Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR7286
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR7286/1
Regeling vervallen per 20-09-2012
Verordening op het gemeentelijk muziekinstituut
Geldend van 24-01-2002 t/m 19-09-2012
Intitulé
Verordening op het gemeentelijk muziekinstituut(Rb. 17-01-2000, nr. 72)
Artikel 1 Algemene bepalingen
De gemeente Leeuwarden heeft, binnen de dienst Welzijn, een instituut voor muzikale en dansante vorming. Het instituut is genaamd: "Het gemeentelijk muziekinstituut Leeuwarden".
Artikel 2
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. |
instituut: |
het instituut als bedoeld in artikel 1 van de verordening; |
b. |
commissie: |
de Commissie voor het bestuur en beheer van het gemeentelijk muziekinstituut Leeuwarden; |
c. |
inspecteurs: |
de inspecteurs kunstzinnige vorming en amateuristische kunstbeoefening die daartoe zijn aangesteld door of vanwege de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur; |
d. |
cursusjaar: |
het cursusjaar dat loopt van 1 september tot 1 september; |
e. |
belastbaar(gezins-)inkomen: |
het door de belastinginspecteur bij aanslag of schriftelijke verklaring vastgestelde belastbaar (gezins-)inkomen over het kalenderjaar voorafgaande aan het cursusjaar of bij afwezigheid hiervan een daarmee gelijk te stellen of hierop te herleiden inkomen. |
Artikel 3
Het college van burgemeester en wethouders stelt, de commissie gehoord, een reglement vast, waarin de verhouding wordt vastgelegd tussen het instituut en de leerling van het instituut met betrekking tot de toelating, de lessen, de rapporten en getuigschriften, de duur van het cursusjaar en de dagelijkse gang van zaken op het instituut.
Artikel 4 Opleiding
-
1. De opleidingen omvatten tenminste:
- a.
algemene muzikale vorming;
- b.
algemene dansante vorming;
- c.
instrumentaal en vocaal muziekonderwijs;
- d.
voorbereiding vakopleiding;
- e.
(kortlopende) cursussen, gericht op speciale groepen.
- a.
-
2. Het college van burgemeester en wethouders stelt, de commissie ge-hoord, leerplannen vast, waarin de inrichting van het onderwijs wordt vastgesteld. De leerplannen betreffen tenminste de in lid 1 sub a t/m d genoemde opleidingen;
-
3. Het college van burgemeester en wethouders kan, de commissie gehoord, andere opleidingen of cursussen instellen.
Artikel 5
-
1. Het college van burgemeester en wethouders stelt, met inachtneming van artikel 4, jaarlijks het aantal lesuren vast voor de opleidingen en cursussen.
-
2. Het college van burgemeester en wethouders brengt het aantal door de docenten te geven lesuren ter kennis van de commissie.
Artikel 6 Vakanties
-
1. De vakanties vallen samen met de vakanties van de gemeentelijke scholen voor het voortgezet onderwijs.
-
2. Het college van burgemeester en wethouders kan hiervan in bijzondere gevallen afwijken.
Artikel 7 Directie en personeel
-
1. Aan het hoofd van het instituut staat een directeur titulair. Over de benoeming van de directeur vindt overleg plaats met de inspecteurs en wordt de commissie gehoord.
-
2. De directeur is belast met de dagelijkse leiding van het instituut, met de regeling van het onderwijs en met de zorg voor de goede gang van zaken op het instituut.
-
3. De directeur brengt aan het college van burgemeester en wethouders verslag uit over de zaken het instituut betreffende, welk verslag aan de commissie ter kennis wordt gebracht.
Artikel 8 Leerlingen
-
1. Tot het instituut worden uitsluitend toegelaten leerlingen die staan ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente Leeuwarden.
-
2. Leerlingen die niet staan ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente Leeuwarden kunnen worden toegelaten, indien de gemeente Leeuwarden en de gemeente waar zij wel staan ingeschreven in het be-volkingsregister een overeenkomst c.q. een gemeenschappelijke regeling zijn aangegaan met betrekking tot de betaling van een kostendekkende bijdrage in de exploitatielasten van het instituut.
-
3. Leerlingen die niet vallen onder het in het eerste en tweede lid van dit artikel gestelde kunnen worden toegelaten, indien zij en de ge-meente Leeuwarden een overeenkomst zijn aangegaan met betrekking tot de betaling van een kostendekkende bijdrage in de exploitatielasten van het instituut.
Artikel 9
Leerlingen die zijn toegelaten, maar niet meer voldoen aan het gestelde in artikel 8, eerste en tweede lid, worden in de gelegenheid gesteld het lopende cursusjaar te voltooien.
Artikel 10 Lesgeld
-
1. Voor het volgen van een opleiding en/of cursus aan het instituut is lesgeld verschuldigd.
-
2. Elke leerling die voor een opleiding en/of cursus is toegelaten betaalt lesgeld. Is de leerling minderjarig, dan is (zijn) de ouder(s)/verzorger(s) aansprakelijk voor het betalen van het lesgeld.
-
3. Voor leerlingen als bedoeld in artikel 8, derde lid, wordt onder lesgeld verstaan: de kostendekkende bijdrage in de exploitatielasten van het instituut. Het gestelde in de artikelen 15, 16 en 17 is op hen niet van toepassing.
-
4. Het lesgeld wordt in rekening gebracht door middel van een nota.
Artikel 11
Voor een leerling die in de loop van het cursusjaar wordt toegelaten wordt het lesgeld teruggebracht tot zoveel twaalfde gedeelten als overeenkomt met het nog in het cursusjaar resterende aantal hele kalendermaanden. Voor opleidingen en cursussen die korter zijn dan een cursusjaar wordt het lesgeld teruggebracht naar rato van het tijdsbestek dat de leerling later is toegelaten.
Artikel 12
Voor een leerling die is toegelaten en bij aanvang van de opleiding of cursus wegblijft, wordt het lesgeld teruggebracht conform het gestelde in artikel 11, wanneer hij alsnog de opleiding of cursus wenst aan te vangen, met dien verstande, dat het minimum te betalen lesgeld een vierde gedeelte bedraagt.
Genoemd minimum dient eveneens te worden betaald, indien hij gedurende het hele cursusjaar c.q. de hele opleiding of cursus korter dan een cursusjaar wegblijft.
Artikel 13
Bij opzegging binnen een cursusjaar c.q. bij een opleiding of cursus korter dan een cursusjaar, wordt het lesgeld teruggebracht met zoveel hele twaalfde gedeelten als het cursusjaar nog duurt c.q. naar rato van het tijdsbestek, dat eerder wordt opgehouden.
Artikel 14
-
1. Indien door het ontstaan van een vacature of door ziekte van een leraar een leerling gedurende langer dan één kalendermaand geen les heeft kunnen volgen, wordt het lesgeld teruggebracht met zoveel twaalfde gedeelten van het cursusjaar als de vacature of de ziekte heeft geduurd.
-
2. Indien een leerling door ziekte gedurende langer dan één kalendermaand achtereen geen lessen heeft kunnen volgen, wordt het lesgeld op verzoek teruggebracht met zoveel twaalfde gedeelten van het cursusjaar als de afwezigheid door ziekte heeft geduurd.
-
3. Voor opleidingen en cursussen die korter duren dan een cursusjaar wordt, in de gevallen als in de voorgaande leden bedoeld, het lesgeld op verzoek teruggebracht naar rato van het tijdsdeel, dat de leerling met een minimum van één kalendermaand de lessen niet heeft gevolgd c.q. heeft kunnen volgen.
-
4. Ter verkrijging van de in de leden 2 en 3 van dit artikel bedoelde vermindering van het lesgeld, dient de leerling uiterlijk voor het einde van het desbetreffende cursusjaar een aanvraag in te dienen bij het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 151)
Het lesgeld bedraagt per leerling per cursusjaar:
1. |
Algemene muzikale vorming, kinderkoorzang, orff-spel |
€ |
99,83 |
2. |
Harmonie en fanfare-orkest (hafabra) en accordeon A diploma |
€ |
183,79 |
Harmonie en fanfare-orkest (hafabra) en accordeon B diploma |
€ |
319,92 |
|
Harmonie en fanfare-orkest (hafabra) en accordeon C/D diploma |
€ |
533,19 |
|
3. |
Instrumentaal/vocaal individueel onderricht: |
||
- voor leerlingen jonger dan 18 jaar met een belastbaar (gezins)inkomen |
|||
< € 13.615,- |
€ |
328,45 |
|
€ 13.615,- tot € 15.885,- |
€ |
374,37 |
|
€ 15.885,- tot € 20.420,- |
€ |
419,75 |
|
€ 20.420,- tot € 24.960,- |
€ |
465,12 |
|
€ 24.960,- en hoger |
€ |
533,19 |
|
- voor leerlingen van 18 jaar en ouder |
€ |
533,19 |
|
4. |
Instrumentaal/vocaal groepsonderricht: |
||
- voor leerlingen jonger dan 18 jaar met een belastbaar (gezins-)inkomen |
|||
< € 13.615,- |
€ |
183,79 |
|
€ 13.615,- tot € 15.885,- |
€ |
208,74 |
|
€ 15.885,- tot € 20.420,- |
€ |
231,43 |
|
€ 20.420,- tot € 24.960,- |
€ |
276.81 |
|
€ 24.960,- en hoger |
€ |
319,92 |
|
- voor leerlingen van 18 jaar en ouder |
€ |
319,92 |
|
5. |
Ensemblespel/-lessen niet-muziekschoolleerlingen |
€ |
136,13 |
6. |
Klassiek ballet |
186,05 |
De genoemde tarieven worden jaarlijks aangepast met een door het college van burgemeester en wethouders in het kader van de begrotingsopstelling vast te stellen percentage.
Artikel 16
Het college van burgemeester en wethouders stelt het lesgeld per leerling voor opleidingen en cursussen korter dan een cursusjaar afzonderlijk vast.
Artikel 17
Indien de ouder(s)/verzorger(s) tegelijkertijd voor meer dan één minderjarige leerling lesgeld verschuldigd is (zijn), wordt de hoogte van het lesgeld verminderd met 20% voor de tweede en volgende leerling, met dien verstande, dat als eerste leerling wordt beschouwd de leerling die het hoogste lesgeld betaalt.
Artikel 18 Bijdrageregeling
Leerlingen die voldoen aan de volgende voorwaarden:
- a)
ingeschreven staan in het bevolkingsregister van de gemeente Leeuwarden en
- b)
18 jaar of ouder zijn bij de aanvang van het cursusjaar en
- c1)
aan kunnen tonen te zijn ingeschreven als student op grond van een verklaring van de Informatie Beheer Groep te Groningen dan wel
- c2)
aantoonbaar vallen onder de gemeentelijke regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen; komen in aanmerking voor een bijdrage in het te betalen lesgeld.
Artikel 19
Voor de in artikel 18 genoemde leerlingen geldt dat een bijdrage wordt verleend op het te betalen lesgeld voor:
- a)
het instrumentaal/vocaal individueel onderricht een bijdrage van € 226,89 dan wel
- b)
het instrumentaal/vocaal groepsonderricht een bijdrage van € 136,13.
Artikel 20
Voor het geval dat er sprake is van tussentijdse in- of uitschrijving en daardoor op grond van de verordening vermindering van het te betalen lesgeld wordt toegepast, geldt deze vermindering in evenredige mate voor de te verlenen bijdrage.
Artikel 21
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het stellen van nadere uitvoeringsvoorwaarden voor de bijdrage regeling zoals vastgelegd in de artikelen 18, 19 en 20.
Artikel 22 Slotbepalingen
In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 23
-
1. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening op het gemeentelijk muziekinstituut Leeuwarden".
-
2. De verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
-
3. Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de verordening van 13 december 1993, sedertdien gewijzigd.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl