Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728546
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728546/1
Verordening afvalstoffenheffing 2025
Geldend van 07-12-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening afvalstoffenheffing 2025De raad van de gemeente Dronten,
gelezen het voorstel van het college van Dronten van 15 oktober 2024, No. 639466;
gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
BESLUIT:
vast te stellen de volgende verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2025 (Verordening afvalstoffenheffing 2025).
Artikel 1. Begripsbepalingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- 1.
‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33, van de Wet milieubeheer.
- 2.
GBLT: het openbaar lichaam GBLT.
Artikel 2. Aard van de belasting en belastbaar feit
- 1.
Onder de naam afvalstoffenheffing wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33, van de Wet milieubeheer.
- 2.
De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22, van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 3. Belastingplicht
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 5. Belastingjaar
Met betrekking tot de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 6. Wijze van heffing
- 1.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel wordt geheven bij de wege van aanslag.
- 2.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
- 1.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel driehonderd vijfenzestigste gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle etmalen overblijven.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel voor zoveel driehonderd vijfenzestigste gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle etmalen overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.
- 4.
Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.
- 5.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.
- 6.
Indien de belastingplicht eindigt na dagtekening van het aanslagbiljet, kan de belastingplichtige een aanvraag tot ontheffing indienen bij de ambtenaar belast met de heffing.
Artikel 8. Aanslaggrens
- 1.
De belasting wordt niet geheven, indien het totale belastingbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, minder dan € 1,00 bedraagt.
- 2.
Voor toepassing van het eerste lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen als één aanslag aangemerkt.
Artikel 9. Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, lid 1, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen, dan wel op één aanslagbiljet verenigde aanslagen worden betaald in één termijn, die vervalt twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.
- 2.
In afwijking van lid 1 van dit artikel worden belastingaanslagen waarvoor de belastingschuldige een machtiging heeft afgegeven om deze af te schrijven door middel van automatische incasso, betaald in tien maandelijkse termijnen. Als de dagtekening van het aanslagbiljet is gelegen voor of op de 15de van een kalendermaand, vervalt de eerste incassotermijn nog in diezelfde kalendermaand. In alle andere gevallen vervalt de eerste incassotermijn aan het einde van de kalendermaand volgend op de kalendermaand waarin de dagtekening van het aanslagbiljet is gelegen.
- 3.
Indien het totaal te betalen bedrag zoals vermeld op het aanslagbiljet € 10,00 of minder bedraagt, wordt dit bedrag in afwijking van lid 2 van dit artikel in één termijn afgeschreven twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.
- 4.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel bedoeld in artikel 7, vijfde lid, moet worden betaald:
- a.
indien de kennisgeving van de aanslag mondeling wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving;
- b.
indien de kennisgeving van de aanslag schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval toezending daarvan binnen veertien dagen na dagtekening van de schriftelijke.
- a.
- 5.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.
Artikel 10 Nadere regels
- 1.
Het dagelijks bestuur van GBLT kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.1. van de tarieventabel.
- 2.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De ‘Verordening afvalstoffenheffing 2024’ van 30 november 2023 wordt ingetrokken met ingang van het in het derde lid bedoelde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor 1 januari 2025 hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
- 4.
De verordening wordt aangehaald als ‘Verordening afvalstoffenheffing 2025’.
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Dronten, gehouden op 28 november 2024.
De griffier,
drs. M. van Bergen
De voorzitter,
drs. J.P Gebben
Tarieventabel bij de Verordening afvalstoffenheffing 2025
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
Afdeling 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing
Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing
1.1 |
De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar, of indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het belastingjaar bij de aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door: |
|
1.1.1 |
Één persoon |
€ 319,99 |
1.1.2 |
Meerdere personen: |
€ 417,98 |
Voor de vaststelling van de gebruikssituatie is beslissend hetgeen ter zake, aan het begin van het belastingjaar, of indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het belastingjaar bij de aanvang van de belastingplicht, in de basisregistratie personen is geregistreerd, tenzij blijkt dat de gebruikssituatie anders is. |
Hoofdstuk 1.2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing
1.2.1 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen van grove huishoudelijke afvalstoffen en grof tuinafval (takkenroute), per aanvraag, met een maximum van vijf kubieke meter;
€ 35 per 1 m3
€ 45 per 2 m3
€ 55 per 3 m3
€ 65 per 4 m3
€ 75 per 5 m3
1.2.2 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 is geen belasting verschuldigd voor het in een één kalenderjaar bij de gemeentelijke milieustraat achterlaten van ten hoogste 100 kilogram van perceel afkomstige grove huishoudelijke afvalstoffen.
1.2.3 Indien meer wordt aangeboden dan in onderdeel 1.2.2 bedoeld, bedraagt de belasting:
afvalfractie |
Prijs per kilogram |
KCA |
gratis |
Bruin- en witgoed |
gratis |
Asbest |
gratis |
Papier/karton |
gratis |
Bakolie/frituurvet |
gratis |
Verpakkingsglas |
gratis |
Metaal |
gratis |
Autobanden met of zonder velg (maximaal 4 stuks) |
gratis |
PBD zakken gevuld met plastic verpakkingen, blik en drankkartons |
gratis |
Vlakglas (glas uit kozijnen, deuren en ramen) |
gratis |
Groenafval |
gratis |
Puin |
gratis |
Grond |
gratis |
Matrassen |
gratis |
Textiel |
gratis |
A-hout; schoon, ongeverfd en onbehandeld hout |
gratis |
EPS |
gratis |
Zonnepanelen |
gratis |
PVC |
€ 0,10 |
Vloerbedekking |
€ 0,10 |
Gips |
€ 0,10 |
Kunststoffen, anders dan huishoudelijke kunststoffen |
€ 0,10 |
Gasbeton |
€ 0,10 |
Dakleer |
€ 0,10 |
Grof huishoudelijk afval |
€ 0,10 |
B-hout; verlijmd, geverfd of gelakt hout |
€ 0,10 |
C-hout; geïmpregneerd of verduurzaamd hout |
€ 0,10 |
1.2.4 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de aanvraag van een nieuwe afvalpas als bedoeld in de Uitvoeringsbesluiten van de Afvalstoffenverordening:
1.2.4.1 Voor afvalpassen bij een nieuwe woning of verhuizing binnen de gemeente waarbij de afvalpas niet is achtergelaten door een vorige bewoner € 12,50
1.2.4.2 In alle andere gevallen bedraagt het tarief € 25,00
1.2.5. Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de aanvraag van een ander volume minicontainer € 40,00
1.2.6. Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de vergoeding bij schade aan een mini container € 40,00 indien redelijkerwijs blijkt dat de schade door eigen toedoen is ontstaan.
1.2.7 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de vergoeding voor het doorzoeken van persoonlijke spullen in een ondergrondse container € 250,00 indien de container op verzoek geledigd en uit gesorteerd moet worden.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl