Subsidieregeling cofinanciering LEADER 2023 – 2027 gemeente Zeewolde

1. Deze regeling heeft uitsluitend betrekking op subsidieverlening in de zin van gemeentelijke cofinanciering ten behoeve van LEADER-projecten die passen binnen de LOS Flevoland 2023 – 2027.

2. Van deze regeling kunnen slechts aanvragers gebruik maken die:

• a.

  Een LEADER-project uitvoeren dat (mede) in de gemeente Zeewolde plaatsvindt, en

• b.

  Een rechtspersoon, een natuurlijk persoon of een samenwerkingsverband zijn die aantoonbaar een groep inwoners van de gemeente Zeewolde vertegenwoordigt

1. De Asv is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling nadrukkelijk wordt afgeweken;

2. De subsidies die op grond van deze regeling worden verleend zijn aan te merken als eenmalige subsidies;

3. Bij (het voornemen tot) gemeentelijke subsidieverlening wordt aan de aanvrager een ‘Verklaring van cofinanciering’ afgegeven;

4. Uitbetaling van de gemeentelijke subsidie verloopt via de RVO of via het subsidiebureau van de Provincie Flevoland;

5. Bij een gemeentelijke subsidieverlening van meer dan € 5.000,- dient de subsidieontvanger overeenkomstig de ASV (ook) een aanvraag tot vaststelling in te dienen bij het college van B&W.

1. Het college van B&W verleent alleen subsidie voor Leaderprojecten en activiteiten die:

• a.

  Binnen de lokale ontwikkelingsstrategie (LOS) LEADER Flevoland 2023-2027 passen of die binnen de Nadere regels Kleine projecten LEADER Flevoland 2023 -2027 passen;

• b.

  Niet strijdig zijn met gemeentelijke regels of beleid en;

• c.

  Uitgevoerd worden in de gemeente Zeewolde of die mede ten gunste zijn van de gemeente Zeewolde en haar ingezetenen.

2. Het college van B&W verleent een gemeentelijke subsidie alleen als ook door de RVO of door de Provincie Flevoland een subsidie wordt verleend;

3. Een LEADER-project waarbij blijvende fysieke voorzieningen in de gemeentelijke openbare ruimte worden geplaatst zoals bankjes, borden of speeltoestellen, komen alleen voor subsidie in aanmerking als er een schriftelijke overeenkomst met de gemeente wordt gesloten met afspraken over de wijze waarop het eigendom, het beheer en de verantwoordelijkheid van die objecten is geregeld, inclusief de kostenverdeling daarvan.

4. Een LEADER-project komt alleen voor subsidie in aanmerking wanneer de aanvrager zelf alle benodigde vergunningen, ontheffingen en toestemmingen met de gemeente en/of andere partijen heeft of die zal verkrijgen.

1. De hoogte van de gemeentelijke subsidie kan ten hoogste het bedrag zijn dat op basis van de LOS Flevoland 2023 – 2027, het provinciale openstellingsbesluit of de nadere regels Kleine projecten LEADER Flevoland 2023 – 2027 als gemeentelijke cofinanciering nodig is om voor een LEADER-subsidie in aanmerking te komen;

2. Het college van B&W kan besluiten om een lager subsidiebedrag toe te kennen dan de aanvrager heeft aangevraagd of die nodig is om voor een LEADER-subsidie in aanmerking te komen.

1. Iedere aanvraag om een gemeentelijke LEADER-subsidie moet vergezeld zijn van een projectplan met bijlagen zoals nodig is op grond van de LOS, het provinciale openstellingsbesluit of de Nadere regels Kleine projecten LEADER Flevoland 2023 – 2027;

2. Daarnaast kan het college van B&W om aanvullende informatie vragen ter beoordeling van het verzoek om een subsidie, waaronder:

• a.

  Een beschrijving waaruit blijkt welke vergunningen, toestemmingen en overige juridische zaken nodig zijn en hoe ver de processen zijn om die zaken te regelen;

• b.

  Financiële informatie waaruit blijkt dat het project of de activiteit waarvoor LEADER-subsidie wordt gevraagd duurzaam in stand gehouden kan worden;

• c.

  Overige informatie die nodig is bij de beoordeling van de aanvraag om een gemeentelijke subsidie en de Verklaring van cofinanciering.

3. De stand van de reserves hoeft in afwijking van artikel 7, lid 2 sub d Asv niet te worden opgegeven omdat het eigen vermogen van de aanvrager niet wordt getoetst.

1. Het subsidieplafond voor deze subsidieregeling bedraagt in totaal € 110.000,-.

2. Binnen het subsidieplafond is 45% beschikbaar voor gemeentelijke subsidies op basis van de Kleine projectenregeling en 55% voor reguliere (grote) LEADER-projecten op basis van de LOS.

3. Het college van B&W kan beslissen om het percentage als genoemd in het tweede lid tussentijds te wijzigen.

4. Indien op basis van aanvragen het subsidieplafond eerder wordt bereikt dan deze LEADER-periode is verstreken, kan het college beslissen het plafond tussentijds te verhogen.

1. Het college maakt gebruik van zijn bevoegdheden zoals omschreven in artikel 9 van de Asv en beslist afwijzend op de aanvraag om een subsidie als één of meer van de daarin vermelde weigeringsgronden van toepassing is of zijn.

2. Daarnaast kan het college de subsidie weigeren als:

• a.

  Het subsidieplafond is bereikt;

• b.

  De subsidieaanvrager niet alle door het college verlangde documenten of toelichtingen daarop verstrekt;

• c.

  Uit de aanvraag blijkt dat niet wordt of niet kan worden voldaan aan de eisen als bedoeld in deze regeling;

• d.

  Sprake is van ongeoorloofde staatssteun;

• e.

  De aanvrager in staat van faillissement verkeert, dan wel aan hem surséance van betaling is verleend, dan wel een aanvraag voor faillissement of surséance loopt, of aan hem een uitstaand bevel tot terugvordering van staatssteun is gegeven;

• f.

  De aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met het algemeen belang of de openbare orde;

• g.

  In het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige informatie is verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zou hebben of heeft geleid.

3. De subsidie kan geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken als:

• a.

  In het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige informatie is verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag heeft geleid;

• b.

  Achteraf komt vast te staan dat zich een weigeringsgrond als omschreven in het eerste lid en tweede lid heeft voorgedaan;

• c.

  De activiteit of ontwikkeling waarvoor een subsidie is verstrekt niet of niet volledig heeft plaatsgevonden;

• d.

  De RVO dan wel de Provincie Flevoland de subsidie geheel of gedeeltelijk intrekken;

4. De subsidie wordt (deels) teruggevorderd als de subsidie (deels) is ingetrokken.

1. De subsidie bedraagt ten hoogste de benodigde gemeentelijke subsidie die als cofinanciering nodig is om voor de LEADER-subsidie (regulier of op basis van de Kleine projectenregeling) in aanmerking te komen;

2. Op basis van artikel 1e van het F-tb wordt in deze regelging afgeweken van de toetsing van het vrij besteedbaar eigen vermogen indien de aangevraagde subsidie wordt ingezet als cofinanciering ten behoeve van een LEADER-project of activiteit op basis van de LOS; de hoogte van het vrij besteedbaar eigen vermogen heeft geen invloed op de hoogte van de gemeentelijke subsidie.

1. Voor de subsidieverantwoording en vaststelling van de gemeentelijke subsidie dient (ook) een aanvraag om subsidievaststelling te worden ingediend bij het college van B&W.

2. Ten behoeve van de subsidievaststelling als bedoeld in het eerste lid is de aanvrager verplicht:

• a.

  Alle stukken die zijn ingediend bij de RVO of bij de provincie Flevoland ten behoeve van de vaststelling in te dienen bij de gemeentelijke subsidieverantwoording;

• b.

  Een nadere toelichting te verstrekken waaruit blijkt dat is of wordt voldaan aan de voorwaarden en/of verplichtingen die zijn verbonden aan de gemeentelijke subsidie;

• c.

  Indien een verantwoording aan de RVO of het provinciale subsidiebureau niet beschikbaar is of niet nodig is, dient bij de aanvraag om vaststelling van de gemeentelijke subsidie de in artikel 17 ASV genoemde gegevens te worden overlegd.

1. In alle gevallen waarin deze subsidieregeling niet voorziet of onduidelijk is beslist het college;

2. Het college kan deze subsidieregeling in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepaling te dienen doelen.