Verordening BI-zone Centrum Mijdrecht 2025 – 2029

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Verordening BI-zone Centrum Mijdrecht 2025 – 2029

De raad van de gemeente De Ronde Venen gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders (raadsvoorstel nr.774092 van 23 september 2024);

gelet op de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

gezien de uitvoeringsovereenkomst van (datum) gesloten met Stichting Koopcentrum Mijdrecht;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening BI-zone Centrum Mijdrecht 2025 – 2029

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • -

    bedrijveninvesteringszone: Het op de bij deze verordening behorende kaart aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven;

  • -

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen;

  • -

    uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente en Stichting Koopcentrum Mijdrecht gesloten overeenkomst als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet op de bedrijveninvesteringszones;

  • -

    wet: Wet op de bedrijveninvesteringszones.

Artikel 2 Aanwijzing stichting

De Stichting Koopcentrum Mijdrecht wordt aangewezen als stichting als bedoeld in artikel 7 van de wet.

Hoofdstuk II Belastingbepalingen

Artikel 3 Belastbaar feit en aard van de belasting

  • 1. Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt jaarlijks een directe belasting geheven ter zake van binnen de BI-zone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.

  • 2. De BIZ-bijdrage wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de BI-zone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de BI-zone.

Artikel 4 Voorwerp van de belasting

  • 1. Voorwerp van de belasting is een onroerende zaak.

  • 2. Als onroerende zaak wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 5 Belastingplicht

  • 1. De BIZ-bijdrage wordt geheven van de gebruiker, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht een in de BI-zone gelegen belastingobject gebruikt.

  • 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt:

    • a.

      gebruik door degene aan wie een deel van een belastingobject in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

    • b.

      het ter beschikking stellen van een belastingobject voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat belastingobject ter beschikking heeft gesteld; degene die het belastingobject ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat belastingobject ter beschikking is gesteld.

  • 3. Indien een belastingobject bij het begin van het kalenderjaar geen gebruiker kent, wordt de van de gebruiker te heffen BIZ-bijdrage geheven van de eigenaar. Als eigenaar wordt aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 6 Maatstaf van heffing

  • 1. De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaken vastgestelde waarde voor het kalenderjaar 2025.

  • 2. Indien met betrekking tot de onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met toepassing van artikel 7, alsmede met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 7 Vrijstellingen

  • 1. In afwijking in zoverre van artikel 6 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:

    • a.

      onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woningen;

    • b.

      belastingobjecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst van de gemeente;

    • c.

      belastingobjecten die worden beheerd door een vereniging of stichting die geen onderneming drijft, voor zover die objecten bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs, voor club- en buurthuiswerk, voor de beoefening van sport, kunst of cultuur, of voor andere activiteiten van sociale of culturele aard;

    • d.

      objecten voor zover die bestemd en in gebruik zijn voor de publieke dienst ter zake van brandweerzorg, rampenbeheersing, crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening in de regio en de handhaving van de openbare orde en veiligheid;

    • e.

      belastingobjecten voor zover die in hoofdzaak bestemd en in gebruik zijn als opslag- en distributieruimte of werkplaats niet zijnde detailhandel;

    • f.

      belastingobjecten voor zover die in hoofdzaak in gebruik zijn voor medische beroepen gericht op de (psychische) gezondheid van de mens en de gezondheid van het dier.

  • 2. In afwijking in zoverre van artikel 6 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de BIZ-bijdrage van de gebruiker buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van het belastingobject die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

Artikel 8 Tarief BIZ-bijdrage

Het tarief van de BIZ-bijdrage bedraagt bij een WOZ-waarde van:

 

2025

2026

2027

2028

2029

A meer dan € 1, maar ≤ € 150.000,-

€ 470

€ 475

€ 480

€ 485

€490

B meer dan €150.001, maar ≤ €225.000

€ 674,50

€ 682

€ 689,50

€ 697

€ 704,50

C meer dan € 225.001,- maar € 450.000,-

€ 900

€ 910

€ 920

€ 930

€ 940

D meer dan €450.001, maar ≤ €850.000

€1.430

€1.442,50

€ 1.455

€ 1.467,50

€1.480

C meer dan € 850.001,-

€ 2.015

€2.030

€2.045

€2.060

€2.075

Artikel 9 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt jaarlijks bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de aanslagen betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan minder is dan € 10.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door een automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven in dat geval moeten de aanslagen worden betaald in negen opeenvolgende gelijke, met uitzondering van kleine afrondingsverschillen, maandelijkse termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Looptijd belastingheffing

De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van vijf (5) jaar.

Hoofdstuk III Subsidiebepalingen

Artikel 12 Buiten toepassing algemene subsidieverordening

Op de subsidie op grond van deze verordening is de Algemene subsidieverordening De Ronde Venen 2017 niet van toepassing.

Artikel 13 Subsidieverlening

  • 1. De subsidie wordt jaarlijks door het college verleend aan de stichting voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst. De subsidie wordt verleend op een daartoe gedane aanvraag, die vergezeld moet gaan van de in de uitvoeringsovereenkomst genoemde stukken.

  • 2. De subsidie wordt bepaald op basis van de jaarlijks ontvangen BIZ-bijdragen verminderd met de perceptiekosten voor de heffing en invordering van de BIZ-bijdragen zoals opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst.

Artikel 14 Subsidieverplichtingen

Naast de in artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde verplichtingen kunnen aan de stichting ook andere doelgebonden verplichtingen worden opgelegd. Deze verplichtingen zijn opgenomen in de met de stichting gesloten uitvoeringsovereenkomst.

Artikel 15 Subsidievaststelling

  • 1. De stichting is verplicht om uiterlijk 1 mei van het jaar volgende op het subsidiejaar de in de uitvoeringsovereenkomst opgenomen stukken te overleggen.

  • 2. De subsidie wordt vastgesteld uiterlijk 8 weken na ontvangst van de in het voorgaande lid genoemde stukken.

Artikel 16 Melding van relevante wijzigingen

De stichting stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van:

  • -

    meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie,

  • -

    een wijziging van de statuten,

  • -

    verandering of beëindiging van activiteiten.

Hoofdstuk IV Slotbepalingen

Artikel 17 Intrekken oude verordening en overgangsrecht

De Verordening BIZ Centrum Mijdrecht 2020-2024 wordt ingetrokken op de datum van ingang van de heffing, bedoeld in artikel 18, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 18 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag nadat het college heeft bekendgemaakt dat van voldoende steun als bedoeld in artikel 4 van de wet is gebleken.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening BIZ Centrum Mijdrecht 2025 - 2029.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de raad van de gemeente De Ronde Venen d.d. 21 november 2024.

De raad voornoemd,

de griffier,

J. Jonker

de voorzitter

M. Divendal

Bijlage 1 behorende bij de Verordening BIZ Centrum Mijdrecht 2025 – 2029.

afbeelding binnen de regeling

Het gebied voor de BIZ is aangegeven in bovenstaande kaart, zoals bedoeld in artikel 1 van deze verordening. De BIZ bestaat uit de volgende straten, gelegen binnen de rode contour;

Anselmusstraat (nr. 40 en 42), Bruggesloot, Bozenhoven (nr. 1 t/m 93 en nr. 2 t/m 60), Burgemeester Haitsmaplein, Croonstadtlaan, De Lindeboom, De Passage, Dorpsstraat, Graaf van Solmsstraat, Helmstraat, Hofland (nr. 1 t/m 19 en nr. 2 t/m 28), Kerkvaart, Koningin Julianalaan, Pr. Beatrixlaan, Pr. Irenelaan, Proostdijlaantje, Raadhuislaan (nr. 1 t/m 23 en nr. 2 t/m 8), Raadhuisplein, Rietveld (nr. 2 t/m 14), Rondweg, Stationsweg (t/m nr. 14) en Uitspanning.