Legesverordening Amsterdam 2025

Geldend van 04-12-2024 t/m heden

Intitulé

Legesverordening Amsterdam 2025

De raad van de gemeente Amsterdam,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 september 2024,

gelet op de artikelen 216 en 229 eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet,

besluit de volgende verordening vast te stellen:

Legesverordening Amsterdam 2025

Artikel 1 Definitiebepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    afschriften, uittreksels en kopieën: stukken welke geheel of gedeeltelijk met de hand zijn geschreven, getekend of gekleurd, dan wel door middel van een tekstverwerker, een dupliceerapparaat of een soortgelijk middel, anders dan een drukpers, zijn gemaakt of bewerkt;

  • b.

    dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • c.

    jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • d.

    kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • e.

    maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • f.

    n, als bedoeld in het voorgaande lid: het nummer van een dag in een kalenderjaar;

  • g.

    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het in behandeling van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;

  • b.

    het verlenen van een dienst op aanvraag;

  • c.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;

een en ander zoals genoemd in deze verordening en de legestabel in de bijlage.

Artikel 3 Belastingplicht

De leges worden geheven van de aanvrager van de dienst, dan wel van degene ten behoeve van wie een in deze verordening omschreven dienst wordt verricht of handelingen zijn verricht of aan wie een in deze verordening genoemd stuk wordt afgegeven.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge een wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    verzoeken tot verstrekkingen uit de basisregistratie personen als bedoeld in onderdeel 2.4 van de legestabel in de bijlage en verzoeken om verklaringen als bedoeld in onderdeel 2.5 van de legestabel, voor zover gedaan door advocaten namens of ten behoeve van cliënten aan wie, ter zake van de rechtsbijstand door de betreffende advocaat, door de Raad voor de Rechtsbijstand een toevoeging is verleend, waarvoor de eigen bijdrage is vastgesteld met inachtneming van artikel 2, eerste lid, onder a, artikel 2, tweede lid, onder a, artikel 2, derde lid, onder a, artikel 2a, tweede lid onder a en artikel 2a, derde lid onder a, van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand.

Artikel 5 Tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de legestabel in de bijlage.

  • 2. De leges worden verhoogd met de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag medegedeelde portokosten.

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de legestabel genoemde eenheid voor een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffen

De leges worden geheven door middel van een aanslag, een mondelinge kennisgeving, een kennisgeving langs elektronische weg of een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota, een factuur of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Betaaltermijnen

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk worden gedaan op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving;

    • c.

      langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan, onverwijld dan wel als die mogelijkheid wordt geboden binnen één maand na het indienen van de aanvraag langs elektronische weg;

    • d.

      langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, binnen één maand na dagtekening van kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende legestabel omschreven dienst, besluit of handeling wordt uitsluitend verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst, besluit of handeling in die legestabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving en het de volgende onderdelen van de legestabel in de bijlage betreft:

    • -

      2.2 (reisdocumenten);

    • -

      2.3 (rijbewijzen);

    • -

      2.5.2 (verklaring omtrent het gedrag);

    • -

      6.2 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1. De Legesverordening Amsterdam 2024 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na 1 januari 2025, blijft de Legesverordening Amsterdam 2024 gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten en wordt de Legesverordening Amsterdam 2024 gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2025.

  • 3. In hoofdstuk 3 “DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET” van de legestabel in de bijlage worden de normen over de bouwkosten als bedoeld in het normblad NEN 2699, uitgave 2017, op een bepaalde situatie van toepassing verklaard. Oppervlakte- en inhoudsmaten worden bepaald conform het normblad NEN 2580. Deze normen kunnen op verzoek van eenieder kosteloos worden ingezien op het stadhuis van de gemeente Amsterdam, Amstel 1 te Amsterdam.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als Legesverordening Amsterdam 2025.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 14 november 2024.

De plaatsvervangend voorzitter

Kune Burgers

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Bijlage 1. Legestabel 2025

Nummer

Tekst

Tarief

1.

HOOFDSTUK 1 - INFORMATIE

 
 

 
 

Het tarief bedraagt voor afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.1

per pagina op papier van A4-formaat

€ 0,30

1.2

per pagina op papier van A3-formaat

€ 0,50

1.3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor maatwerk bedraagt: per kwartier, met een minimumtarief van één kwartier. Onder maatwerk wordt verstaan: de niet in 1.1 en 1.2 genoemde opgenomen afdruk- of bestandsformaten, reproductie van details uit een analoog of digitaal bestand, overzetten van beeld en geluid en andere werkzaamheden

€ 24,50

1.4

vervallen

 

1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verrichten van onderzoek in het bij de gemeente Amsterdam berustend materiaal, ongeacht het resultaat, per kwartier, met een minimumtarief van één kwartier

€ 24,50

 

 

2.

HOOFDSTUK 2 - BURGERZAKEN

 
 

 

2.1

BURGERLIJKE STAND

 

2.1.1

HUWELIJKSVOLTREKKING / GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

 

2.1.1.1

Het tarief bedraagt voor een huwelijksvoltrekking, een registratie van een partnerschap of een omzetting van een partnerschap in een huwelijk op grond van artikel 4 van de Wet rechten burgerlijke stand

€ 0,00

2.1.1.2

Het tarief bedraagt voor een huwelijksvoltrekking, een registratie van een partnerschap of een omzetting van een partnerschap in een huwelijk op een andere tijd of op een andere wijze dan waarop deze ingevolge 2.1.1.1 kosteloos plaatsheeft:

 

2.1.1.2.1

maandag t/m vrijdag op een Stadsloket met een uitgebreide ceremonie van maximaal 1 uur:

€ 907,00

2.1.1.2.2

maandag t/m vrijdag op een Stadsloket met een budgetceremonie van maximaal 10 minuten:

€ 193,30

2.1.1.2.3

in een andere daartoe aangewezen locatie (huis der gemeente) op maandag t/m vrijdag tussen 08:00 en 18:00 uur:

€ 861,60

2.1.1.2.4

in een andere daartoe aangewezen locatie (huis der gemeente) op maandag tot en met vrijdag tussen 18:00 en 08:00 uur en op zaterdag, zondag en officiële feestdagen

€ 1.116,60

2.1.1.2.5

in een bijzonder huis als bedoeld in artikel 1:64 Burgerlijk Wetboek

€ 193,30

2.1.1.2.6

bij het omzetten van een partnerschap in een huwelijk zonder ceremonie

€ 77,90

2.1.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk - zoals bedoeld in 2.1.1.2 - te annuleren of te wijzigen binnen een periode van 7 dagen of minder voorafgaand aan die gereserveerde datum:

 

2.1.1.3.1

maandag t/m vrijdag op een Stadsloket met een uitgebreide ceremonie van maximaal 1 uur

€ 907,00

2.1.1.3.2

maandag t/m vrijdag op een Stadsloket met een budgetceremonie van maximaal 10 minuten.

€ 193,30

2.1.1.3.3

in een andere daartoe aangewezen locatie (huis der gemeente) op maandag tot en met vrijdag tussen 08:00 en 18:00 uur

€ 861,60

2.1.1.3.4

in een andere daartoe aangewezen locatie (huis der gemeente) op maandag tot en met vrijdag tussen 18:00 en 08:00 uur en op zaterdag, zondag en officiële feestdagen

€ 1.116,60

2.1.1.3.5

in een bijzonder huis als bedoeld in artikel 1:64 Burgerlijk Wetboek

€ 193,30

2.1.1.3.6

bij het omzetten van een partnerschap in een huwelijk zonder ceremonie

€ 77,90

2.1.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk - zoals bedoeld in 2.1.1.2 - te annuleren of te wijzigen binnen een periode van 8 tot en met 14 dagen voorafgaand aan die gereserveerde datum:

 

2.1.1.4.1

maandag t/m vrijdag op een Stadsloket met een uitgebreide ceremonie van maximaal 1 uur

€ 453,50

2.1.1.4.2

maandag t/m vrijdag op een Stadsloket met een budgetceremonie van maximaal 10 minuten

€ 96,65

2.1.1.4.3

in een andere daartoe aangewezen locatie (huis der gemeente) op maandag tot en met vrijdag tussen 08:00 en 18:00 uur

€ 430,80

2.1.1.4.4

in een andere daartoe aangewezen locatie (huis der gemeente) op maandag tot en met vrijdag tussen 18:00 en 08:00 uur en op zaterdag, zondag en officiële feestdagen

€ 558,30

2.1.1.4.5

in een bijzonder huis als bedoeld in artikel 1:64 Burgerlijk Wetboek

€ 96,65

2.1.1.4.6

bij het omzetten van een partnerschap in een huwelijk zonder ceremonie

€ 38,95

2.1.1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen binnen een periode van 15 dagen of meer voorafgaand aan die gereserveerde datum:

€ 0,00

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

2.1.1.6

het aanwijzen van een locatie als huis der gemeente

€ 516,80

2.1.1.7

een éénmalige benoeming tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor een bepaald huwelijk of partnerschap

€ 289,90

 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

2.1.1.8

een trouwboekje of partnerschapboekje in een standaarduitvoering

€ 31,40

2.1.1.9

een trouwboekje of partnerschapboekje in een luxe uitvoering

€ 39,60

2.1.1.10

een duplicaat van het originele trouwboekje of partnerschapboekje in een standaarduitvoering

€ 94,30

2.1.1.11

een duplicaat van het originele trouwboekje of partnerschapboekje in een luxe uitvoering

€ 124,60

 

 

2.2

REISDOCUMENTEN

 

2.2.1

PASPOORT

 
 

Voor het verrichten van handelingen voor een aanvraag tot het verstrekken van:

 

2.2.1.1

een nationaal paspoort en faciliteitenpaspoort, alsmede een tweede paspoort, aan een persoon die op moment van verstrekken jonger is dan 18 jaar; en het verstrekken van een reisdocument voor vluchtelingen of voor vreemdelingen aan een persoon, ongeacht leeftijd (maximaal 5 jaar geldig) geldt het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden (afgerond naar beneden op vijf cent)

volgt rijkstarief

2.2.1.2

een nationaal paspoort en faciliteitenpaspoort, alsmede een tweede paspoort, aan een persoon die op moment van verstrekken 18 jaar of ouder is (maximaal 10 jaar geldig) geldt het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden (afgerond naar beneden op vijf cent)

volgt rijkstarief

2.2.1.3

een zakenpaspoort, zijnde een (tweede) nationaal paspoort, bevattende een groter aantal bladzijden dan een nationaal paspoort als bedoeld in 2.2.1.1 en 2.2.1.2, aan een persoon die op moment van verstrekken 18 jaar of ouder is (maximaal 10 jaar geldig) geldt het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden (afgerond naar beneden op vijf cent)

volgt rijkstarief

2.2.1.4

een zakenpaspoort, zijnde een (tweede) nationaal paspoort, bevattende een groter aantal bladzijden dan een nationaal paspoort als bedoeld in 2.2.1.1 en 2.2.1.2, aan een persoon die op moment van verstrekken jonger dan 18 jaar is (maximaal 5 jaar geldig) geldt het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden (afgerond naar beneden op vijf cent)

volgt rijkstarief

2.2.1.5

Bij een spoedlevering worden de tarieven, genoemd in 2.2.1.1 t/m 2.2.1.4, verhoogd met de toeslag zoals die is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

volgt rijkstarief

2.2.1.6

Voor het bezorgen van de onder 2.2.1.1 t/m 2.2.1.5 genoemde documenten is de toeslag verschuldigd zoals die is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden (afgerond naar beneden op vijf cent)

volgt rijkstarief

 

 

2.2.2

NEDERLANDSE IDENTITEITSKAART

 
 

Voor het verrichten van handelingen voor een aanvraag tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet:

 

2.2.2.1

voor een persoon die op het moment van verstrekken jonger is dan 18 jaar (5 jaar geldig) geldt het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden (afgerond naar beneden op vijf cent)

volgt rijkstarief

2.2.2.2

voor een persoon die op het moment van verstrekken 18 jaar of ouder is (10 jaar geldig) geldt het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden (afgerond naar beneden op vijf cent)

volgt rijkstarief

2.2.2.3

Bij een spoedlevering worden de tarieven, genoemd in 2.2.2.1 en 2.2.2.2, vermeerderd met de toeslag zoals die is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

volgt rijkstarief

2.2.2.4

Voor het bezorgen van de onder 2.2.2.1 t/m 2.2.2.3 genoemde documenten is de toeslag verschuldigd zoals die is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden (afgerond naar beneden op vijf cent)

volgt rijkstarief

 

 

2.3

RIJBEWIJZEN

 
 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

2.3.1

voor het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs geldt het tarief zoals dat is opgenomen in artikel 104b van het Reglement rijbewijzen vermeerderd met de rijkskostencomponent (afdracht gemeente aan Dienst Wegverkeer), afgerond naar beneden op vijf cent

volgt rijkstarief

2.3.2

voor een spoedlevering van het onder 2.3.1 genoemde document wordt het voor 2.3.1 geldende tarief verhoogd met het tarief voor een spoedlevering conform bijlage VI van de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer, afgerond naar beneden op vijf cent

volgt rijkstarief

2.3.3

voor de afgifte van een gezondheidsverklaring geldt het door het CBR vastgestelde tarief welke staat vermeld op de gezondheidsverklaring

volgt rijkstarief

 

 

2.4

VERSTREKKINGEN UIT DE BASISREGISTRATIE PERSONEN EN REGISTRATIE NIET-INGEZETENEN

 
 

Voor de toepassing van het gestelde onder 2.4.1 tot en met 2.4.4 wordt verstaan onder één verstrekking: één of meer gegeven(s) voor één persoon voor wie de Basisregistratie personen of de Registratie niet-ingezetenen moet worden geraadpleegd.

 
 

Het tarief bedraag voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een uittreksel per verstrekking per persoon:

 

2.4.1

uit de Basisregistratie met datum gelegen op of na 1 januari 1994

€ 24,50

2.4.2

uit de Basisregistratie met datum gelegen voor 1 januari 1994

€ 33,80

2.4.3

uit de Registratie Niet-Ingezetenen:

€ 24,50

2.4.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een meertalig modelformulier woon- en/of verblijfplaats

€ 17,10

2.4.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een familie-uittreksel uit de BRP:

€ 49,00

 

Voor de toepassing van artikel 2.4.5 wordt onder familie-uittreksel verstaan: een uittreksel voor meer dan één persoon ingeschreven op hetzelfde adres en behorend tot hetzelfde gezin.

 

2.4.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het op verzoek van een persoon of organisatie doornemen van de Basisregistratie Personen, per afgifte van staat van inlichtingen

€ 79,20

2.4.7

Het op verzoek doornemen van de Basisregistratie personen, voor ieder daaraan te besteden kwartier:

€ 24,50

2.4.7.1

Het op grond van het voorgaande onderdeel (2.4.7) verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 
 

 

2.5

VERKLARINGEN

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor afgifte van:

 

2.5.1

een bewijs van in leven zijn

€ 24,50

2.5.2

een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG)

volgt rijkstarief

2.5.3

een "laissez-passer" (lijkenpas)

€ 24,50

2.5.4

een verlof voor het stellen van een andere termijn voor uitvaart overeenkomstig artikel 17 van de Wet op de lijkbezorging

€ 24,50

2.5.5

een legalisatie van een handtekening

€ 24,50

2.5.6

het waarmerken van afschriften (certificaat van oorsprong)

€ 24,50

2.5.7

een verklaring betreffende woonplaats of hoofdverblijf als bedoeld in artikel 8, lid 1, sub c van de Rijkswet op het Nederlanderschap

€ 24,50

2.5.8

een bewijs van Nederlanderschap voor één persoon

€ 24,50

2.5.9

een bewijs van Nederlanderschap dat is bestemd voor meer dan één persoon: het in 2.5.8 genoemde tarief, vermeerderd met voor elke extra persoon

€ 2,20

 

 

3

HOOFDSTUK 3 - DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET

 
 

 

3.1

DEFINITIES HOOFDSTUK 3 TARIEVENTABEL

 

3.1.1

Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.1.2

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in 3.1.1 bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.

 

3.1.3

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

3.1.3.1

binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan.

 

3.1.3.2

binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet.

 

3.1.3.3

bouwkosten: de aannemingssom als bedoeld in paragraaf 1, lid 1, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor uitvoering van werken (UAV 2012) voor het uit te voeren werk, dan wel voor zover deze ontbreekt, een raming van de bouwkosten als bedoeld in het normblad NEN 2699, uitgave 2017, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd, de omzetbelasting daarin niet begrepen. Oppervlakte- en inhoudsmaten worden bepaald conform het normblad NEN 2580. Het inzien van de NEN 2699 en NEN 2580 is mogelijk op het Stadhuis van Amsterdam, Amstel 1 te Amsterdam. De UAV 2012 is in te zien op www.overheid.nl.

 

3.1.3.4

Vervallen

 

3.1.3.5

Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in dit hoofdstuk onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft.

 

3.1.3.6

Onder conceptverzoek wordt mede verstaan vooroverleg en omgevingsoverleg.

 
 

 

3.2

DIENSTVERLENING EN BESLUITEN WAAROVER LEGES WORDEN GEHEVEN

 
 

Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

 

3.2.1

conceptverzoek

 

3.2.2

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit

 

3.2.3

toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet

 

3.2.4

een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning

 

3.2.5

vervallen

 

3.2.6

één of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet

 

3.2.7

wijziging van een besluit als bedoeld in 3.2.2, 3.2.3 en 3.2.6

 

3.2.8

een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in 3.2.1 tot en met 3.2.7

 
 

 

3.3

BEPALEN TARIEF HOOFDSTUK 3 TARIEVENTABEL

 

3.3.1

De in dit hoofdstuk genoemde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende onderdelen van dit hoofdstuk.

 

3.3.2

Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.

 
 

 

3.4

OMGEVINGSVERGUNNING

 

3.4.1

CONCEPTVERZOEK

 

3.4.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een conceptverzoek over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving:

€ 327,30

3.4.1.2

De op grond van 3.4.1.1 verschuldigde leges worden verrekend met de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunningaanvraag voor die activiteit of activiteiten voor hetzelfde project worden vastgesteld, mits deze opvolgende vergunningaanvraag wordt ingediend binnen 26 weken na de verzending van de beoordeling uit het conceptverzoek waarbij een minimumtarief van € 100 verschuldigd blijft.

 
 

 

3.4.2

BOUWACTIVITEIT (BOUWTECHNISCHE DEEL)

 

3.4.2.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 
 

schijf 1 - bij bouwkosten van € 0 tot en met € 75.000: 1,25% van de bouwkosten, met een minimumtarief van € 100

 
 

schijf 2 - bij bouwkosten van € 75.000 tot en met € 500.000 wordt het tarief van schijf 1 over de bij die schijf genoemde bouwkosten geheven, vermeerderd met 3,4% van het gedeelte van de bouwkosten dat valt in schijf 2

 
 

schijf 3 - bij bouwkosten van € 500.000 tot en met € 5.000.000 wordt het tarief van de schijven 1 en 2 over de bij die schijven genoemde bouwkosten geheven, vermeerderd met 2,9% van het gedeelte van de bouwkosten dat valt in schijf 3

 
 

schijf 4 - bij bouwkosten van € 5.000.000 tot en met € 35.000.000 wordt het tarief van de schijven 1, 2 en 3 over de bij die schijven genoemde bouwkosten geheven, vermeerderd met 2,35% van het gedeelte van de bouwkosten dat valt in schijf 4

 
 

schijf 5 - bij bouwkosten van € 35.000.000 tot en met € 50.000.000 wordt het tarief van de schijven 1, 2, 3 en 4 over de bij die schijven genoemde bouwkosten geheven, vermeerderd met 1,6% van het gedeelte van de bouwkosten dat valt in schijf 5

 
 

schijf 6 - bij bouwkosten vanaf € 50.000.000 wordt het tarief van de schijven 1, 2, 3, 4 en 5 over de bij die schijven genoemde bouwkosten geheven, vermeerderd met 0,6% van het gedeelte van de bouwkosten dat valt in schijf 6.

 

3.4.2.2

In afwijking van het bepaalde in 3.4.2.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om het verlengen van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit, zonder andere wijzigingen van de vergunning en voor zover de aanvraag in overeenstemming is met het omgevingsplan, 20% van het bedrag dat verschuldigd zou zijn voor een vergunningaanvraag op grond van de tarieven in 3.4.2.1 geldend in het jaar van aanvraag van de verlenging. Bij de vaststelling van het verschuldigde bedrag wordt een minimum van € 100 en een maximum van € 25.000 gehanteerd.

 

3.4.2.3

Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning een activiteit betreft als genoemd in 3.4.2.1 welke betrekking heeft op een civieltechnisch werk conform de hierna opgenomen omschrijving en opsomming, bedraagt het tarief 0,6975 % van de bouwkosten, met een minimumtarief van € 100.

Onder civieltechnische werken wordt voor de toepassing van dit onderdeel verstaan:

  • a)

    een bouwwerk dat geen gebouw is als bedoeld in artikel 1 van de Woningwet, een openbare en/of maatschappelijke functie vervult en tevens is opgenomen in de volgende limitatieve opsomming:

    • 1.

      spoor- en weginfrastructuur inclusief de bijbehorende kunstwerken zijnde wegen, tunnels, bruggen, viaducten, geluidsschermen;

    • 2.

      waterinfrastructuur zijnde havens, kanalen, rivieren, sluizen, aquaducten, duikers, stuwen, gemalen, steigers, kademuren en keermuren;

  • b)

    de terreinvoorbereiding behorend bij de bouwwerken zoals genoemd in onderdeel a);

  • c)

    de openbare terreininrichting behorend bij de bouwwerken zoals genoemd in onderdeel a);

  • d)

    installaties benodigd voor een goede werking van de infrastructuur, genoemd in onderdeel a), waaronder tevens wordt begrepen een bedieningsgebouw voor zover de functie van het gebouw ziet op de bediening van de benodigde installaties.

 

3.4.2.4

Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning een activiteit betreft als genoemd in 3.4.2.1 welke gedeeltelijk betrekking heeft op een civieltechnisch werk kan de aanvrager de bouwkosten gemotiveerd uitsplitsen tussen het deel dat betrekking heeft op een civieltechnisch werk en het deel dat geen betrekking heeft op een civieltechnisch werk. De uitsplitsing kan als bijlage aan het vergunningdossier worden toegevoegd. In dat geval worden de tarieven, genoemd in 3.4.2.1 berekend over het totaal van de bouwkosten verminderd met het deel van de bouwkosten dat betrekking heeft op het civieltechnisch werk. Het tarief, genoemd in 3.4.2.3 wordt berekend over de bouwkosten die betrekking hebben op het civieltechnisch werk.

Indien een van de genoemde werken een andere vergunning behoeft dan de vergunning als bedoeld in artikel 5.1, lid 2, onder a van de Omgevingswet, zijn de leges verschuldigd conform het tarief dat geldt voor die andere vergunning.

 

3.4.2.5

In afwijking van het bepaalde in 3.4.2.3 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om het verlengen van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit, zonder andere wijzigingen van de vergunning en voor zover de aanvraag in overeenstemming is met het omgevingsplan, 20% van het bedrag dat verschuldigd zou zijn voor een vergunning op grond van de tarieven in 3.4.2.3 geldend in het jaar van aanvraag van de verlenging. Bij de vaststelling van het verschuldigde bedrag wordt een minimum tarief van € 100 en een maximum tarief van € 25.000 gehanteerd.

 
 

 

3.4.3

OMGEVINGSPLANACTIVITEIT: BOUWACTIVITEIT, IN STAND HOUDEN OF GEBRUIKEN BOUWWERK (RUIMTELIJK DEEL)

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

3.4.3.1

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

€ 545,40

3.4.3.2

als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet wordt het tarief in 3.4.3.1 verhoogd met:

€ 163,60

3.4.3.3

als de activiteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, wordt het tarief in 3.4.3.1 verhoogd met:

€ 327,30

3.4.3.4

als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, wordt het tarief in 3.4.3.1 verhoogd met:

€ 163,60

3.4.3.5

als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met de Hemelwaterverordening wordt het tarief in 3.4.3.1 verhoogd met:

€ 327,30

 

 

3.4.4

ACTIVITEIT: AFWIJKEN OMGEVINGSPLAN

 
 

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning, waarbij sprake is van een activiteit die in strijd is met het omgevingsplan:

 

3.4.4.1

als de aanvraag betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1 lid 1 onder a van de Omgevingswet, die in strijd is met de regels van het omgevingsplan en waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat kan worden afgeweken van die regels:

€ 327,30

3.4.4.2

als de aanvraag betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1 lid 1 onder a van de Omgevingswet, die in strijd is met de regels van het omgevingsplan, waaraan medewerking kan worden verleend door toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht:

€ 436,30

3.4.4.3

als de aanvraag betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 5.1 lid 1 onder a van de Omgevingswet, die in strijd is met de regels van het omgevingsplan en waarvoor in het omgevingsplan geen regels zijn opgenomen om af te wijken van die regels:

€ 545,40

3.4.4.4

In afwijking van 3.4.4.3 bedraagt het tarief als de aanvraag als de in 3.4.4.3 bedoelde omgevingsplanactiviteit uitsluitend betrekking heeft op het afwijken van de standaardregels voor het saneren van de bodem en/of het graven in de bodem:

€ 373,60

 

 

3.4.5

OMGEVINGSPLANACTIVITEIT: OVERIGE AANLEGACTIVITEITEN

 

3.4.5.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid (aanlegactiviteit), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 300,40

 

 

3.4.6

ACTIVITEIT: SLOPEN

 

3.4.6.1

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot cultureel erfgoed als bedoeld in 3.4.8, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 270,10

 

 

3.4.7

ACTIVITEIT: VELLEN HOUTOPSTAND

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in de vigerende artikelen van de Bomenverordening 2014 (vellen of laten vellen van een houtopstand) in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

3.4.7.1

1 t/m 5 bomen

€ 146,60

3.4.7.2

6 t/m 10 bomen

€ 238,70

3.4.7.3

11 t/m 25 bomen

€ 300,40

3.4.7.4

26 t/m 50 bomen

€ 359,80

3.4.7.5

meer dan 50 bomen

€ 540,30

3.4.7.6

jaarvergunning

€ 540,30

 

 

3.4.8

ACTIVITEITEN MET BETREKKING TOT CULTUREEL ERFGOED

 

3.4.8.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als het ook gaat om de in die onderdelen bedoelde activiteiten, voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op:

  • a.

    een omgevingsplanactiviteit met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument, voorbeschermd rijksmonument of een beschermd stads- of dorpsgezicht in de zin van de Erfgoedverordening Amsterdam;

  • b.

    een activiteit waarvoor in de omgevingsverordening is bepaald dat het verrichten daarvan zonder omgevingsvergunning is verboden als die activiteit betrekking heeft op een provinciaal monument of een voorbeschermd provinciaal monument;

  • c.

    een rijksmonumentenactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet.

€ 252,70

3.4.8.2

Voor de toepassing van 3.4.8.1. wordt onder gemeentelijk monument respectievelijk voorbeschermd gemeentelijk monument ook verstaan een monument of archeologisch monument dat op grond van de Erfgoedverordening Amsterdam is aangewezen respectievelijk waarop, voordat het is aangewezen, die verordening van overeenkomstige toepassing is. De vorige volzin is van toepassing:

  • a.

    als het gaat om een aangewezen monument of archeologisch monument: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven; en

  • b.

    als het gaat om een monument of archeologisch monument waarop voordat het is aangewezen de verordening van overeenkomstige toepassing is: zolang in het omgevingsplan daaraan nog niet de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel bevat vanwege het voornemen om die functie-aanduiding te geven.

 

3.4.8.3

In afwijking van 3.4.8.1. worden voor de omgevingsplanactiviteit activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed geen leges geheven wanneer de aanvraag om een omgevingsvergunning tevens betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 5.1, lid 2, onder a, van de Omgevingswet.

 
 

 

3.4.9

GELIJKWAARDIGHEID

 

3.4.9.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet bedraagt per maatregel:

€ 774,80

3.4.9.2

Het tarief behorend bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop de gelijkwaardige maatregel betrekking heeft onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 
 

 

3.4.10

LEGESKORTING BIJ DUURZAAM VERBOUWEN

 

3.4.10.1

Voor zover een aanvraag betrekking heeft op duurzaam verbouwen bestaat er onder de in 3.4.10.2 genoemde voorwaarden recht op een korting op de hiervoor in dit hoofdstuk vermelde tarieven. De korting bestaat uit het toepassen van een nihiltarief op en in afwijking van de tarieven zoals genoemd in de onderdelen 3.4.1 t/m 3.4.9.

De totale korting op alle hiervoor genoemde tarieven tezamen bedraagt maximaal € 25.000.

De korting wordt als eerste toegepast op het tarief van 3.4.1 en vervolgens op de daarna opgenomen tarieven totdat het maximum van € 25.000 is bereikt.

 

3.4.10.2

De voorwaarden voor toepassing van de in 3.4.10.1 genoemde korting zijn:

  • 1.

    De korting geldt uitsluitend voor aanvragen duurzaam verbouwen van bestaande gebouwen voor zover het gaat om de in lid 3.4.10.3 genoemde verduurzamingsmaatregelen.

  • 2.

    De aanvrager toont (desgevraagd) aan welke bouwkosten betrekking hebben op de in 3.4.10.3 genoemde verduurzamingsmaatregelen. De aanvrager volgt hierbij de door de gemeente gegeven instructies op.

  • 3.

    Voor de belastbare feiten zoals genoemd in de onderdelen 3.4.1 en 3.4.3 t/m 3.4.9 geldt dat de korting wordt toegepast als het betreffende belastbare feit uitsluitend betrekking heeft op de activiteit duurzaam verbouwen.

 

3.4.10.3

De volgende verduurzamingsmaatregelen geven recht op de in 3.4.10.1 genoemde korting:

 

a

het plaatsen van een collector voor warmteopwekking of een paneel voor elektriciteitsopwekking, inclusief de benodigde bouwkundige voorzieningen hiervoor

 

b

het plaatsen van nieuw glas, al dan niet in combinatie met kozijnvervanging, bij een woning of utiliteitsbouw, indien de warmtedoorgangswaarde (na vervanging) een U-waarde (U glas) van het HR++ of HR+++ (triple) glas van maximaal 1,1 W/m²K heeft. Indien monumentenglas vereist is geldt een U-waarde (U glas) van maximaal 2,0 W/m²K

 

c

het plaatsen van isolerende kozijnen, al dan niet in combinatie met plaatsen van nieuw glas, bij een woning of utiliteitsbouw, indien de warmtedoorgangswaarde (na vervanging) een U-waarde (U raam) van maximaal 1,5 W/m²K heeft

 

d

het isoleren van de buitengevel van een woning waarbij de isolatiewaarde van de gevel ná isolatie een waarde heeft van minimaal Rc ≥ 3,5 m²K/W

 

e

het isoleren van de buitengevel van een utiliteitsgebouw waarbij de isolatiewaarde van de gevel ná isolatie een waarde heeft van minimaal Rc ≥ 5 m²K/W

 

f

het isoleren van de binnengevel van een woning waarbij de isolatiewaarde van de gevel ná isolatie een waarde heeft van minimaal Rc ≥ 3 m²K/W

 

g

het isoleren van de binnengevel van een utiliteitsgebouw waarbij de isolatiewaarde van de gevel ná isolatie een waarde heeft van minimaal Rc ≥ 5 m²K/W

 

h

het isoleren van het dak van een woning, al dan niet in combinatie met het verhogen van de dakrand, dakgoot of nok waarbij de isolatiewaarde van het dak ná isolatie minimaal Rc ≥ 5,0 m²K/W bedraagt

 

i

het isoleren van het dak van een utiliteitsgebouw, al dan niet in combinatie met verhogen van de dakrand, dakgoot of nok waarbij de isolatiewaarde van het dak ná isolatie minimaal Rc ≥ 6,0 m²K/W bedraagt

 

j

het plaatsen van een lucht-water- of lucht-luchtwarmtepomp, inclusief laagtemperatuur afgiftesysteem en constructieaanpassingen ten behoeve van plaatsing warmtepomp

 

k

het plaatsen van een water-water-, bodem-water- of bodem-luchtwarmtepomp in combinatie met bodembronnen, inclusief laagtemperatuur afgiftesysteem en constructieaanpassingen t.b.v. plaatsing warmtepomp of bronnen

 

l

het plaatsen van een balansventilatie systeem met warmteterugwinning met bypass in een woning, met een capaciteit van minimaal 150 m³/uur en een rendement van minimaal 90%

 

m

het plaatsen van een balansventilatie systeem met warmteterugwinning met bypass in een utiliteitsgebouw, met een capaciteit van minimaal 150 m³/uur en een rendement van minimaal 80%

 

n

het plaatsen van een groen dak, inclusief de bouwkundige voorzieningen hiervoor, met een waterbergende capaciteit van minimaal 20 liter per m² en een oppervlakte van minimaal 30 m²

 

o

het afkoppelen van hemelwater in combinatie met waterberging, inclusief buizen en bouwkundige voorzieningen hiervoor, met een bergende capaciteit van minimaal 60 mm / 24 uur of een wateropslag capaciteit van minimaal 1 m³.

 
 

 

3.4.11

OVERIGE TARIEVEN EN UITZONDERINGEN OMGEVINGSWET

 
 

De hierna genoemde tarieven gelden in de daarin beschreven omstandigheden in afwijking van de hiervoor genoemde tarieven.

 

3.4.11.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:

€ 7.489,30

3.4.11.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:

€ 300,40

3.4.11.3

Het tarief voor een aanvraag die, na toepassing van het bepaalde in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, niet in behandeling wordt genomen, bedraagt:

 

a

als de leges, die verschuldigd zouden zijn, indien de aanvraag wel in behandeling was genomen niet hoger zijn dan € 350: 50% van deze leges met een maximum van

€ 100,00

b

als de leges, die verschuldigd zouden zijn, indien de aanvraag wel in behandeling was genomen tussen de € 351 en € 1.000 bedragen

€ 250,00

c

als de leges, die verschuldigd zouden zijn, indien de aanvraag wel in behandeling was genomen meer bedragen dan € 1.000.

€ 500,00

3.4.11.4

In afwijking van 3.4.11.3 bedraagt het tarief voor een aanvraag omgevingsvergunning die uitsluitend ziet op het vellen van houtopstand (3.4.7), die, na toepassing van het bepaalde in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, niet verder in behandeling wordt genomen:

€ 58,30

3.4.11.5

Het tarief bedraagt voor een aanvraag omgevingsvergunning die in behandeling is genomen en waar besloten wordt dat er geen vergunning vereist is (besluit vergunningvrij): 50% van de op grond van dit hoofdstuk verschuldigde leges met een maximum van:

€ 252,70

3.4.11.6

In afwijking van 3.4.11.5 bedraagt het tarief voor een aanvraag omgevingsvergunning die uitsluitend ziet op het vellen van houtopstand ( 3.4.7) die in behandeling is genomen en waar besloten wordt dat er geen vergunning is vereist (besluit vergunningsvrij):

€ 58,30

3.4.11.7

In afwijking van de voorgaande bepalingen, is, voor een lopende aanvraag die binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen, wordt ingetrokken verschuldigd:

  • a.

    indien de lopende aanvraag in de periode tot en met 2 weken na ontvangst van de aanvraag wordt ingetrokken: 12,5% van de hiervoor vermelde tarieven met een maximum van € 50

  • b.

    indien de lopende aanvraag meer dan 2 weken tot en met 4 weken na ontvangst van de aanvraag wordt ingetrokken: 25 % van de hiervoor vermelde tarieven

  • c.

    indien de lopende aanvraag meer dan 4 weken tot en met 6 weken na ontvangst van de aanvraag wordt ingetrokken: 50% van de hiervoor vermelde tarieven

  • d.

    indien de lopende aanvraag meer dan 6 weken maar binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag wordt ingetrokken: 75 % van de hiervoor vermelde tarieven

Onder lopende aanvraag wordt verstaan: een aanvraag waarop nog geen besluit is genomen door de gemeente.

 

3.4.11.8

Indien de aanvraag om het verkrijgen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan waarvoor reeds een vergunning is verleend en het gaat om een wijziging van een of enkele onderdelen van het bouwplan die op zichzelf beoordeeld kunnen worden, worden de leges geheven overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk, waarbij dan als bouwkosten gelden de bouwkosten van de gewijzigde onderdelen van het bouwplan, met dien verstande dat het te betalen legesbedrag nooit minder is dan € 250.

 
 

 

3.4.12

MODALITEITEN

 
 

Achteraf ingediende aanvraag

 

3.4.12.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van die activiteit, worden de op grond van 3.4.2 tot en met 3.4.8 verschuldigde leges verhoogd met 10%.

 
 

 
 

Instemming

 

3.4.12.2.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan: het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

 

3.4.12.2.2

Het bedrag bedoeld in 3.4.12.2.1 wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag na de kennisgeving van de kosten schriftelijk is ingetrokken.

 
 

 

3.4.13

TERUGGAAF EN VERMINDERING

 

3.4.13.1

Indien een aangevraagde omgevingsvergunning wordt geweigerd, bestaat aanspraak op vermindering dan wel teruggaaf van een deel van de leges. Deze vermindering dan wel teruggaaf bedraagt 25% van de leges die verschuldigd zijn voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd.

 

3.4.13.2

Voor een aanvraag omgevingsvergunning die, naar het oordeel van het College van burgemeester en wethouders, kan worden beschouwd als een aanvraag voor eenzelfde activiteit als waarvoor ten hoogste zes maanden voor de datum van ontvangst van deze aanvraag de vergunning is geweigerd en waarin de grondslag voor die weigering is opgeheven, wordt vermindering dan wel teruggaaf van 25% van de voor die aanvraag geheven leges verleend (vermindering leges 2e aanvraag voor eenzelfde activiteit), met dien verstande dat het te betalen legesbedrag nooit minder is dan € 250.

Deze bepaling is niet van toepassing op aanvragen als bedoeld in 3.4.7 (vellen houtopstand).

 
 

 

4

HOOFDSTUK 4 - DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET - SPECIFIEK MILIEUBELASTENDE ACTIVITEITEN

 
 

 

4.1

ACTIVITEITEN DIE BEDRIJFSTAKKEN OVERSTIJGEN (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in afdeling 3.2, met uitzondering van paragraaf 3.2.6, van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het elders in deze tarieventabel bepaalde:

 

a

voor één milieubelastende activiteit:

€ 2.801,80

b

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 2.334,90

c

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 1.867,90

 

 

4.2

NUTSSECTOR EN INDUSTRIE (afdeling 3.4 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in afdeling 3.4 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het elders in deze tarieventabel bepaalde:

 

a

voor één milieubelastende activiteit:

€ 2.801,80

b

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 2.334,90

c

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 1.867,90

 

 

4.3

AFVALBEHEER (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in afdeling 3.5 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het elders in deze tarieventabel bepaalde:

 

a

voor één milieubelastende activiteit:

€ 2.801,80

b

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 2.334,90

c

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 1.867,90

 

 

4.4

AGRARISCHE SECTOR (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in afdeling 3.6 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het elders in deze tarieventabel bepaalde:

 

a

voor één milieubelastende activiteit:

€ 2.801,80

b

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 2.334,90

c

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 1.867,90

 

 

4.5

DIENSTVERLENING, ONDERWIJS EN ZORG (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit als bedoeld in afdeling 3.7 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het elders in deze tarieventabel bepaalde:

€ 2.801,80

 

 

4.6

TRANSPORT, LOGISTIEK EN ONDERSTEUNING DAARVAN (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in afdeling 3.8 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het elders in deze tarieventabel bepaalde:

 

a

voor één milieubelastende activiteit:

€ 2.801,80

b

voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 2.334,90

c

voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, per milieubelastende activiteit:

€ 1.867,90

 

 

4.7

SPORT EN RECREATIE (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving)

 
 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit, onverminderd het elders in deze tarieventabel bepaalde als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 2.801,80

 

 

4.8

OMGEVINGSPLANACTIVITEIT; MILIEUBELASTENDE ACTIVITEIT

 
 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het elders in deze tarieventabel bepaalde als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

€ 1.867,90

 

 

4.9

MAATWERKVOORSCHRIFTEN OF VERGUNNINGVOORSCHRIFTEN BIJ MILIEUBELASTENDE ACTIVITEITEN

 

4.9.1

Bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of een vergunningvoorschrift krachtens artikel 4.5 van de Omgevingswet bedraagt het tarief bij:

 

a

één maatwerkvoorschrift of één vergunningvoorschrift:

€ 1.867,90

b

twee of meer maatwerkvoorschriften of twee of meer vergunningvoorschriften; het tarief onder a, per extra maatwerkvoorschrift of vergunningvoorschrift vermeerderd met:

€ 933,90

4.9.2

In afwijking van 4.9.1 bedraagt het tarief voor een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of vergunningvoorschrift voor uitsluitend het afwijken van de standaardregels voor het saneren van de bodem en/of het graven in de bodem:

€ 373,60

4.9.3

Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om een vergunningvoorschrift is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift of het vergunningvoorschrift betrekking heeft onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 
 

 

4.10

WIJZIGING MAATWERKVOORSCHRIFTEN OF VERGUNNINGVOORSCHRIFTEN BIJ MILIEUBELASTENDE ACTIVITEITEN

 

4.10.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 Omgevingswet bedraagt het tarief:

€ 1.867,90

4.10.2

In afwijking van 4.10.1 bedraagt het tarief voor een aanvraag om een wijziging van een maatwerkvoorschrift of vergunningvoorschrift voor uitsluitend het afwijken van de standaardregels voor het saneren van de bodem en/of het graven in de bodem:

€ 373,60

 

 

4.11

GELIJKWAARDIGE MAATREGEL BIJ MILIEUBELASTENDE ACTIVITEITEN

 

4.11.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet indien deze betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 3 van deze Tabel bedraagt het tarief:

€ 1.867,90

4.11.2

In afwijking van 4.11.1 bedraagt het tarief voor een aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel voor uitsluitend het afwijken van de standaardregels voor het saneren van de bodem en/of het graven in de bodem:

€ 373,60

4.11.3

Het tarief behorend bij een aanvraag om een toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop de gelijkwaardige maatregel betrekking heeft onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 
 

 

4.12

UITGEBREIDE VOORBEREIDINGSPROCEDURE

 
 

Bij een aanvraag waarbij afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht op de voorbereiding van het besluit van toepassing is, wordt het tarief van een milieubelastende activiteit als bedoeld in 4.1 tot en met 4.7 vermeerderd met een toeslag van:

€ 2.334,90

 

 

4.13

WIJZIGEN OMGEVINGSVERGUNNING BIJ MILIEUBELASTENDE ACTIVITEITEN

 
 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning bij een milieubelastende activiteit als bedoeld in dit hoofdstuk gelden de tarieven, genoemd in hoofdstuk 4 van deze Legestabel, voor een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft.

 
 

 

4.14

WIJZIGEN VOORSCHRIFTEN OMGEVINGSVERGUNNING

 
 

Het tarief voor een aanvraag tot wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, niet zijnde een vergunningvoorschrift als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet, bedraagt:

€ 1.867,90

 

 

4.15

BEOORDELING ONDERZOEKSRAPPORTEN MILIEUEFFECTRAPPORTAGE

 
 

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift voor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld, voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):

€ 7.471,50

 

 

4.16

ADVIES MILIEUEFFECTRAPPORTAGE

 

4.16.1

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet, voor een advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage: het bedrag dat deze commissie in rekening brengt op grond van de door de minister van Infrastructuur en Waterstaat goedgekeurde tariefstelling.

 

4.16.2

Het bedrag bedoeld in 4.16.1 wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag na de kennisgeving, schriftelijk is ingetrokken.

 
 

 

4.17

CONCEPTVERZOEK

 

4.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een conceptverzoek over een of meer milieubelastende activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving: Indien sprake is van samenloop van een aanvraag voor een conceptverzoek bedoeld in 3.4.1.1 wordt slechts één keer leges voor een conceptverzoek geheven:

€ 327,30

4.17.2

De op grond van 4.17.1 verschuldigde leges worden verrekend met de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunningaanvraag voor die activiteit of activiteiten voor hetzelfde project worden vastgesteld, mits deze opvolgende vergunningaanvraag wordt ingediend binnen 26 weken na de verzending van de beoordeling uit het conceptverzoekvooroverleg waarbij een minimumtarief van € 100 verschuldigd blijft.

 
 

 

4.18

ALGEMENE BEPALINGEN MILIEULEGES

 
 

De hierna genoemde tarieven gelden in de daarin beschreven omstandigheden, voor zover sprake is van een milieubelastende activiteit, in afwijking van de hiervoor in dit hoofdstuk genoemde tarieven en onverminderd hetgeen elders in deze tarieventabel is bepaald.

 

4.18.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een vergunning, goedkeuring, verklaring, afwijking of een andere dienst die samenhangt met een project in de fysieke leefomgeving waarbij tevens sprake is van een milieubelastende activiteit, voor zover daarvoor niet elders in deze tarieventabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 300,40

4.18.2

Het tarief voor een aanvraag die, na toepassing van het bepaalde in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, niet in behandeling wordt genomen, bedraagt:

 

a

als de leges, die verschuldigd zouden zijn, indien de aanvraag wel in behandeling was genomen niet hoger zijn dan € 350: 50% van deze leges met een maximum van:

€ 100,00

b

als de leges, die verschuldigd zouden zijn, indien de aanvraag wel in behandeling was genomen tussen de € 351 en € 1.000 bedragen:

€ 250,00

c

als de leges, die verschuldigd zouden zijn, indien de aanvraag wel in behandeling was genomen meer bedragen dan € 1.000:

€ 500,00

4.18.3

Het tarief bedraagt voor een aanvraag omgevingsvergunning, waarbij sprake is van een milieubelastende activiteit, die in behandeling is genomen en waar besloten wordt dat er geen vergunning vereist is (besluit vergunningvrij):

€ 252,70

4.18.4

In afwijking van de voorgaande bepalingen, is, voor een lopende aanvraag omgevingsvergunning, waarbij sprake is van een milieubelastende activiteit, die binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen, wordt ingetrokken, verschuldigd:

 

a. indien de lopende aanvraag in de periode tot en met 2 weken na ontvangst van de aanvraag wordt ingetrokken: 12,5% van de hiervoor vermelde tarieven met een maximum van € 50

 

b. indien de lopende aanvraag meer dan 2 weken tot en met 4 weken na ontvangst van de aanvraag wordt ingetrokken: 25 % van de hiervoor vermelde tarieven

 

c. indien de lopende aanvraag meer dan 4 weken tot en met 6 weken na ontvangst van de aanvraag wordt ingetrokken: 50% van de hiervoor vermelde tarieven

 

d. indien de lopende aanvraag meer dan 6 weken maar binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag wordt ingetrokken: 75 % van de hiervoor vermelde tarieven

 

Onder lopende aanvraag wordt verstaan: een aanvraag waarop nog geen besluit is genomen door de gemeente.

 

4.18.5

Indien de aanvraag om het verkrijgen van een omgevingsvergunning, waarbij tevens sprake is van een milieubelastende activiteit, betrekking heeft op het bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan waarvoor reeds een vergunning is verleend en het gaat om een wijziging van een of enkele onderdelen van het bouwplan die op zichzelf beoordeeld kunnen worden, worden de leges geheven overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk, waarbij dan als bouwkosten gelden de bouwkosten van de gewijzigde onderdelen van het bouwplan, met dien verstande dat het te betalen legesbedrag nooit minder is dan € 250.

 
 

 

4.19

MODALITEITEN

 

4.19.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit, waarbij sprake is van een milieubelastende activiteit, wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van die activiteit, worden de op grond van 4.1 tot en met 4.7 verschuldigde leges verhoogd met 10%.

 
 

 

4.20

TERUGGAAF EN VERMINDERING

 
 

De hierna genoemde tarieven gelden in de daarin beschreven omstandigheden onverminderd hetgeen elders in deze tarieventabel is bepaald.

 

4.20.1

Indien een aangevraagde omgevingsvergunning voor een activiteit, waarbij tevens sprake is van een milieubelastende activiteit, wordt geweigerd, bestaat aanspraak op vermindering dan wel teruggaaf van een deel van de leges. Deze vermindering dan wel teruggaaf bedraagt 25% van de leges die verschuldigd zijn voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd.

 

4.20.2

Voor een aanvraag omgevingsvergunning voor een activiteit, waarbij sprake is van een milieubelastende activiteit, die, naar het oordeel van het College van burgemeester en wethouders, kan worden beschouwd als een aanvraag voor eenzelfde activiteit als waarvoor ten hoogste zes maanden voor de datum van ontvangst van deze aanvraag de vergunning is geweigerd en waarin de grondslag voor die weigering is opgeheven, wordt vermindering dan wel teruggaaf van 25% van de voor die aanvraag geheven leges verleend (vermindering leges 2e aanvraag voor eenzelfde activiteit), met dien verstande dat het te betalen legesbedrag nooit minder is dan € 250.

 
 

 

5.

HOOFDSTUK 5 - FYSIEKE LEEFOMGEVING OVERIGE ACTIVITEITEN

 
 

 

5.1

VERGUNNINGEN TOERISTISCHE VERHUUR

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

5.1.1

een Bed & Breakfast vergunning zoals geformuleerd in de Huisvestingsverordening Amsterdam (per aanvraag): Er zijn geen leges verschuldigd indien een aanvraag moet worden afgewezen omdat het quotum voor Bed & Breakfast vergunningen reeds is overschreden.

€ 552,40

5.1.2

een wijziging in de vergunning als bedoeld in 5.1.1 bestaande uit het toevoegen dan wel verwijderen van één of meer personen.

€ 108,50

5.1.3

een vergunning voor vakantieverhuur zoals geformuleerd in de Huisvestingsverordening Amsterdam (per aanvraag)

€ 73,30

 

 

5.2

SPLITSINGSVERGUNNING

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet (splitsingsvergunning):

 

5.2.1

per (eerste) pand zoals gedefinieerd in de Huisvestingsverordening Amsterdam

€ 5.099,30

5.2.2

per aanpalend pand onder de voorwaarden dat de panden dezelfde eigenaar hebben en de vergunningen voor de panden gelijktijdig zijn aangevraagd

€ 3.262,40

5.2.3

In afwijking van 5.2.1 en 5.2.2 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een door een bij de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties aangesloten woningcorporatie ingediende aanvraag voor een splitsingsvergunning, onder de voorwaarde dat het een splitsing betreft conform de voorwaarden van artikel 6, lid 2, van de 'Uitvoeringsovereenkomst Verkoop Sociale Huurwoningen 2020 t/m 2024', per te formeren recht:

€ 533,60

 

 

5.3

VERGUNNING VOOR HET ONTTREKKEN, SAMENVOEGEN, OMZETTEN, VORMEN VAN WOONRUIMTEN

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

5.3.1

een onttrekkingsvergunning voor sloop van een (gedeelte van een) woonruimte zoals geformuleerd in de Huisvestingsverordening Amsterdam, per woonruimte of gedeelte van een woonruimte (per aanvraag):

€ 1.413,50

5.3.2

een voorraadvergunning als bedoeld in de Huisvestingsverordening Amsterdam, anders dan de vergunningen als bedoeld in de 5.1.1 en 5.1.3: De tarieven gelden per aanvraag tenzij in een aanvraag meerdere panden zijn betrokken; dan geldt het genoemde tarief per pand

 

5.3.2.1

een onttrekkingsvergunning ander gebruik zoals geformuleerd in de Huisvestingsverordening Amsterdam:

€ 640,50

5.3.2.2

een vergunning voor samenvoegen zoals geformuleerd in de Huisvestingsverordening Amsterdam:

€ 640,50

5.3.2.3

een omzettingsvergunning voor drie onzelfstandige woonruimten zoals geformuleerd in de Huisvestingsverordening Amsterdam: Er zijn geen leges verschuldigd indien een aanvraag moet worden afgewezen omdat het quotum voor omzettingsvergunningen reeds is overschreden.

€ 64,00

5.3.2.4

voor alle overige - niet in 5.3.2.5 genoemde - omzettingsvergunningen zoals geformuleerd in de Huisvestingsverordening Amsterdam: Er zijn geen leges verschuldigd indien een aanvraag moet worden afgewezen omdat het quotum voor omzettingsvergunningen reeds is overschreden.

€ 640,50

5.3.2.5

een vergunning woningvorming zoals geformuleerd in de Huisvestingsverordening Amsterdam:

€ 640,50

 

 

5.4

GESCHIKTHEIDSVERKLARING VOOR PROSTITUTIEBEDRIJVEN

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een geschiktheidsverklaring voor een prostitutiebedrijf in de zin van bijlage 6 van de Bouwverordening Amsterdam 2013:

 

5.4.1

voor de 1e werkruimte

€ 666,00

5.4.2

voor de 2e tot en met 5e werkruimte binnen een pand

€ 1.330,80

5.4.3

voor de 6e en alle volgende werkruimten binnen een pand

€ 1.995,50

5.4.4

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een nieuwe geschiktheidsverklaring, ter vervanging van een geschiktheidsverklaring wegens wijziging van de inrichting, worden de leges berekend conform 5.4.1 t/m 5.4.3 en vervolgens verminderd met het hoogste van de volgende twee bedragen:

* 1% van de bouwkundige kosten inzake de wijziging van de inrichting of

* 10% van de leges berekend conform 5.4.1 t/m 5.4.3

 
 

 

5.5

OPENSTELLINGSVERGUNNING

 

5.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 8 van de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels (openstellingsvergunning tunnel):

€ 179.887,10

 

 

5.6

HUISVESTINGVERGUNNING EN VERGUNNING VOOR TIJDELIJKE VERHUUR OP BASIS VAN DE LEEGSTANDWET

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

5.6.1

een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8 van de Huisvestingswet en de bijbehorende regels uit de Huisvestingsverordening Amsterdam:

€ 79,70

5.6.2

het verkrijgen of verlengen van een vergunning als bedoeld in artikel 15 van de Leegstandwet en de Nadere regels Amsterdam voor tijdelijke verhuur op basis van de Leegstandwet:

€ 166,30

 

 

5.7

OPKOOPBESCHERMING

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

5.7.1

een vergunning of ontheffing in het kader van de opkoopbescherming als bedoeld in de Huisvestingsverordening Amsterdam:

€ 396,70

 

 

6.

HOOFDSTUK 6 - ECONOMIE EN LEEFMILIEU

 
 

 

6.1

HORECA

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

6.1.1

een exploitatievergunning horecabedrijf als bedoeld in artikel 3.8 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 betreffende de openbare orde en veiligheid:

 

6.1.1.1

met terras

€ 3.492,60

6.1.1.2

zonder terras

€ 2.903,70

6.1.2

een verlenging van de exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.8 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

 

6.1.2.1

met terras

€ 2.318,60

6.1.2.2

zonder terras

€ 1.841,10

6.1.3

het aanbrengen van een wijziging in de exploitatievergunning als bedoeld in 6.1.1 bestaande uit een aanpassing van een terras - met uitzondering van een verkleining van het terrasoppervlak binnen de vergunde contouren

€ 657,10

6.1.4.1

het aanbrengen van een wijziging in de exploitatievergunning als bedoeld in 6.1.1 bestaande uit het wijzigen van de persoon van één leidinggevende (door het wisselen of toevoegen van een leidinggevende)

€ 390,40

6.1.4.2

het aanbrengen van een wijziging in de vergunning als bedoeld in 6.1.1 bestaande uit het wijzigen van de persoon van iedere volgende leidinggevende (door het wisselen of toevoegen van een leidinggevende) in dezelfde aanvraag als bedoeld in 6.1.4.1

€ 40,20

6.1.4.3

het aanbrengen van overige - andere dan die zijn vermeld in 6.1.4.1 en 6.1.4.2 - wijzigingen in de exploitatievergunning als bedoeld in 6.1.1

€ 466,20

6.1.5

een vergunning ingevolge artikel 3 van de Alcoholwet

€ 1.815,10

6.1.5.1

het aanbrengen van een wijziging in de vergunning als bedoeld in 6.1.5 bestaande uit het wijzigen van de persoon van één leidinggevende (door het wisselen of toevoegen van een leidinggevende)

€ 390,40

6.1.5.2

het aanbrengen van een wijziging in de vergunning als bedoeld in 6.1.5 bestaande uit het wijzigen van de persoon van iedere volgende leidinggevende (door het wisselen of toevoegen van een leidinggevende) in dezelfde aanvraag als bedoeld in 6.1.5.1

€ 40,20

6.1.5.3

het aanbrengen van overige - andere dan die zijn vermeld in 6.1.5.1 en 6.1.5.2 - wijzigingen in de vergunning als bedoeld in 6.1.5

€ 466,20

6.1.6

een ontheffing ingevolge artikel 35 van de Alcoholwet

€ 347,20

6.1.7

een ontheffing van de sluitingstijd als bedoeld in artikel 3.15, lid 3, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

€ 323,60

6.1.8

een ontheffing beperking sterke drank als bedoeld in artikel 3.23, lid 2, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

€ 347,20

 

 

6.2

KANSSPELEN

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

6.2.1

een aanwezigheidsvergunning in de zin van artikel 30c lid 1a van de Wet op de kansspelen voor het exploiteren van één of twee kansspelautomaten

€ 321,40

6.2.2

een aanwezigheidsvergunning in de zin van artikel 30c lid 1b van de Wet op de kansspelen voor het exploiteren van kansspelautomaten in een speelautomatenhal

€ 321,40

6.2.3

een exploitatievergunning als bedoeld in de Verordening kansspelautomaten en speelautomatenhallen Amsterdam

€ 2.687,20

6.2.3.1

het aanbrengen van wijzigingen in de vergunning als bedoeld in 6.2.3 (zoals het bijschrijven van één leidinggevende)

€ 432,00

6.2.3.2

iedere volgende leidinggevende in dezelfde aanvraag als bedoeld in 6.2.3.1

€ 46,60

6.2.4

een exploitatievergunning speelgelegenheid als bedoeld in artikel 3.54 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

€ 2.687,20

6.2.5

een vergunning als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 258,60

6.2.6

een verlenging van een exploitatievergunning als bedoeld in 6.2.3 en 6.2.4

€ 2.687,20

 

 

6.3

PROSTITUTIE EN SEKSINRICHTINGEN

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

6.3.1

een vergunning exploitatie prostitutiebedrijf als bedoeld in artikel 3.27, lid 1, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008:

 

6.3.1.1

voor 1 locatie

€ 2.073,70

6.3.1.2

voor 2 tot en met 5 locaties

€ 2.312,40

6.3.1.3

voor 6 of meer locaties

€ 4.936,70

6.3.2

een exploitatievergunning escortbedrijf als bedoeld in artikel 3.40, lid 1, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

€ 2.178,40

6.3.3

een exploitatievergunning van een seksinrichting als bedoeld in artikel 3.47 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

€ 1.249,20

6.3.4

het aanbrengen van wijzigingen in de vergunning als bedoeld in 6.3.1, 6.3.2 en 6.3.3, zoals het bijschrijven van één leidinggevende

€ 201,30

6.3.4.1

iedere volgende leidinggevende in dezelfde aanvraag als bedoeld in 6.3.4

€ 22,10

6.3.5

het verlengen van een vergunning als bedoeld in 6.3.1, 6.3.2 en 6.3.3

€ 791,70

6.3.6

het advies van de GGD Amsterdam over de hygiëne in het bedrijfsplan inclusief praktijktoets (inspectie van de locatie) als bedoeld in artikel 3.28 Algemene Plaatselijke Verordening 2008, ter zake van een:

 

6.3.6.1

escortbedrijf, per locatie

€ 1.090,00

6.3.6.2

raamprostitutiebedrijf, per locatie

€ 1.219,40

6.3.6.3

besloten club, per locatie

€ 1.539,80

6.3.7

het advies van de GGD Amsterdam over de hygiëne in het bedrijfsplan exclusief praktijktoets, als bedoeld in artikel 3.28 Algemene Plaatselijke Verordening 2008, ter zake van het in behandeling nemen van een verlenging van één vergunning als bedoeld in 6.3.5, per locatie

€ 256,50

 

 

6.4

WINKELS

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

6.4.1

een ontheffing voor specifieke vormen van detailhandel om tussen 22.00 en 6.00 uur of een gedeelte daarvan open te zijn als bedoeld in artikel 4, lid 1 tot en met 4, artikel 5, lid 1, artikel 6 en artikel 7 van de Verordening winkeltijden Amsterdam 2017

€ 128,20

 

 

6.5

EVENEMENTEN

 
 

Aantallen bezoekers of deelnemers bij evenementen worden gemeten op het drukste moment.

 

6.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 2.40 voor evenementen of artikel 2.47 voor evenementen in gebouwen van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008:

 

6.5.1.1

voor minder dan 250 bezoekers of deelnemers

€ 272,70

6.5.1.2

voor 250 of meer, maar minder dan 500 bezoekers of deelnemers

€ 1.141,10

6.5.1.3

voor 500 of meer, maar minder dan 2.000 bezoekers of deelnemers

€ 2.282,10

6.5.1.4

voor 2.000 of meer, maar minder dan 5.000 bezoekers of deelnemers

€ 10.189,50

6.5.1.5

voor 5.000 of meer, maar minder dan 10.000 bezoekers of deelnemers

€ 15.673,40

6.5.1.6

voor 10.000 of meer bezoekers of deelnemers

€ 20.243,30

 

 

6.6

ACTIVITEITEN OP DE OPENBARE WEG

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

6.6.1

een vergunning voor straatartiesten of om muziek ten gehore te brengen als bedoeld in artikel 2.49, lid 2, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

€ 212,30

6.6.2

een vergunning voor een openbare inzameling van geld of zaken als bedoeld in artikel 2.52, lid 1, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

€ 169,20

6.6.3

een ontheffing voor het rondleiden van 5 tot en met 15 mensen als bedoeld in artikel 2.50, lid 4, van Algemene Plaatselijke Verordening 2008, in een aangewezen toeristisch gebied

€ 212,30

 

 

6.7

LEEFMILIEU

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

6.7.1

het op verzoek verzegelen van een geluidsbegrenzer in een inrichting waarop het Activiteitenbesluit milieubeheer van toepassing is

€ 710,30

6.7.2

het op verzoek verzegelen van een geluidsbegrenzer in een inrichting waarvoor in de vergunning voorschriften zijn gegeven voor het afgrendelen en verzegelen van een geluidsbegrenzer

€ 710,30

6.7.3

het op verzoek opnieuw verzegelen van een geluidsbegrenzer in een inrichting als bedoeld in 6.7.1 en 6.7.2 tenzij verbreking van de verzegeling noodzakelijk was en vooraf gemeld

€ 710,30

6.7.4

ontheffing van geluid- en lichthindervoorschriften voor inrichtingen voor horeca- sport- en recreatieactiviteiten als bedoeld in artikel 5.6, lid 2, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

€ 188,60

6.7.5

een vergunning voor de uitoefening van een bedrijf of een nevenbedrijf om consumentenvuurwerk ter beschikking te stellen dan wel voor dit doel aanwezig te hebben als bedoeld in artikel 5.2, lid 1, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 (verkoop van vuurwerk)

€ 477,30

6.7.6

het in behandeling nemen van een aanvraag voor gebruik van explosieven op grond van artikel 5.4 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

€ 145,50

6.7.7

een ontheffing als bedoeld in artikel 5.5, lid 2, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 (Ontheffing hinder)

€ 185,70

 

 

7.

HOOFDSTUK 7 - OPENBARE RUIMTE

 
 

 

7.1

PLAATSEN VAN VOORWERPEN

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor het plaatsen, aanbrengen, hebben of storten van voorwerpen of stoffen op, aan, in of boven de weg als bedoeld in artikel 4.3, lid 1, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 (objectvergunning):

 

7.1.1

per aanvraag voor een plaatsingstermijn van maximaal 2 weken

€ 174,80

7.1.2

per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 3 weken tot 4 maanden:

 

7.1.2.1

per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 3 weken

€ 262,10

7.1.2.2

per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 4 weken

€ 349,40

7.1.2.3

per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 5 weken

€ 436,80

7.1.2.4

per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 6 weken

€ 524,00

7.1.2.5

per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 7 weken

€ 611,40

7.1.2.6

per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 8 weken

€ 698,80

7.1.2.7

per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 9 weken

€ 786,20

7.1.2.8

per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 10 weken tot 4 maanden

€ 873,30

7.1.3

per aanvraag voor een plaatsingstermijn van 4 tot 12 maanden

€ 1.746,50

 

 

7.2

OPBREKEN WEG

 
 

In dit hoofdstuk wordt onder ‘WIOR’ verstaan: Werken in de Openbare Ruimte

 
 

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

7.2.1

Een vergunning voor werkzaamheden aan de infrastructuur in de openbare ruimte: het in de openbare ruimte aanbrengen, onderhouden en verwijderen van infrastructuur (kabel- en leidingnetwerken en (gemeentelijke) assets: wegbedekking, straatmeubilair, riolering plus toebehoren, groenvoorzieningen, openbare verlichting, verkeerregelinstallaties, kunstwerken zoals bruggen, tunnels en walmuur-/kadeconstructie, e.d.); met inbegrip van het hiervoor inrichten van een werkterrein en het plaatsen van objecten ten behoeve van de werkzaamheden, als bedoeld in de Verordening werken in de openbare ruimte Amsterdam 2021 en de Nadere Regels WIOR 2021

 

7.2.1.1

Een vergunning groot WIOR werk, ingrijpend werk met veel impact als bedoeld in artikel 3.6 Nadere Regels WIOR 2021

€ 1.334,70

7.2.1.2

Een vergunning middelgroot WIOR werk, werk met impact als bedoeld in artikel 3.6 Nadere Regels WIOR 2021

€ 572,90

7.2.1.3

Een vergunning meegaand in WIOR werk, als deelnemer van een gecombineerd werk, niet zijnde de projectinitiator en werkend onder de voor het gecombineerde werk opgestelde specifieke voorschriften en voorwaarden

€ 286,70

7.2.2

Een instemmingsbesluit op grond van artikel 5.4 van de Telecommunicatiewet voor werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding of opruiming van een openbaar elektronisch communicatienetwerk

 

7.2.2.1

Een instemmingsbesluit groot WIOR werk, ingrijpend werk met veel impact als bedoeld in artikel 3.6 Nadere Regels WIOR 2021

€ 1.334,70

7.2.2.2

Een instemmingsbesluit middelgroot WIOR werk, werk met impact als bedoeld in artikel 3.6 Nadere Regels WIOR 2021

€ 572,90

7.2.2.3

Een instemmingsbesluit meegaand in WIOR werk, als deelnemer van een gecombineerd werk, niet zijnde de projectinitiator en werkend onder de voor het gecombineerde werk opgestelde specifieke voorschriften en voorwaarden

€ 286,70

7.2.3

Het verlengen of wijzigen van een vergunning of instemmingsbesluit als bedoeld in 7.2.1 en 7.2.2 indien dit niet leidt tot verstoring van de programmering van werk of schade voor derden

€ 382,00

 

 

7.3

RECLAME

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

7.3.1

een ontheffing voor het (laten) verspreiden onder het publiek van voorwerpen voor reclamedoeleinden op of aan de weg als bedoeld in artikel 4.12, lid 2, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 (verspreiding reclamemateriaal, sampling)

€ 174,80

7.3.2

een ontheffing voor het maken van reclame op of aan de weg of het openbaar water met een bord, doek of met enig ander middel of voorwerp of met een voertuig of vaartuig, uitsluitend of hoofdzakelijk gebruikt of bestemd voor het maken van reclame als bedoeld in artikel 4.11, lid 3, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

€ 174,80

 

 

7.4

AMBULANTE HANDEL

 
 

In dit hoofdstuk wordt onder de 'Verordening staan- en ligplaatsen' verstaan: de Verordening staan- en ligplaatsen buiten de markt en venten.

 
 

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

7.4.1

een vergunning voor het innemen van een marktplaats als bedoeld in artikel 3.14 van de Marktverordening of het toewijzen van een tijdelijke vaste marktplaats op grond van artikel 3.8 of 3.9 van de Marktverordening

€ 81,50

7.4.2

een ontheffing als bedoeld in artikel 2.1, lid 2, 3.19, lid 2, 3.20, lid 2 van de Marktverordening of de artikelen 2.1, lid 2, 3.8, lid 4, 3.9, lid 2 van de Verordening staan- en ligplaatsen, per kalenderjaar

€ 62,80

7.4.3

een ontheffing als bedoeld in artikel 3.26, lid 2 of 3.29, lid 2 van de Marktverordening of artikel 4.2, lid 2 van de Verordening staan- en ligplaatsen

€ 62,80

7.4.4

een vergunning voor het innemen van een staan- of ligplaats buiten de markten als bedoeld in artikel 3.1 van de Verordening staan- en ligplaatsen om toekenning van:

 

7.4.4.1

een overname bestaande staanplaats

€ 166,40

7.4.4.2

een initiatiefplaats

€ 166,40

7.4.4.3

een tijdelijke staanplaats voor het verkopen van seizoensgebonden producten

€ 189,80

7.4.4.4

een tijdelijke staanplaats in het kader van de regeling roulering ijs- en hotdogventers en een tijdelijke staanplaats bij wedstrijden en evenementen in de Johan Cruijff Arena

€ 29,10

7.4.4.5

een tijdelijke staanplaats die wordt toegekend na een open inschrijving. Indien een aanvraag niet leidt tot een vergunning wordt 50% restitutie verleend.

€ 163,10

7.4.4.6

het wijzigen van een vergunning als bedoeld in de onderdelen van 7.4.4 met uitzondering van 7.4.4.4

€ 142,00

7.4.5

het overschrijven van een vergunning als bedoeld in de artikelen 3.5 en 3.15 van de Marktverordening en de artikelen 3.5 en 3.7 van de Verordening staan- en ligplaatsen

€ 188,60

7.4.6

een inschrijving als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 van de Marktverordening en artikel 2.1, lid 1 van de Verordening Staan- en ligplaatsen en de jaarlijkse verlenging daarvan

€ 55,90

7.4.6.1

het na inschrijving opnieuw of tussentijds wijzigen van een inschrijving als bedoeld in 7.4.6

€ 30,30

7.4.7

een bijschrijving in het register op grond van artikel 2.5, lid 2 van de Marktverordening ten behoeve van een vervangerskaart als bedoeld in artikel 2.5, lid 1 van de Marktverordening en een partnerkaart als bedoeld in artikel 2.5, lid 1 van Verordening staan- en ligplaatsen

€ 24,50

7.4.8

voor handelingen voor het reactiveren van een doorgehaalde inschrijving als bedoeld in artikel 2.1 van de Marktverordening en artikel 2.1 van de Verordening staan- en ligplaatsen

€ 94,30

7.4.9

voor het opmaken van een officiële verklaring

€ 27,90

7.4.10

een jaarlijkse vernieuwing van de registratie van sollicitanten voor het zich laten plaatsen op een door het college bijgehouden sollicitantenlijst als bedoeld in artikel 3.2 van de Verordening staan- en ligplaatsen

€ 32,60

7.4.11

een vergunning om op een markt kramen te plaatsen of te verhuren als bedoeld in artikel 3.24 lid 1 van de Marktverordening.

Indien de aanvraag niet leidt tot een vergunning als bedoeld in artikel 3.24 lid 1 van de Marktverordening wordt 50% restitutie verleend.

€ 1.071,10

7.4.12

een vergunning om te venten als bedoeld in artikel 4.1 van de Verordening staan- en ligplaatsen en de jaarlijkse verlenging daarvan

€ 23,20

7.4.13

een vergunning voor een markt op afstand als bedoeld in artikel 4.3, lid 1 van de Marktverordening.

Indien een aanvraag niet leidt tot een vergunning als bedoeld in artikel 4.3, lid 1 van de Marktverordening wordt 50% restitutie verleend.

€ 817,80

7.4.14

een vergunning voor een markt op afstand als bedoeld in artikel 4.3, lid 1 van de Marktverordening die incidenteel wordt gehouden

€ 309,70

 

 

8.

HOOFDSTUK 8 - VERKEER EN VERVOER

 
 

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: 'RVV': het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990. 'BABW': het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.

 
 

 

8.1

PARKEREN

 
 

Het tarief bedraagt - per parkeerplaats - voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

8.1.1

het verkrijgen, verlengen of wijzigen van een belanghebbendenvergunning met raamkaart en een gemarkeerde parkeerplaats voor voertuigen van autodeelorganisaties, politie, verloskundigen, huisartsen, consuls etc. als bedoeld in artikel 25 van de Parkeerverordening 2013

€ 174,80

8.1.2

het aanbrengen van markering, paal en borden ter aanduiding van een nieuwe belanghebbendenparkeerplaats op kenteken (bord E6b of E9 uit bijlage I RVV + kentekenbord + bord wegsleepregeling)

€ 407,50

8.1.3

het verplaatsen van een bestaande belanghebbenden parkeerplaats als bedoeld in 8.1.2

€ 407,50

8.1.4

het aanbrengen van een nieuw onderbord (bord E9 uit bijlage I RVV) met kenteken (het tarief is inclusief bord)

€ 174,80

8.1.5

het verkrijgen, verlengen of vernieuwen van een parkeerontheffing in het kader van een specifieke blauwe zone voor 2 jaar

€ 174,80

8.1.6

het vernieuwen van een parkeerontheffing bij een kentekenwijziging of het verstrekken van een duplicaat in het kader van een specifieke blauwe zone

€ 58,30

 

 

8.2

GEHANDICAPTEN

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

8.2.1

een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in het BABW per gehandicaptenparkeerkaart voor:

  • -

    het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart (artikel 49 BABW) -het verlengen van een gehandicaptenparkeerkaart (artikel 49 BABW)

  • -

    het wijzigen van een gehandicaptenparkeerkaart (artikel 49 BABW)

  • -

    het verstrekken van een duplicaat van een gehandicaptenparkeerkaart (artikel 52 BABW).

Dit tarief is exclusief een toeslag voor een (schriftelijke) medische keuring (zie tarieven 8.2.5 en 8.2.6)

€ 45,50

8.2.2

het aanbrengen van markering, paal en borden ter aanduiding van een nieuwe gehandicaptenparkeerplaats op kenteken (bord E6b of E9 uit bijlage I RVV + kentekenbord + bord wegsleepregeling)

€ 407,50

8.2.3

het verplaatsen van een bestaande gehandicaptenparkeerplaats als bedoeld in 8.2.2

€ 407,50

8.2.4

elk van de volgende aanvragen voor een gemarkeerde parkeerplaats bij de woning of het werkadres als bedoeld in artikel 26 van het RVV, per parkeerplaats:

  • -

    het verkrijgen van een gemarkeerde parkeerplaats

  • -

    het verlengen van een gemarkeerde parkeerplaats

  • -

    het wijzigen van een gemarkeerde parkeerplaats

Dit tarief is exclusief een toeslag voor een (schriftelijke) medische keuring (zie tarieven 8.2.5 en 8.2.6)

€ 30,30

8.2.5

een medische keuring ter verkrijging van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in 8.2.1 of een gemarkeerde parkeerplaats als bedoeld in 8.2.4:

€ 171,20

8.2.6

een schriftelijke medische keuring op basis van reeds bekende medische gegevens ter verkrijging van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in 8.2.1 of gemarkeerde parkeerplaats als bedoeld in 8.2.4:

€ 43,00

8.2.7

het aanbrengen van een nieuw onderbord met kenteken (het tarief is inclusief bord):

€ 58,30

 

 

8.3

ONTHEFFINGEN RVV

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in artikel 87 RVV voor:

 

8.3.1

een ontheffing van een aantal artikelen van het RVV voor een bepaalde periode tot en met 5 ontheffingen:

Dit tarief is uitsluitend van toepassing voor ontheffingen waarvoor geen specifieke bepaling in deze tarieventabel is opgenomen.

€ 267,80

8.3.2

één of meerdere van de in artikel 87 van het RVV genoemde artikelen elektrisch aangedreven voertuigen:

Indien er geen sprake is van gewijzigde omstandigheden op de locatie waarvoor de ontheffing is verleend en er geen sprake is van wijzigingen in het beleid die van invloed kunnen zijn op het verlenen van de desbetreffende ontheffing, dan wordt deze kosteloos met 2 jaar verlengd.

€ 0,00

8.3.3

autovrije gebieden voor 4 jaar als bedoeld in artikel 87 RVV:

€ 116,50

8.3.4

Het tarief bedraagt - in afwijking van 8.3.1 en 8.3.3 - voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor toegang tot autovrije gebieden, die zijn afgesloten met een intelligent toegangssysteem (zoals camera, vezip of slagboom afsluiting) wanneer de aanvraag, verwerking, controle/passage of handhaving en uitgifte volledig digitaal en geautomatiseerd plaatsvindt:

€ 0,00

8.3.5

Het tarief bedraagt - in afwijking van 8.3.1, 8.3.2, 8.3.3 en 8.3.4 - voor het in behandeling nemen van een kentekenwijziging in een verleende RVV ontheffing, wanneer dit een nieuw op te sturen raamkaart, pasje of sleutel vereist:

€ 58,30

8.3.6

Het tarief bedraagt - in afwijking van 8.3.1, 8.3.3 en 8.3.5 - voor het in behandeling nemen van een geautomatiseerde kentekenwijziging in een verleende RVV ontheffing, wanneer dit een gebied is dat is afgesloten met een intelligent toegangssysteem:

€ 0,00

8.3.7

Het tarief bedraagt - in afwijking van 8.3.1 en 8.3.3 - voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing voor toegang tot autovrije gebieden ten behoeve van aangemelde demonstraties voor de duur van maximaal 1 dag als bedoeld in artikel 87 RVV, waarbij de ontheffing enkel geldt voor laden en lossen:

€ 0,00

 

 

8.4

ONTHEFFINGEN MILIEUZONE

 

8.4.1

DAGONTHEFFINGEN VOOR MILIEUZONE AMSTERDAM

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

8.4.1.1

dagontheffing voor besloten busvervoer als bedoeld in artikel 4 van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2025 - per dag

€ 58,30

8.4.1.2

dagontheffing voor Amsterdamse museumbussen als bedoeld in artikel 5 en museale legervoertuigen zoals bedoeld in artikel 6 van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2025 - per dag

€ 29,10

8.4.1.3

ontheffing voor kampeerwagens ten behoeve van verblijf op een camping als bedoeld in artikel 7 van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2025

€ 11,70

 

 

8.4.2

LANGDURIGE ONTHEFFINGEN VOOR MILIEUZONE AMSTERDAM

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

8.4.2.1

ontheffing voor een personenauto of autobus die vanwege een handicap is aangepast als bedoeld in artikel 3 van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2025

€ 58,30

8.4.2.2

ontheffing voor voertuigen in verband met de levertijd van een vervangend emissieloos voertuig als bedoeld in artikel 2 van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2025

€ 232,90

8.4.2.3

ontheffing in verband met bedrijfseconomische omstandigheden als bedoeld in artikel 8 van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2025

€ 232,90

8.4.2.4

ontheffing waarbij toepassing wordt gegeven aan de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 9 van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2025

€ 267,80

 

 

8.5

ONTHEFFINGEN NUL-EMISSIEZONES BROM- EN SNORFIETSEN

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

8.5.1

ontheffing op medische gronden als bedoeld in artikel 2 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone brom- en snorfietsen Amsterdam 2025

€ 29,10

8.5.2

weekendontheffing voor oldtimers als bedoeld in artikel 3 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone brom- en snorfietsen Amsterdam 2025

€ 29,10

8.5.3

ontheffing waarbij toepassing wordt gegeven aan de hardheidsclausule als bedoeld in artikel 4 van het Ontheffingenbeleid nul-emissie brom- en snorfietsen Amsterdam 2025

€ 267,80

 

 

8.6

ONTHEFFINGEN NUL-EMISSIEZONES BEDRIJFS- EN VRACHTAUTO'S

 

8.6.1

LANGDURIGE ONTHEFFINGEN VAN DE NUL-EMISSIEZONE VOOR BEDRIJFS- OF VRACHTAUTO'S

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een langdurige ontheffing:

 

8.6.1.1

als bedoeld in § 1 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone voor bedrijfs- en vrachtauto's Amsterdam 2025, met uitzondering van de ontheffing voor particuliere bedrijfs- en vrachtauto's als bedoeld in artikel 7

€ 100,00

8.6.1.2

voor particuliere bedrijfs- of vrachtauto's als bedoeld in artikel 7 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone voor bedrijfs- en vrachtauto's Amsterdam 2025

€ 60,00

 

 

8.6.2

DAGONTHEFFINGEN VAN DE NUL-EMISSIEZONE VOOR BEDRIJFS- EN VRACHTAUTO'S

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

8.6.2.1

dagontheffing als bedoeld in § 2 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone voor bedrijfs- en vrachtauto's Amsterdam 2025

€ 30,00

 

 

8.6.3

GEMEENTESPECIFIEKE LANGDURIGE ONTHEFFINGEN VAN DE NUL-EMISSIEZONE VOOR BEDRIJFS- EN VRACHTAUTO'S

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 

8.6.3.1

ontheffing in verband met bedrijfseconomische omstandigheden als bedoeld in artikel 12 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone voor bedrijfs- en vrachtauto's Amsterdam 2025.

€ 250,00

8.6.3.2

ontheffing waarbij toepassing wordt gegeven aan de afwijkingsbevoegdheid als bedoeld in artikel 13 van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone voor bedrijfs- en vrachtauto's Amsterdam 2025.

€ 250,00

8.6.3.3

overige gemeentespecifieke ontheffingen op grond van het Ontheffingenbeleid nul-emissiezone voor bedrijfs- en vrachtauto's Amsterdam 2025.

€ 100,00

 

 

8.7

ONTHEFFING RVV TOEGANG ZONE ZWAAR VERKEER VOOR VRACHTVOERTUIGEN EN AUTOBUSSEN

 
 

 

8.7.1

ONTHEFFINGEN VRACHTVOERTUIGEN

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het RVV voor het rijden in de zone zwaar verkeer Amsterdam (het gebied waar een zonale geslotenverklaring is ingesteld voor voertuigen en samenstellen van vrachtvoertuigen met een totaalmassa hoger dan 7,5 ton)

 

8.7.1.1

als bedoeld in artikel 3 van de Beleidsregels Zone zwaar verkeer Amsterdam 2021 (dagontheffing zone zwaar verkeer) voor de duur van één dag

€ 28,70

8.7.1.2

als bedoeld in artikel 3 van de Beleidsregels Zone zwaar verkeer Amsterdam 2021 (jaarontheffing zone zwaar verkeer) voor de duur van één jaar (twaalf maanden)

€ 137,40

8.7.1.3

als bedoeld in artikel 4 van de Beleidsregels Zone zwaar verkeer Amsterdam 2021 (jaarontheffing zone zwaar verkeer met verklaring), voor de duur van één jaar (twaalf maanden)

€ 200,40

8.7.1.4

als bedoeld in artikel 5 van de Beleidsregels Zone zwaar verkeer Amsterdam 2021 (routeontheffing), voor de duur van maximaal één jaar (twaalf maanden)

€ 297,70

8.7.1.5

als bedoeld in artikel 6 van de Beleidsregels Zone zwaar verkeer Amsterdam 2021 (routeontheffing – breed opgezette wegen), voor de duur van maximaal één jaar (twaalf maanden)

€ 297,70

 

 

8.7.2

ONTHEFFINGEN AUTOBUSSEN

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het RVV voor het rijden in de zone zwaar verkeer Amsterdam (het gebied waar een zonale geslotenverklaring is ingesteld voor autobussen met een totaalmassa hoger dan 7,5 ton):

 

8.7.2.1

als bedoeld in artikel 3 van de Beleidsregels ontheffing zone zwaar verkeer – autobussen zwaarder dan 7,5 ton Amsterdam 2024 voor de duur van één dag (dagontheffing).

€ 28,70

8.7.2.2

als bedoeld in artikel 3 van de Beleidsregels ontheffing zone zwaar verkeer – autobussen zwaarder dan 7,5 ton Amsterdam 2024 voor de duur van één jaar / twaalf maanden (jaarontheffing).

€ 200,40

8.7.2.3

als bedoeld in artikel 3 van de Beleidsregels ontheffing zone zwaar verkeer – autobussen zwaarder dan 7,5 ton Amsterdam 2024 voor de duur van één jaar / twaalf maanden (jaarontheffing met routetoets).

€ 297,70

8.7.2.4

als bedoeld in artikel 4 van de Beleidsregels ontheffing zone zwaar verkeer – autobussen zwaarder dan 7,5 ton Amsterdam 2024 voor de duur van één jaar / twaalf maanden (bestemmingsontheffing bijzondere omstandigheden).

€ 1.035,50

 

 

8.8

TAXIVERGUNNING EN -ONTHEFFING

 
 

In deze paragraaf wordt verstaan onder

'TTO': een Toegelaten Taxi Organisatie

'verordening': de 'Taxiverordening Amsterdam 2012' .

'beleid': het 'Beleid voor medegebruik van de lijnbusbaan/-strook door taxi's'.

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

8.8.1

de eerste afgifte van of de verlenging van een zelfstandige lijnbusbaanontheffing conform artikel 2 lid 2 van het beleid.

€ 163,60

8.8.2

de eerste afgifte van een Taxxxivergunning conform artikel 2.3 lid 1 van de verordening inclusief de afgifte van een gekoppelde lijnbusbaanontheffing conform artikel 2 lid 1 van het beleid.

€ 343,50

8.8.3

het wijzigen van een Taxxxivergunning conform artikel 2.3 lid 1 van de verordening

€ 303,90

8.8.4

een vernieuwing van een Taxxxivergunning conform artikel 2.3 lid 1 en artikel 2.16 van de verordening inclusief de gekoppelde lijnbusbaanontheffing conform artikel 2 lid 1 van het beleid.

€ 257,30

8.8.5

een duplicaat van een Taxxxivergunning, taxi-ontheffing en keycard conform artikel 2.15 lid 1 van de verordening

€ 138,50

8.8.6

een beoordeling van de volledigheid van een aanvraag om een eerste TTO-vergunning - conform artikel 2.3 lid 2 van de verordening

€ 3.118,00

8.8.7

een beoordeling van de volledigheid van een aanvraag om een tweede en opvolgende TTO-vergunning - conform artikel 2.3 lid 2 van de verordening

€ 2.398,40

8.8.8

een eerste aanvraag om een TTO-vergunning als bedoeld in artikel 2.3 lid 2 van de verordening

€ 9.833,90

8.8.9

een tweede en opvolgende aanvraag voor van een TTO-vergunning, als bedoeld in artikel 2.3 lid 2 van de verordening

€ 7.315,40

8.8.10

wijziging van een TTO-vergunning als bedoeld in artikel 2.3 lid 2 van de verordening op grond van wijzigingen van gegevens die dusdanig zijn dat geen sprake is meer is van de situatie waarvoor vergunning is verleend

€ 1.499,70

8.8.11

wijziging van een TTO-vergunning als bedoeld in artikel 2.3 lid 2 van de verordening in verband met andere wijzigingen dan bedoeld in 8.8.10

€ 192,10

 

 

8.9

DEELVERVOER - VERGUNNING EN ONTHEFFING

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

8.9.1

een vergunning deelvoertuigen als bedoeld in artikel 2.50A lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

€ 5.662,60

8.9.2

het verlengen van een vergunning als bedoeld in 8.9.1

€ 750,50

8.9.3

een ontheffing als bedoeld in artikel 2.50A lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening:

€ 3.317,30

8.9.4

het verlengen van een ontheffing als bedoeld in 8.9.3

€ 750,50

 

 

8.10

ONTHEFFINGEN BABW

 

8.10.1

TIJDELIJKE VERKEERSMAATREGELEN

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag of besluit als bedoeld in artikel 34 van het BABW voor:

 

8.10.1.1

een besluit inzake het wegverkeer (tijdelijke verkeersmaatregel), voor één tot drie dag(en)

€ 267,80

8.10.1.2

een besluit inzake het wegverkeer (tijdelijke verkeersmaatregel), voor één week

€ 349,30

8.10.1.3

een besluit inzake het wegverkeer (tijdelijke verkeersmaatregel), voor elke volgende week, waarbij geldt dat het totaal aantal weken vallend onder 8.10.1.2 en 8.10.1.3 niet hoger kan zijn dan 7

€ 116,50

8.10.1.4

een besluit inzake het wegverkeer (tijdelijke verkeersmaatregel), voor een periode van acht weken tot en met (maximaal) vier maanden

€ 1.164,30

8.10.1.5

een besluit inzake het wegverkeer - Verkeersbesluit art 18 Wegenverkeerswet 1994

€ 291,10

8.10.1.6

een aanvraag voor spoedeisende werkzaamheden, die binnen 24 uur moeten worden hersteld (tijdelijke verkeersmaatregel)

€ 291,10

8.10.1.7

een besluit inzake het wegverkeer (tijdelijke verkeersmaatregel) waarbij uitsluitend gebruik wordt gemaakt van elektrisch aangedreven voertuig(en) ten behoeve van een verhuizing

€ 0,00

 

 

8.10.2

TIJDELIJK AFZETTEN PARKEERVAKKEN

 
 

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verrichten van werkzaamheden in, op, boven of langs een weg vanwege activiteiten welke niet behoren tot het normale verkeersgebruik van die weg waardoor verkeerstekens geplaatst of verwijderd worden als bedoeld in artikel 33 van het BABW voor het tijdelijk afzetten van parkeervakken bedraagt:

 

8.10.2.1

t/m 2 parkeervakken

€ 145,50

8.10.2.2

t/m 6 parkeervakken

€ 174,80

8.10.2.3

t/m 10 parkeervakken

€ 261,90

8.10.2.4

t/m 13 parkeervakken

€ 349,30

8.10.2.5

t/m 16 parkeervakken

€ 407,50

8.10.2.6

t/m 19 parkeervakken

€ 465,70

8.10.2.7

t/m 22 parkeervakken

€ 523,90

8.10.2.8

t/m 25 parkeervakken

€ 582,20

8.10.2.9

t/m 28 parkeervakken

€ 640,50

8.10.2.10

t/m 31 parkeervakken

€ 698,60

8.10.2.11

vanaf 32 parkeervakken het tarief genoemd in 8.10.2.10 vermeerderd per drie parkeervakken voor het aantal parkeervakken boven de 31 stuks met:

€ 72,80

8.10.2.12

ten behoeve van een verhuizing waarbij uitsluitend gebruik gemaakt wordt van elektrisch aangedreven voertuig(en)

€ 0,00

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing voor:

 

8.10.2.13

een tijdelijk verbod om fietsen en bromfietsen te plaatsen

€ 145,50

 

 

9.

HOOFDSTUK 9 - BINNENWATER

 
 

“In dit hoofdstuk wordt onder ‘Vob’ verstaan: de Verordening op het binnenwater 2010.“

 
 

 

9.1

WOONBOTEN

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

9.1.1

een ligplaatsvergunning voor een woonboot als bedoeld in artikel 2.3.1 van de Vob

€ 1.379,50

9.1.2

een vergunning voor het vervangen door een woonboot niet zijnde een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.3.3 van de Vob.

€ 675,40

9.1.3

een vergunning voor het verbouwen van een woonboot als bedoeld in artikel 2.3.4 van de Vob

€ 675,40

9.1.4

een ontheffing voor een woonverblijf op een vaartuig anders dan een woonboot indien het betrokken vaartuig niet hoofdzakelijk als woonverblijf gebruikt wordt of bestemd is als bedoeld in artikel 2.6.1, lid 5, van de Vob

€ 615,90

9.1.5

vervallen

 
 

 

9.2

BEDRIJFSVAARTUIGEN

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

9.2.1

een vergunning voor een ligplaats bedrijfsvaartuig als bedoeld in artikel 2.3.6 van de Vob

€ 671,50

9.2.2

een vergunning voor het vervangen van een bedrijfsvaartuig als bedoeld in artikel 2.3.8 van de Vob

€ 675,40

9.2.3

een vergunning voor het verbouwen van een bedrijfsvaartuig als bedoeld in artikel 2.3.9 van de Vob

€ 675,40

9.2.4

een exploitatievergunning voor transport als bedoeld in artikel 2.5.1 van de Vob

€ 534,30

9.2.5

vervallen

 

9.2.6

vervallen

 

9.2.7

een wijziging van een exploitatievergunning voor transport als bedoeld in artikel 2.5.1 van de Vob, anders dan de naam van het vaartuig of object

€ 258,40

9.2.8

een exploitatievergunning voor vervoer van personen als bedoeld in artikel 2.4.1 van de Vob die wordt gerangschikt op grond van artikel 2.4.5 van de Vob

€ 456,70

9.2.9

een exploitatievergunning voor vervoer van personen als bedoeld in artikel 2.4.1 van de Vob, die wordt gerangschikt op grond van artikel 2.4.5 van de Vob en op grond van deze rangschikking inhoudelijk wordt beoordeeld

€ 1.370,20

9.2.10

een wijziging van een exploitatievergunning voor vervoer van personen als bedoeld in artikel 2.4.1 van de Vob, voor zover de wijziging enkel ziet op de naam van het vaartuig of object

€ 717,20

9.2.11

een wijziging van een exploitatievergunning voor vervoer van personen als bedoeld in artikel 2.4.1 van de Vob, voor zover de wijziging enkel ziet op de vergunninghouder, met een maximum van 10 gelijktijdig te wijzigen exploitatievergunningen voor zover de wijziging ziet op dezelfde nieuwe vergunninghouder

€ 878,10

9.2.12

een wijziging van een exploitatievergunning voor vervoer van personen als bedoeld in artikel 2.4.1 van de Vob, anders dan de naam van het vaartuig of object of de vergunninghouder

€ 1.177,60

9.2.13

een meldingsbewijs als bedoeld in artikel 2.4.6 van de Vob, per vaartuig of object

€ 516,50

9.2.14

het verstrekken van een vervangend meldingsbewijs (vignet) als gevolg van vervanging of verbouwing vaartuig of verlies/schade/diefstal van het vignet, per vaartuig of object

€ 149,80

9.2.15

een vergunning bijzonder transport als bedoeld in artikel 1.21 van het Binnenvaartpolitiereglement

€ 284,10

9.2.16

een wijziging van een vergunning bijzonder transport als bedoeld in artikel 1.21 van het Binnenvaartpolitiereglement

€ 165,30

 

 

9.3

ONTHEFFINGEN BINNENWATER

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

9.3.1

een ontheffing voor een pleziervaartuig als bedoeld in artikel 2.6.1, lid 1, van de Vob

€ 615,90

9.3.2

een ontheffing voor het plaatsen of houden van objecten in, op of boven het water als bedoeld in artikel 2.1.3, lid 2, van de Vob

€ 615,90

 

 

9.4

PLEZIERVAARTUIGEN

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 

9.4.1

het verstrekken van een vervangend vignet als bedoeld in artikel 11 van de Binnenhavengeldverordening Pleziervaart 2023

€ 48,90

 

 

10.

HOOFDSTUK 10 - KINDEROPVANG

 
 

 

10.1

KINDEROPVANG

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 1.45 Wet kinderopvang (hierna: Wko) voor:

 

10.1.1

het in exploitatie nemen van één kindercentrum of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, lid 1 van de Wko, waarbij het overnemen van een kindercentrum of gastouderbureau wordt aangemerkt als "in exploitatie nemen"

€ 1.709,20

10.1.2

het in exploitatie nemen van twee of meer kindercentra door eenzelfde vergunninghouder, bij een overname als bedoeld in 10.1.1, voor elk tweede en volgende kindercentrum

€ 1.025,60

10.1.3

het in exploitatie nemen van een voorziening voor gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, lid 2 Wko

€ 556,60

10.1.4

het, in afwijking van 10.1.3., in exploitatie nemen van een voorziening voor gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45 lid 2 Wko waarbij de houder van de voorziening, de gastouder, al in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK) is opgenomen met een andere voorziening in de gemeente Amsterdam of waarbij het opvangadres al is geregistreerd als adres waar een voorziening voor gastouderopvang is gevestigd

€ 222,60

 

 

10.2

ALGEMENE BEPALINGEN KINDEROPVANG

 

10.2.1

Alleen voor de voorziening voor gastouderopvang geldt dat de onder 11.1 en 11.2 van deze tarieventabel vermelde leges, indien artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is, niet in rekening worden gebracht indien het onderzoek als bedoeld in artikel 1.62, lid 1, van de Wko nog niet is aangevangen

 
 

 

11.

HOOFDSTUK 11 - ALGEMENE BEPALINGEN VOOR DE HOOFDSTUKKEN 5 T/M 10

 
 

De bepalingen in dit hoofdstuk zijn van toepassing op de hoofdstukken 5 t/m 10, voor zover die hoofdstukken niet reeds in een afwijkende regeling voorzien.

 

11.1

Het tarief voor een aanvraag die, na toepassing van het bepaalde in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, niet in behandeling wordt genomen bedraagt 25% van de leges die zouden zijn verschuldigd indien de aanvraag wel in behandeling was genomen met een maximum van € 250

 

11.2

Voor een lopende aanvraag die binnen drie weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen, wordt ingetrokken is verschuldigd: 50% van het voor die aanvraag geldende tarief.

Onder lopende aanvraag wordt verstaan een aanvraag waarop nog geen besluit is genomen door de gemeente

 

11.3

Voor betaling (en factuur) achteraf bij een online aanvraag voor een vergunning of ontheffing geldt een toeslag van:

Deze toeslag is alleen van toepassing als er niet gekozen wordt voor de aangeboden mogelijkheid van directe betaling vooraf via Ideal

€ 23,20

Toelichting

Algemeen deel

Uitgangspunten

Dit zijn de uitgangspunten uit het beleidskader Leges die het college hanteert voor het samenstellen van de conceptlegesverordening en -tabel.

  • 1.

    De kosten van de afgenomen diensten worden zo veel mogelijk bij de gebruikers zelf neergelegd

  • 2.

    Als er sprake is van maatschappelijk belang kan er in uitzonderlijke gevallen voor worden gekozen om de leges niet kostendekkend te laten zijn

  • 3.

    Kosten die niet direct bij de gebruiker kunnen worden neergelegd worden zoveel mogelijk gedekt door andere tarieven te verhogen (kruissubsidiëring)

  • 4.

    We hanteren één verordening

  • 5.

    We streven naar een kostendekkendheidspercentage van 85%-95%

  • 6.

    De legestarieven worden ieder jaar geïndexeerd

  • 7.

    We streven continu naar verlagen van de kosten door procesoptimalisatie

- Indexering van de legestarieven met 3,3%

In het beleidskader Leges is afgesproken dat de leges jaarlijks geïndexeerd worden. De indexering van legestarieven leidt niet tot een hogere kostendekkendheid. Met de indexering van de tarieven wordt de kostenstijging als gevolg van stijgende lonen en prijzen opgevangen, waardoor de kostendekkendheid gelijk blijft. Indexering van de legestarieven heeft ook effect op andere begrotingsonderdelen omdat de gemeente zelf ook vergunningen aanvraagt. Het percentage voor 2025 is 3,3 %. Dit percentage is een gewogen gemiddelde van de loon- en prijsontwikkeling die in de begroting is verwerkt. De tarieven voor 6.1 Horeca en 6.6 Activiteiten op de openbare weg zijn niet geïndexeerd omdat deze leges onder de Europese Dienstenrichtlijn vallen en anders meer dan 100% kostendekkend zouden worden.

-Toelichting kostendekkendheid leges 93%

Volgens de Gemeentewet geldt dat de opbrengsten van de leges niet hoger mogen zijn dan de kosten die we ervoor maken. We mogen dus geen winst maken. In de paragraaf lokale heffingen van de begroting wordt toegelicht hoe de kostendekkendheid wordt bepaald en welke kosten we toerekenen. De tarieven worden op basis van begrotingscijfers vastgesteld omdat de wet dit vereist.

De kostendekkendheid voor het totaal van de legesverordening is ten opzichte van 2024 iets gedaald. Ondanks de verhoging van een aantal tarieven zijn de kosten voor de interne organisatie gestegen. De kostendekkendheid blijft hiermee binnen de bandbreedte van 85%-95% die als doelstelling is opgenomen in het beleidskader leges. De totaal geraamde legesopbrengsten komt voor 2025 uit op € 123,4 miljoen. Dit is een toename van € 8,4 miljoen ten opzichte van de geraamde opbrengsten 2024. De geraamde kosten zijn € 132 miljoen. In 2025 vormen de legesopbrengsten omgevingsvergunning 50% van de totale legesopbrengst.

Het uitgangspunt is dat de kostendekkendheid getoetst wordt op niveau van de totale verordening. Hierdoor is zogenoemde kruissubsidiëring mogelijk, een verwacht overschot op de ene activiteit mag worden gebruikt om een verwacht tekort bij een andere activiteit te dekken. Uitzondering hierop is het onderdeel “dienstverlening die valt onder de Europese Dienstenrichtlijn”. Hier is geen kruissubsidiëring toegestaan. De vergunningen daarbinnen mogen op zichzelf hooguit kostendekkend zijn. In het overzicht van de kostendekkendheid leges 2025 in de begroting is te zien dat er dit jaar kruissubsidiëring wordt toegepast. In 2025 hebben het hoofdstuk 3 Omgevingswet en het hoofdstuk 7 Openbare ruimte een kostendekkendheid die hoger is dan 100%.

Artikelsgewijze toelichting

Wijzigingen Legesverordening Amsterdam 2025

De legesverordening is op enkele punten aangepast. De opzet van de verordening sluit nu zoveel mogelijk aan bij het door de VNG opgestelde model voor de legesverordening. Enkele artikelen zijn redactioneel gewijzigd zonder dat sprake is van inhoudelijke wijzigingen.

Artikel 7 Legesverordening 2025 (Betaaltermijnen) is aangepast om aan te sluiten bij nieuwe digitale aanvraagprocessen.

Artikel 9 Legesverordening 2025 is toegevoegd. Hierin wordt expliciet vermeld dat leges uitsluitend kunnen worden verminderd of teruggegeven op grond van de bepalingen in de tarieventabel. Denk hierbij aan verlaagde leges bij een (tijdig) ingetrokken aanvraag, een geweigerde vergunning etc.

Wijzigingen Legestabel 2025

De legestabel 2025 wordt op verschillende punten aangepast. Alle genoemde nummers verwijzen naar de hoofdstukken, paragrafen en nummers in de legestabel 2025 (tenzij anders aangegeven).

- Hoofdstuk 2 Burgerzaken: twee nieuwe tarieven voor uittreksels

Er wordt een tarief opgenomen voor een meertalig modelformulier voor woon- en/of verblijfplaats. Hiermee worden voor de aanvrager extra kosten voor vertaling bespaard. Het tarief wordt gelijk gesteld aan het Rijkstarief voor andere modelformulieren (€ 17,10).

Daarnaast introduceren we een tarief voor een familie-uittreksel. Daarmee voorzien we in de behoefte om een uittreksel te verstrekken aan meerdere personen die op hetzelfde adres staan ingeschreven. Naar schatting kost het gemiddeld dubbel zo veel tijd in vergelijking met een uittreksel voor één persoon à € 24,50. Daarom ligt het voordehand om voor het familie-uittreksel het dubbele tarief te rekenen: € 49,00. Ongeacht het aantal personen geldt hetzelfde bedrag.

- Hoofdstuk 3 Omgevingswet en hoofdstuk 4 Milieubelastende activiteiten:

Voor de leesbaarheid is het huidige legestarief 3.4.2.6 in 2024 verplaatst naar een aparte paragraaf 3.4.10 ‘Legeskorting bij Duurzaam verbouwen’ in de Legestabel 2025. Als gevolg hiervan zijn de opvolgende paragrafen vernummerd (3.4.10 t/m 3.4.12 wordt 3.4.11 t/m 3.4.13).

  • A.

    Verlaging tarieven 3.4.11.3 en 4.18.2 Buiten behandeling stellen aanvraag

    Uit de praktijk blijkt dat de tarieven 3.4.11.3 in de legestabel 2025 en 4.18.2 te hoog geworden zijn voor hetgeen waarvoor ze bedoeld zijn: een schappelijk tarief bieden voor het buiten behandeling stellen van een aanvraag. De tarieven dalen circa 12% ten opzichte van 2024. Van € 112,80 tot € 563,60 naar respectievelijk € 100 tot € 500.

  • B.

    Nieuw legestarief 3.4.11.1 voor het op verzoek wijzigen van het omgevingsplan

    In de Legestabel 2024 ontbreekt een legestarief voor het op verzoek wijzigen van het omgevingsplan. Het voorstel is om het tarief vast te stellen op € 7.489,30. We verwachten jaarlijks tussen de 5 à 10 aanvragen. Omdat er nog geen ervaring is met deze aanvragen is er enige onzekerheid over hoe hoog de tarieven moeten zijn om kostendekkend te kunnen zijn. Om rekening te houden met deze onzekerheid is het legestarief het eerste jaar niet volledig kostendekkend. In afwachting van de ervaringscijfers zal er in 2026/2027 een evaluatie plaatsvinden, waarna het tarief aangepast kan worden.

  • C.

    Nieuw lager legestarief afwijken van de standaardregels voor bodemsanering

    Sinds 2024 worden milieuleges geheven. Er zijn tarieven voor de mogelijkheid om van regels af te wijken; dit gaat om maatwerkvoorschriften en gelijkwaardige maatregelen. Bij het vaststellen van de huidige milieulegestarieven is ervan uitgegaan dat deze maatwerkvoorschriften betrekking zouden hebben op activiteiten bij grote bedrijven met complexe processen. Er was niet voorzien dat het ook gevolgen heeft voor bodemsaneringen. Dit is een ongewenst effect waarbij de leges van € 1.808,20 niet in verhouding staan tot de werkzaamheden. Bovendien hanteert Amsterdam het uitgangspunt dat de uitvoering van bodemsaneringen laagdrempelig moet zijn. Een hoog legesbedrag draagt daar niet aan bij.

    Daarom wordt hiervoor een nieuw tarief voorgesteld van € 373,60. Dit tarief geldt voor (wijziging) maatwerkvoorschriften, gelijkwaardige maatregelen en buitenplanse omgevingsactiviteiten bij bodemsaneringen (zie paragrafen 4.9 t/m 4.11 en tarief 3.4.4.4 legestabel 2025). Het voorgestelde tarief is niet in alle gevallen kostendekkend. Het gaat echter om een beperkt aantal gevallen (naar verwachting 20 per jaar).

- Paragraaf 5.1 Vergunningen toeristische verhuur: nieuw tarief voor wijzigen Bed & Breakfast vergunning

De tarieven voor de diverse vergunningen voor toeristische verhuur zijn bij elkaar gezet in een nieuwe paragraaf 5.1 voor de logische opbouw van de tabel. Er was nog geen tarief voor het wijzigen van een Bed & Breakfast vergunning. Dit is toegevoegd met nummer 5.1.2 ad € 108,50.

- Paragraaf 5.3 Vergunningen Woonruimten: nieuw lager legestarief voor een omzettingsvergunning voor drie onzelfstandige woonruimten

Het college wil het huidige woningdeelbeleid wijzigen om meer woonplekken in de stad te creëren (collegevergadering 26 maart 2024). Om het omzetten van één woonruimte naar 3 onzelfstandige woonruimten te stimuleren komt er nieuw lager tarief van € 64 in nummer 5.3.5.1. Voor de overige omzettingsvergunningen wordt het tarief € 640,50.

- Paragraaf 5.6 en 5.7 Huisvestingswet: verhogen leges huisvestingsvergunning, tijdelijke verhuur leegstand en opkoopbescherming

Het tarief 5.6.1 voor de huisvestingsvergunning wordt verhoogd van € 66,50 naar € 79,70 omdat eerder de kosten voor gebruik van de vergunning-applicatie niet meegenomen waren. Het tarief 5.6.2 voor de Vergunning voor tijdelijke verhuur is door efficiëntie minder verhoogd dan de algemene indexering (van € 165,70 naar € 166,30 i.p.v. € 172,20). Het aantal aanvragen vergunning opkoopbescherming blijkt na twee jaar veel lager dan verwacht. Omdat de vaste kosten even hoog blijven wordt het tarief per aanvraag verhoogd van € 294,80 naar € 396,70 (nummer 5.7.1).

- Hoofdstuk 8 Verkeer en Vervoer

In de afgelopen jaren zijn er nieuwe soorten verkeersontheffingen toegevoegd in hoofdstuk 8. Denk aan ontheffingen voor de milieuzone, zone zwaar verkeer en nul-emissiezone. Hierdoor was het hoofdstuk niet meer logisch opgebouwd. Voor de leesbaarheid hebben we de verschillende soorten ontheffingen eigen paragrafen gegeven en opnieuw genummerd.

  • A.

    Tariefsverhoging afzetten meer dan 32 parkeervakken (8.10.2.11)

    Bij de centrale indexering in 2024 is dit artikel abusievelijk niet meegenomen waardoor het afzetten van 32 parkeervakken in verhouding goedkoper was dan 31 parkeervakken. Dit vereist een tariefsverhoging om de progressieve tariefstructuur te herstellen.

  • B.

    Nultarief voor een RVV ontheffing voor autovrije gebieden bij demonstraties (8.3.7)

    Dit draagt bij aan betere facilitering van demonstraties en stimuleert de ontheffing-houder de ontheffing enkel te gebruiken waarvoor deze dient (laden en lossen) om zodoende de openbare ruimte te ontlasten.

- Paragraaf 9.2 Bedrijfsvaartuigen

  • A.

    Het meer kostendekkend en onderling consistent maken van de legestarieven

    Voor paragraaf 9.2 Bedrijfsvaartuigen is de kostenonderbouwing opnieuw berekend en zijn de tarieven onderling consistent gemaakt. De kostendekkendheid van deze tarieven wordt verhoogd. De volgende tarieven worden verhoogd omdat in de huidige berekeningen niet alle werkzaamheden waren meegenomen:

    • -

      9.2.1 Ligplaatsvergunning Bedrijfsvaartuig van € 596,20 naar € 671,50;

    • -

      9.2.15 (was 9.2.14) Vergunning bijzonder transport van € 229,40 naar € 284,10;

    • -

      9.2.16 (was 9.2.15) Wijziging vergunning bijzonder transport van € 51,00 naar € 165,30; dit tarief is zo beter in verhouding tot de andere tarieven.

  • Twee tarieven voor wijziging worden verlaagd zodat deze beter in verhouding staan tot het tarief voor het verlenen van een volledig nieuwe exploitatievergunning:

    • -

      9.2.11 Wijziging houder exploitatievergunning passagiersvaartuig € 980,60 naar € 878,10;

    • -

      9.2.12 Vervanging/verbouwing passagiersvaartuig € 1.665,80 naar € 1.177,60.

  • Drie legestarieven voor wijziging van een vergund transportvaartuig worden samengevoegd tot één legestarief (9.2.5 en 9.2.6 vervallen en zijn samengevoegd in 9.2.7). De overige tarieven zijn regulier geïndexeerd.

  • B.

    Tariefsverhoging 9.2.13 verstrekken meldingsbewijs van € 66,50 naar € 516,50 en nieuw tarief 9.2.14 voor vervanging meldingsbewijs

    Om een exploitatievergunning voor vervoer van personen in gebruik te nemen, is een meldingsbewijs nodig (blauw vignet). Dit vignet dient elke 3 jaar verplicht te worden vervangen vanwege de levensduur van de batterij. In de uitgifteronde 2024 zijn 160 nieuwe exploitatievergunningen verleend. De kosten voor het verstrekken van de bijbehorende meldingsbewijzen zijn € 80.000. Met het huidige tarief van € 66,50 wordt slechts 13% van deze kosten gedekt. Het resterende bedrag van bijna € 70.000 wordt nu gedekt uit de algemene middelen. Om die reden wil programma Varen vanaf 1 januari 2025 de kosten van de inspectie en het uitgeven van een vignet (inclusief de driejaarlijkse vervanging) volledig kunnen doorbelasten aan de vergunninghouder. Daarom wordt voorgesteld het tarief te verhogen naar € 516,50. Alhoewel het een forse stijging betreft wordt dit eenmalige bedrag niet onredelijk geacht voor de ingebruikname van de vergunning met een gemiddelde geldigheidsduur van 7,5 jaar.

    Voor een vervangend meldingsbewijs bij verlies, schade, diefstal of wijziging vergunning is een nieuw tarief opgenomen ad € 149,80 in 9.2.14.