Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728383
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728383/1
Regeling vervalt per 01-01-2030
Verordening bedrijveninvesteringszone (BIZ) Vastgoed Binnenstad Enschede 2025 – 2029
Geldend van 01-01-2025 t/m 31-12-2029
Intitulé
Verordening bedrijveninvesteringszone (BIZ) Vastgoed Binnenstad Enschede 2025 – 2029De raad van de gemeente Enschede;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 oktober 2024
gelet op de Wet op de bedrijveninvesteringszones van 19 november 2014;
gezien de uitvoeringsovereenkomst van 29 november 2024 gesloten met de Stichting Vastgoedeigenaren Binnenstad Enschede;
besluit
vast te stellen de Verordening Bedrijveninvesteringszone (BIZ) Vastgoed Binnenstad Enschede 2025 - 2029.
HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- •
bedrijveninvesteringszone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. Het aangewezen gebied is vermeld op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart;
- •
college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente;
- •
uitvoeringsovereenkomst: tussen de gemeente Enschede en de Stichting Vastgoedeigenaren Binnenstad Enschede op 29 november 2024 gesloten overeenkomst als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet;
- •
stichting: de Stichting Vastgoedeigenaren Binnenstad Enschede
- •
wet: Wet op de bedrijveninvesteringszones.
HOOFDSTUK II BELASTINGBEPALINGEN
Artikel 2 Belastbaar feit en aard van de belasting
-
1. Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.
-
2. De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.
Artikel 3 Voorwerp van de belasting
-
1. Voorwerp van de belasting is een onroerende zaak.
-
2. Als onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken.
Artikel 4 Belastingplicht
-
1. De BIZ-bijdrage wordt geheven van de eigenaar, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft van een in de bedrijveninvesteringszone gelegen belastingobject.
-
2. Als eigenaar wordt aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
-
1. De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde zoals deze geldt voor het kalenderjaar. Bij de bepaling van de heffingsmaatstaf wordt de waarde van gedeelten van het belastingobject die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden buiten aanmerking gelaten.
-
2. Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met toepassing van artikel 6, alsmede met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
Artikel 6 Vrijstellingen
-
1. In afwijking in zoverre van artikel 5 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:
- a.
voor de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond, daaronder mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken;
- b.
glasopstanden, die bedrijfsmatig worden aangewend voor de kweek of teelt van gewassen, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit de in onderdeel a bedoelde grond;
- c.
onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;
- d.
één of meer onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928,met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen;
- e.
natuurterreinen, waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen, beheerd worden;
- f.
openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken;
- g.
waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning;
- h.
werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning;
- i.
werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken;
- j.
straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen - niet zijnde gebouwen - welke zijn geplaatst voor het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen.
- k.
plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van delen van zodanige eigendommen die dienen als woning;
- l.
begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;
- m.
onroerende zaken voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst ter zake van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening in de regio en de handhaving van de openbare orde en veiligheid.
- n.
onroerende zaken die vanuit de WOZ-administratie zijn aangemerkt als trafo, telefooncentrale en zendmast.
- a.
Artikel 7 Tarief BIZ-bijdrage
Het tarief van de BIZ-bijdrage bedraagt voor de eigenaar van een onroerende zaak 0,08% van de heffingsmaatstaf met een minimum van € 250 en een maximum van € 750 per belastingobject.
Artikel 8 Wijze van heffing
De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
-
1. De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk twee kalendermaanden na de op het aanslagbiljet vermelde dagtekening.
-
2. In afwijking van het eerste lid kunnen op verzoek van de belastingplichtige de aanslagen worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste twee bedraagt en maximaal tien, indien aan het navolgende wordt voldaan:
- a.
het totaal bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen onroerende zaakbelastingen of andere belastingen moet minder zijn dan het maximumbedrag vermeld in de verordening onroerende-zaakbelastingen van het betreffende jaar;
- b.
de verschuldigde bedragen moeten door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
- a.
-
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 10 Looptijd belastingheffing
De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van 5 (vijf) jaar.
Hoofdstuk III Subsidiebepalingen
Artikel 11 Buiten toepassing algemene subsidieverordening
Op de subsidie op grond van deze verordening is de Algemene subsidieverordening gemeente Enschede niet van toepassing.
Artikel 12 Aanwijzing Stichting Vastgoedeigenaren Binnenstad Enschede
De Stichting Vastgoedeigenaren Binnenstad Enschede wordt aangewezen als de stichting bedoeld in artikel 7 van de wet, waarmee een overeenkomst als bedoeld in artikel 4:36 van de Algemene wet bestuursrecht is gesloten, waarin is bepaald dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt verplicht moeten worden verricht.
Artikel 13 Subsidieverlening
-
1. De subsidie wordt jaarlijks door het college verleend aan de Stichting Vastgoedeigenaren Binnenstad Enschede voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst. De subsidie wordt verleend op een daartoe gedane aanvraag, die vergezeld moet gaan van de in de uitvoeringsovereenkomst genoemde stukken.
-
2. De subsidie wordt bepaald op de jaarlijks ontvangen BIZ-bijdragen verminderd met de perceptiekosten voor de heffing en invordering van de BIZ-bijdragen zoals opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst.
Artikel 14 Subsidieverplichtingen
Naast de in artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde verplichtingen kunnen aan de Stichting Vastgoedeigenaren Binnenstad Enschede ook andere doel gebonden verplichtingen worden opgelegd. Deze verplichtingen zijn opgenomen in de met de Stichting Vastgoedeigenaren Binnenstad Enschede gesloten uitvoeringsovereenkomst.
Artikel 15 Subsidievaststelling
-
1. De Stichting Vastgoedeigenaren Binnenstad Enschede is verplicht om 6 maanden na afloop van het subsidiejaar de in de uitvoeringsovereenkomst opgenomen stukken te overleggen.
-
2. De subsidie wordt vastgesteld uiterlijk 13 weken na ontvangst van de in het voorgaande lid genoemde stukken.
Artikel 16 Melding van relevante wijzigingen
De Stichting Vastgoedeigenaren Binnenstad Enschede stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van:
- 1.
Meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie;
- 2.
Een wijziging van de statuten;
- 3.
Verandering of beëindiging van activiteiten.
Hoofdstuk IV Slotbepalingen
Artikel 17 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2025.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
Artikel 18 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening Bedrijveninvesteringszone (BIZ) Vastgoed Binnenstad Enschede 2025 – 2029’.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 november 2024.
De griffier, J.J. Ligteringen
de voorzitter, R.W. Bleker
Bijlage behorende bij de Verordening bedrijveninvesteringszone (BIZ) Vastgoed Binnenstad Enschede 2025 – 2029
Als aangewezen gebied, bedoeld in artikel 1 van de Verordening bedrijveninvesteringszone (BIZ) Vastgoed Binnenstad Enschede 2025 – 2029 geldt het op onderstaande kaart gearceerde gedeelte.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl