Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728707
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728707/1
Algemene subsidieverordening De Ronde Venen
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Algemene subsidieverordening De Ronde VenenDe raad van de gemeente De Ronde Venen;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
BESLUIT:
Vast te stellen de volgende verordening: Algemene subsidieverordening De Ronde Venen.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- -
Awb: Algemene wet bestuursrecht;
- -
bestemmingsreserve: reserve ter dekking van een vooraf vastgestelde bestemming, passend binnen de doelstelling van een organisatie;
- -
college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen;
- -
de-minimissteun: steun die wordt verstrekt op basis van Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 352/1); Verordening (EU) nr. 2019/316 van de Commissie tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de landbouwproductiesector (PbEU L 51 I/1); Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (PbEU L 190/45), of Verordening (EU) 2018/1923 van de Commissie van 7 december 2018 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen (PbEU L 313/2);
- -
eigen vermogen: het vermogen van een organisatie, vermeld op de balans van een organisatie, niet zijnde vreemd vermogen en voorzieningen, onder aftrek van bestemmingsreserves, maar inclusief egalisatiereserves;
- -
egalisatiereserve: reserve waarvan ten gunste onderscheidenlijk ten laste het verschil tussen de vastgestelde subsidie en de werkelijke kosten van de activiteiten waarvoor subsidie werd verleend, komt. Ook wel schommelreserve genoemd;
- -
Europees steunkader: een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, besluit of vrijstellingsverordening op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie of de Raad van de Europese Unie, gelet op de artikelen 106, derde lid, 107,108 of 109 van het Verdrag heeft vastgesteld, waaronder de Algemene groepsvrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 2017/1084 van de Commissie tot wijziging van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 156/1); de Landbouw vrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 193/1); en de Visserij vrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 1388/2014 van de Commissie van 16 december 2014 waarbij bepaalde categorieën steun voor ondernemingen die actief zijn in de productie, de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten, op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 369/37);
- -
incidentele subsidies: subsidies verstrekt voor incidentele activiteiten die niet behoren tot de reguliere activiteiten van de subsidieaanvrager. Let wel: dit betreft niet de subsidie voor incidentele gevallen als benoemd in artikel 4:23, derde lid, sub d, van de Awb;
- -
onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent;
- -
raad: gemeenteraad van de gemeente De Ronde Venen;
- -
social return on investment: bieden van werkgelegenheid aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt of jongeren zonder startkwalificatie en het bevorderen van maatschappelijke participatie van kansarme, kwetsbare en inactieve inwoners;
- -
structurele subsidies: subsidies verstrekt voor reguliere activiteiten van de subsidieaanvrager die bijdragen aan de gemeentelijke beleidsdoelen;
- -
Verdrag: Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Artikel 2. Reikwijdte verordening
-
1. Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college op de activiteiten binnen de volgende beleidsterreinen, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen en subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de Awb (subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is).
- a.
algemeen bestuur;
- b.
openbare orde en veiligheid;
- c.
verkeer, vervoer en waterstaat;
- d.
economische zaken;
- e.
onderwijs;
- f.
cultuur en recreatie;
- g.
sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening;
- h.
volksgezondheid;
- i.
milieu;
- j.
ruimtelijke ordening en volkshuisvesting.
- a.
-
2. Ten aanzien van subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, sub c van de Awb is deze verordening eveneens van toepassing.
-
3. Ten aanzien van subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, sub a, b en d, van de Awb (subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is) kan het college bepalen dat deze verordening geheel of gedeeltelijk van toepassing is.
Artikel 3. Subsidieregelingen
Het college kan bij nadere regeling (hierna te noemen: subsidieregeling) vaststellen welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie en onder welke voorwaarden. Hierin kan tevens worden bepaald welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen, de wijze van verdeling van de betrokken subsidie, hoe de subsidie wordt berekend en hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald.
Artikel 4. Europees steunkader
-
1. Voor zover dat ten behoeve van het voldoen aan een Europees steunkader noodzakelijk is, kan het college bij subsidieregeling afwijken van deze verordening en deze aanvullen.
-
2. Bij subsidieregelingen waarbij is bepaald dat toepassing kan worden gegeven aan een Europees steunkader, verwijst de subsidieregeling naar het desbetreffende steunkader.
-
3. Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, verwijst de verleningsbeschikking naar de toepasselijke bepalingen van het steunkader.
-
4. Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen de activiteiten, doelstellingen, resultaten en kosten voor vergoeding in aanmerking die voldoen aan de eisen van het desbetreffende steunkader.
-
5. Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen ondernemingen alleen in aanmerking voor zover de subsidieverstrekking voldoet aan de voorwaarden van het desbetreffende steunkader.
Artikel 5. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud
-
1. Het college kan subsidieplafonds vaststellen. In dat geval bepalen zij bij subsidieregeling de wijze van verdeling van de betrokken subsidie.
-
2. Het college kan een subsidieplafond verlagen als:
- a.
Het plafond wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd; en
- b.
de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd.
- a.
-
3. Bij de bekendmaking van een subsidieplafond dat kan worden verlaagd overeenkomstig het vorige lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.
-
4. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.
Artikel 6. Aanvraag
-
1. Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college. Als hiervoor een aanvraagformulier is vastgesteld geschiedt dit met gebruikmaking daarvan.
-
2. Bij de aanvraag legt de aanvrager in ieder geval de volgende gegevens over:
- a.
een beschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd;
- b.
de doelen en resultaten welke met die activiteiten worden nagestreefd, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen;
- c.
een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten van de activiteiten, waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;
- d.
als de aanvrager een onderneming is:
- i.
een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd;
- ii.
een verklaring als bedoeld in de de-minimisverordening (de-minimisverklaring).
- i.
- e.
als het een structurele subsidie betreft die aan een rechtspersoon wordt verstrekt, de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag;
- f.
bij geconsolideerde jaarverslagen of jaarverslagen met een scope welke breder is dan de activiteiten binnen gemeente De Ronde Venen, dient de aanvrager het jaarverslag inclusief accountantsverklaring te overleggen. Aanvullend worden de cijfers welke betrekking hebben op de activiteiten binnen gemeente De Ronde Venen overlegd.
- a.
-
3. Bij subsidies hoger dan € 10.000 wordt bij de subsidieaanvraag de balans van de organisatie van het voorgaande jaar en een bestedingsplan van de bestemmingsreserves overgelegd.
-
4. Indien een rechtspersoon voor de eerste maal subsidie aanvraagt, wordt een exemplaar van de oprichtingsakte, of de statuten, alsmede het jaarverslag, de jaarrekening of de balans van het voorgaande jaar als bijlagen toegevoegd bij de aanvraag.
-
5. Bij subsidies meer dan € 100.000 is de subsidieontvanger verplicht om bij de subsidieaanvraag aan te geven, dat zij, en op welke wijze de organisatie invulling geeft aan social return on investment.
-
6. Bij subsidieregeling kan van voorgaande leden worden afgeweken.
Artikel 7. Aanvraagtermijn
-
1. Een aanvraag om structurele subsidie wordt ingediend tussen 1 juni en 1 september, in het jaar voorafgaand aan het jaar, of de jaren, waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.
-
2. Een aanvraag om incidentele subsidie wordt uiterlijk 8 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd, ingediend.
-
3. Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.
Artikel 8. Beslistermijn
-
1. Het college beslist op een subsidieaanvraag als bedoeld in artikel 7, eerste lid, uiterlijk op 1 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.
-
2. Het college beslist op een subsidieaanvraag als bedoeld in artikel 7, tweede lid, binnen 8 weken nadat de aanvraag is ingediend.
-
3. Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.
-
4. Bij aanvragen om een subsidie die overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag worden aangemeld bij de Europese Commissie wordt de termijn verdaagd totdat de Europese Commissie een eindbeslissing heeft genomen.
Artikel 9. Weigeringsgronden
-
1. Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Awb weigert het college de subsidie in ieder geval:
- a.
als de Europese Commissie overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie onverenigbaar is met de interne markt, of
- b.
als het betreft een aanvrager tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun van Nederland onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard.
- a.
-
2. Onverminderd het vorige lid weigert het college de subsidie in ieder geval als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een Europees steunkader omdat:
- a.
subsidie verstrekt zou worden aan een aanvrager die een onderneming drijft die in moeilijkheden verkeert als bedoeld in het desbetreffende steunkader, of
- b.
de subsidie geen stimulerend effect heeft als bedoeld in het desbetreffende steunkader.
- a.
-
3. Onverminderd de vorige leden kan het college de subsidie verder in ieder geval weigeren:
- a.
als de te subsidiëren activiteiten niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of als ze onvoldoende ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen;
- b.
als niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd;
- c.
als de aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen;
- d.
als de subsidieaanvraag niet uiterlijk op de daartoe in de specifieke subsidieverordening of de nadere regels vastgestelde tijdstip is ingediend;
- e.
als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een wettelijk voorschrift;
- f.
als de subsidieverstrekking niet is toegestaan totdat de Europese Commissie met toepassing van artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie verenigbaar is met de interne markt;
- g.
als de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met het algemeen belang of de openbare orde;
- h.
als de gelden niet of in onvoldoende mate besteed worden voor de activiteiten ten behoeve van doelen waarvoor subsidie beschikbaar is gesteld;
- i.
als de activiteiten van de aanvrager onvoldoende gericht zijn op het beleid van de gemeente en de in het kader van dit beleid vastgestelde prioriteiten;
- j.
als de activiteit uitsluitend of in hoofdzaak gericht is op of ten dienste is van een godsdienstige of levensbeschouwelijke instelling, politieke partij of vakorganisatie;
- k.
als de kosten van de activiteiten niet in een redelijke verhouding staan tot de voorgenomen doelstellingen en daarvan te verwachten resultaten;
- l.
in de bij de betrokken subsidieregeling bepaalde gevallen.
- a.
Artikel 10. Algemene verplichtingen van de subsidieontvanger
-
1. De subsidieontvanger doet onverwijld schriftelijk melding aan het college, zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan.
-
2. Een subsidieontvanger informeert het college onverwijld schriftelijk over:
- a.
beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon;
- b.
relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;
- c.
ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet of niet tijdig kunnen worden nagekomen;
- d.
wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon.
- a.
-
3. De subsidieontvanger behoeft de toestemming van het college voor de rechtshandelingen als vermeld in artikel 4:71 van de Awb.
-
4. De subsidieontvanger en de gemeente bepalen in overleg of en hoe in publicitaire uitingen kenbaar wordt gemaakt dat de activiteiten (mede) mogelijk worden gemaakt door subsidie van de gemeente De Ronde Venen.
Artikel 11. Aan de subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen
-
1. Bij subsidies hoger dan € 100.000, verleend voor activiteiten die een jaar of meer dan een jaar in beslag nemen, kan het college de verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de tot dan verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten.
-
2. Bij subsidieregeling of verleningsbeschikking kunnen aan de subsidieontvanger ook andere verplichtingen dan genoemd in artikel 4:37, eerste lid, van de Awb worden opgelegd, voor zover deze strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.
-
3. Bij subsidieregeling kunnen verplichtingen die niet strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie aan de subsidie worden verbonden, voor zover deze verplichtingen betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht.
-
4. Bij subsidieregeling of verleningsbeschikking kan worden bepaald dat de subsidieontvanger, voor zover het verstrekken van de subsidie heeft geleid tot vermogensvorming, daarvoor aan het college een vergoeding verschuldigd is als zich een gebeurtenis als bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, van de Awb voordoet. Daarbij wordt tevens aangegeven hoe de hoogte van de vergoeding wordt bepaald.
Artikel 12. Egalisatiereserve
-
1. Bij verleningsbeschikking kan worden bepaald dat de subsidieontvanger van een structurele subsidie die meer dan € 100.000 bedraagt een egalisatiereserve als bedoeld in artikel 4:72, eerste lid, van de Awb vormt.
-
2. De ontvanger van een structurele subsidie die minder bedraagt dan bedoeld in het eerste lid kan het college verzoeken een egalisatiereserve te mogen vormen. In dat geval is artikel 4:72 van de Awb van overeenkomstige toepassing.
-
3. De jaarlijkse toevoeging aan de egalisatiereserve mag ten hoogste 10% van de laatstelijk vastgestelde subsidie bedragen.
-
4. De hoogte van de egalisatiereserve mag maximaal 15% van de laatstelijk verleende subsidie bedragen.
-
5. Als de subsidieontvanger van meer dan één partij subsidie ontvangt, moet uit de verantwoording blijken welk gedeelte van de egalisatiereserve voor welke subsidieverstrekker is gevormd.
-
6. Als een organisatie een hogere egalisatiereserve vormt dan 15% van het laatstelijk verleende subsidiebedrag of de jaarlijkse toevoeging meer dan 10% bedraagt dan kan dit leiden tot een lagere subsidievaststelling of tot een intrekking of wijziging van de subsidieverstrekking (verlening en vaststelling).
Artikel 12a. Bestemmingsreserve
-
1. Voorafgaand aan de vorming of bestemmingswijziging van een bestemmingsreserve dient schriftelijk toestemming te worden aangevraagd bij het college door de subsidieontvanger.
-
2. Bij het verzoek wordt een bestedingsplan toegevoegd. Hierin wordt in ieder geval opgenomen:
- a.
Welke bestemmingsreserves, met welke oogmerken gevormd zijn of gevormd worden;
- b.
De gewenste maximale omvang per bestemmingsreserve;
- c.
De verwachte storting of onttrekking uit iedere bestemmingsreserve.
- a.
-
3. Als een organisatie zonder toestemming bestemmingsreserves vormt met (restanten van) verleende subsidiegelden dan kan dit leiden tot een lagere subsidievaststelling of tot een intrekking of wijziging van de subsidieverstrekking (verlening en vaststelling).
Artikel 13. Verantwoording
Voor zover dit niet is bepaald bij subsidieregeling of deze verordening, wordt bij de verleningsbeschikking vermeld op welke wijze de subsidieontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden.
Artikel 14. Wijze van verstrekken en eindverantwoording subsidies tot en met € 10.000
-
1. In geval van verlening van een subsidie van ten hoogste € 10.000 wordt een voorschot verstrekt ter hoogte van de verleende subsidie.
-
2. Subsidies tot en met € 10.000 worden door het college direct bij verlening vastgesteld, tenzij toepassing wordt gegeven aan lid 3.
-
3. Indien het college bij subsidiebeschikking verplicht tot het indienen van een verantwoording, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:
- a.
bij een incidentele subsidie: uiterlijk 13 weken na het verrichten van de activiteiten;
- b.
bij een structurele subsidie: uiterlijk 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar.
- a.
-
4. De aanvraag tot subsidievaststelling bevat een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan.
Artikel 15. Wijze van verstrekken en eindverantwoording subsidies tussen € 10.000 en € 100.000
-
1. Tenzij bij subsidieregeling anders bepaald, vindt in geval van verlening van een subsidie van meer dan € 10.000, maar ten hoogste € 100.000, bevoorschotting in vier termijnen plaats, door 25% van de totaal verleende subsidie halverwege elk kwartaal van het jaar te betalen.
-
2. Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan € 10.000, maar ten hoogste € 100.000, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot subsidievaststelling in bij het college:
- a.
bij een incidentele subsidie: uiterlijk 13 weken na het verrichten van de activiteiten;
- b.
bij een structurele subsidie: uiterlijk 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar.
- a.
-
3. De aanvraag tot subsidievaststelling bevat een inhoudelijk verslag waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan en welke resultaten zijn behaald. Tevens een bestedingsplan van bestemmingsreserves en een vermelding van de omvang van de egalisatiereserve wanneer hier sprake van is.
-
4. Bij subsidieregeling kan worden bepaald dat op een andere manier wordt aangetoond in hoeverre de activiteiten zijn verricht, aan de verplichtingen is voldaan en welke resultaten zijn behaald.
Artikel 16. Wijze van verstrekken en eindverantwoording subsidies van meer dan € 100.000
-
1. Tenzij bij subsidieregeling anders bepaald, vindt in geval van verlening van een subsidie van meer dan € 100.000 bevoorschotting in vier termijnen plaats, door 25% van de totaal verleende subsidie halverwege elk kwartaal van het jaar te betalen.
-
2. Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan € 100.000, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:
- a.
bij een incidentele subsidie: uiterlijk 13 weken na het verrichten van de activiteiten;
- b.
bij een structurele subsidie: uiterlijk 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar.
- a.
-
3. De aanvraag tot vaststelling bevat:
- a.
een inhoudelijk verslag waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan en welke resultaten hiermee zijn behaald;
- b.
een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening, waarbij het financiële verslag of de jaarrekening op dezelfde wijze is ingericht als de bij het verzoek om subsidie overgelegde begroting);
- c.
een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;
- d.
een bestedingsplan van bestemmingsreserves en een vermelding van de omvang van de egalisatiereserve wanneer hier sprake van is; en
- e.
een specifieke verantwoording van de subsidie op basis van een controleverklaring opgesteld door een onafhankelijk accountant.
- f.
bij geconsolideerde jaarverslagen of jaarverslagen met een scope welke breder is dan de activiteiten binnen gemeente De Ronde Venen, dient de aanvrager het jaarverslag inclusief accountantsverklaring te overleggen. Aanvullend worden de cijfers welke betrekking hebben op de activiteiten binnen gemeente De Ronde Venen overgelegd.
- a.
-
4. Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden vastgesteld of andere gegevens worden verlangd.
Artikel 17. Vaststelling van de subsidie
-
1. Het college stelt een subsidie vast binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling, tenzij bij subsidieregeling anders is bepaald. En met uitzondering van de gevallen waarin de subsidie direct bij subsidieverlening is vastgesteld.
-
2. Deze termijn kan eenmaal voor ten hoogste 6 weken worden verdaagd.
-
3. Bij subsidieregeling kunnen categorieën van subsidies of subsidieontvangers worden aangewezen, waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat de subsidieontvanger een aanvraag om subsidievaststelling hoeft in te dienen.
-
4. Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het in artikel 15, tweede lid en 16, tweede lid genoemde tijdstip is ontvangen, kan het college, na een eenmalig rappel, overgaan tot ambtshalve vaststelling.
Artikel 18. Berekening van uurtarieven, uniforme kostenbegrippen
-
1. Als bij de bepaling van de subsidiabele kosten gebruik wordt gemaakt van uurtarieven, worden deze door de subsidieaanvrager berekend met gebruikmaking van een bij subsidieregeling voorgeschreven berekeningswijze.
-
2. Bij het hanteren van kostenbegrippen bij de berekening van uurtarieven wordt uitgegaan van de bij subsidieregeling voorgeschreven definities.
-
3. Bij subsidie waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen die tarieven en kostenbegrippen in aanmerking die voldoen aan de eisen van het toepasselijke steunkader.
Artikel 19. Hardheidsclausule
-
1. Als een bij of krachtens deze verordening gestelde termijn voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen, kan het college een andere termijn vaststellen.
-
2. In een subsidieregeling kan worden bepaald dat door het college van een of meer bepaalde artikelen of artikelleden van die regeling kan worden afgeweken als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen.
-
3. Toepassing van de vorige leden wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.
Artikel 20. Slotbepalingen
-
1. De Algemene subsidieverordening De Ronde Venen 2017 vervalt zodra ze is uitgewerkt.
-
2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2025. Ze is voor het eerst van toepassing op incidentele subsidies voor activiteiten die in het jaar 2025 worden uitgevoerd en structurele subsidies voor activiteiten die in het jaar 2026 worden uitgevoerd.
-
3. Op de subsidiëring van voordien uit te voeren activiteiten is de Algemene subsidieverordening 2017 van toepassing.
-
4. Na de inwerkingtreding van deze verordening berusten de volgende regelingen op artikel 3 van deze verordening:
- a.
Beleidsregels sportstimuleringssubsidie De Ronde Venen 2014;
- b.
Beleidsregel subsidieaanvragen bewoners en bewonersorganisaties;
- c.
Subsidieregeling VT-JB-JR Utrecht 2018;
- d.
Subsidieregeling Onderwijs Subsidie De Ronde Venen 2018;
- e.
Nadere regels subsidie peuteropvang en voorschoolse educatie De Ronde Venen 2022;
- f.
Subsidieregeling Samen duurzaam in De Ronde Venen;
- g.
Subsidieregeling kleine landschapselementen op particuliere erven in het buitengebied;
- h.
Subsidieregeling Isolatie koopwoningen De Ronde Venen.
- a.
-
5. Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene subsidieverordening De Ronde Venen.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente De Ronde Venen van 21 november 2024.
De raad voornoemd,
de griffier,
de voorzitter
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl