Gemeentelijke Grondstoffenbeleidsplan Tubbergen 2025-2030

Geldend van 06-12-2024 t/m heden

Intitulé

Gemeentelijke Grondstoffenbeleidsplan Tubbergen 2025-2030

De raad van de gemeente Tubbergen,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 september 2024, nr. 1045423

gelet op het advies van de voorbereidende commissie Omgeving en Economie van 5 november 2024;

gelet op het bepaalde van de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Wet milieubeheer;

B E S L U I T:

  • 1.

    Kennis te nemen van de resultaten van de evaluatie van het Afvalbeleidsplan ‘Van Afval naar Grondstof, van Idee naar Aanpak, van Betalen naar Belonen’ (2015);

  • 2.

    Het Gemeentelijke Grondstoffenbeleidsplan Tubbergen 2025-2030 vast te stellen;

  • 3.

    Het Afvalbeleidsplan ‘Van Afval naar Grondstof, van Idee naar Aanpak, van Betalen naar Belonen’ (2015) in te trekken;

  • 4.

    De structurele kosten, zijnde € 11.500 op te nemen in de begroting 2025 en mee te nemen in de berekening van het afvaltarief;

  • 5.

    De eenmalige kosten van € 5.000 te dekken uit de Voorziening Afval

Inleiding

Nederland wil in 2050 volledig circulair zijn. In een circulaire economie gaan we duurzaam om met ons grondstoffengebruik door onder andere afval zo hoogwaardig mogelijk te verwerken tot nieuwe grondstoffen 1 . De gemeente Tubbergen stelt ook deze ambitie en streeft ook naar circulariteit in 2050. Dit Grondstoffenbeleidsplan zet uiteen hoe de gemeente voor de komende vijf jaar aan deze ambitie wil bijdragen.

Een nieuw Grondstoffenbeleidsplan

In 2015 stemde de gemeenteraad in met het Afvalbeleidsplan ‘Van Afval naar Grondstof, van Idee naar Aanpak, Van Betalen naar Belonen’. Dit Afvalbeleidsplan had tot doel om tot maximaal 100 kilo huishoudelijk restafval per inwoner te komen via ‘verbeterde bronscheiding’. Dit nieuwe Grondstoffenbeleidsplan bouwt voort op de resultaten van dit Afvalbeleidsplan. Het Grondstoffenbeleidsplan wijzigt niet de basis, maar wel de focus van het uitgevoerde beleid2 . Het afvalinzamelsysteem zoals de gemeente nu kent, is op orde; inwoners hebben de gelegenheid om goed grondstoffen zoals gft, pmd en opk3 van het restafval te scheiden en ook worden deze grondstoffen zo goed mogelijk verwerkt. Maar het kan wel beter.

Dit Grondstoffenbeleidsplan schetst waar het beter kan en moet. Alleen veel afval scheiden leidt niet per definitie tot meer hergebruik en recycling. Afval moet ook goed worden gescheiden, met het juiste afval in de juiste afvalbak. Ook is er winst te behalen in de mate van hergebruik en is vooral ook minder afval produceren een effectieve manier om duurzamer met grondstoffen om te gaan.

Leeswijzer

In Hoofdstuk 1 wordt allereerst geschetst waar de gemeente nu staat en welke algemene ambitie de gemeente heeft. Hoofdstuk 2 zet enkele belangrijke (beleids-)ontwikkelingen op een rij die van invloed zijn op het gemeentelijke grondstoffenbeleid. Hoofdstuk 3 presenteert vier doelstellingen voor het beleid voor de komende vijf jaar. Hoofdstuk 4 werkt deze doelstellingen uit in speerpunten en specifieke maatregelen, inclusief financiële onderbouwing.

Hoofdstuk 1: Stand van zaken en ambitie

Dit hoofdstuk beschrijft de huidige stand van zaken van het afval- en grondstoffenbeleid in Tubbergen en de ambitie die de gemeente zichzelf stelt. Waar staat de gemeente nu en waar wil de gemeente naar toe?

1.1. Huidige stand van zaken

De gemeente Tubbergen presteert goed als het gaat om afval en grondstoffen4 . Inwoners scheiden hun grondstoffen zoals pmd en gft goed van het overige afval, wat leidde tot 53 kilo fijn huishoudelijk restafval per inwoner in 2023. Ruim onder de doelstelling van 100 kilo. Figuur 1 laat de ontwikkeling van de hoeveelheid gescheiden grondstoffen en restafval per inwoner zien.

Figuur 1: Ontwikkeling restafval en grondstoffen per inwoner 2015-2023 (kg per inwoner)

afbeelding binnen de regeling

Hoewel het afvalscheiden door inwoners goed gaat in de gemeente is er een drietal aandachtspunten:

  • 1)

    Er zitten nog steeds veel grondstoffen in het restafval die met het restafval worden verbrand in plaats van hergebruikt (zie Tabel 1). Het gaat hierbij om 47% van het restafval dat hierdoor onnodig wordt verbrand.

Tabel 1: Grondstoffen in het restafval gemeente Tubbergen

Fractie

Percentage in restafval

Recycling

Reststoffen

38%

Verbranding

Luiers

15%

Verbranding

GHA (Grof huishoudelijk restafval)

12%

(deels) Recycling

Gft

12%

Recycling

Pmd

11%

Recycling

Papier

2%

Recycling

Textiel

6%

Recycling

Glas

3%

Recycling

  • 2)

    Een tweede aandachtspunt is de kwaliteit of vervuiling van de aangeboden grondstoffen, vooral pmd. Sinds 2020 is sprake van aanzienlijke afkeur van het pmd door vervuiling door ander afval (zie Tabel 2)5 . De vervuilingsgraad van het pmd valt niet binnen de acceptatienormen zoals door het Afvalfonds (Verpact) aan gemeenten gesteld.

  • 3)

    Een derde aandachtspunt is dat het goed scheiden van grondstoffen niet automatisch betekent dat deze grondstoffen ook goed worden verwerkt (hergebruikt of gerecycled) als grondstof voor nieuwe producten. De mate van recycling en de duurzaamheid van de verwerking kan nog verder worden verbeterd.

Tabel 2: Ontwikkeling afkeur pmd 2021-2023

Jaar

Goedkeur

15%-35%

Afkeur

2021

2,2%

68,1%

29,7%

2022

3,5%

92,9%

3,6%

2023

0,0%

99,3%

0,7%

1.2. Ambitie afval- en grondstoffenbeleid

De gemeente Tubbergen streeft, conform de landelijke en Europese ambitie (zie ook hoofdstuk 2) naar een volledig circulaire economie in 2050. Op het gebied van afval betekent dit dat uiterlijk op dat moment geen afval en grondstoffen meer worden verbrand (0%), maar volledig worden hergebruikt. Om dit stapsgewijs te realiseren kiest de gemeente Tubbergen voor een tussendoelstelling voor 2030: Deze is:

  • Een reductie van 20% te verbranden afval en grondstoffen6 t.o.v. het referentiejaar 2023.

In hoofdstuk 3 is deze ambitie vertaald in concrete (smart) doelstellingen.

Hoofdstuk 2: Beleidsontwikkelingen

Op Europees en landelijk niveau heeft een aantal wetten en regels direct invloed op het gemeentelijk beleid. Dit hoofdstuk zet de belangrijkste beleidsontwikkelingen uiteen, alsmede de impact die deze hebben op het gemeentelijke afval- en grondstoffenbeleid. Daarnaast wordt ook gekeken naar enkele relevante lokale en regionale beleidskaders.

2.1. Europese beleidsontwikkelingen

Green Deal

Europa heeft zich als doel gesteld om in 2050 het eerste klimaatneutrale continent te worden. Als leidraad is hiervoor de Green Deal opgesteld. Voor een klimaatneutraal Europa in 2050 moet de economische groei worden losgekoppeld van het gebruik van hulpbronnen, en moet worden overgestapt op circulaire productie- en consumptiesystemen. Hieruit vloeit de circulaire ambitie voort om in 2050 geen grondstoffen en afval te verbranden.

Kaderrichtlijn Afvalstoffen (Kra)

Het juridisch kader voor afvalbeheer wordt in hoge mate bepaald door Europese regels. Centraal daarin staat de Kaderrichtlijn Afvalstoffen. De richtlijn bevat het juridische kader voor de behandeling van afval in de EU. De richtlijn bepaalt dat bij het opstellen van wetgeving en beleidsinitiatieven voor de preventie en het beheer van afvalstoffen de volgende afvalhiërarchie als prioriteitsvolgorde moet worden gehanteerd: preventie, voorbereiding voor hergebruik, recycling, andere nuttige toepassingen (bijvoorbeeld energieterugwinning) en verwijdering.

Figuur 2: De ladder van Lansink: hoe hoger op de R-ladder, hoe duurzamer

afbeelding binnen de regeling

2.2. Nederlandse wet- en regelgeving

Wet Milieubeheer

In de Wet Milieubeheer (Hoofdstuk 10) staat omschreven dat gemeenten de wettelijke zorgplicht hebben voor de inzameling van huishoudelijk afval. De Wet verplicht de gemeenten ook een aantal fracties gescheiden in te zamelen. Deze zorgplicht is verder uitgewerkt in het Besluit Gescheiden Inzameling Huishoudelijke Afvalstoffen (GIHA) en in de gemeentelijke Afvalstoffenverordening.

Landelijk afval plan 3 (LAP3)

Het LAP3 bestaat uit een beleidskader die het nationale beleid voor afvalpreventie, afvalbeheer en de doelstelling van het afvalbeleid beschrijft. Per afvalstroom zijn minimum standaarden voor verwerking benoemd. Daarnaast worden landelijke kwantitatieve en kwalitatieve afvaldoelen gesteld. Bijvoorbeeld ten aanzien van het hoeveelheid ingezamelde grondstoffen ter voorbereiding voor hergebruik en recycling. De opvolger, het Circulair Materialenplan (CMP1) treed op 1 januari 2026 in werking.

Wet Markt en Overheid

Gemeenten kunnen besluiten ook bedrijfsafval in te zamelen, bijvoorbeeld om het aantal vervoersbewegingen te minimaliseren. Hiermee concurreren zij met bedrijven. Om concurrentievervalsing te voorkomen, moeten overheden zich in die situatie aan een aantal gedragsregels houden, zoals het verplicht doorberekenen van alle kosten, een verbod bevoordeling eigen overheidsbedrijven, en een verplichte functiescheiding bestuur en uitvoering. Vanwege de impact van deze gedragsregels op de administratieve organisatie en de principiële keuze om niet in te grijpen in de marktwerking, zamelt ROVA geen bedrijfsafval in en heeft de gemeente Tubbergen geen reinigingsrechtklanten.

Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (UPV)

De UPV maakt producenten en importeurs financieel en vaak ook organisatorisch verantwoordelijk voor het afvalbeheer van de producten die door hen op de markt worden gebracht. Op dit moment zijn voor de volgende producten UPV’s in werking:

  • Autobanden en autowrakken

  • Batterijen en accu’s

  • Elektrische en elektronische apparatuur

  • Textiel

  • Verpakkingen

  • Wegwerpplastic

In veel gevallen gaat het bij Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (UPV) om producten waar ook de gemeentelijke zorgplicht voor huishoudelijk afval voor geldt. Met name voor de producten verpakkingen en wegwerpplastic geldt dat gemeenten een duidelijke rol hebben bij de inzameling van deze producten. Voor textiel is (nog) niet duidelijk of hier een rol voor gemeenten is weggelegd. Deze UPV is sinds 1 juli 2023 van kracht. Er is ook een UPV voor luiers- en incontinentiemateriaal in de maak. De verwachting is dat dit de komende jaren in ieder geval nog niet leidt tot een vergrote capaciteit van duurzame luierverwerking. De impact van UPV’s op de inzameling van huishoudelijk afval wordt nauwlettend gevolgd om waar nodig aanvullende maatregelen te nemen.

2.3. Landelijke programma’s

Uitvoeringsprogramma VANG-HHA 2022

Het ‘Uitvoeringsprogramma Van Afval Naar Grondstoffen-Huishoudelijk Afval 2021 – 2025’ heeft als doel om de kwaliteit van de ingezamelde huishoudelijke afvalstromen te verhogen en daarmee de recycling te verbeteren. Het programma heeft als motto: met optimale afvalscheiding naar hoogwaardige recycling. De focus verschuift van het beperken van (huishoudelijk) restafval naar de kwaliteit en recyclebaarheid van de ingezamelde grondstoffen. Hiertoe zijn recycledoelstellingen opgesteld: 60% recycling in 2030 en 65% in 2035 (zie hoofdstuk 3).

Nationaal Programma Circulaire Economie 2023-2030 (NPCE)

Het NPCE bevat maatregelen om de komende jaren zuiniger om te gaan met grondstoffen. In het NPCE zijn de meest impactvolle productgroepen (prioritaire stromen) benoemd. Hiervoor zijn transitieagenda’s opgesteld. De productgroepen consumptiegoederen, elektronische apparaten, verpakkingen en wegwerpproducten, textiel, meubels, matrassen en kunststoffen zijn direct voor het thema afval en grondstoffen van belang. Voor huishoudelijk afval geldt dat wordt gestreefd naar zoveel mogelijk hergebruik dan wel recycling. In de uitwerking van het gemeentelijk afval- en grondstoffenbeleid wordt waar mogelijk aangesloten bij de transitieagenda’s van de prioritaire stromen.

2.4. Lokale en regionale beleidskaders

Afvalloos Twente 2030

In dit plan (2024) is de ambitie van een Afvalloos Twente in 2030 opnieuw7 uitgesproken door 14 samenwerkende Twentse gemeenten op milieugebied. Het doel is om in 2030 te komen tot maximaal 50 kilo fijn huishoudelijk restafval per inwoner en 15 kilo grof huishoudelijk afval per inwoner. Speerpunten in dit plan zijn: afvalpreventie, restafvalreductie, kwaliteit stromen en terugwinnen grondstoffen via o.a. circulaire ambachtscentra.

Regionaal koersdocument CE

Met het koersdocument ‘Circulaire Economie voor Twentse Gemeenten’ willen de samenwerkende gemeenten verdere invulling geven aan de versnelling naar een circulaire economie in de regio. De ambitie is 100% circulair in 2050. Als tussendoelstelling is geformuleerd een reductie van 50% van niet-hernieuwbare grondstoffen in 2030. Tot slot is als doel gesteld om vanaf 2035 periodiek de (markt-) waarde vast te stellen van grondstoffen en materialen die in gemeentelijk bezit of onderhoud zijn.

2.5. Overig

CO2-heffing

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat de industrie de jaarlijkse CO2-uitstoot in 2030 heeft verminderd met 14,3 Mton CO2. Op 1 januari 2021 is de CO2¬-heffing ingegaan om te borgen dat deze doelstelling gehaald wordt. Deze heffing is vanaf 2024 ook van toepassing op installaties die restafval verbranden. De heffing loopt op van €3 per ton uitgestoten CO2 in 2026 tot €26 in 2030. Het verbranden van afval gaat door landelijke heffingen steeds meer geld kosten. De gemeente moet als gevolg hiervan de afvalstoffenheffing verhogen. Meer grondstoffen uit het restafval te halen is niet alleen goed voor het milieu maar zorgt ook voor een minder snelle toename van verbrandingskosten.

Hoofdstuk 3: Doelstellingen

Dit hoofdstuk zet de doelstellingen uiteen voor het Grondstoffenbeleid van de gemeente Tubbergen voor de komende vijf jaar. Eerst wordt in algemene zin enkele richtingen uiteengezet. Daarna worden vier concrete doelstellingen geformuleerd.

3.1. Naar meer aandacht voor kwaliteit en circulariteit

De laatste jaren heeft de gemeente Tubbergen goede stappen gezet op het gebied van afval en grondstoffen. Gelet op de behaalde resultaten is er geen aanleiding om de huidige inzamelsystematiek van het huishoudelijk afval aan te passen. Dit nieuwe grondstoffenplan kent wel twee focusverschuivingen:

  • 1.

    Van kwantiteit naar kwaliteit: naast meer grondstoffen van het restafval scheiden, richt dit plan zich (ook) op zo goed mogelijk grondstoffen scheiden.

  • 2.

    Van afvalbeheer naar circulariteit: naast zo veel en zo goed mogelijk grondstoffen scheiden, richt dit plan zich (ook) op zo hoogwaardig mogelijk verwerken van deze grondstoffen.

Uit deze focusverschuiving vloeien (her-)nieuwe doelen, speerpunten en maatregelen voort.

3.2. Doelstelling

Dit plan kent vier hoofddoelstellingen voor de periode 2025-2030:

  • 1.

    Het verminderen van de totale hoeveelheid huishoudelijk afval (preventie).

  • 2.

    Het (verder) verminderen van de hoeveelheid (fijn en grof) huishoudelijk restafval (restafvalreductie).

  • 3.

    Het verminderen van de vervuiling in aangeboden grondstoffen (kwaliteit grondstoffen).

  • 4.

    Het vergroten van de circulariteit en duurzame verwerking van grondstoffen (recyclebaarheid).

Hieronder worden de doelstellingen verder uitgewerkt en – waar mogelijk – geconcretiseerd.

3.3. Uitwerking doelstellingen

Doel 1: Verminderen totaal huishoudelijk afval gemeente (preventie)

Een eerste manier om het verbranden van afval en grondstoffen te verminderen is door te voorkomen dat afval ontstaat (preventie). Het gaat hierbij in eerste instantie om het niet gebruiken van producten (denk aan verpakkingsvrij winkelen) en in tweede instantie om producten zo lang mogelijk in de keten te houden (hergebruik).

>> In 2023 produceerde een inwoner van Tubbergen 447 kilo afval en grondstoffen. De gemeente wil deze hoeveelheid graag verminderen, maar koppelt hier geen concrete doelstelling aan8.

Doel 2: Verminderen huishoudelijk restafval per inwoner

In het huishoudelijk restafval zitten nog veel waardevolle grondstoffen (vooral gft) die als restafval worden verbrand. De reductie van de hoeveelheid huishoudelijk afval door meer grondstoffen te scheiden is en blijft belangrijk op weg naar een circulaire economie.

>>Het doel is om de hoeveelheid restafval te reduceren van 53 kilo per inwoner in 2023 naar maximaal 50 kilo inwoner in 2030. Dit is conform het streven van het plan Afvalloos Twente.

Doel 3: Verminderen vervuiling aangeboden grondstoffen

Alleen grondstoffen die niet vervuild zijn kunnen worden hergebruikt als basis voor nieuwe producten. Naast meer scheiden moeten inwoners van Tubbergen ook beter scheiden door het juiste afval in de juiste afvalcontainer te stoppen.

>> Het doel is om de hoeveelheid vervuiling te reduceren met 10% per afvalstroom (gewichtsprocenten). Het gaat hierbij om in eerste instantie pmd en gft.

Doel 4: Verhogen circulariteit en duurzame verwerking grondstoffen

Nog niet alle grondstoffen kunnen goed, hoogwaardig en/of duurzaam worden hergebruikt of gerecycled. Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente om te kijken wat zij vanuit haar deel van de grondstoffenketen kan doen om de circulariteit en duurzaamheid van verwerking te verhogen.

Hierbij kan onder meer worden gekeken naar de zogeheten landelijke recycledoelstellingen: 60% recycling in 2030 en 65% in 2035. De gemeente Tubbergen heeft deze doelstellingen echter al gerealiseerd (69% in 2022).

>> De gemeente Tubbergen stelt zichzelf tot doel om in 2030 een recyclepercentage te realiseren van 75%. Dit kan deels door het reduceren van restafval en afkeur/vervuiling, maar ook zal de gemeente moeten inzetten op het verhogen van de recycleoutput van bepaalde stromen om deze doelstelling te realiseren.

3.3. Beleidsprincipes

De gemeente Tubbergen hanteert enkele basisprincipes die het afval- en grondstoffenbeleid richting geven.

  • Het beleid is gebaseerd op het principe dat de meeste mensen het goed willen doen. Hierbij is informeren en motiveren belangrijker en effectiever dan bestraffen. De inzet van toezicht en handhaving is vooral gericht op die mensen die bewust problemen veroorzaken.

  • Het beleid is gebaseerd op het principe van de vervuiler betaalt. Inwoners die goed afval scheiden hebben financieel voordeel ten opzichte van inwoners die afval niet goed scheiden.

  • Het beleid is gebaseerd op het gelijk behandelen van gelijke situaties. Maatwerk in beleid vormt de uitzondering.

  • Scheiding aan de bron (bronscheiding) blijft het uitgangspunt van afvalinzameling in de gemeente. Nascheiding (alleen mogelijk voor pmd) is vooralsnog geen goed alternatief (in financiële en milieutechnische zin).

Hoofdstuk 4: Speerpunten & maatregelen

Dit hoofdstuk zet de vier doelstellingen om in speerpunten en concrete maatregelen per doelstelling. De meeste maatregelen zijn uit te voeren binnen het reguliere budget. Aangegeven is voor welke maatregelen (incidenteel) aanvullend budget nodig is.

4.1. Preventie en hergebruik

De gemeente Tubbergen wil de komende jaren inzetten op het voorkomen van afval door het stimuleren van afvalpreventie (niet aanschaffen van producten) en hergebruik van afgedankte producten. Het belangrijkste middel hiertoe is informeren en motiveren van inwoners. De gemeente focust op twee speerpunten:

  • 1.

    Het stimuleren van preventie en hergebruik bij inwoners

  • 2.

    Het stimuleren van preventie en hergebruik bij de gemeente (voorbeeldfunctie)

Tabel 3: Speerpunten en maatregelen preventie en hergebruik

Speerpunt

Maatregel

Toelichting

Beoogd resultaat

Kosten

1

Communicatie afvalpreventie

Bieden van tips & trics aan inwoners over hoe ze de hoeveelheid afval kunnen verminderen

Reductie totale hoeveelheid afval en grondstoffen

In Afvalstoffenheffing

2

Circulaire inkoop gemeente

De gemeente wil zelf het goede voorbeeld geven en koopt waar mogelijk (nog meer dan nu al het geval) circulair in

 

n.v.t.

 
 

 
 

4.2. Reductie verbranding grondstoffen via restafval

De gemeente gaat verder met het stimuleren van grondstoffen van het restafval scheiden. De focus ligt hierbij op het nog beter scheiden van gft en pmd, twee grondstoffenfracties die nog in veelvuldig in het restafval zitten (speerpunt 3).

Tabel 4: Speerpunten en maatregelen bij reductie restafval

Speerpunt

Maatregel

Toelichting

Beoogd resultaat

Kosten

3

Inzicht aantal ledigingen per huishouden

In de ROVA-app is inzichtelijk hoeveel ledigingen restafval een huishouden al heeft gedaan dat jaar

Inzicht in het aantal ledigingen kan huishoudens stimuleren beter te scheiden

n.v.t.

3

Gescheiden inzameling gft hoogbouw

Plaatsen voorzieningen voor gescheiden inzameling gft bij hoogbouw

Reductie aandeel gft in het restafval

+/- €3,00 per aansluiting per jaar

3

Verkenning meerwaarde GRIP9 -wagen

Inwoners kunnen bij de GRIP-wagen kleine hoeveelheid grof huishoudelijk afval brengen. De GRIP-wagen is een klein mobiel brengstation ter vervanging van de chemokar

Reductie restafval & verhogen recycling grof huishoudelijk afval

n.v.t.

 

 
 
 

4.3. Kwaliteitsverhoging

Om de kwaliteit van ingezamelde grondstoffen te verhogen, moet eerst zicht worden verkregen op wat die kwaliteit nu is (speerpunt 4). Daarnaast wordt ingezet op het stimuleren van inwoners op beter afval te scheiden (speerpunt 5) en ook tracht de gemeente bij de verwerking van grondstoffen te sturen op kwaliteit.

Tabel 5: speerpunten en maatregelen bij kwaliteitsverhoging

Speerpunt

Maatregel

Toelichting

Beoogd resultaat

Kosten

4

Samenstellingsana-lyses gft, pmd, opk

Met meer zicht op de samenstelling kan beter worden gestuurd op kwaliteitsverbetering

Analyses verschillende grondstoffenstromen

€10.000,-

5

Structurele communicatie kwaliteit

De gemeente wil met regelmaat communiceren over goed en meer scheiden met tips & trics

Meer kennis bij inwoners over belang afvalscheiden

In Afvalstoffenheffing

5

Voorloopcontroles

Kwaliteitscontroles op aangeboden pmd in mini-containers

Minder vervuiling in het pmd

In Afvalstoffenheffing

5

Benaderen 0-aanbieders

Huishoudens die geen restafval aanbieden maar wel grondstoffen worden benaderd

Minder vervuiling in het pmd en gft

€1500,-

4.4. Verhoging circulariteit

Om de circulariteit en duurzaamheid van verwerking van grondstoffen te vergroten wordt ingezet op duurzaamheidseisen in verwerkingscontracten (speerpunt 7). Daarnaast gaat de gemeente specifieker kijken naar hoe de circulariteit van bepaalde stromen kan worden vergroot zoals grof huishoudelijk afval (speerpunt 8).

Tabel 6: Speerpunten en maatregelen bij verhoging circulariteit

Speerpunt

Maatregel

Toelichting

Beoogd resultaat

Kosten

7

Duurzaamheidseisen in aanbestedingen

De gemeente stelt duurzaamheidseisen (bv. m.b.t. co2-uitstoot) in aanbestedingen

Minder co2-uitstoot bij verwerking en inzameling

n.v.t.

8

Onderzoek samenstelling GHA

Een deel van het grof huishoudelijk afval kan slecht worden hergebruikt/gerecycled. Zicht is nodig op welk deel hoogwaardiger kan worden verwerkt

Meer hergebruik en recycling GHA

€5.000,-

4.5. Overig

De gemeente voert ook enkele maatregelen door die bijdragen aan alle doelstellingen en/of niet onder een specifieke doelstelling vallen. In onderstaande tabel wordt e.e.a. samengevat.

Tabel 7: Overige maatregelen

Speerpunt

Maatregel

Toelichting

Beoogd resultaat

Kosten

Aanpakken zwerfvuil

Zwerfvuilacties

De gemeente stimuleert en faciliteert inwoners om zwerfvuil aan te pakken door o.a. acties te organiseren en opruimsets uit te delen.

In Afvalstoffen-heffing

Inzameling pmd

Verkenning mogelijkheden vermindering afkeur pmd

Onderzoek naar verdere mogelijkheden om de afkeur van pmd te reduceren

Kostenverlaging

n.v.t.

Vergroting bewustwording belang afvalscheiden

Communicatie

Groentour

Basisscholen kunnen kosteloos deelnemen aan de Groentour van ROVA waarbij leerlingen uitleg en rondleiding krijgen bij ROVA.

In Afvalstoffen-heffing

Faciliteren afvalscheiding maatschappelijke organisaties en bedrijven

Informeren bedrijven over o.a. Goed Geregeld

De gemeente wil bedrijven stimuleren om ook beter afval te scheiden. Hiertoe zijn mogelijkheden (kosteloos) via het Afvalfonds.

Beter afval scheiden bij bedrijven

n.v.t.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 26 november 2024

de griffier,

E. Hoitink

de voorzitter,

drs. A.H. Postma


Noot
1

Andere duurzame manieren zijn 1) grondstoffengebruik verminderen, 2) virgin grondstoffen vervangen door hernieuwbare grondstoffen, en 3) hergebruik van producten (zie Nationaal Programma Circulaire Economie 2023-2030). Deze manieren zijn echter minder direct van toepassing op het afval- en grondstoffenbeheer van een gemeente.

Noot
2

De focus ligt meer op afval als grondstof voor nieuwe producten. Vandaar dat er ook gekozen is voor Grondstoffenbeleidsplan in plaats van Afvalbeleidsplan.

Noot
3

Groente-, Fruit- en Tuinafval (gft), Plastic en Metalen verpakkingen en Drankenkartons (pmd) en Oud Papier en Karton (opk).

Noot
4

Zie voor een uitgebreidere uiteenzetting van de afval- en grondstoffenresultaten de ‘Evaluatie Afvalbeleidsplan Tubbergen 2015’ (2023).

Noot
5

De gemeente Tubbergen kent – net als veel de andere Twente gemeenten – drie Beoordelingscategorieën: goedkeur, afkeur en 15%-35% goedkeur. Deze tussencategorie is in 2021 als pilot ingevoerd door Verpact in Twente omdat zo goed als alle pmd-vrachten werden afgekeurd, met grote financiële consequenties tot gevolg. Voor het pmd dat wordt beoordeeld in deze tussencategorie krijgen de Twentse gemeenten een lagere vergoeding dan bij volledige goedkeur. Alle overige gemeenten in Nederland die aangesloten zijn bij RKN (Regieorgaan Kunststoffen Nederland) kennen deze tussencategorie niet. Dit wil overigens niet betekenen dat het pmd in Twente van minder goede kwaliteit is; in Twente wordt, onder direct contract van Verpact, een andere interpretatie van het Beoordelingsprotocol toegepast.

Noot
6

Dit kan worden gerealiseerd door reductie van de hoeveelheid restafval per inwoner van 53 naar 50 (zie Hoofdstuk 3), en een reductie van afkeur/residu bij overslag en verwerking.

Noot
7

In 2013 is het oorspronkelijke plan Afvalloos Twente opgesteld, met eenzelfde ambitie.

Noot
8

De af- of toename van de totale hoeveelheid huishoudelijk afval is moeilijk te monitoren omdat de gemeente geen zicht heeft op alle afvalstromen die inwoners produceren. Ook is niet duidelijk in hoeverre een eventuele daling van de totale hoeveelheid huishoudelijke afval het gevolg is van gemeentelijk beleid of andere oorzaken kent.

Noot
9

GRIP staat voor GRondstoffen Inlever- en Informatie Punt.