Verordening op de rekenkamer gemeente Noordoostpolder

1. Er is een rekenkamer.

2. De rekenkamer heeft drie leden, waaronder een voorzitter.

1. Er is een klankbordgroep rekenkamer.

2. De klankbordgroep bestaat uit raads- of commissieleden van de gemeente Noordoostpolder.

3. Voor deze klankbordgroep wijzen alle fracties een vertegenwoordiger aan.

4. De griffier, of één van de plaatsvervangend griffiers, is secretaris van de klankbordgroep.

1. De rekenkamer stelt voorafgaand aan het openstellen van een vacature een functieprofiel op van de voorzitter en de leden en raadpleegt daarover de klankbordgroep.

2. De rekenkamer verzorgt, samen met twee leden uit de klankbordgroep, de werving en selectie bij een vacature en draagt de kandidaat, via het fractievoorzittersoverleg, voor aan de raad.

3. De raadsvoorzitter draagt de kandidaat formeel voor benoeming voor aan de raad.

4. De voordracht gaat vergezeld van een door de kandidaat te verstrekken:

• a.

  curriculum vitae

• b.

  een verklaring omtrent het gedrag en

• c.

  een overzicht van de nevenfuncties die de kandidaat bekleedt.

1. De rekenkamer overlegt minstens tweemaal per jaar met de klankbordgroep over de werkzaamheden van de rekenkamer.

2. De klankbordgroep kan zich, in overleg met of op verzoek van de rekenkamer, laten adviseren door externe adviseurs.

3. De klankbordgroep heeft als doel een goede relatie tussen raad en rekenkamer te bevorderen en de besprekingen hebben een informatief karakter.

4. Tot de taken van de klankbordgroep behoren in elk geval:

• a.

  het namens de raad aandragen van suggesties met betrekking tot het onderzoeksprogramma van de rekenkamer;

• b.

  de klankbordgroep brengt, op voorstel van de griffie, één keer per jaar aan de raad verslag uit van de voortgang van de uitvoering van door de raad aangenomen aanbevelingen die door de rekenkamer aan de raad gericht waren.

• c.

  het voeren van overleg met de rekenkamer over processen en procedures, waaronder het evalueren van uitgevoerde onderzoeken, de formulering van conclusies, bruikbaarheid van aanbevelingen en de uitvoering van de taken, zoals beschreven in het reglement van orde van de rekenkamer en het onderzoeksprotocol.

5. De deelnemers aan vergaderingen van de klankbordgroep gaan vertrouwelijk om met alle inhoudelijke informatie over voorgenomen onderzoeken en lopende onderzoeken die vooraf, tijdens of naar aanleiding van de vergadering mondeling dan wel schriftelijk tussen rekenkamer en klankbordgroep wordt uitgewisseld.

6. De auditcommissie nodigt eens per jaar een lid van de rekenkamer uit voor:

• a.

  een toelichting op het onderzoeksplan van de rekenkamer;

• b.

  de afstemming met andere onderzoeken binnen de gemeente;

• c.

  het bespreken van de voortgang en opvolging van de door de raad vastgestelde aanbevelingen die aan het college zijn gericht.

1. De rekenkamer informeert de auditcommissie, met het oog op de afstemming van andere onderzoeken, elk jaar vóór 1 februari over de onderzoeksonderwerpen voor dat jaar.

2. Daarnaast stelt de rekenkamer een jaarplan vast en brengt dit ter kennisneming aan de raad. De rekenkamer neemt daarbij als uitgangspunt dat de zij ieder jaar minstens één groot onderzoek uitvoert dat uitmondt in een rapport, of minstens twee kleinere onderzoeken die eventueel in een andere, compactere vorm, zoals een rekenkamerbrief, aan de raad worden aangeboden.

3. Bij het inventariseren van mogelijke onderwerpen voor onderzoek betrekt de rekenkamer suggesties die door organisaties, inwoners en raadsleden via de klankbordgroep van de gemeente Noordoostpolder onder de aandacht van de rekenkamer zijn gebracht. Alvorens een onderwerp te kiezen, gaat de rekenkamer na of het college niet al op basis van artikel 213a van de wet onderzoek uitvoert of gaat uitvoeren naar het betreffende onderwerp. De rekenkamer besluit vervolgens onafhankelijk over de keuze van de onderwerpen.

4. De rekenkamer stelt een onderzoeksopzet vast voor het door de rekenkamer gekozen onderwerp en informeert de raad en het college over de onderzoeksopzet.

5. De raad legt zijn verzoek om een specifiek onderzoek door de rekenkamer ingevolge artikel 182, tweede lid, van de wet, inclusief het benodigde budget, vast in een besluit.

6. Over een verzoek als bedoeld in het vijfde lid vindt overleg plaats met de klankbordgroep. De rekenkamer bericht vervolgens de raad zo snel mogelijk of en op welke wijze aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de rekenkamer niet aan het verzoek van de raad voldoet, motiveert zij haar besluit.

1. De rekenkamer stelt een protocol vast voor de uitvoering van haar onderzoek.

2. De rekenkamer zendt het onderzoeksprotocol naar de raad en naar het college ter informatie.

1. De leden van de rekenkamer ontvangen een vaste maandelijkse vergoeding als tegemoetkoming voor de werkzaamheden en alle kosten, exclusief de reiskosten.

2. De maandelijkse vergoeding bedraagt voor de voorzitter € 468,- en voor de overige leden € 364,- (prijspeil 2024). De vergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd met dezelfde indexering die geldt voor de vergoeding voor raadsleden. Tevens worden de reiskosten vergoed naar de daarvoor in het algemeen bij de gemeente geldende maatstaf.

3. Indien de rekenkamer besluit één of meer van haar leden onderzoekswerkzaamheden uit te laten voeren, dienen zij, net als externe bureaus, hiervoor een prijsopgaaf en planning te overleggen.

1. De raad neemt jaarlijks in de begroting een budget op voor de kosten van de rekenkamer.

2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

• a.

  De vergoedingen aan de leden;

• b.

  Externe deskundigen die door de rekenkamer worden ingeschakeld, waaronder de secretaris van de rekenkamer;

• c.

  Eventuele andere uitgaven die de rekenkamer nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

3. De rekenkamer verantwoordt de baten en lasten van het vorig begrotingsjaar in het jaarverslag aan de raad, als bedoeld in artikel 185, derde lid, van de wet.