, met dien verstande dat deze wel van kracht blijft voor de planning- & controldocumenten voor het begrotingsjaar 2024 en eerder.
-
4. Deze verordening kan worden aangehaald als: Financiële verordening GBLT 2025.
Ondertekening
Zwolle, 4 december 2024,
voorzitter,
B.J. van Vreeswijk
directeur,
R.A.C. de Haan
Bijlage A: Activerings- en afschrijvingsbeleid bij artikel 16
Materiële vaste activa met een economisch nut worden niet geactiveerd als de verkrijgingsprijs minder dan € 50.000 bedraagt. Voor de categorieën ‘vervoermiddelen’ en ‘machines, apparaten en installaties’ bedraagt dit € 5.000.
De volgende activa worden lineair afgeschreven in:
-
Categorie bedrijfsgebouwen
- a.
10 jaar: renovatie, restauratie en aankoop bedrijfsgebouwen;
-
Categorie vervoermiddelen
- b.
6 jaar: dienstauto’s;
-
Categorie machines, apparaten en installaties
- c.
5 jaar: automatiseringsapparatuur en -infrastructuur;
- d.
3 jaar: laptops;
- e.
3 jaar: mobiele telefoons;
- f.
3 jaar: tablets
-
Categorie overige materiële vaste activa
- g.
10 jaar: kantoormeubilair;
- h.
5 jaar: software
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl