Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Putten

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Putten

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Putten,

gelet op artikel 2 lid 1 en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Putten 2022;

overwegende dat de gemeente Putten de volgende doelen heeft geformuleerd in het Beleidskader onderwijsachterstanden en voorschoolse voorzieningen gemeente Putten 2025-2028:

  • dat we alle kinderen in Putten kansen geven om zich te ontwikkelen;

  • dat we alle kinderen goed voorbereid laten beginnen aan hun schoolloopbaan en zo, samen met onze partners, al vroeg aandacht geven aan kinderen met een (risico op) ontwikkelings-/onderwijsachterstand;

  • dat kinderen die door omstandigheden een achterstand hebben of ontwikkelen de voorschoolse opvang faciliteren om deze te signaleren en tegen te gaan. De focus van de gemeentelijke inzet ligt bij de voorschoolse educatie voor peuters van 2 en 3 jaar;

  • door het aanbod van voorschoolse educatie een kind op jonge leeftijd in een uitdagende omgeving wordt gestimuleerd om te spelen, leren en ontdekken.

besluit:

vast te stellen de Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Putten.

Artikel 1: Begrippen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Algemene subsidieverordening:

    de Algemene subsidieverordening gemeente Putten 2022;

  • b.

    college:

    het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Putten;

  • c.

    gemeente:

    gemeente Putten;

  • d.

    houder:

    degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een kindercentrum exploiteert die staat geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang;

  • e.

    KOT:

    ouder(s) van peuters die recht heeft/hebben op de kinderopvangtoeslag van de rijksoverheid;

  • f.

    LRK:

    Landelijk Register Kinderopvang;

  • g.

    niet-KOT:

    ouder(s) van peuters die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

  • h.

    normtarief:

    het landelijk vastgestelde maximale uurtarief zoals jaarlijks vastgesteld in het Besluit kinderopvangtoeslag;

  • i.

    OAB:

    Onderwijsachterstandenbeleid;

  • j.

    OAB-partners:

    partijen waar we als gemeente mee samenwerken om de doelstellingen uit het Onderwijsachterstanden Beleid te behalen;

  • k.

    ouderbijdrage:

    de bijdrage die ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag moeten betalen aan de houder voor de afgenomen uren peuteropvang. Voor het bepalen van de ouderbijdrage wordt de systematiek en het maximale uurtarief die op Rijksniveau is vastgelegd in het Besluit kinderopvangtoeslag op overeenkomstige wijze toegepast;

  • l.

    ouders:

    ouder(s) of verzorger(s) van de peuter;

  • m.

    peuter:

    een kind in de leeftijd van 2 jaar tot 4 jaar, woonachtig in Putten;

  • n.

    peutermonitor:

    online webapplicatie die de gemeente en de aanbieder inzicht biedt in het aanbod, bereik en de financiën van de VVE;

  • o.

    peuteropvang:

    door een houder aangeboden (voorschoolse) opvang voor peuters met en zonder een VVE-indicatie die voldoet aan de wettelijke eisen die aan kinderopvang worden gesteld;

  • p.

    pleegkind:

    een kind dat door pleegouder(s) of in een gezinshuis als eigen kind wordt onderhouden en opgevoed;

  • q.

    voorschoolse educatie:

    voorschoolse educatie is voor peuters van 2 tot 4 jaar die baat hebben bij extra ondersteuning in hun ontwikkeling. Dit draagt bij aan een goede start op de basisschool;

  • r.

    VVE-indicatie:

    een door het consultatiebureau of, in het geval van statushouders door de gemeente, afgegeven verklaring dat een peuter aan de doelgroepdefinitie voldoet die in het beleidskader onderwijsachterstanden en voorschoolse voorzieningen gemeente Putten 2025-2028 staat omschreven om zo voor aanvullend voorschools aanbod in aanmerking te komen;

  • s.

    VVE-registratie:

    een kinderopvangvoorziening in de gemeente Putten, die aan de geldende wettelijke eisen van de wet Kinderopvang en de kwaliteitseisen uit het Besluit kwaliteit kinderopvang en het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie voldoet, en een VVE-aantekening in het Landelijk Register Kinderopvang heeft;

  • t.

    VVE-uurtarief:

    het uurtarief voor VVE-aanbod welke het college jaarlijks bepaalt.

Artikel 2: Doel van de subsidie

Deze subsidieregeling heeft als doelstelling voorschoolse educatie en peuteropvang te realiseren en te subsidiëren, zodat binnen de gemeente Putten gelijke en optimale ontwikkelingskansen voor alle kinderen van 2 tot 4 jaar zijn.

Artikel 3: Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt aan een houder die in Putten

  • 1.

    peuteropvang geeft aan kinderen van ouder(s) zonder recht op kinderopvangtoeslag of;

  • 2.

    voorschoolse educatie aanbiedt aan kinderen met een VVE-indicatie

Artikel 4: Weigeringsgronden

  • 1.

    In aanvulling op de artikelen 4:25 en 4:35 Awb en artikel 9 van de ASV kan een aanvraag geweigerd worden:

    • a.

      als niet aan de eisen in deze regeling en/ of alle wettelijke eisen voor kinderopvang en/of voorschoolse educatie wordt voldaan;

    • b.

      als een houder een dermate hoog uurtarief rekent of andere toelatingseisen invoert, die de algemene toegankelijkheid van de peuteropvang of voorschoolse educatie in gevaar brengt of dreigt te brengen.

  • 2.

    Een subsidieaanvraag voor voorschoolse educatie kan geweigerd worden als de houder:

    • a.

      voorschoolse educatie aanbiedt die niet voldoet aan de kwaliteitseisen zoals benoemd in de Wet kinderopvang;

    • b.

      geen uitvoering geeft aan de Samenwerkings- en resultaatafspraken gemeente Putten 2025-2028 over Voor- en Vroegschoolse Educatie die gemeente en OAB-partners in Putten aangaan voor de beleidsperiode 2025-2028.

Artikel 5: Doelgroep

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan een voorziening voor kinderopvang in de gemeente Putten die aan de geldende wettelijke eisen voldoet en in het Landelijk Register Kinderopvang zijn opgenomen met een VVE-registratie.

Artikel 6: Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

De hoogte van de subsidie voor peuters zonder VVE-indicatie

  • 1.

    De hoogte van de subsidie voor peuteropvang ten behoeve van peuters zonder VVE-indicatie wordt berekend door het daadwerkelijke aantal uren dat de peuters bij de opvang aanwezig is te vermenigvuldigen met het voor de peuters geldende normtarief, waarop de ouderbijdrage in mindering is gebracht.

  • 2.

    Het daadwerkelijke aanwezige aantal uren op de peuteropvang bedraagt voor peuters zonder VVE-indicatie maximaal 320 uren per jaar.

De hoogte van de subsidie ten behoeve van peuters met VVE-indicatie

  • 1.

    De hoogte van de subsidie voor peuteropvang ten behoeve van peuters met VVE-indicatie van niet-KOT-ouders wordt berekend door het daadwerkelijke aantal uren dat de peuters bij de opvang aanwezig is, tot maximaal 320 uren per peuter, te vermenigvuldigen met het VVE-uurtarief, waarop de ouderbijdrage in mindering is gebracht.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie voor peuteropvang ten behoeve van peuters met VVE-indicatie van KOT-ouders wordt berekend door het daadwerkelijke aantal uren dat de peuters bij de opvang aanwezig is, tot maximaal 320 uren per peuter, te vermenigvuldigen met het VVE-uurtarief, waarop het normtarief in mindering is gebracht.

  • 3.

    De hoogte van de subsidie zoals berekend in het eerste en tweede lid wordt vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend door het daadwerkelijke aantal aanwezige uren in de opvang, voor zover dit meer dan 320 en minder dan 640 uren bedraagt, te vermenigvuldigen met het VVE-uurtarief.

  • 4.

    De hoogte van de subsidie zoals berekend in het eerste en tweede lid wordt vermeerderd met het bedrag dat wordt berekend door het daadwerkelijke aantal VVE-geïndiceerde en ingeschreven peuters te vermenigvuldigen met een door het college jaarlijks vast te stellen uurtarief dat is gemoeid met de inzet van 10 uur Pedagogisch beleidsmedewerker per peuter per jaar.

  • 5.

    Wanneer een VVE-indicatie is afgegeven voor een pleegkind wordt bij de berekening van de hoogte van de subsidie als bedoeld in de vorige leden geen ouderbijdrage in mindering gebracht.

Artikel 7: Subsidiabele kosten

  • 1.

    Het college stelt jaarlijks voor 1 oktober het subsidiabel VVE-uurtarief voor voorschoolse educatie vast.

  • 2.

    Het college stelt jaarlijks voor 1 oktober het subsidiebedrag per uur van de Pedagogisch beleidsmedewerker vast.

Artikel 8: Verplichtingen

  • 1.

    De houder aan wie subsidie is verleend voldoet aan de wettelijke vereisten en criteria van de Wet Ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie, de Wet op het primair onderwijs, de Wet kinderopvang, het Besluit Basisvoorwaarden Kwaliteit Voorschoolse Educatie en het gemeentelijke beleid voor de voorschoolse educatie.

  • 2.

    De houder aan wie de subsidie is verleend rapporteert per kwartaal - door middel van de Peutermonitor - aan de gemeente cumulatief per geplaatste gesubsidieerde peuter de volgende gegevens:

    • a.

      klantnummer;

    • b.

      startdatum;

    • c.

      einddatum, indien relevant;

    • d.

      LRK-nummer en adres;

    • e.

      KOT/niet-KOT;

    • f.

      VVE indicatie ja/nee;

    • g.

      soort inkomenstoets;

    • h.

      % ouderbijdrage.

  • 3.

    De houder aan wie de subsidie is verleend is verplicht om medewerking te verlenen aan controles op door ouders verstrekte inkomensgegevens.

Artikel 9: Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2025.

  • 2.

    De regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Putten.

Putten, 24 september 2024

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van Putten,

de secretaris,

mr. F.E. Contant

de burgemeester,

H.A. Lambooij