Subsidieverordening gemeentelijke monumenten West Betuwe 2024

Geldend van 07-12-2024 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten West Betuwe 2024

De raad van de gemeente West Betuwe;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 8 oktober 2024,

gelet op artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en de bepalingen in titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht,

besluit:

De Subsidieverordening gemeentelijke monumenten West Betuwe 2024 vast te stellen.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    gemeentelijk monument: een onroerende zaak of terrein dat is aangewezen als gemeentelijk monument, zoals bedoeld in artikel 5 van de Erfgoedverordening West Betuwe 2019;

  • b.

    instandhoudingwerkzaamheden: werkzaamheden, die noodzakelijk zijn voor de instandhouding en/of het herstel van de monumentale waarden van een gemeentelijk monument;

  • c.

    verduurzamingsmaatregelen: zonnepanelen, een warmtepomp, een zonneboiler, dubbel (monumenten)glas, vacuümglas, na-isolatie van vloeren, muren en daken, en andere energiebesparende maatregelen, zolang de monumentale waarden niet onevenredig geschaad worden.

  • d.

    omgevingsvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 5.1 van de Omgevingswet.

  • e.

    eigenaar: een natuurlijke of rechtspersoon, die in de kadastrale registers als eigenaar, erfpachter of houder van het recht van opstal van een gemeentelijk monument staat ingeschreven;

  • f.

    college: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Reikwijdte verordening

  • 1. Deze verordening is van toepassing op subsidies voor instandhoudingwerkzaamheden en verduurzamingsmaatregelen aan gemeentelijke monumenten, zoals genoemd in artikelen 6 en 7.

  • 2. Het college is bevoegd om ook panden of objecten binnen de gemeentegrenzen, die zijn opgenomen in het monumentenregister zoals bedoeld in de Erfgoedwet en Omgevingswet - rijksmonumenten - onder de in artikel 1 bedoelde term monumenten te laten vallen.

  • 3. Subsidie voor verduurzamingsmaatregelen aan rijksmonumenten wordt niet verleend omdat de rijksoverheid daarvoor voldoende regelingen aanbiedt.

Artikel 3 Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 1. Er is een subsidieplafond. Voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de subsidie geheel geweigerd.

  • 2. Het behandelen van aanvragen vindt plaats op volgorde van indiening van de volledige aanvraag, tot het beschikbare subsidieplafond is bereikt. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is gemaakt.

  • 3. De hoogte van het subsidieplafond kan worden aangepast.

  • 4. Het bereiken van het subsidieplafond wordt bekendgemaakt op: https://www.westbetuwe.nl/

Artikel 4 Hoogte subsidie

  • 1. De subsidie, bedraagt 25 % van de door het college vastgestelde maximale subsidiabele kosten van 12.000 euro tot een maximum van 3.000 euro per aanvraag.

  • 2. De in het eerste lid genoemde subsidie kan, voor gemeentelijke monumenten, verhoogd worden met een bijdrage uit middelen die de provincie beschikbaar stelt.

  • 3. De in het eerste lid genoemde subsidie kan ten hoogste eenmaal per twee jaar per gemeentelijk monument worden verleend.

  • 4. De in het eerste lid genoemde subsidie kan voor rijksmonumentale molens een maal per jaar worden verleend. Rijksmonumentale molens kunnen daarnaast gebruik maken van de landelijke instandhoudingsregeling, de zogenaamde SIM (60% subsidie voor een onderhoudsperiode van zes jaar). De provincie subsidieert molens die rijksmonument zijn jaarlijks uit haar eigen subsidieregeling.

Artikel 5 Aanvraag subsidie

  • 1. Een aanvraag om subsidie moet schríftelijk door de eigenaar bij het college worden ingediend op een daartoe beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

  • 2. Een aanvraag om subsidie die in een kalenderjaar gedaan wordt, kan pas opnieuw worden ingediend na 1 januari van het volgende kalenderjaar.

  • 3. Een subsidieaanvraag die gedaan wordt in een bepaald jaar en vóór 1 januari van dat jaar opnieuw wordt ingediend, wordt niet in behandeling genomen. Het staat de aanvrager vrij om na 1 januari een nieuwe aanvraag in te dienen.

  • 4. De subsidie bedoeld in de artikelen 4.2 wordt pas definitief vastgesteld als het provinciale budget voor het lopende subsidiejaar bekend is.

  • 5. Het in het eerste lid genoemde aanvraagformulier gaat vergezeld van de volgende stukken:

    • a.

      een beschrijving van de technische staat of bouwkundig inspectierapport van het monument waarin de gebreken van het monument nauwkeurig vermeld staan;

    • b.

      tekeningen en/of foto’s van de bestaande situatie;

    • c.

      voor zover van toepassing tekeningen waarop de voorgenomen herstelwerkzaamheden of wijzigingen staan aangegeven;

    • d.

      een bestek of werkomschrijving per onderdeel van de toe te passen constructies, materialen, afwerkingen en kleuren;

    • e.

      een begroting, niet ouder dan 1 jaar, gespecificeerd naar activiteit, mensuren en materialen;

    • f.

      een verleende omgevingsvergunning (indien de instandhoudingwerkzaamheden en verduurzamingswerkzaamheden als vergunningplichtig zijn aangemerkt) voor de instandhoudingwerkzaamheden en de verduurzamingswerkzaamheden zoals beschreven in de subsidieaanvraag.

  • 6. Het college kan bepalen dat nog andere stukken moeten worden overgelegd.

Artikel 6 Instandhoudingwerkzaamheden

De instandhoudingwerkzaamheden die voor subsidie in aanmerking komen zijn:

  • a.

    buiten- en daarmee samenhangend binnenschilderwerk voor wat betreft de buitenramen, - kozijnen en -deuren, mits een technische noodzaak van onderhoud bestaat;

  • b.

    het herstel en vernieuwen van rieten daken (met deklatten en herstel van sporen);

  • c.

    herstel van dakvlakken gedekt met pannen (met panlatten), leien, lood, zink of koper met herstel van dakbeschot en sporen;

  • d.

    herstel van goten (in zink, koper of lood) inclusief bijbehorende hemelwaterafvoeren; het aanbrengen van goten waar deze niet eerder aanwezig waren, inclusief aansluitingen op riolering en open water;

  • e.

    herstel van buitenkozijnen, buitendeuren, raam partijen, luiken en herstel of terugplaatsen van stoepen, roedenverdeling, lijstwerk en luiken (binnenluiken of buitenluiken);

  • f.

    herstel van windveren, schoorstenen, kapellen en loodaansluitingen;

  • g.

    herstel van dak-/ torenluiken, loopbruggen, het afgazen van torenopeningen en het nemen van beperkte maatregelen tegen duivenoverlast

  • h.

    inboeten, herstel van gedeelten van muurwerk en opvoegen of pleisteren van gevels;

  • i.

    op kleine schaal vervangen of inboeten van natuursteen; herstel c.q. vervangen van de bestaande en indien nodig aanbrengen van een nieuwe bliksembeveiliging;

  • j.

    behandelen van muur- en houtwerk ter regulering van vochthuishouding dan wel ter bestrijding van zwamaantasting of houtaantasters;

  • k.

    herstel van gedeelten van dragende constructies (ankerbalk - gebinten, schoren en platen, balkkoppen, spantbenen);

  • l.

    herstel van glas-in-lood, beglazing en aanbrengen van beschermende beglazing voor gebrandschilderd glas;

  • m.

    vervanging en herstel van overige bouwelementen met waarde van grote zeldzaamheid of historische waarde; het plaatsen van achterzetbeglazing in samenhang met herstel van historisch waardevolle ramen;

  • n.

    het gangbaar houden van historische krachtwerktuigen (molens) en machine;

  • o.

    het aanbrengen van inspectievoorzieningen zoals dakluiken en klimhaken.

Artikel 7 Verduurzamingsmaatregelen

  • a.

    het aanbrengen van zonnepanelen met een omvormer;

  • b.

    het aanbrengen van een zonneboiler;

  • c.

    het aanbrengen van dubbel (monumenten)glas of vacuümglas in bestaande ramen en deuren;

  • d.

    het plaatsen van voorzetbeglazing aan de binnenzijde van (schuif)ramen;

  • e.

    het na-isoleren van vloeren, muren en daken met milieuvriendelijke isolatiematerialen;

  • f.

    het aanbrengen van een (hybride) warmtepomp met buitenunit, waarbij de buitenunit uit het zicht van de openbare weg dient te worden geplaatst;

  • g.

    of andere energiebesparende maatregelen, zolang er geen monumentale waarden geschaad worden, een en ander ter beoordeling aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Naast de in artikel 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde weigeringsgronden, kan de subsidie kan worden geweigerd als:

  • a.

    met de instandhoudingwerkzaamheden of verduurzamingsmaatregelen is begonnen voordat op de aanvraag om subsidie is beslist, tenzij hiervoor toestemming is gegeven door de gemeente;

  • b.

    binnen een periode van 5 jaar vóór de aanvraag met geldelijke steun van overheidswege dezelfde instandhoudingwerkzaamheden aan hetzelfde onderdeel van het gemeentelijk monument zijn uitgevoerd;

  • c.

    de voor het verrichten van de instandhoudingwerkzaamheden of verduurzamingsmaatregelen noodzakelijke vergunningen niet zijn verleend;

  • d.

    de kosten van de instandhoudingwerkzaamheden op grond van een verzekeringsovereenkomst zijn gedekt;

  • e.

    het beschermd gemeentelijk monument of rijksmonument na het treffen van de voorzieningen niet voldoet aan de eisen die volgens wettelijke voorschriften aan het pand moeten worden gesteld;

  • f.

    de werkzaamheden, naar het oordeel van het college, onvoldoende bijdragen aan een goede instandhouding van de cultuurhistorie of aan de doelstellingen van het monumentenbeleid en het rijks- en gemeentelijke beleid ten aanzien van verduurzaming en energiebesparing;

  • g.

    als de kosten van de instandhoudingswerkzaamheden minder dan 750 euro bedragen.

Artikel 9 Verlening subsidie

  • 1. Het college besluit binnen 8 weken na ontvangst van een aanvraag omtrent het verlenen van subsidie. Het college kan - zo gewenst - advies inwinnen bij het Gelders Genootschap.

  • 2. Het college kan het nemen van een besluit met ten hoogste 6 weken verdagen.

  • 3. Als de instandhoudingwerkzaamheden en verduurzamingswerkzaamheden in zelfwerkzaamheid worden uitgevoerd, komen uitsluitend de materiaalkosten voor subsidie in aanmerking.

Artikel 10 Verplichtingen

De subsidie wordt verleend onder de verplichtingen, dat:

  • a.

    binnen 12 maanden na het besluit tot het verlenen van de subsidie met de instandhoudingwerkzaamheden en verduurzamingsmaatregelen wordt begonnen;

  • b.

    de instandhoudingwerkzaamheden en verduurzamingsmaatregelen zijn voltooid binnen 1 jaar na bekendmaking van het besluit tot het verlenen van de subsidie of vóór een door het college in de subsidieverleningsbeschikking op te nemen datum;

  • c.

    de eigenaar het vervreemden van het gemeentelijk monument, gedurende de termijn tussen de verlening en vaststelling van de subsidie, meldt aan het college;

  • d.

    de eigenaar aan door het college aangewezen medewerkers van de gemeente toegang verleent tot de werkplaats(en) in het gemeentelijk monument waar de instandhoudingwerkzaamheden worden uitgevoerd;

  • e.

    de eigenaar na voltooiing van de instandhoudingwerkzaamheden het gemeentelijk monument zal bewaren en onderhouden in de staat waarin het door de instandhoudingwerkzaamheden is gebracht;

  • f.

    de onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd conform de door het college vast te stellen uitvoeringsvoorschriften.

Artikel 11 Gereedmelding

  • 1. De subsidieontvanger moet binnen 8 weken na het gereedkomen van de Instandhoudingwerkzaamheden of verduurzamingswerkzaamheden maar uiterlijk binnen 8 weken na de datum als bedoeld in artikel 10 sub b aan het college melden dat deze werkzaamheden zijn afgerond.

  • 2. De gereedmelding, als bedoeld in het eerste lid, is tevens de aanvraag om vaststelling van de subsidie.

  • 3. De gereedmelding, als bedoeld in het eerste lid, omvat:

    • a.

      een volledig overzicht van de uitgevoerde instandhoudingwerkzaamheden of verduurzamingsmaatregelen en een specificatie van de daarop betrekking hebbende kosten inclusief het uitgevoerde meer- en minderwerk;

    • b.

      alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de instandhoudingwerkzaamheden of verduurzamingsmaatregelen.

Artikel 12 Vaststelling subsidie

  • 1. Binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag, als bedoeld in artikel 11, tweede lid, besluit het college omtrent de vaststelling van de subsidie.

  • 2. Het college kan een besluit als bedoeld in het eerste lid eenmaal met 6 weken verdagen.

  • 3. Betaling geschiedt binnen 8 weken na bekendmaking van het besluit tot vaststelling van de subsidie op een door de aanvrager opgegeven bankrekeningnummer.

Artikel 13 Intrekken en wijzigen verleende subsidie

  • 1. Zolang de subsidie niet is vastgesteld kan het college de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidie-ontvanger wijzigen, indien:

    • a.

      de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;

    • b.

      de subsidie-ontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

    • c.

      de subsidie-ontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid;

    • d.

      de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidie-ontvanger dit wist of behoorde te weten,

  • 2. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is verleend, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 14 Intrekken en wijzigen vastgestelde subsidie

  • 1. Het college kan de subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen:

    • a.

      op grond van feiten of omstandigheden waarvan het bij de subsidievaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de subsidie lager dan overeenkomstig de subsidieverlening zou zijn vastgesteld;

    • b.

      indien de subsidievaststelling onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten, of

    • c.

      indien de subsidieontvanger na de subsidievaststelling niet heeft voldaan aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 2. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is vastgesteld, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

  • 3. De subsidievaststelling kan niet meer worden ingetrokken of ten nadele van de ontvanger worden gewijzigd indien vijfjaren zijn verstreken sedert de dag waarop zij is bekendgemaakt dan wel, in het geval, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, sedert de dag waarop de handeling in strijd met de verplichting is verricht of de dag waarop aan de verplichting had moeten zijn voldaan.

Artikel 15 Indexering subsidiebudget

Het college kan besluiten de subsidiebedragen te verhogen met het gemiddelde jaarlijkse indexeringspercentage gerelateerd aan inflatie en stijging van lonen en bouwmaterialen.

Artikel 16 Terugvordering onverschuldigde subsidiebedragen

Het college kan onverschuldigde subsidiebedragen terug vorderen. Artikel 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht is hierop van toepassing.

Artikel 17 Hardheidsclausule

Het college kan bepalingen in deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang van de instandhouding van het gemeentelijk monument leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 18 Intrekking oude regeling

De Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Geldermalsen 2018 wordt ingetrokken.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in het elektronisch Gemeenteblad.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Subsidieverordening gemeentelijke monumenten West Betuwe 2024’.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 26 november 2024, nummer 2024-128,

de griffier

Hans van der Graaff

de voorzitter

Servaas Stoop