Reglement van orde op de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit, gemeente Brunssum 2024

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Reglement van orde op de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit, gemeente Brunssum 2024

Toelichting

Met het in werking treden van de Omgevingswet zijn de regels en reglementen uit de bouwverordening (bijlage 9) vervallen. In plaats daarvan is een reglement nodig voor de taken, werkwijze en bevoegdheden van de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit.

Deze commissie vervangt de stadsbouwmeester (welstand) en de erfgoedcommissie (monumenten).

Dit reglement is opgesteld door de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit en gebaseerd op de Verordening op de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit, gemeente Brunssum 2024. In Paragraaf 6. Werkwijze, Artikel 12. Reglement van orde van de Verordening staat aangegeven dat er een reglement van orde voor de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit dient te worden opgesteld en welke onderdelen erin opgenomen moeten worden.

Dit reglement gaat gelden voor een brede adviescommissie die meerdere adviesrollen krijgt toegewezen binnen de mogelijkheden van de Omgevingswet. De gemeente zelf bepaalt wanneer en over welke activiteiten advies wordt gevraagd. Dat kan via aanwijzen van activiteiten in het omgevingsplan of als het college van burgemeester en wethouders daartoe aanleiding ziet. De onafhankelijke Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit stemt haar werkwijze af op basis de aan haar toebedeelde adviestaken.

De Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit;

gelet op artikel 12, Verordening op de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit, gemeente Brunssum 2024;

besluit vast te stellen het volgende reglement van orde:

Reglement van orde van de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit, gemeente Brunssum

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • -

    commissie: gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in artikel 17.9 van de wet, genaamd Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit;

  • -

    cultureel erfgoed: als bedoeld in artikel 1.1 van de Omgevingswet: monumenten, archeologische monumenten, stads- en dorpsgezichten, cultuurlandschappen en, voor zover dat voorwerp is of kan zijn van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties in het omgevingsplan, ander cultureel erfgoed als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet;

  • -

    goede omgevingskwaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.3 van de wet;

  • -

    verordening: verordening op de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit, gemeente Brunssum 2024;

  • -

    wet: de Omgevingswet;

  • -

    advies: het advies conform de taken en werkzaamheden uit de verordening artikel 2 dat met het oog op het bereiken en in stand houden van een goede omgevingskwaliteit gegeven wordt;

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brunssum;

  • -

    raad: de gemeenteraad van de gemeente Brunssum;

  • -

    ambtelijk secretaris: ambtenaar die de commissie zodanig ondersteunt dat deze optimaal kan functioneren bij de uitoefening van haar taken als onafhankelijk adviesorgaan van het gemeentebestuur en die in de gemeente fungeert als dagelijks aanspreekpunt van de commissie. Hij of zij is geen lid van de commissie;

  • -

    reglement: dit reglement van orde op de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit, gemeente Brunssum.

Paragraaf 2. Werkwijze

Artikel 2. Werkwijze bij de advisering zoals genoemd in de verordening artikel 2

  • 1. De commissie regelt zelf haar wijze van werken, zulks met inachtneming van de bepalingen genoemd in de verordening en in het reglement.

  • 2. De commissie kan zich hierbij na instemming van de gemeente Brunssum laten bijstaan door extra adviseurs. Dit betref o.a. disciplines als cultuur- en bouwhistorie, landschapsarchitectuur, landgoederen of beeldende kunst. Afhankelijk van het initiatief of de aanvraag die moet worden beoordeeld, nemen de extra adviseurs deel aan de vergadering.

  • 3. Extra adviseurs hebben geen stemrecht, tenzij ze als commissielid zijn benoemd door de gemeenteraad.

Artikel 3. Werkwijze bij het op verzoek van burgemeester en wethouders voeren van vooroverleg met planindieners bij een initiatief of een in te dienen aanvraag omgevingsvergunning

  • 1. De commissie voert, onder regie van de gemeente en op verzoek van de commissie, de gemeente of een initiatiefnemer, noodzakelijk geacht vooroverleg;

  • 2. De commissie regelt zelf haar wijze van werken bij het voeren van vooroverleg, zulks met inachtneming van de bepalingen genoemd in de verordening en in het reglement;

  • 3. Van vooroverleg wordt een beknopt verslag met eventueel gemaakte afspraken gemaakt dat als leidraad kan dienen voor vervolg overleg en advisering;

  • 4. De openbaarheid geldt voor informeel vooroverleg, of bij de beleidsgerichte, opgavegerichte of ontwerpgerichte advisering, alleen wanneer zowel initiatiefnemer, gemeente/ college als commissie hiermee instemmen.

Artikel 4. Wijze waarop de agenda openbaar wordt gemaakt en belanghebbenden worden uitgenodigd

  • 1. Via de website van de gemeente Brunssum worden het tijdstip en de plaats van de vergadering, de behandeling onder verantwoordelijkheid en eventueel het vooroverleg openbaar gemaakt. Indien het een digitale vergadering betreft wordt het tijdstip en het programma (bijv. Teams, Zoom) openbaar gemaakt.

  • 2. De agenda van de vergadering wordt digitaal bekendgemaakt.

  • 3. De vergaderingen waarin een of meer adviezen over aanvragen om omgevingsvergunning door of namens de commissie worden vastgesteld zijn openbaar. De openbaarheid geldt niet voor informeel vooroverleg of bij de beleidsgerichte, opgavegerichte of ontwerpgerichte advisering. Als de commissie wordt gevraagd een persoonlijke beleidsopvatting te geven, is de vergadering niet openbaar en is het advies ook niet openbaar. Zowel initiatiefnemers, ontwerpers en belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld om de behandeling van een initiatief of aanvraag bij te wonen. Wanneer zij bij de behandeling aanwezig willen zijn kunnen ze dit aangeven bij de aanvraag of rechtstreeks bij de behandelende afdeling van de gemeente. De gemeente zorgt voor een uitnodiging. Indien het een digitale vergadering betref zorgt de gemeente voor een link naar de vergadering.

Artikel 5. Het vereiste quorum voor een besluitvormende vergadering, de vergaderorde en orde van de beraadslaging

  • 1. Voor adviezen over rijksmonumentactiviteiten of eventuele verzoeken over advisering met betrekking tot het aanwijzen van gemeentelijk cultureel erfgoed worden geen adviezen verstrekt als er niet minimaal twee commissieleden met monumentendeskundigheid in de vergadering aanwezig zijn.

  • 2. Over omgevingsplanactiviteiten die betrekking hebben op cultureel erfgoed worden geen adviezen verstrekt als er niet minimaal een commissielid met monumentendeskundigheid in de vergadering aanwezig is.

  • 3. De voorzitter of zijn plaatsvervanger opent de besluitvormende vergadering op het vastgestelde tijdstip als het voor het quorum vereiste aantal leden aanwezig is.

  • 4. De voorzitter bepaalt de vergaderorde en de orde van de beraadslaging.

  • 5. De aanvrager van de omgevingsvergunning of zijn gemachtigde hebben spreekrecht en de mogelijkheid tot toelichting van de aanvraag ten overstaan van de commissie. De voorzitter of het aangewezen lid of de aangewezen leden of de subcommissie kunnen belangstellenden gelegenheid geven tot een korte toelichting. De voorzitter of het aangewezen lid of de aangewezen leden of de subcommissie stellen, afhankelijk van de agenda, vooraf de maximale spreektijd van eenieder vast. Tijdens de beraadslagingen is er geen spreekrecht.

  • 6. De voorzitter vat, na de planbehandeling, de uitkomst van het overleg of de besluitvorming samen en geef een eindconclusie, besluit of een aanbeveling.

  • 7. Alleen als de voorzitter dit nodig acht op basis van de inbreng van de afzonderlijke leden kan hij/zij besluiten over te gaan tot een hoofdelijke stemming. Bij gelijke stemmen geef de stem van de voorzitter de doorslag.

  • 8. Incompatibiliteiten

    Commissieleden, hun eventuele plaatsvervangers of extra adviseurs nemen niet deel aan de beraadslaging en de vaststelling van een advies waarbij zij direct of zijdelings betrokken zijn of zijn geweest uit anderen hoofde dan het commissielidmaatschap. Zij zijn tijdens de behandeling van en de besluitvorming over het advies niet in de vergadering aanwezig.

Artikel 6. Notulering, dossiervorming en openbaarheid adviezen

  • 1. Van de vergadering en/of de afzonderlijke behandelingen wordt een beknopt verslag aan de agenda toegevoegd zodat eventueel gemaakte afspraken en aanbevelingen duidelijk zijn.

  • 2. Wanneer de commissie een advies uitbrengt is dat helder en beargumenteerd. Negatieve adviezen worden gemotiveerd o.a. met een verwijzing naar het van toepassing zijnde gemeentelijke beleid. Positieve adviezen worden alleen gemotiveerd als wordt afgeweken van het van toepassing zijnde gemeentelijke beleid of als daar specifiek om wordt verzocht.

  • 3. De gemeente besluit of, wanneer en op welke wijze de adviezen van de commissie openbaar gemaakt worden.

  • 4. De gemeente regelt zelf haar wijze van ondertekenen en/of waarmerken van het advies en de bijbehorende stukken en de dossiervorming, zulks met inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke bepalingen.

Artikel 7. Aanvullende taken van de stadsbouwmeester

  • 1. De stadsbouwmeester is verantwoordelijk voor het functioneren van de commissie en bewaakt de deugdelijkheid van de advisering in brede zin.

  • 2. De stadsbouwmeester onderhoudt de contacten met het college en de gemeenteraad.

Artikel 8. Afdoening onder verantwoordelijkheid van de commissie

  • 1. De commissie kan uit haar midden een lid, enkele leden, een subcommissie of subcommissies aanwijzen om namens haar te adviseren of overleg te voeren.

  • 2. De commissie kan dit ook doen wanneer een specifiek initiatief of aanvraag daarom vraagt of wanneer bepaalde deskundigheid gewenst is.

  • 3. Het verantwoordelijke lid of de leden, de subcommissie of subcommissies regelen zelf hun wijze van werken, zulks met inachtneming van de bepalingen genoemd in de verordening en in het reglement.

  • 4. De commissie kan de advisering, in afwijking van artikel 4 van de Verordening onder verantwoordelijkheid van de commissie overlaten aan de ambtelijk secretaris indien de aanvraag past binnen de gebiedsgerichte en objectgerichte criteria, zoals opgenomen in de welstandsnota en het geen rijksmonument of werelderfgoed betreft. Bij een negatief advies zal de aanvraag alsnog aan de commissie worden voorgelegd.

  • 5. De commissie blijf eindverantwoordelijk.

Artikel 9. Onpartijdige behandeling

  • 1. Een lid van de commissie neemt niet deel aan de behandeling van een bouwplan dan wel een aanvraag om vergunning, als daarbij de schijn van partijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 10. Afwijken van het advies

  • 1. Indien burgemeester en wethouders op grond van de toetsing van het advies van de commissie van oordeel zijn, dat feiten en omstandigheden nopen tot het afwijken van het advies, maken zij alvorens hieromtrent een beslissing te nemen, hun standpunt gemotiveerd kenbaar aan de commissie.

  • 2. Indien een omstandigheid zich voordoet als bedoeld in het vorige lid van dit artikel, bieden burgemeester en wethouders de commissie de gelegenheid binnen een door hen te stellen termijn hun gevoelen hieromtrent kenbaar te maken.

Artikel 11. Tweede advies

  • 1. Indien burgemeester en wethouders zich niet kunnen verenigen met het advies van de commissie, kunnen zij ter motivering van de op de aanvraag om vergunning te nemen beslissing, een contra-advies inwinnen bij een andere commissie als bedoeld in artikel 17.9 van de wet.

  • 2. Een gelijke bevoegdheid tot het inwinnen van een contra-advies bij een commissie, als bedoeld in artikel 17.9 van de wet, hebben burgemeester en wethouders bij het nemen van een beslissing op een bezwaarschrift in de zin van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht. Alvorens tot het inwinnen van dit contra-advies over te gaan geven burgemeester en wethouders hiervan kennis aan de commissie. Burgemeester en wethouders stellen de aanvrager van de vergunning eveneens op de hoogte van het voornemen als bedoeld in het eerste lid.

Paragraaf 3. Inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 12. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Dit reglement van orde treedt op 1 januari 2025 in werking.

  • 2. Dit reglement van orde wordt aangehaald als: Reglement van orde op de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit.

Ondertekening

Aldus besloten in de commissievergadering van 21 oktober 2024

De voorzitter,

De heer G. Extra