Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728712
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728712/1
Beleidsregels Gedenkmonumenten gemeente Buren november 2024
Geldend van 10-12-2024 t/m heden
Intitulé
Beleidsregels Gedenkmonumenten gemeente Buren november 20241. Inleiding
Steeds vaker komt het voor dat nabestaanden van een overleden verkeersslachtoffer langs de openbare weg een gedenkmonument ter nagedachtenis aan het slachtoffer plaatsen. Een gedenkmonument kan een bermmonument, gedenktegel of gedenkteken zijn. Op deze wijze willen nabestaanden uiting geven aan hun gevoelens na het verlies van een dierbare door een verkeersongeval.
Wij hebben hier begrip voor. Uit respect voor nabestaanden is deze uitingsvorm altijd door de gemeente geaccepteerd. Dat neemt niet weg dat een gedenkmonument langs de weg ook tot verkeersonveilige situaties kan leiden en/of hinderlijk bij het onderhoud van de weg. Om die reden is de algemene regel in de APV dat voor het plaatsen van voorwerpen of zaken op de weg een vergunning is vereist. Dit geldt niet voor het plaatsen van voorwerpen of zaken op de weg die overeenkomen met de functie van de weg. Daarnaast kunnen gedenkmonumenten emoties oproepen bij voorbijgangers, die hier juist niet geconfronteerd mee willen worden.
De gemeente is verantwoordelijk voor het wegbeheer (van gemeentelijke wegen) en voor het beheer van de openbare ruimte. Het is onze taak om het plaatsen van gedenkmonumenten goed te regelen, zeker nu dit vaker voorkomt.
De gemeente is zeer terughoudend met het toestaan van voorwerpen e.d. in de berm van de weg. Vanwege de betekenis van gedenkmonumenten voor nabestaanden is de gemeente bereid om een uitzondering te maken. Hierbij is het belangrijk dat nabestaanden zich houden aan de beleidsregels die hiervoor gelden.
De minister van Verkeer en Waterstaat heeft in 2004 al richtlijnen vastgesteld voor de plaatsing van gedenkmonument en roept andere wegbeheerders op om deze richtlijnen over te nemen. Het betreft richtlijnen zoals hieronder opgesomd:
- •
zoveel mogelijk toestemming verlenen;
- •
een gedenkmonument mag alleen daar geplaatst en bezocht worden waar het de verkeersveiligheid niet in gevaar brengt;
- •
per gedenkmonument wordt bepaald hoelang het mag blijven staan;
- •
gedenkmonument mogen geen belemmering opleveren voor werkzaamheden aan de weg;
- •
de kosten voor het maken, het plaatsen en het onderhoud van het gedenkmonument zijn voor rekening van de nabestaanden.
Ook in de gemeente Buren willen we deze richtlijnen van de minister aanhouden en zijn gedenkmonumenten langs de openbare weg toegestaan mits nabestaanden zich houden aan de beleidsregels. In deze beleidsnotitie stellen we de beleidsregels voor het plaatsen van gedenkmonumenten langs de openbare weg vast en
2. Juridisch kader
De gemeente is op grond van de Wegenwet verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van gemeentelijke wegen. Deze verantwoordelijkheid betekent al dat de gemeente de zorg heeft voor veiligheid op gemeentelijke wegen.
Met het oog op verkeersveiligheid en een doelmatig en veilig gebruik van de weg is in artikel 2.10 van de Algemene Plaatselijke Verordening bepaald dat het verboden is om zonder vergunning van burgemeester en wethouders de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig met de publieke functie ervan. Dit betekent dat voor het plaatsen van voorwerpen en zaken die niet op de weg thuishoren een vergunning moet worden aangevraagd.
Op grond van lid 2 van artikel 2.10 kan het college in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving verdere regels opstellen voor de aanwezigheid van gedenkmonumenten.
Op grond van lid 3 van artikel 2.10 kunnen burgemeester en wethouders voor bepaalde vormen van gebruik van de weg vrijstelling van het bovenstaande verbod verlenen of hiervoor een meldingsplicht invoeren onder het stellen van algemene regels.
Om nabestaanden zo weinig mogelijk met regels en vergunningsprocedures te belasten, gelden met toepassing van artikel 2.10 lid 3 voor het plaatsen van gedenkmonumenten alleen algemene voorschriften in combinatie met een meldingsplicht.
Deze melding is belangrijk voor het beheer en onderhoud van wegen. Op deze manier weet de gemeente op welke locaties gedenkmonumenten zijn geplaatst. Bij eventuele verplaatsing van een gedenkmonument kan het voor de gemeente belangrijk zijn om te weten wie de contactpersoon is.
3. Algemene beleidsregels
-
1. De plaatsing en aanwezigheid van een gedenkmonumenten wordt altijd in goed overleg met de gemeente bepaald en is volledig voor risico van degene(n) die het gedenkmonument plaatst; de gemeente aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade aan het gedenkmonument.
De kosten voor het maken en plaatsen van een gedenkmonument zijn voor rekening van degene(n) die een gedenkmonument wil plaatsen.
Toelichting:
De kans bestaat dat het gedenkmonument door derden beschadigd of vernield wordt. De gemeente is hiervoor niet aansprakelijk. De kosten van het herstellen van een gedenkmonument zijn voor rekening van degene(n) die een gedenkmonument wil plaatsen.
In goed overleg met de gemeente wordt de locatie bepaald.
-
2. Degene(n) die het gedenkmonument plaatst (na goedkeuring van de locatie door de gemeente), is verantwoordelijk voor het onderhoud van het gedenkmonument en de naleving van deze regels.
Toelichting:
Het is belangrijk dat een gedenkmonument keurig onderhouden wordt en geen verwaarloosde indruk maakt. Hiervoor is degene(n) die het gedenkmonument geplaatst heeft zelf verantwoordelijk. Hetzelfde geldt voor de naleving van deze regels.
-
3. Het gedenkmonument moet op gelijk hoogte van het maaiveld en trottoir liggen. Verder mag het geen licht geven, geen flikkerende of bewegende beelden bevatten en mogen er geen kaarsen worden geplaatst. Daarnaast mag het gedenkmonument maximaal de volgende afmetingen (bxdxh) hebben:
Gedenksteen: 30 x 30 x 30 cm
Gedenktegel: 30 x 30 x 10 cm
Toelichting:
Een gedenkmonument moet in grootte, constructie en vormgeving van beperkte omvang zijn om te voorkomen dat het weggebruikers afleidt en daarmee een gevaar voor het verkeer vormt.
Dit betekent dat het gedenkmonument in vorm, kleur en vooral grootte niet dominant in de omgeving aanwezig mag zijn.
-
4. Het gedenkmonument moet minimaal 1 meter uit de rijbaan worden geplaatst en veilig te benaderen zijn.
Toelichting:
In het belang van de verkeersveiligheid moet een minimumafstand van één meter tot de rijbaan worden aangehouden. Als het mogelijk is, heeft het de voorkeur dat het gedenkmonument nog verder van de wegrand wordt geplaatst.
Weggebruikers die per ongeluk in de berm belanden, moeten niet gelijk in aanraking kunnen komen met een gedenkmonument. Vooral in bochten van een weg moet rekening worden gehouden met de locatie van een gedenkmonument. Plaatsing aan de binnenkant van de bocht heeft de voorkeur.
Verder moet het gedenkmonument veilig te benaderen zijn voor nabestaanden en belangstellenden. Bijvoorbeeld als het gaat om onderhoud of het bezoeken van het monument op bijzondere momenten of dagen. Het moet voorkomen worden dat hierdoor gevaarlijke situaties ontstaan.
-
5. Plaatsing van een gedenkmonument op een viaduct, in de middenberm van de weg of op een vluchtheuvel is niet toegestaan. Hetzelfde geldt voor het bevestigen van gedenkmonumenten aan bomen, verkeerstekens en lantaarnpalen. In alle andere gevallen moet per locatie in overleg met de gemeente bepaald worden wat toegestaan is.
Toelichting:
Deze regel is opgenomen om te voorkomen dat weggebruikers door een gedenkmonument afgeleid worden, doordat deze geplaatst of bevestigd is op plekken of aan voorzieningen die hiervoor niet bedoeld zijn.
-
6. Per locatie is slechts één gedenkmonument toegestaan.
Toelichting:
De ruimte voor de plaatsing van een gedenkmonument is vaak zodanig beperkt dat er geen plek is om meerdere gedenkmonumenten te plaatsen. Bovendien leiden meerdere gedenkmonumenten de weggebruiker te veel af. Het is ook niet de bedoeling dat een gedenkmonument het karakter van een grafmonument krijgt. Dat hoort thuis op een begraafplaats en past niet in de berm van de weg.
-
7. Het gedenkmonument is voor een periode van 5 jaar toegestaan. Deze periode kan op verzoek van nabestaanden met maximaal 2 keer 5 jaar worden verlengd onder voorwaarde dat het monument netjes wordt onderhouden.
Toelichting:
De behoefte aan een gedenkmonument bij nabestaanden is vooral de eerste tijd na het ongeval aanwezig. Daarnaast past het ook niet bij de functie van de weg om gedenkmonumenten voor de lange termijn toe te staan. Net als bij veel andere gemeenten is daarom gekozen voor een tijdsduur van 5 jaar voor de aanwezigheid van een gedenkmonument. Deze termijn kan op verzoek van de nabestaanden maximaal 2 keer met 5 jaar worden verlengd mits het netjes onderhouden is. Het verlengen gebeurt altijd in overleg met de gemeente.
-
8. Na afloop van de termijn dienen de nabestaanden, die het gedenkmonument hebben geplaatst, deze zelf te verwijderen. Gebeurt dit niet, dan verwijdert de gemeente het gedenkmonument op kosten van degene die het heeft geplaatst.
Toelichting:
Degene die het gedenkmonument heeft geplaatst, dient dit na afloop van de termijn ook zelf te verwijderen. Dit is geen gemeentelijke taak.
-
9. Bij wegonderhoud of -werkzaamheden dienen nabestaanden het gedenkmonument uiterlijk een week voor de start van de werkzaamheden weg te halen. Als de werkzaamheden klaar zijn mag het gedenkmonument weer teruggeplaatst worden door de nabestaanden.
Toelichting:
Als het gedenkmonument niet op tijd is weggehaald, is de gemeente gerechtigd het gedenkmonument te verwijderen. Het gedenkmonument wordt niet opgeslagen en ook niet teruggeplaatst door de gemeente. De gemeente is niet aansprakelijk voor opgelopen schade en/of kosten.
Als door verandering aan de weg het terugplaatsen van het gedenkmonument niet mogelijk is, gaat de gemeente met de nabestaanden in overleg over de verplaatsing van het gedenkmonument.
-
10. Bij calamiteiten is de gemeente gerechtigd het gedenkmonument te verwijderen. De gemeente is dan niet aansprakelijk voor de eventuele opgelopen schade. De nabestaanden kunnen het gedenkmonument ophalen bij de gemeente en zelf weer terugplaatsen.
Toelichting:
Het kan voorkomen dat het gedenkmonument vanwege een calamiteit direct verwijderd moet worden. Het terugplaatsen dient door de nabestaanden te gebeuren. Als terugplaatsen vanwege veranderingen aan de weg niet mogelijk is, gaat de gemeente in overleg met de nabestaanden om de mogelijkheid van verplaatsing te bespreken of een andere oplossing te vinden.
-
11. Indien er geen onderhoud aan het gedenkmonument (meer) plaatsvindt, is de gemeente gerechtigd het gedenkmonument te verwijderen op kosten van degene die het geplaatst heeft.
Toelichting:
De gemeente hecht waarden aan een goede en nette uitstraling van de openbare ruimte. Als er geen onderhoud aan het gedenkmonument meer plaatsvindt en het gedenkmonument een verwaarloosde indruk maakt, verwijdert de gemeente het gedenkmonument.
-
12. Voor bestaande gedenkmonumenten gelden de volgende overgangsregels:
- •
Indien wordt voldaan aan de hiervoor vermelde regels mag het gedenkmonument blijven staan of liggen. Deze dienen goed onderhouden te zijn en te blijven en de verkeersveiligheid niet in gevaar te brengen.
- •
Indien niet aan de hiervoor vermelde regels wordt voldaan moet het gedenkmonument binnen 2 maanden na vaststelling van deze regels worden aangepast of verwijderd.
Toelichting:
Als een gedenkmonument niet voldoet aan de gestelde regels en binnen 2 maanden niet is aangepast of verwijderd, dan verwijdert de gemeente het gedenkmonument op kosten van degene die het geplaatst heeft.
-
13. Mocht het gedenkmonument ondanks deze regels toch zorgen voor verkeersonveilige situaties, dan gaat de gemeente met degene die het gedenkmonument geplaatst heeft in overleg over aanpassing of verplaatsing van het gedenkmonument.
Toelichting:
Het kan voorkomen dat de aanwezigheid een gedenkmonument, ondanks dat de regels correct zijn nageleefd, toch tot gevaarlijke situaties leidt. In dat geval is het wenselijk dat het gedenkmonument een andere plek krijgt of wordt aangepast. De gemeente gaat dan met de nabestaanden hierover in overleg.
-
14. In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien beslist zo nodig het college van burgemeester en wethouders.
Toelichting:
Er kunnen zich altijd onvoorziene situaties voordoen waarmee in deze beleidsnotitie geen rekening is gehouden. In dat geval beslist het college hoe te handelen.
4. Bloemen
Bloemen mogen zonder melding bij de gemeente in de berm worden neergelegd, maar wel op een manier dat het verkeer hier geen hinder van ondervindt of in gevaar wordt gebracht.
Nabestaanden zijn verantwoordelijk voor een verzorgde aanblik en het verwijderen van uitgebloeide bloemen.
5. Precariobelasting
Voor het plaatsen en aanwezig hebben van een gedenkmonument worden geen precariorechten in rekening gebracht.
6. Provinciale wegen
Deze beleidsregels zijn alleen van toepassing op straten en wegen die in beheer en onderhoud zijn van de gemeente Buren. De regels zijn niet van toepassing op de provinciale wegen. De provincie Gelderland is verantwoordelijk voor de provinciale wegen, die door de gemeente Buren lopen.
Ondertekening
Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Buren op 26-11-2024.
Burgemeester en wethouders van Buren,
de secretaris,
H. Verhoef
de burgemeester,
H.M. Ostendorp
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl