Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728613
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728613/1
Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar 2024
Geldend van 11-12-2024 t/m heden
Intitulé
Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar 2024Het college van de gemeente Zevenaar;
gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de artikelen 7 zesde lid, 17 elfde lid, 18 derde lid, 21 derde lid en 23 vierde lid, 25 achtste lid, 27 derde lid, 28 derde lid en 31 derde lid van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar 2024;
besluit vast te stellen:
Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar 2024
Artikel 1 Begripsbepalingen
-
1. In deze nadere regels wordt verstaan onder:
- a)
Collectief vervoer: vraagafhankelijk- en/of route vervoer georganiseerd door de Bedrijfsvoeringsorganisatie Doelgroepenvervoer Regio Arnhem Nijmegen (BVO DRAN) uitgevoerd onder de naam Aanvullend vervoer Arnhem Nijmegen (Avan);
- b)
Inwoner: cliënt als bedoeld in de wet;
- c)
Verordening: verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar 2024.
- a)
-
2. Alle begrippen die in deze nadere regels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wmo 2015, het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en/of de Verordening.
Artikel 2 Collectief vervoer
-
1. Een maatwerkvoorziening voor collectief vervoer kan bestaan uit:
- a.
De ‘Wmo-pas’ waarmee voor een bepaald kilometerbudget met korting kan worden gereisd met het collectief vraagafhankelijk vervoer;
- b.
Route vervoer naar geïndiceerde groepsbegeleiding (dagbesteding) en/of activerend werk.
- a.
-
2. De Wmo-pas, genoemd in het eerste lid onderdeel a, is bedoeld voor alledaags vervoer binnen 25 kilometer van de woning, met uitzondering van:
- a.
vervoer naar werk (inclusief beschut werk en vrijwilligerswerk);
- b.
vervoer naar onderwijs;
- c.
vervoer naar behandeling;
- d.
vervoer vanwege de dagbesteding of de zorgverzekeraar, als de inwoner een Wlz-indicatie heeft.
- a.
-
3. Het jaarlijks kilometerbudget, als bedoeld in het eerste lid onderdeel a, is even groot als de specifieke vervoerbehoefte van de inwoner, maar niet hoger dan maximaal 1500 kilometers per jaar.
-
4. De specifieke vervoerbehoefte, als bedoeld in het derde lid, wordt vastgesteld aan de hand van de (vaste) alledaagse sociale bestemmingen van de inwoner.
-
5. Beschikt de inwoner over een hulpmiddel voor lokaal vervoer, zoals een scootmobiel of een vergelijkbaar hulpmiddel voor lokale verplaatsingen, en is zijn/haar specifieke vervoersbehoefte qua omvang en bereik groter dan hiermee redelijkerwijs bereikt kan worden, dan is het kilometerbudget als bedoeld in het derde lid niet hoger dan 750 kilometer per jaar.
-
6. Kan de inwoner gebruik maken van voorliggend vervoer, zoals openbaar vervoer, vrijwilligersvervoer of vervoer met inzet van het sociaal netwerk, en is zijn/haar specifieke vervoersbehoefte qua omvang en bereik groter dan hiermee redelijkerwijs bereikt kan worden, dan is het kilometerbudget als bedoeld in het derde lid niet hoger dan 750 kilometer per jaar.
-
7. Kan de inwoner zowel gebruik maken van een hulpmiddel voor lokaal vervoer als van een vorm van voorliggend vervoer en is zijn/haar specifieke vervoersbehoefte qua omvang en bereik groter dan hiermee redelijkerwijs bereikt kan worden, dan is het kilometerbudget als bedoeld in het derde lid niet hoger dan 375 kilometer per jaar.
-
8. Aan de Wmo-pas kunnen puntbestemmingen worden verbonden die met de Wmo-pas tegen het gebruikelijke tarief kunnen worden bereisd. De puntbestemmingen van de inwoners kunnen meer dan 25 kilometer van het woonadres liggen als de inwoner geen gebruik kan maken van Valys. Aan de Wmo-pas van een inwoner kunnen enkele bijzondere vervoerindicaties worden verbonden wanneer het reguliere Wmo-vervoer niet passend is voor de inwoner. Gaat de behoefte van de inwoner verder dan de mogelijkheden van deze bijzondere vervoerindicaties, dan wordt ter bescherming van de inwoner en andere reizigers geen Wmo-pas toegekend.
Artikel 3 Kosten woningaanpassing
Het college rekent de volgende uitgaven tot kosten van een woningaanpassing bij woningaanpassingen van meer dan € 20.000,-:
- a.
Aanneemsom inbegrepen loon- en materiaalkosten voor het realiseren van de woonvoorziening. Indien de voorziening door zelfwerkzaamheid tot stand komt, vervalt de post loonkosten;
- b.
Architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in DNR2011 van de BNA en ONRI en alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is dat een architect de woningaanpassing ontwerpt;
- c.
De kosten voor het toezicht op de uitvoering, indien dit noodzakelijk is en de bouwkosten meer bedragen dan € 1.000,- tot een maximum van 2% van de aanneemsom;
- d.
Bouwleges voor zover deze betrekking hebben op het realiseren van de woonvoorziening;
- e.
Verschuldigde en niet verreken- of terugvorderbare omzetbelasting;
- f.
Renteverlies in verband met het verrichten van noodzakelijke betaling aan derden, voordat de financiële tegemoetkoming is uitbetaald, voor zover deze verband houdt met de bouw dan wel het treffen van voorzieningen;
- g.
Kosten in verband met noodzakelijk technisch onderzoek en adviezen met betrekking tot het verrichten van de aanpassing;
- h.
Kosten van heraansluiting van openbare nutsvoorzieningen;
- i.
Administratiekosten tot ten hoogste € 350,- voor de verhuurder die een woningaanpassing realiseert voor een persoon met beperkingen;
- j.
Door het college (schriftelijk) goedgekeurde kostenverhogingen, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet waren te voorzien.
Artikel 4 Anti-speculatiebeding
-
1. Het in artikel 25 lid 7 van de Verordening opgenomen anti-speculatiebeding gaat in op de datum van de verkoop van de woning.
-
2. De in artikel 25 lid 7 van de Verordening genoemde terugbetalingsverplichting wordt aan de hand van onderstaand schema berekend:
- a.
Bij verkoop in het eerste jaar na gereedmelding 100% van de door het college betaalde kosten van de woningaanpassing;
- b.
Bij verkoop in het tweede jaar na gereedmelding 90% van door het college betaalde kosten van de woningaanpassing;
- c.
Bij verkoop in het derde jaar na gereedmelding 80% van de door het college betaalde kosten van de woningaanpassing;
- d.
Bij verkoop in het vierde jaar na gereedmelding 70% van de door het college betaalde kosten van de woningaanpassing
- e.
Bij verkoop in het vijfde jaar na gereedmelding 60% van de door het college betaalde kosten van de woningaanpassing;
- f.
Bij verkoop in het zesde jaar na gereedmelding 50% van de door het college betaalde kosten van de woningaanpassing;
- g.
Bij verkoop in het zevende jaar na gereedmelding 40% van de door het college betaalde kosten van de woningaanpassing;
- h.
Bij verkoop in het achtste jaar na gereedmelding 30% van de door het college betaalde kosten van de woningaanpassing;
- i.
Bij verkoop in het negende jaar na gereedmelding 20% van de door het college betaalde kosten van de woningaanpassing;
- j.
Bij verkoop in het tiende jaar na gereedmelding 10% van de door het college betaalde kosten van de woningaanpassing.
- a.
-
3. In de in het tweede lid bedoelde gevallen worden de bedragen verminderd met de bijdrage die voor rekening van de inwoner is gebleven.
Artikel 5 Pgb
-
1. Een pgb wordt berekend onder toepassing van artikel 17 van de Verordening op basis van de prijzen en/of tarieven die in bijlage 1 bij deze nadere regels zijn opgenomen.
-
2. Als een inwoner een pgb ontvangt en met de middelen uit dit budget een tweedehands maatwerkvoorziening wil kopen, dient hij/zij dit bij de aanvraag kenbaar te maken.
-
3. Als een inwoner een pgb ontvangt voor een nieuwe maatwerkvoorziening en hiermee zonder voorafgaande goedkeuring van het college een tweedehands voorziening koopt, wordt het verschil tussen het ontvangen pgb en de werkelijke kosten verrekend, tenzij de keuze voor de tweedehands voorziening gerechtvaardigd kan worden. Het college kan in deze er ook voor kiezen om het verschil te verrekenen met een ander pgb dat de inwoner ontvangt.
Artikel 6 Financiële tegemoetkoming
-
1. De algemeen gebruikelijke belastingvrije kilometervergoeding, als bedoeld in artikel 18 lid 2 sub b van de Verordening, is € 0,23 per kilometer.
-
2. De hoogte van de financiële tegemoetkomingen zijn vastgelegd in artikel 18 van de Verordening en ook in bijlage 2 bij deze nadere regels opgenomen.
Artikel 7 Mantelzorgwaardering
-
1. De jaarlijkse waardering voor mantelzorgers van inwoners in de gemeente bestaat uit een Zin in Zevenaar bon ter waarde van € 30,-.
-
2. De wijze van uitvoering aan de jaarlijkse blijk van waardering voor de mantelzorgers van inwoners is door het college belegd bij de welzijnsorganisatie Caleidoz. Voor of door alle mantelzorgers, dit zijn personen die als mantelzorger al minimaal 3 maanden voor minimaal 8 uur per week hulp en/of zorg biedt aan een inwoner, kan deze waardering bij Caleidoz aangevraagd worden.
Artikel 8 Hardheidsclausule
-
1. Het college kan bepalingen in deze nadere regels buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing van de regeling, gelet op het belang van het bevorderen van maatschappelijke ondersteuning voor een inwoner van de gemeente Zevenaar, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 9 Overgangsrecht
-
1. Aanvragen die zijn ingediend onder de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar 2023 en waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van deze nadere regels, worden afgehandeld krachtens deze nadere regels.
-
2. Op bezwaarschriften tegen een besluit op grond van de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar 2023 wordt beslist met inachtneming van die nadere regels.
Artikel 10 Inwerkingtreding, intrekking en citeertitel
-
1. Deze nadere regels treden in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking.
-
2. De Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar 2023 wordt per gelijke datum als bedoeld in het eerste lid ingetrokken.
-
3. Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar 2024.
Ondertekening
Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders op 3 december 2024.
De secretaris,
D. Jansen
de burgemeester,
L.J.E.M. van Riswijk
BIJLAGE 1: PGB prijzen en/of tarieven maatschappelijke ondersteuning
Product |
Berekeningsmethode en/of eenheid |
Tarieven / prijzen PGB |
Hulpmiddelen |
Niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst compenserende voorziening in natura, indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering |
Op basis van overeenkomst of geaccepteerde offerte |
Woningaanpassingen en/of woonvoorzieningen |
Niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst compenserende voorziening in natura, indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering |
Op basis van overeenkomst of geaccepteerde offerte |
Trapliften |
Niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst compenserende voorziening in natura, indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering |
Op basis van overeenkomst of geaccepteerde offerte |
Vraagafhankelijk (sociaal) vervoer |
Niet meer dan de kostprijs van het in de betreffende situatie benodigd collectief vraagafhankelijk vervoer. Maximaal 1500 kilometer per jaar. |
Op basis van berekening van de BVO DRAN |
Huishoudelijke ondersteuning |
Per uur / per minuut |
€ 37,20 / € 0,62 (90% ZIN tarief) |
Huishoudelijke ondersteuning door een persoon uit het sociaal netwerk |
Per uur / per minuut |
€ 21,00 / € 0,35 |
Combi-ondersteuning thuis |
Per uur / per minuut |
€ 43,20 / € 0,72 (90% ZIN tarief) |
Combi-ondersteuning thuis door een persoon uit het sociaal netwerk |
Per uur / per minuut |
€ 22,80 / € 0,38 |
Begeleiding Wmo |
Per uur / per minuut |
€ 67,80 / € 1,13 (90% ZIN tarief) |
Begeleiding Wmo door een persoon uit het sociaal netwerk |
Per uur / per minuut |
€ 24,40 / € 0,41 |
Groepsbegeleiding stabiel |
Per uur |
€ 10,67 (90% ZIN tarief) |
Route vervoer naar groepsbegeleiding en/of activerend werk |
Niet meer dan de kostprijs van het in de betreffende situatie benodigd collectief route vervoer |
Op basis van de berekening van de BVO DRAN |
Activerend werk, oriëntatiefase Wmo |
Per stuk |
€ 1.327,34 (90% ZIN tarief) |
Activerend werk, stabiel op trede 3 Wmo |
Per uur |
€ 9,06 (90% ZIN tarief) |
Activerend werk, stabiel op trede 4 Wmo |
Per uur |
€ 7,16 (90% ZIN tarief) |
Activerend werk, ontwikkeling naar trede 3 Wmo |
Per stuk |
€ 574,95 (90% ZIN tarief) |
Activerend werk, ontwikkeling naar trede 4 Wmo |
Per stuk |
€ 691,22 (90% ZIN tarief) |
Activerend werk, ontwikkeling naar trede 5 Wmo |
Per stuk |
€ 396,62 (90% ZIN tarief) |
BIJLAGE 2: Financiële tegemoetkomingen maatschappelijke ondersteuning
Product |
Berekeningsmethode en/of eenheid |
Hoogte |
Verhuis- en herinrichtingskosten |
Eenmalig |
Maximaal € 4000,-. |
Autoaanpassing |
Eenmalig over een periode van 7 jaar |
Maximaal € 6.065,63 |
Vervoer met eigen auto |
Bedrag per kilometer (maximaal 1500 kilometer per jaar) |
€ 0,23 (maximaal € 345,00 per jaar) |
Sportvoorziening |
Eenmalig over een periode van ten minste 3 jaar |
Maximaal € 3.010,67 |
Bezoekbaar maken woning |
Eenmalig |
Maximaal € 4.000,- |
Woningsanering |
Eenmalig. Op basis van afschrijvingstermijn van de noodzakelijk te vervangen vloerbedekking en gordijnen in woonkamer en slaapkamer en bedraagt percentage van de kosten |
|
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl