Subsidieregeling Lokale Aanpak Isolatie

Geldend van 10-12-2024 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Lokale Aanpak Isolatie

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    College: College van burgemeester en wethouders;

  • b.

    Doelgroep van het Nationaal Isolatieprogramma: Eigenaar-bewoners van grondgebonden slecht geïsoleerde koopwoningen waarvan de WOZ-waarde in 2023 is vastgesteld op minder dan € 533.000, zijnde het gemeentelijke gemiddelde van de gemeente Vught:

  • c.

    Doelgroep van de plusregeling: Eigenaar-bewoners van grondgebonden slecht geïsoleerde koopwoningen waarvan de WOZ-waarde in 2023 is vastgesteld op minder dan € 533.000 en die in 2023 voldeden aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een energietoeslag op grond van de ‘Beleidsregels eenmalige energietoeslag 2023’;

  • d.

    Eigenaar-bewoner: de natuurlijk persoon die een woning in eigendom heeft, die voor permanente bewoning is bestemd en waarin hij zijn hoofdverblijf heeft of direct na renovatie van deze woning zal hebben;

  • e.

    Slecht geïsoleerde woning:

    • 1.

      Een woning met een vastgestelde energielabelklasse D, E, F of G of

    • 2.

      Een woning die voor 1993 is gebouwd en opgeleverd, waarvan ten minste twee van de in Bijlage 2 beschreven bouwdelen niet of slecht geïsoleerd zijn.

  • f.

    Energielabel: een energielabel als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van het Besluit energieprestatie gebouwen;

  • g.

    Grondgebonden koopwoning: woning, in bezit van een eigenaar-bewoner, die rechtstreeks toegankelijk is op het straatniveau en waarvan één van de bouwlagen aansluit op het maaiveld;

  • h.

    WOZ-waarde: de in 2023 vastgestelde waarde van een woning op grond van de Wet waardering onroerende zaken.

  • i.

    Gemeentelijk gemiddelde WOZ-waarde gemeente Vught: De gemiddelde waarde taxatie van de woningvoorraad in de gemeente Vught.

  • j.

    Isolatiemaatregelen: isolatiemaatregelen ten behoeve van het reduceren van aardgasverbruik van de woning, die voldoen aan de voorwaarden van de SPUK lokale aanpak. De isolatiemaatregelen moeten aantoonbaar gebouw gebonden en fysiek zijn aangebracht in de woning van de eigenaar-bewoner waarvoor de subsidie is aangevraagd;

  • k.

    Minimale isolatiewaarden maatregelen: de minimale energetische isolatiewaarde van verschillende isolatiemaatregelen zoals omschreven in bijlage 1;

  • l.

    Natuurvriendelijk isoleren: tijdelijke landelijke werkwijze die met na-isolatie rekening houdt met eventueel aanwezige beschermde diersoorten waarbij de zorgplicht uit de wet Natuurbescherming Artikel 1.11 in acht worden genomen. Zoals beschreven op Externe link: https://www.volkshuisvestingnederland.nl/onderwerpen/nationaal-isolatieprogramma/landelijke-aanpak-natuurvriendelijk-isoleren

  • m.

    SPUK lokale aanpak: Specifieke Uitkering (SPUK) vanuit het Nationaal Isolatie Programma van het ministerie van Binnenlandse Zaken voor gemeenten. Deze regeling is beschikbaar voor het financieren van lokale isolatieprogramma’s van gemeenten, en bedoeld voor het verbeteren van slecht geïsoleerde woningen van eigenaren die moeite hebben hun woning te verduurzamen;

  • n.

    Tranches: deel van een totale geldsom die door het Rijk beschikbaar wordt gesteld en die bepalend is voor de omvang van het subsidieplafond. De subsidieregeling zal uit drie tranches bestaan.

Artikel 2. Doel van de subsidie

Doel van de subsidieregeling is om de energietransitie te versnellen door het isoleren van slecht geïsoleerde grondgebonden koopwoningen in de gemeente Vught te stimuleren. Daarnaast is het doel van de plusregeling om energiearmoede in de gemeente Vught te bestrijden.

Artikel 3. Wie komt in aanmerking voor subsidie op grond van het Nationaal Isolatieprogramma

  • 1. Voor subsidie komen in aanmerking: Eigenaar-bewoners van grondgebonden slecht geïsoleerde koopwoningen waarvan de WOZ-waarde in 2023 is vastgesteld op minder dan € 533.000, zijnde de gemiddelde WOZ-waarde in de gemeente Vught in 2023.

  • 2. De subsidie bestaat uit:

    • a.

      Een vergoeding voor de kosten van het uitbrengen van een advies over te treffen maatregelen door een door de gemeente aan te wijzen energieadviseur;

    • b.

      Een bijdrage in de kosten voor in ieder geval één van de volgende uitgevoerde isolatiemaatregelen in de schil van de woning (deze activiteiten worden verder gespecificeerd in bijlage 1):

      • Dakisolatie

      • Gevelisolatie

      • Spouwmuurisolatie

      • Vloerisolatie

      • Bodemisolatie

      • Zolder- of vlieringisolatie

      • Glas en kozijnpanelen (met isolatiewaarde van U ≤ 1,2 W/m2K,)

Artikel 4. Hoe wordt de hoogte van de subsidie bepaald?

  • 1. De vergoeding voor de kosten van het uitbrengen van het advies van de energieadviseur wordt berekend op basis van werkelijke kosten.

  • 2. De bijdrage in de kosten van isolatiemaatregelen wordt bepaald op basis van het advies van de energieadviseur. De energieadviseur stelt in zijn advies vast welke isolatiemaatregelen het meest effectief zijn om te nemen. Daarbij heeft het aanbrengen van spouwmuurisolatie de voorkeur als isolatiemaatregel.

  • 3. De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal € 1.812.

  • 4. Het subsidieplafond bedraagt 532.859. De aanvragen worden afgehandeld op basis van de datum van aanvraag of, als een onvolledige aanvraag is ingediend, op basis van de datum waarop de aanvraag is aangevuld. Zodra het subsidieplafond is bereikt kan geen subsidie meer worden verleend.

Artikel 5. Wanneer wordt de subsidie uitbetaald?

  • 1. Indien de aanvrager in aanmerking komt voor een subsidie, besluit het college tot verlening van de subsidie. De aanvrager ontvangt hiervan een besluit.

  • 2. Het college betaalt de subsidie ten behoeve van het uitbrengen van het advies rechtstreeks uit aan de energieadviseur.

  • 3. Het college betaalt de subsidie rechtstreeks uit aan het isolatiebedrijf dat het college heeft geselecteerd voor het uitvoeren van isolatiemaatregelen.

Artikel 6. Wie komt in aanmerking voor subsidie op grond van de plusregeling?

  • 1. Voor subsidie komen in aanmerking: Eigenaar-bewoners van grondgebonden slecht geïsoleerde koopwoningen waarvan de WOZ-waarde in 2023 is vastgesteld op minder dan € 533.000, zijnde de gemiddelde WOZ-waarde in de gemeente Vught in 2023 en die in 2023 voldeden aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een energietoeslag op grond van de ‘Beleidsregels eenmalige energietoeslag 2023’.

  • 2. De subsidie bestaat uit:

    • a.

      Een vergoeding voor de kosten van het uitbrengen van een advies over te treffen maatregelen door een door de gemeente aan te wijzen energieadviseur;

    • b.

      Een voorziening in natura, bestaande uit één van de volgende uitgevoerde isolatiemaatregelen in de schil van de woning (deze activiteiten worden verder gespecificeerd in bijlage 1):

      • Spouwmuurisolatie

      • Vloerisolatie

      • Bodemisolatie

Artikel 7. Hoe wordt de hoogte van de subsidie van de plusregeling bepaald?

  • 1. De vergoeding voor de kosten van het uitbrengen van het advies van de energieadviseur wordt berekend op basis van werkelijke kosten.

  • 2. De voorziening voor het treffen van isolatiemaatregelen wordt bepaald op basis van het advies van de energieadviseur. De energieadviseur stelt in zijn advies vast welke isolatiemaatregelen het meest effectief zijn om te nemen. Daarbij heeft het aanbrengen van spouwmuurisolatie de voorkeur als isolatiemaatregel.

  • 3. De subsidie wordt aanvullend op de subsidie op grond van het Nationaal Isolatieprogramma verstrekt. De hoogte van de subsidie bedraagt samen maximaal € 4.000. De subsidie op grond van de plusregeling bedraagt dus maximaal € 2.188.

  • 4. Het subsidieplafond bedraagt € 93.000. De aanvragen worden afgehandeld op basis van de datum van aanvraag of, als een onvolledige aanvraag is ingediend, op basis van de datum waarop de aanvraag is aangevuld. Zodra het subsidieplafond is bereikt kan geen subsidie op grond van de plusregeling meer worden verleend.

  • 5. In afwijking van het bepaalde in artikel 7, derde lid, wordt de subsidie van maximaal € 2.188,00 op grond van de plusregeling zelfstandig verstrekt indien het subsidieplafond voor de subsidieregeling van het Nationaal Isolatie Programma zoals bepaald in artikel 4, vierde lid, bereikt is en subsidiëring op grond van die regeling daarom niet meer mogelijk is. Het subsidieplafond vermeld in artikel 7, vierde lid, blijft onverkort van toepassing op de betreffende aanvragen.

Artikel 8. Wanneer wordt de subsidie uitbetaald?

  • 1. Indien de aanvrager in aanmerking komt voor een subsidie op grond van de plusregeling, besluit het college tot directe vaststelling van de subsidie. De aanvrager ontvangt hiervan een besluit.

  • 2. Het college betaalt de subsidie rechtstreeks uit aan het isolatiebedrijf dat het college heeft geselecteerd voor het uitvoeren van isolatiemaatregelen. Ook de subsidie op grond van het Nationaal Isolatieprogramma wordt in afwijking van het bepaalde in artikel 5, derde lid rechtstreeks aan het isolatiebedrijf uitgekeerd.

Artikel 9. Vanaf wanneer kunnen aanvragen worden ingediend

  • 1. Personen behorende tot de doelgroep voor de plusregeling kunnen een aanvraag indienen op grond van deze Regeling, zodra de Regeling in werking is getreden.

  • 2. Personen die niet behoren tot de doelgroep van de plusregeling, maar wel tot de doelgroep van het Nationaal Isolatieprogramma kunnen pas een aanvraag indienen vanaf een nader door het college te bepalen moment. Aanvragen die daarvoor worden ingediend, worden niet in behandeling genomen en gelden niet mee voor de toepassing van artikel 4, vierde lid (subsidieplafond).

Artikel 10. Andere gronden om de subsidie te weigeren

Onverminderd het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht kan het college de subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren indien:

  • Reeds eerder dezelfde subsidie uit hoofde van deze subsidieregeling is verstrekt door het college, waarbij het maximaal toe te kennen subsidiebedrag van € 1.812 is bereikt.

  • De kosten voor de uitvoering van de voorzieningen waarvoor een subsidieaanvraag wordt gedaan naar het oordeel van het de energieadviseur niet in redelijke verhouding staan tot het beoogde resultaat;

  • De activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd niet bijdragen aan de realisatie van het doel van de regeling;

  • De maatregel waarvoor subsidie wordt aangevraagd een nieuw element aan de woning toevoegt en niet dient ter vervanging van een verouderde maatregel;

  • De isolatiemaatregel niet is uitgevoerd door bedrijven met een natuurvriendelijk isoleren keurmerk;

  • De maatregel zonder bijzondere inspanning terug te draaien is.

Artikel 11. Hoe dient u uw aanvraag in?

De aanvraag voor subsidie tot kunt u doen via het aanvraagformulier op de website van de gemeente Vught. In uw aanvraag hoeft u nog niet te melden voor welke isolatiemaatregel u de aanvraag indient. Dit zal in overleg met de energieadviseur worden bepaald.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking de dag na die van de bekendmaking.

Artikel 13 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Lokale Aanpak Isolatie

Ondertekening

Bijlage 1 Maatregelenlijst

Nr.

Isolatie maatregelen

Criterium

1

Gevelisolatie

  • 1.

    U kunt kiezen voor gevelisolatie door een voorzetwand aan de binnenzijde van de buitengevel aan te brengen of door isolatie aan de buitenzijde van de buitengevel aan te brengen.

  • 2.

    U moet minimaal 10 m2 gevel hebben laten isoleren. Het nieuw aangebrachte isolatiemateriaal moet een minimale isolatiewaarde (Rd-waarde) hebben van 3,5 [m2 K/w].

  • 3.

    De nieuwe isolatie moet voldoende dik zijn aangebracht om aan de isolatiewaarde te voldoen. U mag de dikte van isolatie dat al aanwezig was vóór het uitvoeren van de isolatiemaatregel niet meerekenen om aan de minimale isolatiewaarde te voldoen.

  • 4.

    Het isoleren van binnenmuren en scheidingswanden komt niet in aanmerking voor subsidie.

2

Spouwmuurisolatie

  • 1.

    U moet minimaal 10m2 spouwmuur isoleren.

  • 2.

    Het nieuw aangebrachte isolatiemateriaal moet een minimale isolatiewaarde (Rd-waarde) hebben van 1,1 [m2 K/w].

  • 3.

    U mag de dikte van isolatie dat al aanwezig was vóór het uitvoeren van de isolatiemaatregel niet meerekenen om aan de minimale isolatiewaarde te voldoen.

3

Vloerisolatie

  • 1.

    U heeft geïsoleerd door een laag isolatiemateriaal tegen de onderkant of aan de bovenkant van een bestaande vloer aan te brengen.

  • 2.

    U moet minimaal 20 m2 van de bestaande vloer isoleren.

  • 3.

    Het nieuw aangebrachte isolatiemateriaal moet een minimale isolatiewaarde (Rd-waarde) hebben van 3,5 [m2 K/w].

  • 4.

    De nieuwe isolatie moet voldoende dik zijn aangebracht om aan de isolatiewaarde te voldoen. U mag de dikte van isolatie dat al aanwezig was vóór het uitvoeren van de isolatiemaatregel niet meerekenen om aan de minimale isolatiewaarde te voldoen.

  • 5.

    Het aanbrengen van lokaal gespoten PIR of PUR is uitgevoerd met HFK-vrije blaasmiddelen.

4

Bodemisolatie

  • 1.

    U heeft geïsoleerd door een laag isolatiemateriaal op de bodem van de kruipruimte aan te brengen.

  • 2.

    Het nieuw aangebrachte isolatiemateriaal moet een minimale isolatiewaarde (Rd-waarde) hebben van 3,5 [m2 K/w].

  • 3.

    U moet minimaal 20 m2 van de bestaande bodem isoleren.

  • 4.

    De nieuwe isolatie moet voldoende dik zijn aangebracht om aan de isolatiewaarde te voldoen. U mag de dikte van isolatie dat al aanwezig was vóór het uitvoeren van de isolatiemaatregel niet meerekenen om aan de minimale isolatiewaarde te voldoen.

  • 5.

    Het aanbrengen van lokaal gespoten PIR of PUR is uitgevoerd met HFK-vrije blaasmiddelen.

5

Dakisolatie

  • 1.

    Bij dakisolatie kiest u voor het isoleren van het bestaande dak aan de binnen- of buitenzijde van het dak.

  • 2.

    U moet minimaal 20m2 van het bestaande dak isoleren.

  • 3.

    Het nieuw aangebrachte isolatiemateriaal moet een minimale isolatiewaarde (Rd-waarde) hebben van 3,5 [m2 k/w].

  • 4.

    De nieuwe isolatie moet voldoende dik zijn aangebracht om aan de isolatiewaarde te voldoen. U mag de dikte van isolatie dat al aanwezig was vóór het uitvoeren van de isolatiemaatregel niet meerekenen om aan de minimale isolatiewaarde te voldoen.

6

Zolder- of vlieringvloerisolatie

  • 1.

    De zolder of vliering moet onverwarmd zijn om voor subsidie in aanmerking te komen. Dit betekent dat er geen voorzieningen aanwezig mogen zijn waarmee u de zolder verwarmt, ook al gebruikt u die voorzieningen (bijna) niet.

  • 2.

    U moet minimaal 20 m2 van de bestaande zolder- vlieringvloer isoleren.

  • 3.

    Het nieuw aangebrachte isolatiemateriaal moet een minimale isolatiewaarde (Rd-waarde) hebben van 3,5 [m2 K/w].

  • 4.

    De nieuwe isolatie moet voldoende dik zijn aangebracht om aan de isolatiewaarde te voldoen. U mag de dikte van isolatie dat al aanwezig was vóór het uitvoeren van de isolatiemaatregel niet meerekenen om aan de minimale isolatiewaarde te voldoen.

7

Triple glas

  • 1.

    Het minimaal geïsoleerde oppervlak bedraagt 8 m2.

  • 2.

    U geeft alleen het aantal m2 op die oude ramen, panelen of deuren vervangen. Glas wat bijvoorbeeld is geplaatst in een raam waar eerder een gevel zat komt niet in aanmerking.

  • 3.

    De isolatiewaarde (U-waarde) voor het Triple glas is maximaal 0,7 W/m2K.

  • 4.

    Bij de toepassing van Triple glas moet u verplicht ook de kozijnen vervangen door isolerende kozijnen met een Uf-waarde van maximaal 1,5 W/m2K.

  • 5.

    Als u heeft geïnvesteerd in HR++ glas, Triple glas, isolerende panelen en deuren dan geldt dit als één maatregel. De oppervlaktes worden bij elkaar opgeteld in het aanvraagformulier om te bepalen of u aan de oppervlakte-eisen voldoet.

8

HR++ glas

  • 1.

    U geeft alleen het aantal m2 op die oude ramen, panelen of deuren vervangen. Glas wat bijvoorbeeld is geplaatst in een raam waar eerder een gevel zat komt niet in aanmerking.

  • 2.

    De isolatiewaarde van het HR++ glas (U-waarde) is maximaal 1,2 W/m2K nodig.

  • 3.

    U mag maar één keer subsidie aanvragen voor glasisolatie.

  • 4.

    Als u heeft geïnvesteerd in HR++ glas, Triple glas, isolerende panelen en deuren dan geldt dit als één maatregel. De oppervlaktes worden bij elkaar opgeteld in het aanvraagformulier om te bepalen of u aan de oppervlakte-eisen voldoet.

  • 5.

    Het minimaal geïsoleerde oppervlak bedraagt 8 m2. Het oppervlak van het HR++ glas telt hierin mee.

9

Isolerend paneel in kozijn

  • 1.

    Het minimaal geïsoleerde oppervlak bedraagt 8 m2.

  • 2.

    U krijgt alleen subsidie voor een isolerend paneel in een kozijn als u ook HR++-glas of Triple glas heeft laten aanbrengen

  • 3.

    U kunt bij HR++ glas en Triple glas een isolerend paneel toepassen met een lage isolatiewaarde (Ud-waarde) van maximaal 1.2 W/m2K of met een hoge isolatiewaarde van maximaal 0,7 W/m2K.

  • 4.

    Past u een isolerend paneel in een kozijn toe met de hoge isolatiewaarde van maximaal 0,7 W/m2K dan moet u een verklaring van het bouwbedrijf meesturen om dit aan te tonen.

  • 5.

    Als u heeft geïnvesteerd in HR++ glas, Triple glas, isolerende panelen en deuren dan geldt dit als één maatregel. De oppervlaktes worden bij elkaar opgeteld in het aanvraagformulier om te bepalen of u aan de oppervlakte-eisen voldoet. Het minimaal geïsoleerde oppervlak bedraagt 8 m2. Het oppervlak van het isolerende paneel telt hierin mee.

10

Isolerende deur

  • 1.

    U krijgt alleen subsidie voor een isolerende deur als u ook HR++-glas of Triple glas heeft laten aanbrengen.

  • 2.

    U kunt bij HR++ glas en Triple glas een isolerende deur toepassen met een lage isolatiewaarde (Ud-waarde) van maximaal 1.5 W/m2K of met een hoge isolatiewaarde van maximaal 1,0 W/m2K.

  • 3.

    Past u een isolerende deur toe met de hoge isolatiewaarde van maximaal 1,0 W/m2K dan moet u een verklaring van het bouwbedrijf meesturen om dit aan te tonen. U krijgt dan het hogere subsidiebedrag voor het Triple glas.

  • 4.

    Als u heeft geïnvesteerd in HR++ glas, Triple glas, isolerende panelen en deuren dan geldt dit als één maatregel. De oppervlaktes worden bij elkaar opgeteld in ons aanvraagformulier om te bepalen of u aan de oppervlakte-eisen voldoet. Het minimaal geïsoleerde oppervlak bedraagt 8 m2. Het oppervlak van de isolerende deur telt hierin mee.

Bijlage 2 Slecht geïsoleerde woning

Bij een woning die voor het jaar 1993 is gebouwd en opgeleverd, en die geen energielabel heeft, wordt gekeken naar slecht geïsoleerde bouwdelen. In de tabel staan indicaties van Rc of U-waarde. Een woning die voor het jaar 1993 is gebouwd en opgeleverd, komt in aanmerking voor subsidie als deze twee bouwdelen heeft die slecht of niet zijn geïsoleerd. De maatregel waarvoor subsidie wordt aangevraagd telt als een van deze bouwdelen.

Bouwdeel

Wanneer aanpakken?

Indicatie dikte of Rc- of U-waarde

Dak, hellend/plat

Geen, slechte en matige isolatie

Minder dan 9 cm aanwezig / een Rc ≤ 2,0

Dak, zolder-/vlieringvloerisolatie

Als er geen zolder-/vlieringvloerisolatie aanwezig is

Rc ≤ 0,5

Gevel

Geen spouwmuurisolatie, voorzetwand of buitengevelisolatie aanwezig

Rc ≤ 1,1

Vloer-/bodemisolatie

Geen of slechte vloer- en bodemisolatie aanwezig

Minder dan 5cm aanwezig, Rc ≤ 1,3

Glas

Enkel glas, oud dubbelglas en HR glas

Ug waarde ≥ 1,6