Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728797
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728797/1
Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting 2025
Geldend van 12-12-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting 2025De raad van de gemeente Barneveld;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 3736E;
gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van forensenbelasting 2025
Artikel 1. Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.
Artikel 2. Belastbaar feit en belastingplicht
-
1. Onder de naam ‘forensenbelasting' wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een woning binnen de gemeente beschikbaar houden.
-
2. Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
-
3. Indien er samenloop is tussen de belastingplicht van de forensenbelasting en die van de toeristenbelasting, wordt er uitsluitend forensenbelasting geheven.
Artikel 3. Vrijstellingen
Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.
Artikel 4. Maatstaf van heffing
-
1. Indien de woning deel uitmaakt van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken en waarvoor op grond van hoofdstuk IV van die Wet voor die onroerende zaak een waarde is vastgesteld, wordt de belasting geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen, zoals die voor het belastingobject geldt voor het tijdvak waarvoor de forensenbelasting wordt geheven.
-
2. In afwijking van het eerste lid wordt de belasting geheven naar een vast bedrag per woning indien;
- a.
de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld onder toepassing van artikel 16, onderdeel e van de Wet waardering onroerende zaken of;
- b.
de woning geen deel uitmaakt van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken of;
- c.
geen heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen is vastgesteld.
- a.
Artikel 5. Belastingtarief
-
1. In geval van artikel 4 eerste lid bedraagt het tarief van de belasting bij een heffingsmaatstaf van:
- a.
€ 87.000,- of minder € 238,50;
- b.
Meer dan € 87.000,- € 238,50
vermeerderd met 0,93% van het bedrag waarmee de heffingsmaatstaf een bedrag van € 87.000,- te boven gaat. Met dien verstande dat per woning een maximumbedrag geldt van € 1.168,00;
- a.
-
2. Het vaste bedrag als bedoeld in artikel 4 tweede lid bedraagt € 238,50.
Artikel 6. Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7. Wijze van heffing
De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.
Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld
De belasting is verschuldigd op het moment dat de gemeubileerde woning meer dan 90 dagen in het belastingjaar beschikbaar is gehouden als bedoeld in artikel 2.
Artikel 9. Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moet een aanslag worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de derde maand volgend op die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
-
2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
Artikel 10. Kwijtschelding
Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 11. Inwerkingtreding en citeerartikel
-
1. De ‘Verordening forensenbelasting 2024 van 8 november 2023, nr. 3037B, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
-
4. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening forensenbelasting 2025’.
Ondertekening
Vastgesteld in de openbare vergadering van 13 november 2024.
De raad voornoemd,
de griffier,
de voorzitter,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl