Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728206
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728206/1
Verordening inwonersparticipatie gemeente Heerelen 2024
Geldend van 06-12-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening inwonersparticipatie gemeente Heerelen 2024De raad van de gemeente Heerlen;
Gelet op artikel 150 van de Gemeentewet;
besluit de volgende verordening vast te stellen:
VERORDENING INWONERSPARTICIPATIE GEMEENTE HEERLEN 2024
HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN
Artikel 1. Onderwerp verordening
Deze verordening regelt de betrokkenheid van inwoners, bedrijven en andere belanghebbenden bij de ontwikkeling – mede omvattend de voorbereiding, uitvoering en evaluatie - van gemeentelijke initiatieven en beleid en de rol van het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad in deze processen. Deze verordening is daarnaast van toepassing op de manier waarop de gemeente reageert of ondersteuning biedt aan initiatieven van inwoners, maatschappelijke organisaties, of andere belanghebbenden.
Artikel 2. Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
Participatie: Het deelnemen van inwoners, organisaties, bedrijven en andere belanghebbenden aan de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van gemeentelijk beleid of gemeentelijke plannen, alsmede (het door de gemeente ondersteunen van) publieksinitiatieven van inwoners, bedrijven en andere belanghebbenden met impact op de lokale samenleving.
- b.
Inwonerparticipatie: Het op initiatief van de gemeente betrekken van inwoners, organisaties, bedrijven en andere belanghebbenden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid en plannen. Inwonerpar-ticipatie kan de vorm aannemen van informeren, raadplegen, adviseren, coproduceren en meebeslissen.
- c.
Publieksinitiatief: Initiatieven van inwoners, organisaties, bedrijven of andere belanghebbenden met een overwegend maatschappelijke component, of een combinatie daarvan.
- d.
Overheidsparticipatie: De manier waarop de gemeente ondersteu-ning of een bijdrage geeft aan publieksinitiatieven van inwoners, organisaties, bedrijven of andere belanghebbenden.
- e.
Inspraak: Een door of namens een bestuursorgaan georganiseerde gelegenheid voor inwoners, organisaties, bedrijven en andere belangheb-benden om hun mening over beleidsvoornemens te geven en daarover toelichting te geven en van gedachten te wisselen voorafgaand aan de definitieve besluitvorming door de gemeenteraad, of door het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester.
- f.
Uitdaagrecht: het recht van ingezetenen en lokale maatschappelijke partijen om een verzoek bij het bevoegde bestuursorgaan in te dienen om de feitelijke uitvoering van een gemeentelijke taak over te nemen, als zij denken deze taak beter en/of goedkoper uit te kunnen voeren.
- g.
Bestuursorgaan: afhankelijk van de situatie wordt hiermee bedoeld de gemeenteraad, burgemeester of het college van burgemeester en wethouders.
- h.
Participatieladder: de verschillende niveaus van participatie als bedoeld in artikel 4:1 b van deze verordening.
Artikel 3. Doelstelling en reikwijdte
-
1. Deze verordening heeft als doel de kwaliteit van lokale democrati-sche processen te vergroten, de relatie tussen gemeente en inwoners te versterken en helderheid te scheppen over proces en rolverdeling.
-
2. Inwonerparticipatie en/of inspraak wordt in beginsel niet toegepast:
- a.
als dit bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten of indien er sprake is van uitvoering van regelingen van hogere overheden waarbij de gemeente geen ruimte heeft om eigen afwegingen temaken;
- b.
ten aanzien van een beleidsvoornemen dat uitsluitend of hoofdzakelijk betrekking heeft op interne of organisatorische aangelegenheden van de gemeente.
- a.
-
3. Participatie, inspraak en uitdaagrecht wordt verleend aan inwoners, organisaties, bedrijven en andere belanghebbenden die lokaal actief zijn of een lokaal belang hebben.
-
4. Het bestuursorgaan geeft inzicht in de gemeentelijke plannen voor de stad en de afzonderlijke wijken, zodat inwoners tijdig invloed kunnen uitoefenen.
-
5. Het bestuursorgaan, voor te bereiden door het college van burgemeester en wethouders, neemt elk jaar een participatieparagraaf op in de begroting waarin de speerpunten voor participatie in het komend jaar benoemd worden.
-
6. Deze verordening is niet van toepassing op participatie, inspraak of andere inbreng en initiatieven van inwoners, lokale ondernemers of maatschappelijke organisaties die al zijn geregeld in andere al dan niet gemeentelijke verordeningen, regelgeving of procedures. Een uitzondering hierop is de Omgevingswet.
HOOFDSTUK 2 INWONERSPARTICIPATIE
Artikel 4. Participatieproces
-
1. Het bestuursorgaan stelt bij de start van een proces voor de vaststelling van een visie, beleid, plan, programma of project vast of en op welke manier Inwonerparticipatie wordt toegepast. Het bestuursorgaan stelt met het oog hierop een handreiking voor participatie op. Indien inwonerparticipatie wordt toegepast, neemt het bestuursorgaan in beginsel over de volgende punten een besluit:
- a.
Het doel en de intentie van de participatie.
- b.
Het niveau van de participatie, waarbij een keuze wordt gemaakt uit:
- 1.
Informeren: Inwoners, organisaties, bedrijven en andere belanghebbenden worden geïnformeerd;
- 2.
Raadplegen: Inwoners, organisaties, bedrijven en andere belanghebbenden worden geraadpleegd;
- 3.
Adviseren: Inwoners, organisaties, bedrijven en andere belanghebbenden adviseren het gemeentebestuur;
- 4.
Coproduceren: Inwoners, organisaties, bedrijven, andere belanghebbenden en gemeente beslissen samen;
- 5.
Inwoners beslissen (mee): Inwoners, organisaties, bedrijven en andere belanghebbenden mogen beslissen (evt. binnen kaders);
- 6.
of een combinatie van deze niveaus.
- 1.
- c.
De kernvragen, de beïnvloedingsruimte en/of de inhoudelijke, financiële en overige kaders voor de participatie.
- d.
De te betrekken doelgroepen, de wijze waarop verschillende groepen bewoners worden benaderd en de wijze waarop de deelnemers hun inbreng kunnen leveren.
- e.
De kosten van het participatieproces.
- a.
-
2. Het bestuursorgaan maakt voor de start van het participatieproces het voornemen hiertoe bekend op de voor dat proces geschikte wijze.
-
3. Het bestuursorgaan kan voor specifieke beleidsterreinen nadere regelingen treffen.
Artikel 5. Besluitvorming participatieproces
-
1. Het bestuursorgaan maakt voorafgaand aan de start van het participatieproces, zoals bedoeld in artikel 4:1 onder b niveaus 2 tot en met 5 van deze verordening, bekend op welke wijze de gemeente zal omgaan met de uitkomsten van het participatieproces en op welke wijze de besluitvorming zal plaatsvinden en kiest daarbij uit de volgende mogelijkheden:
- a.
het bestuursorgaan neemt kennis van de uitkomsten van het participatietraject en zal nader afwegen of en in welke mate deze kunnen worden meegenomen in de politieke besluitvorming;
- b.
het bestuursorgaan beschouwt de adviezen en conclusies uit het participatietraject als een zwaarwegend uitgangspunt bij politieke besluitvorming;
- c.
het bestuursorgaan neemt de adviezen en conclusies uit het participatietraject over mits deze passen binnen de vooraf gestelde inhoudelijke, financiële, wettelijke en procedurele kaders.
- a.
Artikel 6. Eindverslag participatieproces
-
1. Ter afronding van het participatieproces, zoals bedoeld in artikel 5, maakt het bestuursorgaan een eindverslag op. Het eindverslag bevat in elk geval:
- a.
een overzicht van het gevolgde participatieproces en de inhoudelijke behandeling op hoofdlijnen;
- b.
een weergave van de belangrijkste uitkomsten van het participatieproces;
- c.
de reactie van de gemeente op deze uitkomsten en de wijze waarop de gemeente de inbreng heeft benut bij de uitwerking van het beleidsvoorstel of uitvoeringsplan;
- d.
de reactie van de participanten op deze uitkomsten.
- a.
-
2. Het bestuursorgaan maakt het eindverslag openbaar.
-
3. Het college van burgemeester en wethouders brengt het eindverslag ter kennis van de raad indien het participatie bij een raadsvoorstel betreft.
HOOFDSTUK 3 OVERHEIDSPARTICIPATIE
Artikel 7. Toepassen Overheidsparticipatie
-
1. Overheidsparticipatie kan toegepast worden indien naar het oordeel van het bestuursorgaan het publieksinitiatief bijdraagt aan de doelstellin-gen van het gemeentelijk beleid, en/of anderszins een positieve maatschappelijke bijdrage levert aan de lokale samenleving.
-
2. Uitgangspunt is een oplossingsgerichte en constructieve benadering van deze initiatieven en het bieden van helderheid over mogelijkheden en randvoorwaarden.
-
3. De gemeenteraad kan jaarlijks, naast de bestaande wijkbudgetten, een budget ter beschikking stellen voor ideeën en initiatieven uit de samenleving.
-
4. Het bestuursorgaan kan afzien van overheidsparticipatie aan publieksinitiatieven als er redenen zijn om aan te nemen dat:
- a.
er sprake is van onvoldoende draagvlak voor het initiatief bij omwonenden, belanghebbenden of de betrokken inwoners.
- b.
het initiatief naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders op financiële, juridische of praktische gronden niet haalbaar is.
- c.
het een onderwerp betreft waartegen een bezwaar- of beroepsprocedure in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht loopt of onderwerpen waarover de burgerlijke rechter is gevraagd een oordeel uit te spreken;
- d.
een onderwerp dat overwegend het privébelang van de indiener dient.
- a.
-
5. Indien het bestuursorgaan besluit om overheidsparticipatie toe te passen, kunnen zij besluiten het publieksinitiatief te ondersteunen door middel van:
- a.
het (eventueel tijdelijk) ter beschikking stellen van ruimtes of huisvesting;
- b.
het beschikbaar stellen van een aanjaagbudget, subsidie of anderefinanciële middelen;
- c.
de inzet van ambtelijke expertise, netwerken of ondersteuning;
- d.
andere vormen van ondersteuning.
- a.
-
6. Het bestuursorgaan informeert de indieners van het publieksinitiatief over het besluit om wel of niet overheidsparticipatie toe te passen.
HOOFDSTUK 4 UITDAAGRECHT
Artikel 8. Toepassen Uitdaagrecht
-
1. De gemeente biedt inwoners, maatschappelijke initiatieven en lokale bedrijven de mogelijkheid een voorstel te doen om de uitvoering van gemeentelijke taken over te nemen.
-
2. Een voorstel met betrekking tot het uitdaagrecht wordt bij het college van burgemeester en wethouders ingediend en omvat in ieder geval de volgende onderdelen:
- a.
omschrijving van de taak die de indiener wil overnemen;
- b.
uitleg waarom of hoe de indiener dat beter en/of goedkoper kan;
- c.
duidelijkheid over de betrokkenheid, kennis of ervaring van de indiener;
- d.
indicatie van het draagvlak onder belanghebbende inwoners;
- e.
raming van de kosten die aan de uitvoering van de taak verbonden zijn;
- f.
omschrijving van de manier waarop de indiener met de gemeente wil samenwerken of ondersteuning nodig heeft;
- g.
inzicht in hoe de indiener garant staat voor de kwaliteit en de uitvoering van de taak op de langere termijn.
- a.
-
3. Elk voorstel wordt getoetst aan de in lid 2 van dit artikel genoemde onderdelen.
-
4. Indien het voorstel wordt overgenomen, voorziet het bestuursor-gaan de indiener van gepaste ondersteuning. De gemaakte afspraken (over o.a. de taken, het resultaat, het budget, de looptijd en de periodieke evaluatie) worden vastgelegd in een overeenkomst. De gemeente kan op verschillende manieren faciliteren:
- a.
materieel: menskracht, locaties, geld, praktische ondersteuning;
- b.
formeel: regelgeving, vergunningen, richtlijnen, monitoren en meten;
- c.
informeel: verbinden, inspireren, aandacht geven en communice-ren.
- a.
-
5. Het bestuursorgaan wijst een voorstel af indien onvoldoende aannemelijk wordt gemaakt dat het voorstel voldoet aan de in lid 2 genoemde voorwaarden, of indien zij overname van de gemeentelijke taak om andere redenen onwenselijk vindt.
-
6. Het college van burgemeester en wethouders geeft aan de indieners binnen acht weken een eerste reactie op het voorstel. Het uiteindelijke besluit van het college van burgemeester en wethouders wordt gemotiveerd aan de indiener gestuurd.
HOOFDSTUK 5 EVALUATIE EN MONITORING
Artikel 9. Evaluatie en monitoring
-
1. De uitvoering van deze verordening wordt eenmaal per raadsperiode geëvalueerd. Het college van burgemeester en wethouders zendt hiertoe aan de raad een participatieverslag.
-
2. Dit verslag beschrijft de wijze waarop participatieprocessen zijn georganiseerd, de rolinvulling door raad en college, de kosten, het resultaat van de participatie en de belangrijkste ervaringen. Het verslag bevat tevens informatie over bewonersinitiatieven, toegekende budgetten en over de werking van het uitdaagrecht.
-
3. De gemeenteraad bespreekt het participatieverslag.
HOOFDSTUK 6 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 10. Intrekken oude verordening
De verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken van 10 maart 2005 wordt ingetrokken.
Artikel 11. Overgangsbepaling
Op inspraakprocedures die voortvloeien uit besluiten genomen voor de inwerkingtreding van deze verordening, blijven de bepalingen van de in artikel 10 genoemde verordening van toepassing.
Artikel 12. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.
Artikel 13. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: verordening inwonersparticipatie gemeente Heerlen 2024.
Ondertekening
Aldus besloten tijdens de openbare vergadering van de gemeenteraad van de gemeente Heerlen van 27 november 2024.
griffier,
drs. T.W. Zwemmer
voorzitter,
R. Wever
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl