Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen 2025

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen 2025

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van de concerndirecteur Dienstverlening van 26 november 2024; kenmerk M2408-4253;

gelet op de artikelen 6, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de artikelen 29 en 31 van de Invorderingswet 1990 in samenhang met de artikelen 231, tweede lid, onderdeel a, en derde lid, en 237 van de Gemeentewet, alsmede artikel 14, eerste lid, van de Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen 2025;

overwegende, dat het wenselijk is om een nieuwe uitvoeringsregeling gemeentelijke belasting vast te stellen omdat er wijzigingen zijn in de gemeentelijke belastingen die in Rotterdam geheven worden;

besluit:

Artikel 1 Toepassingsbereik

Voor de toepassing van deze regeling worden:

  • a.

    rechten aangemerkt als gemeentelijke belastingen;

  • b.

    op andere wijze geheven gemeentelijke belastingen als bedoeld in artikel 233 van de Gemeentewet aangemerkt als bij wege van aanslag geheven belastingen waarbij onder aanslag dan wel voorlopige aanslag wordt verstaan het gevorderde bedrag dan wel het voorlopig gevorderde bedrag.

Artikel 2 Verzoek tot uitreiking aangiftebiljet

  • 1. Dit artikel is niet van toepassing op:

    • a.

      de belastingen, die in de tabel in de bijlage aangeduid zijn met de letters a, b, c, d, e, f, g, i, k, n, o, p, q en r;

    • b.

      op andere wijze geheven gemeentelijke belastingen als bedoeld in artikel 233 van de Gemeentewet

  • 2. De belastingplichtige aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingtijdvak een aangiftebiljet is uitgereikt of een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een maand na het verstrijken van die zes maanden bij de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak ontstaat dan wel wijziging ondergaat, verzoekt de belastingplichtige binnen twee weken na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan dan wel wijziging heeft ondergaan, bij de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet schriftelijk om uitreiking van een aangiftebiljet.

Artikel 3 Voorlopige aanslag

Na de aanvang van het belastingtijdvak kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd of kan van de belastingplichtige een voorlopig bedrag worden gevorderd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag of het gevorderde bedrag over dat belastingtijdvak vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 4 Rente

  • 1. Het percentage van de invorderingsrente die in rekening wordt gebracht volgt het percentage dat op grond van artikel 29 van de Invorderingswet 1990 per half jaar voor de rijksbelastingen is vastgesteld.

  • 2. De Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 is van overeenkomstige toepassing op de invordering van gemeentelijke belastingen.

  • 3. Bij de enige of laatste betaling wordt een bedrag aan invorderingsrente van € 23 of minder niet in rekening gebracht.

Artikel 5 Intrekking oude regeling

De Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen wordt ingetrokken.

Artikel 6 Overgangsbepaling

De Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich vóór inwerkingtreding van de Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen 2025 hebben voorgedaan.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Artikel 8 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen 2025.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 26 november 2024,

De secretaris,

G.J.D. Wigmans

De burgemeester

R.A.C.J. Simons, L.b.

Bijlage als bedoeld in artikel 2 van de Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen 2025

Gemeentelijke belasting

a.

afvalstoffenheffing

b.

bedrijfsreinigingsrecht

c.

onroerende-zaakbelastingen

d.

roerende woon- en bedrijfsruimteheffing

e.

precariobelasting

f.

reclamebelasting

g.

rioolheffing

h.

logiesbelasting

i.

BIZ bijdragen

j.

parkeerbelasting

k.

leges publiekszaken

l.

leges

m.

leges omgevingswet

n.

lijkbezorgingrechten

o.

rechten openbare werken

p.

precariobelasting standplaatsen

q.

rechten markten

r .

liggeld voor woonschepen

s.

logiesbelasting cruiseschepen

Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl