Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728694
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728694/1
BELEIDSREGELS BESTUURLIJKE AANPAK ILLEGAAL VUURWERK GEMEENTE ASSEN
Geldend van 10-12-2024 t/m heden
Intitulé
BELEIDSREGELS BESTUURLIJKE AANPAK ILLEGAAL VUURWERK GEMEENTE ASSENBeleidsregel bestuurlijke aanpak (illegaal) vuurwerk gemeente Assen
Het college van burgemeester en wethouders, in zijn vergadering van 3 december 2024,
overwegende dat,
het gewenst is om een beleidsregel vast te stellen omtrent:
- •
de gezamenlijke bestuursrechtelijke en strafrechtelijke aanpak van (illegaal) vuurwerk in panden en op erven en terreinen binnen de gemeente Assen
- •
omdat:
- •
de aanwezigheid van illegaal vuurwerk in panden of op erven, zonder benodigde veiligheidsvoorzieningen en door ondeskundig gebruik, gevaarlijk is voor de gezondheid, veiligheid en leefbaarheid van de directe leefomgeving van een locatie;
- •
het integraal voorkomen van (verdere) vuurwerkoverlast en overtredingen wenselijk is;
gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en het bij of krachtens het gestelde in;
- •
artikelen 1a (oud), 1b, en 17 Woningwet;
- •
het Vuurwerkbesluit;
- •
de Omgevingswet, in het bijzonder artikelen 1.6 en 4.3, 4.21;
- •
het Besluit bouwwerken leefomgeving, in het bijzonder artikelen 6.1 t/m 6.4; en
- •
voorschriften van bestemmings- en/of omgevingsplannen binnen de gemeente Assen.
Paragraaf 1. Algemeen
Artikel 1. Begrippen en definities
In het kader van deze beleidsregel en bijlagen wordt onder de volgende begrippen en definities verstaan:
- •
Vuurwerk: pyrotechnische artikelen voor vermaak;
- •
Pyrotechnisch artikel; artikel dat explosieve stoffen of een explosief mengsel van stoffen bevat, die tot doel hebben warmte, licht, geluid, gas of rook, dan wel een combinatie van dergelijke verschijnselen te produceren door middel van een zichzelf onderhoudende exotherme chemische reacties;
- •
Vuurwerkbesluit: Besluit van 22 januari 2002 van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, inhoudende nieuwe regels met betrekking tot consumentenvuurwerk en professioneel vuurwerk;
- •
Consumentenvuurwerk: vuurwerk dat is ingedeeld in Categorie F1, F2, F3 en dat bij of krachtens het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik;
- •
Professioneel vuurwerk: vuurwerk dat is ingedeeld Categorie F4 van het Vuurwerkbesluit, alsmede vuurwerk dat is ingedeeld in Categorie F2 of F3 van het Vuurwerkbesluit, en dat bij of krachtens dat besluit niet is aangewezen als vuurwerk, dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik, alsmede een door de Minister aangewezen stof of een preparaat, een voorwerp of een onderdeel van een voorwerp, dan wel een stof of preparaat, een voorwerp of een onderdeel van een voorwerp dat behoort tot een door de Minister bij ministeriële regeling aangewezen categorie, voor zover die stof of dat preparaat of dat voorwerp of dat onderdeel van dat voorwerp kennelijk is bestemd of wordt gebruikt om voor vermakelijkheidsdoeleinden effecten te bewerkstelligen;
- •
Theatervuurwerk: met het oog op de opslag daarvan door de Minister aangewezen pyrotechnische artikelen, ingedeeld in Categorie T1 of Categorie T2;
- •
Categorie F1, F2, F3, F4: Categorie-indeling van consumenten- en professioneel vuurwerk zoals bedoeld in artikel 1A.1.3 van het Vuurwerkbesluit;
- •
Categorie F1: Vuurwerk dat zeer weinig gevaar oplevert en een te verwaarlozen geluidsniveau oplevert en bestemd is voor gebruik in een besloten ruimte, inclusief vuurwerk dat bestemd is voor gebruik buitenshuis;
- •
Categorie F2: Vuurwerk dat weinig gevaar en een laag geluidsniveau oplevert en bestemd is voor buitenshuis in een afgebakende plaats;
- •
Categorie F3: Vuurwerk dat middelmatig gevaar oplevert en is bestemd voor gebruik buitenshuis in een grote open ruimte en waarvan het geluidsniveau niet schadelijk is voor de menselijke gezondheid;
- •
Categorie F4: Vuurwerk dat veel gevaar oplevert en uitsluitende bestemd is voor gebruik door personen met gespecialiseerde kennis en waarvan het geluidsniveau niet schadelijk is voor de menselijke gezondheid;
- •
Illegaal vuurwerk: Vuurwerk dat niet aan de daarvoor bij of krachtens het Vuurwerkbesluit gestelde eisen voldoet, daaronder begrepen het in Nederland brengen van, handel in, ter beschikking stellen van, opslag van, het vervaardigen van, het voorhanden hebben van, bewerken van en/of afsteken buiten toegestane tijden van vuurwerk;
- •
Handreiking bestuurlijke aanpak illegaal vuurwerk: Een door het functioneel parket van de Politie en het Openbaar Ministerie (september 2024); opgestelde handreiking voor de gezamenlijke bestuursrechtelijke aanpak van illegaal vuurwerk;
- •
Richtlijn Strafvordering voor vuurwerkdelicten: Aanwijzing op grond van artikel 130 Wet RO, opgesteld door het College van procureurs-generaal, Versie 2020R001 of latere versies;
- •
Regeling aanwijzing consumenten en theatervuurwerk: Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 13 juli 2010, nr. BJZ2010018765, tot aanwijzing van consumenten- en theatervuurwerk;
- •
Lijsten: Indeling van soorten vuurwerk in lijsten, zoals vermeld in de Richtlijn Strafvordering voor vuurwerkdelicten, waarbij deze lijsten een indeling bevatten in de algemene gevaarzetting, die van dat vuurwerk uitgaat, onafhankelijk van de omstandigheden waaronder het vuurwerk is aangetroffen;
- •
Lijst I: In Nederland toegestaan consumenten vuurwerk, zoals aangegeven in de Regeling aanwijzing consumenten en theatervuurwerk, dat is ingedeeld in Categorie F1 en F2 siervuurwerk;
- •
Lijst II: Professioneel vuurwerk, dat is ingedeeld in Categorie F2 en F3 van het Vuurwerkbesluit en niet is aangewezen als consumentenvuurwerk in de Regeling aanwijzing consumenten en theatervuurwerk, alsmede rookbommen in de Categorie T1 en T2 van het Vuurwerkbesluit en handfakkels:
- •
Lijst III: Professioneel vuurwerk, dat is ingedeeld in Categorie F4 van het Vuurwerkbesluit of vuurwerk dat volgens opschrift niet is voorzien van een F1, F2, F3 Categorie van het Vuurwerkbesluit en daarnaast vuurwerk in categorie P1/P2 met uitzondering van handfakkels;
- •
Lijst IV: Geïmproviseerd vuurwerk, te weten zelfgemaakt vuurwerk of vuurwerk waaraan geknutseld is;
- •
Locatie. Een pand, lokaal, bouwwerk en/of open erf of terrein of anderszins besloten ruimte(n)/gebied;
- •
woning: een voor bewoning bestemd gebouw;
- •
Lokaal: een voor het publiek toegankelijk gebouw of een niet voor het publiek toegankelijk gebouw.
Paragraaf 2. Handhavingsmaatregelen
Artikel 2. Handhavingsmaatregelen
- 1.
Bij aangetroffen illegaal vuurwerk op een locatie zal het college van burgemeester en wethouders, afhankelijk van de gevaarzetting, ernst en aard van de overtreding, een waarschuwing geven aan de overtreder/rechthebbende van die locatie, of bij ernstigere gevaarzetting een last onder dwangsom opleggen om herhaling van de overtreding(en) te voorkomen.
- 2.
Bij herhaalde overtreding van bij of krachtens het Vuurwerkbesluit, het Besluit bouwwerken leefomgeving, de Woningwet en/of de Omgevingswet gestelde eisen op dezelfde locatie, waarbij eerder wegens aangetroffen illegaal vuurwerk een waarschuwing is afgegeven of een last onder dwangsom is opgelegd, en die eerdere last onder dwangsom volledig is uitgewerkt, zal het college van burgemeester en wethouders de locatie tijdelijk sluiten op grond van artikel 17 Woningwet.
- 3.
Bij het afgeven van een waarschuwing, het opleggen van een last onder dwangsom en/of het sluiten van een locatie hanteert het college van burgemeester en wethouders de in Tabel 1 weergeven handhavingsmatrix en de daar weergegeven uitgangspunten voor hoogten van dwangsommen en lengten van sluitingstermijnen.
- 4.
Indien verzwarende of verzachtende omstandigheden dit rechtvaardigen, dan wijkt het college het college van burgemeester en wethouders af van de in de handhavingsmatrix genoemde uitgangspunten conform artikel 4 of artikel 5 van dit beleid.
Tabel 1: Handhavingsmatrix
Woningen, lokalen en bijbehorende erven |
||||
1e constatering |
1e herhaling |
2e herhaling |
3e herhaling |
|
Lijst I 26 – 100 kg |
Bestuurlijke waarschuwing |
Opleggen LoD* €1.500 per overtreding met een maximum van €3.000. |
Verbeuring 1e dwangsom |
Verbeuring 2e dwangsom |
Lijst I > 100 kg |
Opleggen LoD van €2.000 per overtreding met een maximum van €4.000. |
Verbeuring 1e dwangsom |
Verbeuring 2e dwangsom |
Sluiting woning voor 6 weken, sluiting lokaal voor 12 weken |
Lijst II 10 – 100 kg 20 – 100 stuks |
Opleggen LoD van €3.000 per overtreding met een maximum van €6.000. |
Verbeuring 1e dwangsom |
Verbeuring 2e dwangsom |
Sluiting woning voor 9 weken, sluiting lokaal voor 18 weken |
Lijst II > 100 kg > 100 stuks |
Opleggen LoD van €3.500 per overtreding met een maximum van €7.000. |
Verbeuring 1e dwangsom |
Verbeuring 2e dwangsom |
Sluiting woning voor 12 weken, sluiting lokaal voor 24 weken |
Lijst III en IV 10 – 100 kg of 20 – 100 stuks |
Opleggen LoD van €4.000 per overtreding met een maximum van €8.000. |
Verbeuring 1e dwangsom |
Verbeuring 2e dwangsom |
Sluiting woning voor 15 weken, sluiting lokaal voor 30 weken |
Lijst III en IV > 100 kg > 100 stuks |
Opleggen LoD van €5.000 per overtreding met een maximum van €10.000. |
Verbeuring 1e dwangsom |
Verbeuring 2e dwangsom |
Sluiting woning voor 18 weken, sluiting lokaal voor 36 weken |
* LoD = Last onder dwangsom
Artikel 3. Samenloop van lijsten/vuurwerksoorten
- 1.
Wanneer op een locatie tegelijkertijd illegaal vuurwerk wordt aangetroffen van meerdere lijsten/vuurwerksoorten, dan past het college van burgemeester en wethouders de lijst met het hoogste nummer toe;
- 2.
In afwijking van het eerste lid past het college van burgemeester en wethouders een lagere lijst toe indien de aangetroffen hoeveelheid van vuurwerk uit een hogere lijst minder dan 10 kg of 20 stuks betreft.
Artikel 4. Verzwarende omstandigheden
- 1.
Er kunnen zich omstandigheden voordoen die ervoor zorgen dat een situatie extra gevaarlijk of bezwaarlijk is. Door deze omstandigheden kan het zo zijn dat de omschreven maatregel uit artikel 3 van dit beleid geen recht doet aan de ernst van de situatie. In deze omstandigheden kan het college van burgemeester en wethouders direct overgaan tot het opleggen van een hogere dwangsom of (langere) sluiting.
- 2.
In geval van verzwarende omstandigheden kan de hoogte van de dwangsom met maximaal 50% worden verhoogd, alsmede de sluitingstermijnen met maximaal 4 weken worden verlengd.
- 3.
Van verzwarende omstandigheden is in ieder geval sprake wanneer:
- a.
de overtreder volgens de door de politie verstrekte gegevens, voorafgaand aan de eerste ontdekking op huidige locatie, eerdere strafrechtelijke vuurwerkovertredingen of vuurwerk gerelateerde overtredingen elders heeft begaan, waardoor de kans op herhaling op de huidige locatie groter is;
- b.
het vuurwerk in een ruimte opgeslagen ligt of wordt verwerkt binnen een veiligheidsafstand van een beperkt kwetsbaar of kwetsbaar object, zoals bepaald in bijlage 3 van het Vuurwerkbesluit. Hiervan is sprake:
- i.
vanaf 0 kg t/m 750 kg binnen 400 meter vanaf de ruimte;
- ii.
vanaf 750 kg t/m 6000 kg binnen 800 meter vanaf de ruimte;
- c.
andere omstandigheden of strafbare feiten die ervoor zorgen dat een situatie extra gevaarlijk of bezwaarlijk is.
- c.
- i.
- a.
Artikel 5. Verzachtende omstandigheden
- 1.
Er kunnen zich omstandigheden voordoen die ervoor zorgen dat een situatie minder gevaarlijk of bezwaarlijk is. Door deze omstandigheden kan het zo zijn dat de omschreven maatregel uit artikel 3 van dit beleid geen recht doet aan de ernst van de situatie. In deze omstandigheden kan het college van burgemeester en wethouders overgaan tot het opleggen van een lagere dwangsom of (kortere) sluiting.
- 2.
Indien de dwangsom door een minderjarige overlastgever wordt verbeurd, worden de genoemde bedragen met 50% verminderd.
- 3.
Wanneer blijkt dat een verhuurder of eigenaar van een locatie voorzorgsmaatregelen trof ter preventie van het illegaal opslaan, dan wel verhandelen, van vuurwerk, maar dit toch gebeurde, dan kan de eigenaar of verhuurder worden ontzien van een bestuurlijke maatregel.
Artikel 6. Mogelijkheid tot tijdelijke opheffing sluiting ex artikel 17 Woningwet
- 1.
Elke betrokkene (gebruiker, eigenaar, huurder of anderszins rechthebbende) van de gesloten locatie, kan het college van burgemeester en wethouders gedurende een sluitingsperiode tussentijds schriftelijk verzoeken om tijdelijk in verband met (het voorkomen van) calamiteiten of het uitvoeren van noodzakelijke onderhoudsactiviteiten, de sluiting tijdelijk te schorsen;
- 2.
Onder calamiteiten vallen in ieder geval niet:
- a.
Voorafgaand aan de sluiting al voorzienbare feiten en omstandigheden;
- b.
Het rondleiden van geïnteresseerde kopers/huurders (met uitzondering van verzekeringsmedewerkers);
- a.
- 3.
Het schriftelijke verzoek bevat tenminste;
- a.
De reden en noodzaak voor tijdelijke opheffing;
- b.
De gewenste aanvangsdatum en – tijdstip;
- c.
De einddatum en -tijdstip;
- d.
Een overzicht van de te verrichten activiteiten/werkzaamheden;
- e.
De namen van de toe te laten personen, inclusief functie en organisatie;
- a.
- 4.
Indien voorzienbaar na sluiting, wordt het onder het eerste en derde lid genoemde verzoek tenminste een week van te voren schriftelijk ingediend;
- 5.
In de uitzonderlijke situatie dat een schriftelijk verzoek niet kan worden afgewacht vanwege spoedeisendheid, geeft de betrokkene de onder het derde lid genoemde noodzakelijke gegevens telefonisch of per e-mail door aan de gemeente;
- 6.
Indien het college van burgemeester en wethouders in kan stemmen met het verzoek, dan verwijderen de Boa’s tijdelijk de verzegeling gedurende de periode van de tijdelijke opheffing. Aan het einde van de activiteiten wordt de locatie opnieuw verzegeld tot aan het einde van de opgelegde sluitingstermijn; en
- 7.
Uitzonderingen en noodzaak daartoe daargelaten, stemt het college van burgemeester en wethouders gedurende de sluitingstermijn slechts eenmalig in met een tijdelijke opheffing van de sluiting.
Artikel 7. Mogelijkheid tot matiging sluiting ex artikel 17 Woningwet
De eigenaar van de locatie die gesloten is op basis van artikel 17 Woningwet, kan een verzoek indienen bij het college van burgemeester en wethouders om de duur van de sluiting te matigen.
Artikel 8. Bestuurlijke boete
- 1.
Naast een herstelsanctie kan door het college van burgemeester en wethouders ook een bestuurlijke boete worden opgelegd op grond van artikel 18.12. Omgevingswet.
- 2.
Bij de oplegging van een bestuurlijke boete wordt aansluiting gezocht bij de Richtlijn Strafvordering voor vuurwerkdelicten.
- 3.
Het college van burgemeester en wethouders zal op grond van artikel 5:44, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet overgaan tot oplegging van een bestuurlijke boete, indien de overtreder ook wordt vervolgd door het Openbaar Ministerie vanwege de opslag van vuurwerk.
Artikel 9. Citeertitel en inwerkingtreding
- 1.
Deze beleidsregels worden aangehaald als “Bestuurlijk aanpak (illegaal) vuurwerk gemeente Assen”.
- 2.
Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.
Ondertekening
Aldus besloten op 3 december 2024 door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Assen,
Burgemeester
Secretaris
Toelichting
1. Inleiding
De gemeente Assen staat voor een krachtige aanpak van illegaal vuurwerk. De aanwezigheid van grote hoeveelheden van illegaal vuurwerk in woningen en lokalen is vanuit het oogpunt van openbare orde, veiligheid en algemeen maatschappelijk belang volstrekt ontoelaatbaar.
In de lokale driehoek van Assen op 23 oktober 2024 is de bestuurlijke aanpak van illegaal vuurwerk besproken. In het Handelingskader bestuurlijke aanpak illegaal vuurwerk (september 2024) geeft de politie aan dat ze bestuurlijke rapportages kan verstrekken, waarna de gemeenten middels het bestuurlijke traject kunnen optreden tegen personen, woningen of lokalen waar illegaal vuurwerk is aangetroffen.
Vuurwerksoorten
Alle soorten vuurwerk zijn in vier “lijsten” opgedeeld. Deze indeling is nodig om onderscheid te maken in verschillende soorten vuurwerk, die elk een andere gevaarzetting hebben. De lijsten komen overeen met de richtlijn voor strafvordering vuurwerkdelicten waar de onderverdeling ook in “lijsten” wordt aangeduid. De indeling van het vuurwerk in deze vier lijsten is gebaseerd op de algemene gevaarzetting die van dat vuurwerk uit gaat, onafhankelijk van de omstandigheden waaronder het is aangetroffen. De lijstindeling komt terug in de processen-verbaal van het onderzoek van vuurwerk van het Centraal Onderzoeksteam Vuurwerk. Deze lijstindeling correspondeert niet met de categorie-indeling F1-F4, zoals doorgaans aangegeven op het vuurwerk zelf. Dit is niet nodig omdat de categorie-indeling F1-F4 ook onder de lijsten van de richtlijn voor strafvordering vuurwerkdelicten vallen.
Lijst 1: Consumentenvuurwerk
Consumentenvuurwerk is onder bepaalde omstandigheden legaal om voorhanden te hebben. De consument mag bij aangewezen verkooppunten dit vuurwerk kopen om vervolgens tijdens de jaarwisseling af te steken. Een particulier mag tot maximaal 25 KG consumentenvuurwerk in een besloten ruimte hebben opgeslagen. Categorie F1 staat aangeduid op dit soort vuurwerk.
Lijst 2: (lichter) professioneel vuurwerk en niet gedefinieerd vuurwerk
Professioneel en niet gedefinieerd vuurwerk dat niet onder lijst 3 of 4 valt. Voor wat betreft knalvuurwerk gaat het om vuurwerk met minder dan 6 gram Netto Explosieve Massa of vuurwerk zonder opschrift. Per stuk is het vuurwerk niet langer dan 55 millimeter. Knalvuurwerk met meer dan 6 gram Netto Explosieve Massa of wat langer is dan 55 millimeter valt onder lijst 3.
Lijst 2 is sinds 1 oktober 2020 opgedeeld in A en B. Dit heeft te maken met de categorie-indeling F2 en F3. Beide categorieën zijn verboden, maar verschillen iets in gevaarzetting. Aangezien beide categorieën illegaal zijn en het verschil in gevaarzetting gering is, wordt er in de maatregelmatrix geen onderscheid gemaakt tussen A en B.
In de maatregelenmatrix (zie tabel 1) wordt verschil gemaakt tussen gewicht in kilo’s en stuks. Het gewicht geldt voor siervuurwerk en de stuks gelden voor (flash)bangers.
Lijst 3: Specifieke soorten professioneel vuurwerk en niet gedefinieerd vuurwerk die levensgevaarlijk zijn
Het overige professioneel en niet gedefinieerde vuurwerk valt onder deze lijst. Deze lijst bevat de vuurwerksoorten die door particulier gebruik levensgevaarlijk kan zijn. De soorten vuurwerk die hier onder vallen zijn de; Lawinepijlen, Bangers, Shells (mortierbommen), Flowerbeds en Romeinse kaarsen. Deze soorten worden ook wel de “Big Five” genoemd. Vuurwerk dat geen opschrift heeft of onder categorie F4 valt behoren ook tot deze lijst.
Lijst 4: Zelfgemaakte vuurwerk
Onder de zelfgemaakte (geïmproviseerde) vuurwerkartikelen vallen alle soorten explosiefgelijke voorwerpen waarvan de lading afkomstig is uit ander, veelal illegaal, vuurwerk.
Risico’s
Zwaar knalvuurwerk bevat 5 tot 50 gram (of meer) aan flitspoeder, een veel krachtigere lading dan zwart buskruit. Dit zware knalvuurwerk is in Europa niet toegestaan voor de consument. Voor de Nederlandse consument is in bangers (rotjes) alleen zwart buskruit toegestaan tot een maximum van 2,5 gram. Flitspoeder heeft als eigenschap dat het massa-explosie kan veroorzaken. Dit betekent dat wanneer één stuk ontbrandt de rest ook kan afgaan met een grote explosie tot gevolg. Bij het oneigenlijke (zware) professionele/niet-gedefinieerde vuurwerk gaat het om artikelen met als belangrijkste en/of enige effect een luide knal. Dit zijn vuurpijlen met uitsluitend knaleffect, zoals lawinepijlen, en ‘bangers’ zoals vlinders, nitraten en strijkers.
Artikel 2 Handhavingsmaatregelen
Afhankelijk van de gevaarzetting, ernst en aard van de overtreding maakt het college de keuze om te waarschuwen, een dwangsom op te leggen of de woning te sluiten. De handhavingsmatrix is gebaseerd op de indeling in algemene gevaarzetting, zoals verwoord in Lijst I t/m Lijst III van Richtlijn strafvordering voor vuurwerkdelicten, waarbij geldt hoe hoger het lijstnummer, hoe groter de potentiële gevaarzetting voor gezondheid, veiligheid en leefbaarheid op of in de directe nabijheid van de locatie.
Bestuurlijke waarschuwing
Een bestuurlijke waarschuwing wordt toegepast in het minst erge geval, waarbij een persoon tussen de 25 kg en 100 kg vuurwerk uit lijst I heeft opgeslagen. Dit betreft een overtreding die eventueel door onoplettendheid kan ontstaan, een waarschuwing is hier op zijn plek. Een grotere overschrijding betreft een serieuze overtreding, waarbij een herstelsanctie opgelegd dient te worden.
Last onder dwangsom
Het inzetten van een dwangsom heeft een preventieve werking. Afhankelijk van de gevaarzetting, ernst en aard van de overtreding wordt een hogere dwangsom opgelegd. De maatregelen moeten altijd een preventief karakter hebben, omdat de verdachte door het Openbaar Ministerie zal worden vervolgd, wat (veelal) leidt tot een punitieve sanctie.
Sluiting van een locatie
Het sluiten van een locatie is mogelijk bij herhaaldelijke overtreding. Zoals te zien is in de handhavingsmatrix wordt in alle gevallen bij de eerste constatering gekozen voor een waarschuwing of het opleggen van een last onder dwangsom. Het sluiten van een locatie is een zware maatregel. Daarom wordt deze maatregel pas opgelegd bij een derde constatering van een overtreding.
De (financiële) gevolgen van de toepassing van dit beleid kunnen zwaar zijn voor eigenaren, verhuurders en gebruikers. Voor bewoners van een pand dat wordt gesloten is een dergelijke maatregel tevens zeer ingrijpend. Echter, naast het feit dat eigenaren, verhuurders en gebruikers, indirect dan wel direct financieel voordeel hebben behaald uit de exploitatie van de handel/opslag in illegaal vuurwerk, wordt de sluiting gerechtvaardigd door:
- •
de brede bekendheid van het nationale beleid en nationale wetgeving ten aanzien van illegaal vuurwerk. Het opslaan of verhandelen van illegaal vuurwerk is verboden;
- •
het geschonden algemeen belang, namelijk verstoring van de openbare orde, veiligheid en rechtsorde, aantasting van woon-, leef- en werkklimaat, onveiligheidsgevoelens in de straat/wijk, aantasting van de geloofwaardigheid van de overheid, geen controle op verkoop met alle gevolgen en gevaren voor de volksgezondheid, vergaren van illegale inkomsten en belastingontduiking, aanzuigende werking op het ontstaan van soortgelijke activiteiten, vermindering van de waarde van onroerend goed; en
- •
de beoogde werking van de maatregel, namelijk het terugdringen van de door criminele handelingen veroorzaakte negatieve effecten, herstel van het woon-, leef- en werkklimaat en het terugdringen van recidive.
Vervangende woonruimte
Het sluiten van een woning na het aantreffen van (illegaal) vuurwerk, is zeer ingrijpend voor de bewoners. Voor bewoners van woningen die worden gesloten, wordt verwacht dat zij zelf zorgen voor een vervangende woonruimte. In gevallen waarin dit de bewoners van de gesloten woning niet lukt, zal het college van burgemeester en wethouders hierin ondersteunen, dan wel zelf voorzien in een vervangende woonruimte.
Artikel 3. Samenloop van lijsten/vuurwerksoorten
Bij de opslag van, en eventueel handel in, illegaal vuurwerk, wordt regelmatig vuurwerk uit verschillende lijsten aangetroffen. In beginsel gaat het college van burgemeester en wethouders uit van het vuurwerk uit de hoogste lijst, gezien de grotere mate van gevaarzetting. In de gevallen waarin er minder dan 10 kg of 20 stuks uit de hogere lijst aanwezig is, maar wel een grotere hoeveelheid vuurwerk uit een lagere lijst aanwezig is aangetroffen, kan bij de handhaving een lagere lijst aangehouden worden. Derhalve is er geen sprake van een situatie waarbij een lacune ontstaat in de handhavingsmogelijkheden.
Bij het opleggen van een last onder dwangsom wordt als last omschreven dat de overtreder het dwangsombedrag zal verbeuren bij het aantreffen van de in de handhavingsmatrix omschreven hoeveelheden uit de lagere lijsten, met uitzondering van lijst I; hiervoor kan een aanvullende bestuurlijke waarschuwing afgegeven worden. Bij het aantreffen van >100 kg vuurwerk uit lijst IV omvat de last dan dat ook bij het aantreffen van de in de handhavingsmatrix omschreven hoeveelheden uit lijst II en III zal verbeuren. Dit is vergelijkbaar met hoe de gemeente Assen dit oppakt bij overtredingen van de Opiumwet.
Artikel 4. Verzwarende omstandigheden
Het doel van dit artikel is om als openbaar bestuur hard op te treden tegen personen die extra gevaarlijke of bezwaarlijke omstandigheden creëren. Van extra gevaar is bijvoorbeeld sprake wanneer vuurwerk wordt opgeslagen in een locatie nabij een beperkt kwetsbaar of kwetsbaar object. Dit beleid sluit aan bij de definitie van beperkt kwetsbare objecten en kwetsbare objecten zoals beschreven in bijlage VI. bij artikel 5.3, tweede en derde lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving.
Een voorbeeld van een extra gevaarlijke omstandigheid uit de gemeente Assen werd aangetroffen in een woning, midden in een woonwijk, waarbij in één ruimte een grote hoeveelheid illegaal vuurwerk werd aangetroffen naast een operationele kweektent voor hennep. In dit geval is het algemeen bekend dat illegale hennepkwekerijen een hoger risico hebben voor het ontstaan van brand. De gevolgen waren in dit geval aanzienlijk geweest.
Het college van burgemeester en wethouders heeft op basis van sub c van het derde lid de mogelijkheid zelf te komen met een reden waarom er sprake is van extra gevaarlijke of bezwaarlijke omstandigheden. Hierbij dient er door het college van burgemeester en wethouders nauwkeurig beargumenteerd te worden waarom hier sprake van is.
Artikel 5. Verzachtende omstandigheden
Er zijn eveneens omstandigheden denkbaar waarin er juist sprake is van verzachtende omstandigheden. Het meest duidelijke voorbeeld hier is minderjarigheid van de overtreder. Relevant hier is dat indien een dwangsom wordt opgelegd terwijl de overtreder minderjarig is, maar deze bij het verbeuren van de dwangsom inmiddels wel meerderjarig is, er geen sprake meer is van verzachtende omstandigheden.
Als er een minderjarige een waarschuwing krijgt aangezegd kan er inzet gepleegd worden vanuit het voorliggend veld, casus- en of procesregie, voor eventuele hulpverlening en/of ondersteuning richting de minderjarige en zijn ouders en/of verzorgers.
Indien aannemelijk kan worden gemaakt door bijvoorbeeld de eigenaar van een locatie dat deze actief maatregelen heeft getroffen om een overtreding te voorkomen, dan kan er eveneens sprake zijn van een verzachtende omstandigheid. Het is aan de persoon zelf om aan te tonen waarom het college van burgemeester en wethouders zou moeten afzien van het opleggen van een bestuurlijke maatregel.
Artikel 6. Mogelijkheid tot tijdelijke opheffing sluiting ex artikel 17 Woningwet
Dit artikel ziet op omstandigheden die de tijdelijke opheffing van de sluiting van een locatie rechtvaardigen. Indien dit artikel niet aanwezig zou zijn, zou een situatie kunnen ontstaan waarbij bijvoorbeeld ernstige schade ontstaat aan de locatie. In dit geval is het niet redelijk om de eigenaar van de locatie niet in staat te stellen om de calamiteit op te lossen of de noodzakelijke onderhoudsactiviteiten uit te laten voeren. In die gevallen zou immers schade kunnen ontstaan aan de locatie, waardoor de eigenaar onnodig extra kosten maakt.
Het artikel stelt strikte eisen aan een dergelijke tijdelijke opheffing om misbruik te voorkomen.
Artikel 7. Mogelijkheid tot matiging sluiting ex artikel 17 Woningwet
Dit artikel stelt eigenaren van een locatie in staat om het college van burgemeester en wethouders te verzoeken tot matiging van de sluitingsduur. Hiervoor dient de verzoeker door middel van een plan van aanpak aannemelijk te maken dat er geen kans is op recidive.
Het college van burgemeester en wethouders kan, bij een succesvol verzoek, de sluitingstijd maximaal matigen tot een derde van de oorspronkelijke sluitingsduur.
Bijzondere omstandigheden bij woningen van woningbouwcorporaties
Het college van burgemeester en wethouders zal slechts tot sluiting van een huurwoning van één van de woningbouwcorporaties in de gemeente Assen overgaan nadat de verhuurder er schriftelijk op is gewezen dat de huurovereenkomst civielrechtelijk kan worden ontbonden en hieraan geen gevolg is gegeven binnen de door het college van burgemeester en wethouders gestelde termijn.
Woningcorporaties hebben een bijzondere verantwoordelijkheid ten aanzien van huisvesting. Sluiting van een sociale huurwoning is niet opportuun en tast de sociale huurwoningvoorraad aan. In plaats daarvan wordt een woningcorporatie aldus in beginsel eerst de gelegenheid geboden om de huurovereenkomst te ontbinden en ontruiming te vorderen, bij gebreke waarvan sluiting alsnog volgt. De Afdeling heeft bepaald dat deze benadering niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel.
Het voorgaande laat onverlet dat het college van burgemeester en wethouders in ernstige gevallen evenwel kan afzien van het aanbieden van de mogelijkheid aan een woningbouwcorporatie om de huurovereenkomst te ontbinden en ontruiming te vorderen en in plaats daarvan kan besluiten tot sluiting van de woning ex artikel 17 van de Woningwet.
Artikel 8. Bestuurlijke boete
Het college kan op grond van artikel 18.12 Omgevingswet een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste de vierde categorie. Dit is van toepassing bij overtreding van artikel 6.4 aanhef en onder b van het Besluit bouwwerken leefomgeving. Degene die door het gebruik van het bouwwerk redelijkerwijs kan vermoeden dat hierdoor een gevaarlijke situatie ontstaat bij brand, kan een bestuurlijke boete opgelegd worden.
Het betreft hier een kan-bepaling, wat betekent dat het college van burgemeester en wethouders beleidsruimte heeft om deze maatregel wel of niet op te leggen. De afweging om dit wel of niet te doen wordt afgewogen door te kijken naar de gevaarzetting van de situatie. Bij een zeer gevaarlijke situatie kan het wenslijk zijn om naast een herstelsanctie ook een bestraffende sanctie op te leggen. Ex. artikel 5:44 van de Algemene wet bestuursrecht legt het college van burgemeester en wethouders geen bestuurlijke boete op, als de overtreder voor hetzelfde feit ook strafrechtelijk wordt vervolgd.
Overig
Afweging
Op basis van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht kan het college van B&W gemotiveerd afwijken van dit beleid. Er kunnen zich immers omstandigheden voordoen waarin het volgen van het beleid onredelijk is of op voorhand niet voorzienbaar was.
Informatieverstrekking door politie/OM
De gemeente is hoofdzakelijk afhankelijk van informatie uit opsporingsonderzoeken van de Nationale Politie. De informatie wordt verstrekt aan de burgemeester in het kader van zijn taak tot handhaving van de openbare orde en veiligheid. De informatie wordt verstrekt in de vorm van een bestuurlijke rapportage. Op basis van art. 16 Wet politiegegevens mag de politie gegevens verstrekken aan het bevoegd gezag. Een vereiste hiervoor is dat de verstrekking noodzakelijk is voor de handhaving van de openbare orde. De opslag van grote hoeveelheden (zwaar illegaal) vuurwerk vormt immers een groot gevaar voor de openbare orde en de woonomgeving.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl