Verordening participatie minima 2025

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Verordening participatie minima 2025

De raad van de gemeente Dinkelland,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 november 2024, nr. 14 A;

gelet op het advies van de commissie Sociaal Domein en Bestuur van 19 november 2024;

gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 149 van de Gemeentewet

besluit:

  • 1.

    De 'Verordening participatie minima 2025' per 1 januari 2025 vast te stellen.

  • 2.

    De 'Verordening bevordering participatie minima 2017' in te trekken.

  • 3.

    De extra kosten voor het ophogen van het meedoenbudget ter hoogte van €5.544 te dekken uit het budget: 'extra compensatie voor aanpak van armoede en schulden.'

  • 4.

    De extra kosten voor de jaarlijkse indexatie van het meedoenbudget te dekken uit het structurele budget: 'extra compensatie voor aanpak van armoede en schulden'.

Artikel 1 Definitie

In deze verordening wordt bedoeld met:

  • a.

bijstandsnorm:

hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 5 van de Participatiewet;

  • b.

identiteitsbewijs:

een identiteitsbewijs waarin de nationaliteit van de houder is vermeld;

  • c.

kosten van maatschappelijke participatie:

kosten in verband met deelname aan culturele, sociaal- culturele, sportieve en/of educatieve activiteiten, maatschappelijke deelname en vorming, zoals de kosten van:

  • een abonnement op een openbare bibliotheek;

  • een zwemabonnement;

  • het lidmaatschap van een sportvereniging en de aanschaf van sportkleding in verband hiermee;

  • contributies;

  • lidmaatschap ouderenvereniging, wijkvereniging of buurtvereniging;

  • uitstapjes met een ouderenvereniging of buurtvereniging;

  • museumjaarkaart;

  • bezoek culturele voorstellingen (theater, museum);

  • een abonnement op de kerktelefoon;

  • abonnement op kranten en tijdschriften;

  • muzieklessen;

  • deelname aan (re)creatieve cursussen;

  • cursusgeld voor educatieve en/of sociaal-culturele activiteiten.

  • d.

vermogen:

hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 34 van de Participatiewet, met dien verstande dat

  • het vermogen gebonden in woning en bijbehorend erf geheel buiten beschouwing blijft

  • het vermogen gebonden in een auto tot € 5000 buiten beschouwing blijft;

  • e.

vermogensgrens:

hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 34 van de Participatiewet;

  • f.

college:

college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dinkelland;

  • g.

periodieke uitkering:

een uitkering op grond van de Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004).

Artikel 2 Bijdrage in de kosten

  • 1. Het college kan per kalenderjaar aan een inwoner van de gemeente van 18 jaar en ouder een bijdrage verstrekken in de kosten van maatschappelijke participatie.

  • 2. Het college kan éénmaal per tien jaar een bijdrage verstrekken in de kosten van een identiteitsbewijs van een persoon van 14 jaar en ouder, tenzij deze persoon al beschikt over een geldig identiteitsbewijs.

  • 3. Een bijdrage kan alleen worden verleend indien op het moment van de aanvraag:

    • a.

      Het gezinsinkomen niet meer bedraagt dan 120% van de bijstandsnorm (exclusief vakantietoeslag) inclusief toeslagen en/of verlagingen, waarbij het inkomen verkregen op grond van de Wet studiefinanciering 2000 buiten beschouwing blijft.

    • b.

      het vermogen, bepaald zoals aangegeven in artikel 1, de geldende vermogensgrens niet overschrijdt.

Artikel 3 De aanvraag

  • 1. Een bijdrage in de kosten van maatschappelijke participatie wordt aangevraagd met een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. Bij de aanvraag moeten gegevens worden gevoegd waarmee het inkomen en het vermogen op het moment van de aanvraag kunnen worden vastgesteld.

  • 3. In afwijking van het tweede lid hoeven inwoners die een periodieke uitkering van het college ontvangen geen gegevens over het inkomen en het vermogen aan te leveren.

  • 4. Indien een aanvraag wordt ingediend en in het daaraan voorafgaande kalenderjaar ook reeds een of meer bijdragen is verleend, dient de aanvrager te verklaren en desgevraagd aannemelijk te maken dat die bijdrage is besteed overeenkomstig het doel waarvoor de bijdrage is verleend.

  • 5. Een aanvraag voor een bijdrage als bedoeld in artikel 2 moet worden ingediend in het kalenderjaar of uiterlijk vóór 1 maart van het volgende kalenderjaar.

Artikel 4 Hoogte van de bijdrage

  • 1. De bijdrage in de kosten van maatschappelijke participatie bedraagt voor het kalenderjaar 2025 € 183,00 en wordt jaarlijks per 1 januari geïndexeerd op basis van de consumentenprijsindex. De inflatiecorrectie voor het kalenderjaar 2025 (t.o.v. 2017) is vastgesteld op € 33,-.

  • 2. De bijdrage in de kosten van een identiteitsbewijs zijn gelijk aan de kosten van een identiteitskaart verhoogd met de kosten van het maken van een pasfoto.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Het college kan een aanvraag afwijzen indien er niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening.

Artikel 6 Terugvordering

Het college kan een bijdrage terugvorderen indien:

  • a.

    de aanvrager in of met betrekking tot de aanvraag onjuiste en/of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de bijdrage daardoor ten onrechte is toegekend;

  • b.

    de bijdrage is aangewend voor een ander doel dan maatschappelijke participatie.

Artikel 7 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten voordele van een aanvrager afwijken van de bepalingen van deze verordening, voor zover toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 8 Slotbepaling

  • 1. Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening participatie minima 2025”.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2025.

  • 3. De Verordening bevordering participatie minima 2017 wordt ingetrokken.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 26 november 2024

de raadsgriffier,

Mr. L.J.H. Engelbertink

de voorzitter,

J.G.J. Joosten