Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR72825
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR72825/1
Verordening op de warenmarkt voor de gemeente Rhenen 1998
Geldend van 30-06-1998 t/m heden
Intitulé
VERORDENING OP DE WARENMARKT VOOR DE GEMEENTE RHENEN 1998De raad van de gemeente R hen e n;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 juni 1998;
gelet op de artikelen 149 en 151 van de Gemeentewet;
overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markt(en);
b e s l u i t:
vast te stellen de volgende Verordening:
VERORDENING OP DE WARENMARKT VOOR DE GEMEENTE RHENEN 1998
HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN
Artikel 1.1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
markt: de warenmarkt die plaatsvindt op de, bij of krachtens artikel 1 .2. vastgestelde dag, tijd en plaats;
- b.
marktterrein: de gehele openbare of voor het publiek toegankelijke oppervlakte grond, die bij of krachtens artikel 1.2 Is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;
- c.
standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt op het marktterrein is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;
- d.
vaste plaats: de standplaats die op de markt voor onbepaalde tijd ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder;
- e.
dagplaats: de standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste plaats is toegewezen dan wel ingenomen;
- f.
standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder· publiek om zich heen verzamelt, over het door hem te verkopen artikel een aansprekende uiteenzetting houdt en tenslotte tracht een aantal personen gelijktijdig tot aankoop van dat artikel te bewegen;
- g.
standwerkersplaats : de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;
- h.
vergunninghouder: degene aan wie door het college van burgemeester en wethouders vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats
- i.
wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste plaats;
- j.
anciënniteitslijst : de lijst van vergunninghouders van een vaste plaats;
- k.
marktmeester: de ambtenaar, die als zodanig is aangewezen door het college van burgemeester en wethouders;
- l.
branche-indeling: de indeling in artikelengroepen en het aantal vastgestelde vaste plaatsen per artikelengroep;
- m.
het college: het college van burgemeester en wethouders;
- n.
levenspartner. de persoon met wie de vergunninghouder met het oogmerk duurzaam samen te wonen een gemeenschappelijke huishouding voert, hetgeen blijkt uit een schriftelijke verklaring ingericht volgens door het college te stellen regels.
Artikel 1.2. Dag, tijd en plaats van de markt
-
1. De markt vindt plaats op donderdag van 08.00 uur tot 12.30 uur aan de Frederik van Paltshof-Iaag.
-
2. Het college kan op grond van dringende redenen, in afwijking van het eerste lid, bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden:
- a.
op een andere dag;
- b.
op een andere tijd;
- c.
op een andere plaats.
- a.
-
3. Het college is bevoegd te bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden op een andere dag, indien de in het eerste lid bedoelde dag samenvalt met een van de in artikel 2, eerste lid. onder b van de Winkeltijdenwet genoemde dagen.
Artikel 1.3. Inrichting van de markt; branche-indeling
-
1. Het college bepaalt ten aanzien van de markt:
- a.
het aantal standplaatsen:
- b.
de afmetingen van de standplaatsen:
- c.
de opstelling en indeling van de markt
- d.
welke standplaatsen worden toegewezen als vaste plaats en als standwerkersplaats.
- e.
Het college kan voor de markt vaststellen:
- f.
een lijst met artikelengroepen (branches); en
- a.
-
2. een maximum aantal vergunningen per branche.
Artikel 1.4. De marktcommissie
-
1. Het college kan een commissie van advies instellen die tot taak heeft het college te adviseren inzake marktaangelegenheden.
-
2. Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de samenstelling en werkwijze van deze marktcommissie.
Artikel 1.5. Nadere regels
Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.
Artikel 1.6. Voorschriften en beperkingen
-
1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.
-
2. Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen
HOOFDSTUK 2 BEPALINGEN OVER HET AANVRAGEN EN VERLENEN VAND DE VERGUNNING
paragraaf 1 Algemene Bepalingen
Artikel 2.1 Vergunning voor innemen standplaats
1.Het is verboden een standplaats op de markt in te nemen zonder vergunning van het college.
Artikel 2.2. Toewijzing standplaatsen
-
1. Een standplaats wordt toegewezen als vaste plaats, dagplaats of standwerkersplaats.
-
2. Bij de toewijzing van een vaste plaats of dagplaats wordt in ieder geval rekening gehouden met het bepaalde bij of krachtens artikel 1.3.
Artikel 2.3. De vergunningenaanvraag
Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het coIlege en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.
Artikel 2.4 Intrekking vergunning
-
1. De vergunning voor het innemen van een vaste standplaats wordt ingetrokken:
- a.
op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder
- b.
bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 2.10 de vergunning wordt overgeschreven
- a.
-
2. Het college kan de vergunning intrekken:
- a.
Indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;
- b.
indien de vergunninghouder niet meet voldoet aan de in artikel 2.3 genoemde vereisten voor het toewijzen van een vaste plaats.
- a.
-
3. Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 2.10 is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste plaats op dezelfde markt, wordt deze vergunning ingetrokken
Paragraaf 2. Vaste plaatsen
Artikel 2.5 Inhoud vergunning
Indien een vaste plaats kan worden toegewezen verleent het college een vergunning waarin in ieder geval is bepaald:
- a.
naam en voorletters, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;
- b.
een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste plaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;
- c.
de verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de plaats mag gebruiken;
- d.
de artikelen (branche) die de vergunninghouder mag verhandelen;
- e.
de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitslijst;
Artikel 2.6. Inschrijving op de anciënniteitslijst
Vergunninghouders van vaste plaatsen worden met vermelding van en in volgorde van de datum, waarop aan hen voor het eerste een vaste plaats is toegewezen, op een doorlopend te nummeren lijst ingeschreven. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld welke artikelen de vergunninghouder mag verhandelen.
Artikel 2.7. Inschrijving op de wachtlijst
-
1. Het college schrijft de aanvrager in op de wachtlijst. indien:
- a.
de aanvrager voldoet aan het bepaalde in artikel 2.3, maar aan hem geen vaste plaats kan worden toegewezen; en
- b.
de aanvrager heeft aangegeven dat hij op de wachtlijst wil worden geplaatst.
- a.
-
2. Het college vermeldt bij de inschrijving in ieder geval:
- a.
de naam en voorletters, de geboortedatum en -plaats van de aanvrager;
- b.
de datum waarop de aanvraag door hem is ontvangen;
- c.
de artikelen (branche) die de aanvrager wil verhandelen;
- d.
de verkoopmaterialen die de aanvrager wil gebruiken.
Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving op de wachtlijst.
- a.
-
3. De inschrijving op de wachtlijst blijft gehandhaafd, indien deze door de ingeschrevene jaarlijks voor 1 januari schriftelijk wordt verlengd.
-
4. Indien het college overeenkomstig artikel 1.3 artikelengroepen heeft vastgesteld. worden er per artikelengroep ten hoogste drie aanvragers op de wachtlijst geplaatst.
Artikel 2.8. Doorhalen van inschrijving op wachtlijst
De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:
- a.
Indien de ingeschrevene zijn Inschrijving niet jaarlijks voor 1 januari heeft verlengd;
- b.
op schriftelijk verzoek van ingeschrevene;
- c.
bij overlijden van de Ingeschrevene;
- d.
wanneer aan de Ingeschrevene een vergunning voor een vaste plaats is verleend. tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;
- e.
Indien niet meer aan de vereisten van artikel 2.3. wordt voldaan.
Artikel 2.9. Volgorde toewijzing vaste plaatsen
Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste plaats meer aanvragers in aanmerking komen. wordt de plaats achtereenvolgens toegewezen aan:
- a.
de vergunninghouder van een vaste plaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, In volgorde van plaatsing op de anciënniteitslijst;
- b.
degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven in volgorde van inschrijving op deze lijst
Artikel 2.10. Overschrijving vergunning .
-
1. In geval van overlijden dan wel blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan de vergunning voor de vaste plaats worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner of de levenspartner van de vergunninghouder.
-
2. Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid kan een kind van de vergunninghouder vergunning voor een vaste plaats krijgen indien hij tenminste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd en zich heeft laten inschrijven op de wachtlijst.
-
3. Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder dan wel nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.
-
4. Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.
Paragraaf 3 Dagplaatsen
Artikel 2.11. Toewijzing dagplaats
-
1. Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste plaat wordt ingenomen.
-
2. De dagplaats wordt toegewezen door middel van loting.
Paragraaf 4 Standwerkerplaatsen
Artikel 2.12 Toewijzing standwerkersplaats
-
1. Het college wijst een standwerkerplaats toe door middel van loting.
-
2. Het is een ingeschrevene op de wachtlijst niet toegestaan deel te nemen aan de loting voor een standwerkerplaats zolang deze inschrijving niet definitief is vervallen.
-
3. Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.
HOOFDSTUK 3 BEPALINGEN OVER HET GEBRUIK VAN DE STANDPLAATS
Artikel 3.1. Persoonlijk innemen standplaats
-
1. De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of In gebruik geven.
-
2. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.
-
3. De standwerker mag zich alleen doen bijstaan door degene die hij overeenkomstig artikel 2.12, derde lid bij de marktmeeste heeft aangemeld.
Artikel 3.2. Aantal keren innemen standplaats
De vergunninghouder neemt tenminste eenmaal per twee weken en tenminste tienmaal per dertien weken zijn plaats op de markt in. dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 3.3 en 3.4
Artikel 3.3 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden
-
1. De vergunninghouder van een vaste plaats die wegens ziekte. vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd Is zijn vaste plaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.
-
2. De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de betreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.
-
3. Bij langdurige afwezigheid wegens ziekte overlegt de vergunninghouder als bewijs van ziekte iedere dertien weken een geneeskundige verklaring aan het college. tenzij het college hiervan ontheffing heeft verleend.
-
4. De vergunninghouder die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden schriftelijk mededeling heeft gedaan, kan ontheffing worden verleend van de verplichting om tenminste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken de plaats op de markt in te nemen.
Artikel 3.4. Ontheffing en vervanging
-
1. In geval van ziekte. vakantie of bijzonder omstandigheden kan het college op aanvraag de vergunninghouder van een vaste plaats tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting om de standplaats persoonlijk in te nemen.
-
2. Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op ziJn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.
Artikel 3.5. Legitimatie en identiteit vergunninghouder
Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.
Artikel 3.6. Tijstip innemen standplaatsen/aan- en afvoer van goederen
-
1. Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer den twee uur voor aanvang en meer dan twee uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen dan wel goederen aan of af te voeren.
-
2. De vergunninghouder Is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan van deze verplichting ontheffing verlenen.
-
3. Indien de vergunninghouder zijn vaste plaats niet uiterlijk om O8.00 uur heeft Ingenomen, wordt de betreffende plaats voor die dag als dagplaats aangemerkt.
-
4. Het bepaalde in het derde lid I1 niet van toepassing indien de vergunninghouder de marktmeester vóór dit tijdstip, onder opgave van een geldige reden die hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.
Artikel 3.7. Opleveren standplaats
-
1. De vergunninghouder dient voordat hij het marktterrein verlaat zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon op te leveren.
-
2. De vergunninghouder draagt zelf zorg voor de afvoer van zijn afval.
HOOFDSTUK 4 STRAF-, OVERGANG5- EN SLOTBEPAUNGEN
Artikel 4.1 Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Artikel 4.2. intrekking vergunning en schorsing
Het college kan de vergunning voor een vaste plaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of degene die hem bijstaat:
- a.
het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt; of
- b.
zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog.
Artikel 4.3. Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker
Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkerplaats voor de toewijzing van een dagpIaats of standwerkerplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, gelegen binnen een periode ven twee jaar na de bekendmaking van het besluit tot uitsluiting, indien deze:
- a.
het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;
- b.
zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;
- c.
niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.
Artikel 4.4. Onmiddellijke verwijdering
Onverminderd het bepaalde in artikel 126 van de Gemeentewet en de artikel 5:21 en volgende van de Algemene wet bestuursrecht kan het college. indien het dit noodzakelijk acht, een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen, Indien hij:
- a.
het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;
- b.
zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; of
- c.
niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.
Artikel 4.5. Toezichthouders
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.
Artikel4.8.Bijzondere opsporingsambtenaren
Met de opsporing van de bij artikel 4.2. strafbaar gestelde feiten zijn, naast de in .artikel 141 van het Wetboek ven Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren. belast bij de besluit van het college aan te wijzen ambtenaren.
Artikel 4.7. Intrekking oude regeling
De Marktverordening gemeente Rhenen 1984, vastgesteld op 25 april 1984, wordt ingetrokken.
Artikel 4.8 Overgangsbepalingen
-
1. Vergunningen en ontheffingen - hoe ook genaamd - verleend krachtens de Marktverordening gemeente Rhenen 1984 blijven - Indien en voorzover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in dezer verordening – van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend., is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.
-
2. Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de Marktverordening gemeente Rhenen 1984, blijven -indien en voorzover de bepalingen ingevolge welke deze verplichtingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening - van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn opgelegd. is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.
-
3. Vergunningen en ontheffingen bedoeld in het eerste lid en verplichtingen bedoeld in het tweede lid, worden geacht vergunningen, ontheffingen en verplichtigingen in de zin van deze verordening te zijn,
-
4. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Marktverordening gemeente Rhenen 1984 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
Artikel 4.9 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op een bij besluit van burgemeester en wethouders te bepalen tijdstip.
Artikel 4.9. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als “ Marktverordening gemeente Rhenen 1998”.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 30 juni 1998, nummer 3.6
De secretaris |
de voorzitter |
J.F. Goedegebure |
H.S.Top |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl