Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728686
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728686/1
Mandaatbesluit 2025 Bedrijfsvoeringsorganisatie ICT (Werkmaatschappij 8KTD)
Geldend van 11-12-2024 t/m heden
Intitulé
Mandaatbesluit 2025 Bedrijfsvoeringsorganisatie ICT (Werkmaatschappij 8KTD)INHOUDSOPGAVE
- 1.
Inleiding
- 2.
Toepassing van dit Mandaatbesluit
- 3.
Juridische en organisatorische aspecten
- 4.
Algemeen mandaatbesluit BVO ICT
Bijlage: Overzicht mandaatbesluiten
1. INLEIDING
Ten behoeve van een doelmatig, efficiënt en snelwerkend openbaar bestuur is het algemeen gebruikelijk om te werken met een systeem, waarbij bevoegdheden/taken van een bestuursorgaan via mandaat, volmacht of machtiging worden uitgevoerd door anderen. Dit is neergelegd in het Inrichtingsplan. In de WM8KTD BVO ICT wordt, net als in de vorige GR WM8KTD, op die manier gewerkt. De BVO kent een mandaatbesluit, waarin is vastgelegd welke, en aan wie, bevoegdheden zijn gemandateerd.
2. Toepassing van dit Mandaatbesluit
Dit Mandaatbesluit is gebaseerd op de hierboven genoemde documenten. Voor wat betreft de toepassing in de dagelijkse praktijk ligt het startpunt bij de vraag: ‘waar ligt de verantwoordelijkheid/bevoegdheid voor de betreffende taak?’. Daarin kunnen drie situaties worden onderscheiden:
Taak behoort tot de verantwoordelijkheid/bevoegdheid van het bestuur.
Ondertekening: Het bestuur van de Werkmaatschappij 8KTD BVO ICT, De voorzitter |
→ mandaatverlening het college van B&W/de burgemeester aan het Bestuur van de GR.
Ondertekening: Namens het college van burgemeester en wethouders/de burgemeester, Het bestuur van de Werkmaatschappij 8KTD BVO ICT, De voorzitter |
→ mandaatverlening door het bestuur conform takenpakket aan team ICT aan M, en eventueel A.
Vb.: - Beslissingen in mandaat genomen door de manager of ambtenaar van team ICT,
Ondertekening: Namens het bestuur van de Werkmaatschappij 8KTD BVO ICT, Naam Functie |
NB: de mandaatgever blijft te allen tijde bevoegd om de gemandateerde bevoegdheid zelf uit te oefenen. Het krijgen van verantwoordelijkheden brengt ook het afleggen van verantwoording met zich mee. Degene aan wie mandaat is verleend kan in overleg met de leidinggevende aangeven geen gebruik te (kunnen) maken van zijn/haar mandaat wanneer bijvoorbeeld het te nemen besluit buiten zijn /haar taakgebied valt. Ook kan worden gedacht aan de situatie waarin de gemandateerde van oordeel is dat het te nemen besluit een te zware verantwoordelijkheid met zich meebrengt.
3. JURIDISCHE EN ORGANISATORISCHE ASPECTEN
3.1.1 Begrippen delegatie en mandaat
Delegatie en mandaat zijn geregeld in hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Delegatie
Onder delegatie wordt verstaan: het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegd¬heid tot het nemen van besluiten aan een ander die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent (art 10:13 Awb). In het huidige besluit zijn geen delegatiebesluiten opgenomen.
Met de woorden “onder eigen verantwoordelijkheid” wordt het verschil tussen delegatie en mandaat aangegeven: bij delegatie is het zo, dat het bestuursorgaan, dat zijn bevoegd¬heid heeft overgedragen, zelf die bevoegdheid en verantwoordelijkheid verliest (zolang het delegatiebesluit in stand is), terwijl dat bij mandaat niet het geval is (zie hieronder).
Delegatie aan ondergeschikten is niet toegestaan (art. 10:14 Awb). Dit heeft te maken met het hiervoor genoemde karakter van delegatie dat de bevoegdheid onder eigen verantwoordelijk¬heid wordt uitgeoefend door degene die de bevoegdheid gedelegeerd krijgt. Dit verdraagt zich niet met een hiërarchische ondergeschiktheidsrelatie.
Delegatie is slechts toegestaan als dit bij wettelijk voorschrift mogelijk is gemaakt (art. 10:15 Awb). De wetgever heeft een bevoegdheid immers niet voor niets aan een bepaald bestuurs¬orgaan toebedeeld en moet daarom ook instemmen met een eventuele delegatiemogelijkheid.
Zo bepaalt artikel 156 van de Gemeentewet dat de raad aan burgemeester en wethouders of een bestuurscommissie bevoegdheden van de raad kan overdragen, tenzij de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet. In datzelfde artikel is tegelijkertijd een aantal bevoegdheden genoemd die niet kunnen worden overgedragen, omdat de wetgever die kennelijk exclusief aan de raad wilde voorbehouden (bijvoorbeeld het vaststellen of wijzigen van de begroting).
Mandaat
Mandaat is de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan besluiten te nemen (art. 10:1 Awb).
In tegenstelling tot delegatie blijft de mandaatgever bevoegd de gemandateerde bevoegdheid zelf uit te oefenen. Dit is de kern van mandaat, dat immers een vertegenwoordigingsfiguur is. Mandaat kan dus aan een ondergeschikte worden verleend en zelfs aan personen of functies die niet vallen onder de verantwoordelijkheid van de mandaatgever. In het laatste geval dient degene aan wie het mandaat wordt verleend, daarmee in te stemmen (art. 10:4 Awb).
Mandaat kan niet worden verleend als een wettelijk voorschrift dat bepaalt of als de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet.
De Awb noemt een aantal gevallen waarbij mandaat niet mogelijk is (art. 10:3 Awb):
- ○
1. Een bestuursorgaan kan mandaat verlenen, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet.
- ○
2. Mandaat wordt in ieder geval niet verleend indien het betreft een bevoegdheid:
- ▪
a. tot het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften, tenzij bij de verlening van die bevoegdheid in mandaatverlening is voorzien;
- ▪
b. tot het nemen van een besluit ten aanzien waarvan is bepaald dat het met versterkte meerderheid moet worden genomen of waarvan de aard van de voorgeschreven besluitvormingsprocedure zich anderszins tegen de mandaatverlening verzet;
- ▪
c. tot het vernietigen van of tot het onthouden van goedkeuring aan een besluit van een ander bestuursorgaan.
- ▪
- ○
3. Mandaat tot het beslissen op een bezwaarschrift of op een verzoek als bedoeld in artikel 7:1a, eerste lid, wordt niet verleend aan degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, krachtens mandaat heeft genomen.
- ○
4. Indien artikel 5:53 van toepassing is, wordt mandaat tot het opleggen van een bestuurlijke boete niet verleend aan degene die van de overtreding een rapport of proces-verbaal heeft opgemaakt.
Wanneer de aard van een bevoegdheid zich tegen mandaat verzet is niet eenvoudig aan te geven. Meestal gaat het om zware bevoegdheden, die de wetgever om die reden uitdrukkelijk aan een bepaald bestuursorgaan heeft opgedragen.
De Awb maakt een onderscheid tussen afdoeningsmandaat en ondertekeningsmandaat.
Afdoeningsmandaat is het gewone mandaat zoals hiervoor omschreven: de gemandateerde neemt zelf het besluit namens het bestuursorgaan, inclusief de ondertekening ‘namens mandaatgever”. Bij ondertekeningsmandaat neemt het bestuursorgaan zelf het besluit, alleen de schriftelijke afdoening en ondertekening daarvan gebeurt door een ander. Deze methode wordt gebruikt voor die gevallen waarin de wet mandaat niet toestaat, maar waarbij ter ontlasting van het bestuursorgaan de afdoening door ambtenaren plaatsvindt.
Daarnaast kennen we nog de begrippen ‘volmacht’ en ‘machtiging’ :
volmacht: de bevoegdheid om het bestuursorgaan of de gemeente als rechtspersoon formeel te vertegenwoordigen bij (meestal privaatrechtelijke) rechtshandelingen, b.v. het ondertekenen van een overeenkomst of akte. Volgens artikel 171 van de Gemeentewet is de vertegenwoordiging in en buiten rechte van de gemeente opgedragen aan de burgemeester. De burgemeester kan de vertegenwoordiging opdragen aan een ander persoon (volmacht).
N.b.: Het besluit tot het aangaan van een overeenkomst of tot een andere rechtshandeling moet eerst wel door het bevoegde bestuursorgaan of de bevoegde gemandateerde zijn genomen. De volmacht heeft alleen betrekking op de vertegenwoordiging bij het ondertekenen.
machtiging: de opdracht verstrekt door het bevoegde be¬stuurs¬orgaan om in zijn naam en onder zijn verantwoorde¬lijkheid (feitelijke) handelingen te verrich¬ten, die noch besluiten in de zin van artikel 1:3 Awb, noch privaatrech¬telijke rechtshandelingen zijn (b.v.: machtiging om een bestuursorgaan te vertegenwoordigen bij een zitting van de rechtbank).
In de praktijk worden de begrippen mandaat, volmacht en machtiging vaak in één adem genoemd. Waar mogelijk is in de bijbehorende overzichten (kolom bevoegdheid) onderscheid aangebracht, maar als algemene regel geldt dat onder mandaat mede wordt begrepen volmacht en/of machtiging.
3.1.2. Begrip attributie
Attributie is geregeld in de artikelen 10:21 Awb en 10:22 Awb. Deze artikelen zien op de situatie waarbij een bevoegdheid is toebedeeld door het ene bestuursorgaan aan een persoon of college dat werkzaam is onder de verantwoordelijkheid van een ander bestuursorgaan. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat bij wet bevoegdheden direct worden toegekend aan gemeenteambtenaren. Heffingsambtenaren zijn een voorbeeld hiervan. Zij ontlenen rechtstreeks aan de Algemene wet inzake rijksbelastingen de bevoegdheid om belastingaanslagen vast te stellen en te heffen (zijn dus een zelfstandig bestuursorgaan), maar zijn als medewerker ondergeschikt aan het college (vallen als medewerker dus hiërarchisch onder het college).
3.2. Uitgangspunten verlening mandaat
Uitgangspunt binnen de BVO ICT is dat de verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie worden neergelegd.
Het bestuur is de eerstverantwoordelijke voor de eigen organisatie. De manager is het leidinggevend kader binnen de BVO. Het ligt daarom voor de hand dat het mandaat voor de uitvoering van bestuursbevoegdheden door het bevoegde bestuursorgaan in beginsel aan de manager BVO ICT wordt verleend, welke de bevoegdheden kan ondermandateren aan in de BVO werkzame medewerkers.
De belangrijkste uitgangspunten waaronder mandaat wordt verleend luiden als volgt.
- 1.
Mandaat wordt verleend aan de Manager. Deze is bevoegd tot het verlenen van ondermandaat aan de functionaris die de bevoegdheden feitelijk uitvoert. In de overzichten zijn zowel de gemandateerden als de onder-gemandateerden benoemd.
De bijbehorende schematische overzichten zijn zo opgesteld, dat de ondermandaten (althans voor de benoemde bevoegdheden) geacht worden structureel te zijn verleend.
- 2.
De uitoefening van de mandaatbevoegdhe¬den vindt plaats binnen het voor het betreffende terrein vastgestelde beleid en binnen de daarvoor door het bestuur vastge¬stelde budget-ruimte.
- 3.
In de volgende gevallen pleegt de gemandateerde eerst overleg met het bestuur, welke vervolgens beslist of het besluit door de mandaatgever (= het verantwoordelijke bestuursorgaan i.c. het Bestuur) zélf moet worden genomen.
- a.
de te nemen beslissing wijkt (op een onderdeel) af van bestaand beleid, richtlijnen of voorschriften
(de door het bevoegde bestuursorgaan vastgestelde beleidsregels, die betrekking hebben op de gemandateerde bevoegdheden, worden bij de uitoefening van het mandaat altijd in acht genomen)
- b.
er bestaat het voornemen tot aanvulling of wijziging van het bestaand beleid, richtlijnen of voorschriften.
- c.
uit de te nemen beslissing kunnen niet voorziene financiële of andere belangrijke consequenties voortvloeien.
- d.
tijdens de voorbereiding van het besluit komt naar voren dat de te nemen beslissing bestuurlijk of maatschappelijk gevoelig ligt.
- e.
het om zwaarwichtige onderwerpen gaat, die voorzienbaar politieke consequenties met zich mee zullen brengen dan wel ongewenste precedentwerking kunnen hebben;
- f.
het onderwerpen betreft, waarbij de standpunten van het bestuur, de ambtenaar en/of adviserende instanties uiteenlopen;
- g.
de (onder)gemandateerde of zijn plaatsvervanger daartoe de wens te kennen geeft.
- a.
- 6.
Alle mandaten en ondermandaten zijn vastgelegd in de Bijlagen van het mandaatbesluit. Alle eerdere mandaatbesluiten, volmachten en machtigingen komen te vervallen op het moment dat het Mandaatbesluit 2025 wordt vastgesteld, voor zover deze zijn verwerkt in het nieuwe Mandaatbesluit.
3.3. Ondertekening en bezwaar/beroep
Wanneer een bevoegdheid krachtens (onder)mandaat wordt uitgeoe¬fend worden uitgaande stukken als volgt onderte¬kend:
- -
aanduiding van het ter zake bevoegde bestuursorgaan;
- -
namens deze(n);
- -
functie-aanduiding, handtekening en naam van de (on¬der)ge¬mandateerde.
Wanneer tegen een krachtens mandaat genomen besluit bezwaar of beroep openstaat, wordt daarvan in dat besluit melding gedaan, onder vermelding van de vereisten als bedoeld in artikel 6:5 van de Awb en de termijn waarbinnen bezwaar of beroep kan worden aange¬te¬kend.
3.4. Bekendmaking
Mandaatbesluiten zijn besluiten in de zin van de Awb en werken dus pas nadat zij bekend zijn gemaakt. Omdat het voor de burgers als mogelijke belanghebbenden ook van belang is dat zij kennis kunnen nemen van de bevoegdheidsverdeling binnen de gemeente, zal de vaststelling van het mandaatbesluit bekend moeten worden gemaakt op de voorgeschreven (elektronische) wijze. Het besluit zelf zal ter inzage worden gelegd en op de gemeentelijke website worden geplaatst.
3.5. Actualisering
Het mandaatbesluit wordt periodiek geactualiseerd en aangepast. Tussentijds worden alleen afzonderlijke mandaatbesluiten genomen of afzonderlijke volmachten/machtigingen verleend als dit noodzakelijk is in verband met nieuwe of gewijzigde regelgeving en/of wijzigingen in de organisatie. Deze afzonderlijke mandaatbesluiten worden bij een eerstvolgende actualisering in het mandaatbesluit opgenomen.
ALGEMEEN MANDAATBESLUIT WERKMAATSCHAPPIJ 8KTD BVO ICT
Het bestuur van de Werkmaatschappij 8KTD BVO ICT, gelet op het bepaalde in Afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;
b e s l u i t e n
vast te stellen het volgende "Mandaatbesluit 2025, Werkmaatschappij 8KTD BVO ICT.
Artikel 1 Algemeen
-
1. Het bestuur verleent met betrekking tot de hun toegedeelde bevoegdheden mandaat, volmacht en machtiging aan de in de bijlagen genoemde functionarissen, voor zover in overeenstemming met de voorschriften genoemd in dit Algemeen mandaatbesluit.
-
2. Mandaat wordt primair verleend aan de manager BVO ICT. De manager kan ondermandaat verlenen aan de functionaris die de bevoegdheden feitelijk uitvoert.
-
3. De uitoefening van de in mandaat uit te oefenen bevoegdhe¬den vindt plaats binnen het voor het betreffende terrein vastgestelde beleid en binnen de daarvoor door de raad vastge¬stelde budgetten.
-
4. In de volgende gevallen pleegt de gemandateerde eerst overleg met manager die vervolgens beslist of het besluit door het bestuur zelf moet worden genomen:
- a.
de te nemen beslissing wijkt (op een onderdeel) af van bestaand beleid, richtlijnen of voorschriften
(de door het bevoegde bestuursorgaan vastgestelde beleidsregels, die betrekking hebben op de gemandateerde bevoegdheden, worden bij de uitoefening van het mandaat altijd in acht genomen)
- b.
er bestaat het voornemen tot aanvulling of wijziging van het bestaand beleid, richtlijnen of voorschriften.
- c.
uit de te nemen beslissing kunnen niet voorziene financiële of andere belangrijke consequenties voortvloeien.
- d.
tijdens de voorbereiding van het besluit komt naar voren dat de te nemen beslissing bestuurlijk of maatschappelijk gevoelig ligt.
- e.
het om zwaarwichtige onderwerpen gaat, die voorzienbaar politieke consequenties met zich mee zullen brengen dan wel voorzienbare ongewenste precedentwerking kunnen hebben;
- f.
het onderwerpen betreft, waarbij de standpunten van de manager, de ambtenaar en/of adviserende instanties uiteenlopen;
- g.
de (onder)gemandateerde of zijn plaatsvervanger of de manager daartoe de wens te kennen geeft/geven.
- a.
-
5. Alle mandaten en ondermandaten zijn vastgelegd in de bijlagen van het mandaatbesluit.
Toelichting
Dit artikel geeft de belangrijkste (politieke) randvoorwaarden voor mandaatverlening. Alle bevoegdheden moeten in het licht van deze bepaling worden uitgeoefend.
Artikel 2 Uitvoering
-
1. Waar in mandaatbesluiten de uitvoering van bepaalde regelingen wordt opgedragen, wordt deze opgedragen in de ruimste zin des woords, voor zover niet anders aangegeven in het mandaatbesluit en met inachtneming van het bepaalde in artikel 1.
-
2. Onder uitvoering van een regeling wordt in ieder geval mede verstaan:
- a.
het toepassen van de (uitgebreide) openbare voorbereidingsprocedure op grond van de Algemene wet bestuursrecht;
- b.
het voeren van correspondentie in het kader van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden.
- a.
Toelichting
Uitgangspunt is dat bevoegdheden ter uitvoering van de dagelijkse werkzaamheden in algemene zin worden gemandateerd, steeds weer onder volledige verantwoordelijkheid van het betrokken bestuursorgaan. De in dit artikel genoemde bevoegdheden zijn niet limitatief bedoeld.
Artikel 3 Ondertekening en bezwaar/beroep
Wanneer een bevoegdheid krachtens (onder)mandaat wordt uitgeoefend worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:
- -
aanduiding van het ter zake bevoegde bestuursorgaan;
- -
namens deze(n);
- -
functie-aanduiding, handtekening en naam van de (onder)gemandateerde.
Wanneer tegen een krachtens mandaat genomen besluit bezwaar of beroep openstaat, wordt daarvan in dat besluit melding gedaan, onder vermelding van de vereisten als bedoeld in artikel 6:5 van de Awb en de termijn waarbinnen bezwaar of beroep kan worden aangetekend.
Beslissing op een bezwaar is niet gemandateerd.
Artikel 4 Schakelbepaling
-
1. Tenzij anders aangegeven wordt onder de uitoefening van de door het bestuur gemandateerde bevoegdheden als bedoeld in de bijlagen, eveneens begrepen het ondertekenen van de daarop namens het bestuur uitgaande stukken.
-
2. Behoudens in zaken met een routinematig karakter geldt de bevoegdheid uit het vorige lid niet ten aanzien van stukken die zijn gericht aan de Kroon, de Minister of Provinciale bestuursorganen.
Artikel 5 Bekendmaking
Dit Mandaatbesluit wordt bekend gemaakt op de voorgeschreven (elektronische) wijze. Het besluit zelf zal ter inzage worden gelegd en op de gemeentelijke website worden geplaatst.
Artikel 5 Slotbepaling
-
1. Met de inwerkingtreding van dit besluit vervallen alle voorgaande mandaatbesluiten, volmachten en machtigingen van Werkmaatschappij 8KTD voor zover deze zijn verwerkt in dit Mandaatbesluit 2025.
-
2. Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking overeenkomstig artikel 3:42 Algemene wet bestuursrecht.
Ondertekening
Burgum,
Datum,
Het bestuur van de Werkmaatschappij 8KTD BVO ICT,
De voorzitter,
Bijlage Mandaatbesluit 2025
In deze bijlage (zie hieronder) staan de gemandateerde bevoegdheden, de wettelijke basis van deze bevoegdheden, de bestuursorganen die deze bevoegdheden van origine hebben en de functionarissen, die de bevoegdheden gemandateerd hebben gekregen.
Verklaring gebruikte aanduidingen
BVO : Bedrijfsvoeringsorganisatie ICT
B&W : College van burgemeester en wethouders
B : Burgemeester
AD : Algemeen Directeur/Secretaris
BGR : Bestuur GR
M : Manager
A : Ambtenaar, belast met uitvoering van de taak binnen de betreffende afdeling c.q team
E : Externe partij die namens het bevoegd orgaan de opdracht uitvoert
Nr. |
Bevoegdheid |
Wettelijke grondslag |
Oorspronkelijk bevoegd orgaan |
Mandataris Gemachtigde Gevolmachtigde |
Beperkingen |
|
Algemeen |
|
|
|
|
1. |
Mandaat/volmacht Besluiten tot het aangaan, verlengen, ontbinden, beëindigen en wijzigen van overeenkomsten/opdrachten tot:
Voor zover dit impliceert het sluiten van overeenkomsten wordt de vertegenwoordiging buiten rechte (=ondertekening overeenkomst namens gemeente) eveneens opgedragen (volmacht) aan gemandateerde. |
art. 160 Gemeentewet art. 171 Gemeentewet |
BGR |
M |
Mits:
|
2. |
Mandaat/volmacht Besluiten tot het aangaan, verlengen, ontbinden, beëindigen en wijzigen van overeenkomsten/opdrachten tot:
Voor zover dit impliceert het sluiten van overeenkomsten wordt de vertegenwoordiging buiten rechte (=ondertekening overeenkomst namens gemeente) eveneens opgedragen (volmacht) aan gemandateerde. |
art. 160 Gemeentewet art. 171 Gemeentewet |
BGR |
M A |
Mits:
|
3. |
Machtiging Vertegenwoordiging van de gemeente of van de bestuursorganen bij administratieve, beroeps- en gerechtelijke procedures, bij (hoger) beroep en bij de behandeling van (aanvragen voor) voorlopige voorzieningen en bij schorsingsverzoeken. |
art. 160, lid 1 sub f Gemeentewet art. 171 Gemeentewet |
BGR |
M |
Geldt uitsluitend voor de vertegenwoordiging. Het besluit tot het instellen van bezwaar of (hoger) beroep door gemeente is niet gemandateerd. Na overleg met de betreffende portefeuillehouder. |
4. |
Machtiging Voeren van correspondentie van informatieve aard, niet zijnde beschikkingen en voor zo ver niet vallend onder de Wet open overheid. |
Divers |
BGR |
M A |
De brieven mogen niet zijn gericht op enig rechtsgevolg, dan wel een beleidsvoornemen weergeven. |
5. |
Mandaat/Machtiging Het verrichten van administratieve handelingen inzake de behandeling van aanvragen om licenties, subsidies, bijdragen, vergoedingen e.d. alsmede betreffende de uitvoering van de in dat kader genomen besluiten. |
Divers |
BGR |
M A |
Uitgezonderd het nemen van een besluit, als de bevoegdheid daartoe niet is gemandateerd. |
6. |
Machtiging De verplichting tot het doorzenden van geschriften of bezwaar- en beroepschriften naar een tot de behandeling bevoegd bestuursorgaan of bevoegde rechter, onder gelijktijdige mededeling daarvan aan de afzender. |
Art. 2.3, lid 1 Art. 6:15 lid 1 en 2 Awb |
BGR |
M A |
|
7. |
Machtiging De verplichting geschriften die niet voor hem bestemd zijn en ook niet kunnen worden doorgezonden, terug te zenden aan de afzender. |
Art. 2:3 lid 2 Awb |
BGR |
M A |
|
8. |
Machtiging Processuele handelingen (indienen van verweerschriften, nadere stukken, etc.) namens verwerend orgaan (bij bezwaarschrift, beroep en hoger beroep), alsmede het opstellen van ambtelijke commentaren en verweer t.b.v. bezwaar- en beroepsprocedures. |
art. 160 Gemeentewet art. 8:42 Awb Verordening Commissie Bezwaarschriften |
BGR |
M A |
|
9. |
Machtiging De bevoegdheid tot het verlangen van een schriftelijke machtiging van een gemachtigde. |
art. 2:1 Awb |
BGR |
M A |
|
10. |
Mandaat Beschikkingen dwangsom bij niet tijdig beslissen |
Art. 4:18 Awb |
BGR |
M |
|
11. |
Machtiging Het op grond van de Wet open overheid (Woo), uitvoeren van administratieve handelingen (niet zijnde beschikken) voor de afdoening van Woo-verzoeken door team Sturing, Control & Verantwoording. |
Hoofdstuk 4 en 5, alsmede art. 8.5 en 8.6 Wet open overheid |
BGR |
M A |
Woo-verzoeken worden gecoördineerd en afgedaan door team Sturing, Control & Verantwoording. Gevraagde documenten worden geanonimiseerd aangeleverd door de inhoudelijk verantwoordelijke afdeling(en). |
Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) |
|||||
1 |
Het nemen van een besluit ingevolge hoofdstuk 3 AVG en paragraaf 4 Wpg “rechten van betrokkenen” (inzage, rectificatie, beperking, kennisgevingsplicht, overdraagbaarheid, bezwaar, geautomatiseerde verwerking, profilering) |
Art 15 t/m 22 AVG |
BGR |
M |
|
2 |
Het aangaan en ondertekenen van regeling tussen gezamenlijk verwerkingsverantwoordelijken |
Art 26 AVG |
BGR |
M |
|
3 |
Het aangaan en ondertekenen van een verwerkersovereenkomst |
Art 28 AVG |
BGR |
M |
|
4 |
Het bijhouden van het register van verwerkingsactiviteiten |
Art 30 AVG |
BGR |
M A |
|
5 |
Het medewerken met de toezichthoudende autoriteit |
Art 31 AVG |
BGR |
M A |
|
6 |
Het melden van een inbreuk in verband met persoonsgegevens (datalek) aan de Autoriteit Persoonsgegevens |
Art 33 AVG |
BGR |
M |
|
7 |
Het bijhouden van het register van datalekken |
Art 33 AVG |
BGR |
M |
|
8 |
Het melden van een inbreuk in verband met persoonsgegevens (datalek) aan betrokkene(n) |
Art 34 AVG |
BGR |
M |
|
9 |
Het vaststellen van een gegevensbeschermingseffectbeoordeling (DPIA) |
Art 35 AVG |
BGR |
M |
|
10 |
Raadplegen van de toezichthoudende autoriteit (AP) wanneer uit de DPIA blijkt dat een verwerking een hoog risico oplevert als de verwerkingsverantwoordelijke geen maatregelen neemt (voorafgaande raadpleging) |
Art 36 AVG |
BGR |
M |
|
11 |
Het beoordelen van doorgifte van persoonsgegevens aan derde landen of internationale organisaties |
Hoofdstuk V AVG |
BGR |
M |
|
Diversen |
|||||
15. |
Machtiging/Volmacht het ondertekenen van certificaten (zoals PKOI); het aangaan van convenanten (zoals Rvig BRP Api experiment); het verkrijgen van toegang op portals; het verrichten van alle administratieve handelingen ten behoeve van deze bevoegdheden. |
diversen |
BGR |
M A |
|
16. |
Mandaat Het vaststellen van de functiewaardering van medewerkers voorlopig vaststellen van de geselecteerde normbeschrijving en/of lokale functiebeschrijving
|
Procedureregeling functiebeschrijving en functiewaardering HR21 |
BGR |
M |
Overeenkomstig de systematiek in de functiewaarderingsregeling. |
17. |
Volmacht Aangaan en ondertekenen stage-overeenkomst voor stagiaires. |
art. 160 Gemeentewet art. 171 Gemeentewet |
BGR |
M |
De vertegenwoordigingsbevoegdheid buiten rechte (van de voorzitter van het BGR) wordt eveneens opgedragen aan gemandateerde (= het ondertekenen van de overeenkomst). Administratieve afhandeling vindt plaats door Personeels- en salarisadminstratie |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl