Archeologische verwachtingskaart 2024

Geldend van 11-12-2024 t/m heden

Intitulé

Archeologische verwachtingskaart 2024

De raad van de gemeente Alkmaar;

Gelet op

Het besluit van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2024

Het advies van de commissie Ruimte 12 november 2024

Het bepaalde in artikel 5.130 (behoud cultureel erfgoed) van het Besluit kwaliteit leefomgeving.

Besluit

  • 1.

    De geactualiseerde archeologische verwachtingskaart 2024 vast te stellen.

  • 2.

    De bijbehorende toelichting, bijlage 2, vast te stellen.

afbeelding binnen de regeling

Ondertekening

De raad van Alkmaar, 28 november 2024

mw. drs. A.M.C.G. Schouten, burgemeester

mw. mr. V.H. Hornstra, griffier

Toelichting op de Archeologische verwachtingskaart voor de gemeente Alkmaar

1 Inleiding

1.1Aanleiding

Voor u ligt de archeologische verwachtingskaart 2024. De laatste versie van deze kaart dateert uit 2016. Na de fusie in 2015 is in 2016 een archeologische verwachtingskaart op- en vastgesteld, als bijlage van de beleidsnota erfgoednota Alkmaar 2016-2026, die zoveel mogelijk gebruik heeft gemaakt van de al in de bestemmingsplannen gebruikte en verwerkte regimes. Resultaat was dat toen niet gekozen kon worden voor de regimes die het meest recht deden aan de bescherming van de archeologische waarden.

Sinds het vaststellen van deze kaart heeft veel archeologisch onderzoek plaatsgevonden en zijn door archeologische opgravingen en waarnemingen, kennis van lokale amateurhistorici en nieuwe kaarten van de geologische ondergrond diverse nieuwe archeologische vindplaatsen aan het licht gekomen en heeft andere inzichten gebracht. In de beleidsnota wordt ook opgemerkt dat het blijven uitvoeren van archeologisch onderzoek en de synthese hiervan bijdragen aan het op peil houden van de benodigde kennis die noodzakelijk is voor het voortdurend actualiseren van de kaart1. Dit heeft geresulteerd in een nieuwe kaart met aangepaste verwachtingsbieden en beleidsadviezen in de vorm van archeologische regimes.

De archeologische waardenkaart is een beleidskaart en laat zien waar en onder welke voorwaarden archeologisch onderzoek nodig is. Het doel van de waardenkaart is om de aanwezige of te verwachten archeologische waarden binnen een gebied zo goed mogelijk te beschermen. Met het vaststellen van een archeologische waardenkaart wordt voldaan een wettelijke verplichting. In de volgende paragraaf wordt dit uitgewerkt.

De archeologische waardenkaart 2016 is verouderd en voldoet daarom niet meer. De archeologische waardenkaart 2024 is actueel: er is sprake van maatwerk omdat gebieden die bescherming krijgen die ze verdienen en de situaties rondom de gemeentegrenzen zijn verbeterd. De kaart is geen verandering van het archeologiebeleid. De archeologische waardenkaart 2024 wordt uiteindelijk opgenomen in het Omgevingsplan gemeente Alkmaar.

Daarnaast bleken er grote verschillen te zijn qua archeologieregimes rondom de gemeentegrenzen. Deze kaart sluit daarbij zoveel mogelijk aan.

Eind 2024, begin 2025 wordt gestart met het maken van de nieuwe delen van het omgevingsplan. De archeologische verwachtingskaart 2024 moet hierin verwerkt worden om op een goede wijze aan de zorgplicht voor het archeologisch erfgoed in Alkmaar te kunnen voldoen.

Het vaststellen van deze kaart moet gezien worden als een actualisatie van de vorige versie van deze kaart die hoort bij het vigerende archeologiebeleid van Alkmaar. Deze kaart is geen verandering van het archeologiebeleid, het is een voortvloeisel daarvan in de vorm van een actualisatie.

1.2 Wettelijk kader

Verdrag van Malta

Nederland heeft in 1992 het Europese Verdrag van Malta (ook wel het Verdrag van Valetta) ondertekend. Het verdrag heeft als doel het archeologisch erfgoed te behouden en beschermen. In Omgevingswet en het daarop gebaseerde artikel 5.130 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is de verplichting voor de gemeente om te voldoen aan het Verdrag van Valetta nader uitgewerkt.

Erfgoedwet en Omgevingswet

In het verleden waren de zaken die te maken hadden met archeologie en monumenten geregeld in de Monumentenwet 1988. Deze wet is in 2016 samen met een aantal wetten en regelingen op het gebied van cultureel erfgoed vervangen. Het deel van de wet dat gaat over de omgang met het erfgoed, de omgang met het erfgoed en de verantwoordelijkheden is overgeheveld naar de Erfgoedwet (2016). Het deel dat gaat over archeologie in de fysieke leefomgeving is vastgelegd in de Omgevingswet.

Gemeenten hebben een belangrijke taak op het gebied van archeologie. Zij moeten rekening houden met (te verwachten) archeologische waarden in omgevingsplannen. Deze zorgplicht komt voort uit artikel 5.130 Bkl. Hierin wordt aangegeven dat in een omgevingsplan rekening gehouden moet worden met het belang en behoud van cultureel erfgoed, met inbegrip van aantoonbaar te verwachten archeologische monumenten. Hiertoe moeten in het omgevingsplan regels gesteld worden ter bescherming van het daarvoor in aanmerking komend cultureel erfgoed en rekening houdend met onder andere:

  • het voorkomen van beschadiging of sloop van, op grond van het omgevingsplan, beschermde monumenten en archeologische monumenten;

  • het conserveren en in stand houden van archeologische monumenten, bij voorkeur in situ.

In het belang van de archeologische monumentenzorg kunnen verder in het omgevingsplan ook:

  • regels worden gesteld over eisen aan onderzoek naar de archeologische waarde van een locatie of aan de wijze van het verrichten van archeologische opgravingen of archeologische begeleiding van andere activiteiten die tot bodemverstoring leiden;

  • gevallen worden aangewezen waarin kan worden afgezien van onderzoek naar de archeologische waarde van een locatie of het opleggen van plichten met die strekking, alleen als dit goed onderbouwd is.

  • als in een omgevingsplan regels worden gesteld over het verrichten van archeologisch onderzoek, bepaalt het omgevingsplan dat die regels niet van toepassing zijn op activiteiten met een oppervlakte van minder dan 10 m2. Hiervan kan worden afgeweken door in het omgevingsplan een andere oppervlakte vast te stellen.

1.3 Omgang met archeologie in gemeentelijke plannen

De gemeente is als opsteller van het omgevingsplan en als vergunningverlener verantwoordelijk voor hoe met de archeologie wordt omgegaan. In het omgevingsplan moet rekening worden gehouden met de kans op het aantreffen van archeologische resten in de grond of waterbodem. Op basis van de regels in het omgevingsplan kan de gemeente de initiatiefnemer van een project, waarbij grondverstoring optreedt boven de toegestane grenzen, verplichten om een archeologisch (voor)onderzoek te doen. Bovendien kunnen extra voorschriften aan de omgevingsvergunningplichtige werkzaamheden verbonden worden in het kader van de archeologische monumentenzorg

De Omgevingswet doet geen uitspraak over hoe inhoudelijk dient te worden omgegaan met archeologie. Gemeenten kunnen binnen de wettelijke grenzen van de zorgplicht zelf beleid opstellen om hieraan te voldoen. Voorwaarde is wel dat dit goed wordt onderbouwd en gemotiveerd.

Archeologisch aandachtsgebied

Zoals eerder genoemd is er een verplichting om in het omgevingsplan rekening te houden met het behoud van bekende of aantoonbaar te verwachten archeologische waarden. Deze gebieden worden beschermd met een archeologisch aandachtsgebied en een onderbouwing. Dit betekent dat al enig inventariserend onderzoek moet hebben plaatsgevonden voordat het omgevingsplan kan worden vastgesteld.

Als een soort standaard is een grens van 100m2 in het Bkl opgenomen, maar gemeenten kunnen deze grens gemotiveerd naar boven of naar beneden bijstellen. Niet ieder gebied kent namelijk een even grote kans op het aantreffen van archeologische resten. Door deze gebieden te inventariseren, in kaart te brengen en er een passend archeologisch regime aan toe te kennen voorkomt dit onverwachte belemmeringen of onndige kosten aan de kant van initiatiefnemers.

Het is daarom van groot belang dat de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart actueel is. Enerzijds om tegemoet te komen aan de zorgplicht voor de archeologische resten, anderzijds om de initiatiefnemers niet onevenredig veel hinder te laten ondervinden van archeologisch onderzoek wanneer dit niet noodzakelijk is. De belangrijkste functie van de verwachtingskaart is het beschermen/behouden van het archeologisch erfgoed. Bijkomend zorgt een gedetailleerde kaart ervoor dat onnodig archeologisch onderzoek, op plekken waar een lage archeologische verwachting geldt, wordt voorkomen.

Hiertoe is de kaart van 2016 geactualiseerd op basis van sindsdien uitgevoerd archeologisch onderzoek, nieuwe inzichten en veel kennis van amateurhistorici. Ook is het beleid meer op een lijn getrokken met het archeologisch beleid van de aangrenzende gemeentes. Dit heeft geresulteerd in nieuwe en aangepaste archeologische verwachtingsgebieden. Soms zijn de regimes op bepaalde plaatsen strenger gemaakt en soms ook afgezwakt. Soms kan het voorkomen dat twee verschillenden regimes op één perceel liggen, de hogere waarde (lees: strengere waarde) gaat dan voor de lagere waarde.

1.4 Archeologisch onderzoek

Archeologisch onderzoek kan verplicht worden gesteld wanneer binnen een archeologisch verwachtingsgebied de vrijstellingsgrens wordt overschreden. Het onderzoek wordt gefaseerd uitgevoerd en hierbij wordt het werkproces archeologie gevolgd, ook wel de Archeologische Monumentenzorg cyclus (AMZ-cyclus) genoemd. Deze verloopt in de regel in verschillende stappen of fasen. Elke stap of fase eindigt met een afweging of er voldoende informatie is verzameld om een afgewogen beslissing te kunnen nemen over eventuele vervolgacties.

In het proces worden de volgende hoofdprocessen onderscheiden voor onderzoek op land- en waterbodems:

  • bureauonderzoek;

  • inventariserend veldonderzoek;

  • archeologische begeleiding;

  • opgraven;

  • fysiek beschermen/behoud in situ.

In Alkmaar wordt altijd gekeken welke stap of stappen uit de cyclus strikt noodzakelijk zijn om tot een gedegen advies te komen ter bescherming van de archeologische waarden. Zo zal in de meeste gevallen de archeologische verwachtingskaart met toelichting fungeren als bureauonderzoek. Dit scheelt tijd en kosten voor de initiatiefnemer en maakt dat de administratieve lastendruk wordt verminderd. De vervolgstappen worden ook zorgvuldig afgewogen zodat precies genoeg gedaan wordt om tot het juiste advies en resultaat te komen. Dit is vastgelegd in de beleidsnota erfgoed 2016-2026.

Op basis van de archeologische verwachtingskaart, of in een enkel geval op basis van een archeologisch bureauonderzoek, wordt een gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld en een advies over het wel of niet uitvoeren van een (voor)onderzoek. Vooronderzoek kan bestaan uit een proefsleuvenonderzoek en/of booronderzoek. Na dit vooronderzoek vindt een inhoudelijke waardering plaats met weer een advies voor het vervolg. Hier adviseert de gemeentelijk archeoloog op basis van een inhoudelijke waardering wat er moet gebeuren met de aangetroffen archeologie. Er zijn drie mogelijke uitkomsten:

  • behoud in situ (in de grond laten) en maatregelen voor bescherming;

  • verder onderzoek met als laatste stap een archeologische opgraving;

  • geen vervolg, het gebied wordt vrijgegeven onder voorbehoud van het melden van toevalsvondsten.

Het besluit over elke volgende stap wordt genomen door het college (bevoegd gezag). Bij ontgrondingen of provinciale projecten zoals wegaanleg en waterwerken ligt de beslissing over het wel of niet behouden van de archeologische waarden bij de provincie. Het Rijk neemt de besluiten voor rijksprojecten. Wel is in de Omgevingsverordening vastgelegd dat er alleen opgravingen in Alkmaar mogen plaatsvinden op basis van een door de gemeente goedgekeurd programma van eisen.

afbeelding binnen de regeling

Kelder aangetroffen tijdens een archeologisch onderzoek in de Boterstraat. In de hoek nog een later ingebouwd schrobputje met een houten ton eronder die gedateerd kan worden in de eerste helft van de 16de eeuw.

1.5 Archeologische verwachtingskaart

De kaart is opgesteld op basis van lokale bodemkaarten, specifieke kennis van de archeologische resten en de kans op het aantreffen daarvan, kennis van de verwachtingskaarten van de aangrenzende gemeenten en kennis van de vindplaatsen in en rondom Alkmaar. De verwachtingskaart fungeert als beleidsadvieskaart omdat aan de verschillende archeologische verwachtingszones (At/m E) een regime is gekoppeld. Dat regime geeft aan bij welke oppervlakte of diepte archeologisch (voor)onderzoek noodzakelijk is. Hoe verder met de archeologische verplichtingen wordt omgegaan is vastgelegd in de beleidsnota erfgoed 2016-2026.

Op de verwachtingskaart zijn 5 regimes (Waarde archeologie A t/m E) aangegeven en de categorie Archeologisch Rijksmonument, waaraan verschillende oppervlakte en dieptegrenzen zijn gekoppeld. Wanneer binnen deze verwachtingsgebieden de oppervlakte- en dieptemaat wordt overschreden dan kunnen archeologische verplichtingen worden gekoppeld aan de omgevingsvergunning. Het streven is dit in een zo vroeg mogelijke fase van het planproces te doen zodat archeologie geen belemmering vormt verder in het proces.

2 Archeologische regimes

2.1 Beschermen van het archeologisch erfgoed

Het streven is om archeologische waarden in de bodem te behouden voor volgende generaties. De ruimte in Nederland is een kostbaar en schaars bezit en er ligt dan ook veel druk op. Dagelijks worden besluiten genomen die het bodemarchief kunnen vernietigen. Vanwege de hoge ontwikkelingsdynamiek is het dan lang niet altijd mogelijk om de archeologische waarden in de bodem te behouden en dan wordt gekozen voor behoud door een kwalitatief hoogwaardige opgraving. Zoals hiervoor te lezen was is op basis van de Omgevingswet archeologisch vooronderzoek verplicht bij het voorbereiden van plannen die de bodem verstoren. Dat vooronderzoek moet vaststellen of er archeologische waarden in de bodem aanwezig zijn en wat de waarde hiervan is. Vervolgens wordt een belangenafweging gemaakt over de beste manier om met de archeologische waarden om te gaan. De besluitvorming hierover ligt bij de gemeente. Deze besluitvorming vindt in Alkmaar plaats op basis van de archeologische verwachtingskaart.

2.2. Eerdere versies van de kaart

De gemeentelijke archeologische verwachtingskaart bestaat al sinds 1992 en is op basis van de toenmalige stand van onderzoek, zoals samengevat in de Gemeentelijke onderzoeksagenda en door nieuwe onderzoeksresultaten inmiddels al twee keer geactualiseerd. De grenzen van de archeologische verwachtingsgebieden konden door uitgevoerd onderzoek en kennisvermeerdering steeds scherper worden gemaakt. De kaart uit 2009 heeft gediend als beleidsinstrument en was planologisch verankerd in de bestemmingsplannen. De kaart die is gebaseerd op omvangrijk onderzoek, zorgt ervoor, zoals eerder vermeld, dat aanvragers van een omgevingsvergunning bijna nooit een kostbaar aanvullend archeologisch bureauonderzoek moeten uitvoeren.

In de gemeente Graft-de Rijp en Schermer was ook een vastgestelde archeologische verwachtingskaart uit 2009. Na bestudering van deze kaart is gebleken dat deze te grofmazig is waardoor in grote delen initiatiefnemers onnodig met archeologische verplichtingen geconfronteerd konden worden. Dit was niet overeenkomstig de gebruikelijke werkwijze zoals die in Alkmaar gehanteerd werd en niet zoals na het invoeren van de Omgevingswet wordt verlangd.

Dit heeft geresulteerd in de archeologische verwachtingskaart zoals deze in 2016 is vastgesteld door de gemeenteraad. Deze kaart was gebaseerd op resultaten van eerder uitgevoerd onderzoek, nauwkeurige historische kaarten en een studie naar de geologische ondergrond. Deze kaart liet een grootschalige versoepeling zien en in een aantal gevallen een aanscherping van de archeologische verwachtingsgebieden. Uitgangspunt bij het opstellen van de kaart en de agenda is het beperken van de particuliere lasten en een afgewogen inzet voor behoud van archeologische waarden.

De op de kaart aangegeven gebieden met een archeologische verwachting zijn gebaseerd op een realistische trefkans en kennen een archeologiezorgplicht. De kleurcodering geeft de randvoorwaarden voor de archeologieverplichtingen aan, gekoppeld aan een oppervlakte- en dieptemaat waarbinnen vergunningvrij gehandeld kan worden.

2.3 Achtergrond archeologische regimes

De wijze van het maken van de archeologische verwachtingskaart en de regimes die vertaald worden in de regels van het omgevingsplan zijn geheel overeenkomstig de bepalingen in de Omgevingswet. In het Bkl staan alle inhoudelijke regels waaraan het omgevingsplan moet voldoen. Gebieden waarvoor op basis van bekende archeologische vindplaatsen, geomorfologie en landschap een archeologische verwachting is geformuleerd worden gekenmerkt als archeologische verwachtingsgebieden. Op de archeologische verwachtingskaart 2024 is geen onderscheid in periode specifieke verwachtingen en wordt de archeologische verwachting alleen met de categorieën A t/m E weergegeven. De regimes hebben steeds een andere vrijstellingsgrens voor wat betreft oppervlakte en diepte en zijn streng of iets minder streng. Wanneer er staat dat er archeologische verplichtingen zijn bij bodemverstoring van meer dan 25 m2 en dieper dan 20cm dan betekent dit dat als de grond over een oppervlakte van 25 m2 dieper dan 20 centimeter wordt ontgraven er een archeologieplicht kan worden opgelegd. Gaat iemand wel dieper dan 20 centimeter graven in de tuin, maar over een kleiner oppervlak dan 25 m2, dan is er geen archeologieplicht.

afbeelding binnen de regeling

Opgraving achter voormalig restaurant het Gulden Vlies aan de Koorstraat in Alkmaar. Hier waren de kelders nog zeer intact aanwezig onder de bestaande bebouwing.

Dat op sommige plaatsen een minder streng archeologieregime wordt gehanteerd betekent overigens niet dat zich hier geen archeologische resten van waarde kunnen bevinden. Het betekent alleen dat de realistische trefkans en daarmee de kans op kennisvermeerdering kleiner is dan in de gebieden met een strenger regime. Wel blijft in alle gevallen wanneer aan de omgevingsvergunning geen archeologieverplichting is toegekend altijd de wettelijke meldingsplicht van kracht bij het doen van toevalsvondsten aan de gemeentelijk archeoloog. De kosten van een hier eventueel uit voortvloeiend onderzoek hoeven dan niet gedragen te worden door de initiatiefnemer, maar door de gemeente en er zal gezocht worden naar een efficiënte en pragmatische aanpak.

Het doel van een goed onderbouwde verwachtingskaart is het inzichtelijk maken van de noodzaak van archeologisch onderzoek. Algemeen gezegd, de noodzaak om onderzoek uit te voeren wordt bepaald door de diepte, omvang en aard van de ingreep en of de ingreep plaatsvindt op een bekende vindplaats of bijvoorbeeld in een zone met een specifieke verwachting. Hieronder worden deze factoren kort toegelicht en wat de gevolgen zijn.

Oppervlakte

De verschillende oppervlaktematen die genoemd worden als vrijstellingsgrens hebben te maken met het soort archeologische resten dat verwacht wordt in combinatie met de trefkans op het aantreffen van deze resten. In de historische binnenstad is al ruim 700-800 jaar intensieve bewoning en dat maakt dat de trefkans op archeologische resten haast 100% is. Omdat de bewoning zich vaak op een kleine oppervlakte concentreert levert archeologisch onderzoek nagenoeg altijd kenniswinst op. Daarom heeft de historische binnenstad een waarde archeologie A. Op de voormalige strandwal is een hoge kans op het aantreffen van resten uit de vroege middeleeuwen en de prehistorie. De erven van de bewoning uit die tijd kennen een grotere oppervlakte en oppervlaktespreiding dan de resten in een historische binnenstad. Je hebt relatief meer vierkante meters nodig om kenniswinst te kunnen krijgen, daarom hebben deze gebieden waarde archeologie C.

Diepte

Er worden een aantal verschillende dieptematen gehanteerd in de archeologische regimes. Ook dit heeft te maken met de diepte waarop de verschillende archeologische resten verwacht kunnen worden. Om terug te komen op het voorbeeld van de historische binnenstad, hier liggen de resten nagenoeg direct onder het maaiveld of onder de vloer en wordt al snel met iedere vorm van bodemverstoring schade toegebracht aan de archeologische resten. Op de voormalige delen van de strandwal ligt dat weer wat anders. Over het algemeen zijn deze resten door de eeuwen heen wat dieper komen te liggen door overstuiving, grondroering en ophoging van de grond. Ze worden doorgaans pas op dieptes vanaf 40 centimeter onder het maaiveld verwacht.

Aard van de ingreep

De aard van de ingreep bepaalt ook wat de archeologische gevolgen zijn. In sommige gevallen lijkt het alsof er geen archeologische resten worden verstoord omdat men een palenfundering aanbrengt of alleen grond aanbrengt. Wanneer is dan sprake van schade aan de archeologische resten? De archeologische resten bestaan uit vondsten, grondsporen en lagen. Dit zijn als het ware de informatiedragers uit het verleden en de samenhang daartussen vormt een unieke en waardevolle kennisbron over ons verleden. Wanneer de herkenbaarheid van deze informatiedragers, hun betekenis of onderlinge samenhang verloren gaat, treedt informatieverlies op. Een (bouw)plan is schadelijk wanneer de (bouw)gerelateerde ingrepen informatieverlies veroorzaken waardoor de vindplaats als kennisbron (deels) verloren gaat.2

Welke (bouw)gerelateerde ingrepen kunnen schadelijk zijn?

Gedurende het bouwproces, tijdens het bouwrijp maken en de feitelijke bouw, maar ook ná de bouw als het bouwterrein wordt ingericht, vinden diverse ingrepen plaats die een risico vormen voor een archeologische vindplaats. De meest voorkomende en schadelijke ingrepen zijn:

  • ontgravingen: graven van bouwputten of sleuven, grondverbetering, aanleg van bestrating, nutsvoorzieningen, watergangen en beplanting;

  • doorboringen: inbrengen van funderingspalen, grouten en plaatsen van damwanden;

  • belasting van de bodem: ophogen van het maaiveld, funderen op staal;

  • onttrekking van grondwater: (verticale) drainage, grondwaterpeilverlaging.

De eerste twee ingrepen zijn daadwerkelijk fysieke bodemverstoringen die de vindplaats rechtstreeks aantasten. De laatste twee ingrepen tasten de archeologische resten niet rechtstreeks, maar wel indirect en geleidelijk aan. Bij de meeste bouwplannen komen combinaties van deze ingrepen voor.3 Bij grote bouwprojecten leidt verkaveling van het plangebied in meer bouwkavels tot versnippering van de vindplaats, met minder gunstige mogelijkheden voor toekomstig onderzoek tot gevolg. Onderzoek van de gehele vindplaats kan niet meer gelijktijdig plaatsvinden, waardoor dit onderzoek minder kenniswinst kan opleveren.4

afbeelding binnen de regeling

Tabel met overzicht van ingrepen, effecten en kenmerken kwetsbare ingrepen. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) & Caspers, z.d, 6

Deze tabel geeft schematisch weer welke ingrepen wat voor effect hebben op de archeologische resten.

afbeelding binnen de regeling

Tijdens archeologisch onderzoek wordt veel informatie verkregen over het dagelijks leven uit lang vervlogen tijden. Kinderspeelgoed is daar een mooi en aansprekend voorbeeld van. Dit kinderspeelgoed bevindt zich in de collectie van het Archeologisch Centrum Alkmaar en is afkomstig van diverse Alkmaarse opgravingen.

Consequenties

Bij de beoordeling van een aanvraag voor een omgevingsvergunning toetsen de gemeentelijk archeologen of er een mogelijkheid is dat de vindplaats uitgespaard kan worden in het plangebied. Dit heeft de voorkeur, omdat in dat geval niet op de vindplaats wordt gebouwd en er dus geen bodemverstorende ingrepen plaatsvinden. Wanneer uitsparing niet mogelijk is en de vindplaats door bouwingrepen wordt aangetast, zal naar oplossingen gezocht moeten worden om het bouwplan archeologievriendelijk te maken. Dit betekent maatwerk, want de meest geschikte oplossing is afhankelijk van het type vindplaats, de plaatselijke bodemeigenschappen en het te realiseren bouwwerk. De gemeente bepaalt als vergunningverlenend bevoegd gezag of een bouwplan voldoende is aangepast en archeologievriendelijk is.

De gemeente kan aan de omgevingsvergunning voorschriften verbinden over hoe de bouwwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd. Het kan bijvoorbeeld nodig zijn om risicovolle bouwingrepen tijdens de uitvoering archeologisch te laten begeleiden of als een (klein) deel van de vindplaats wordt verstoord, die voorafgaand aan de bouw archeologisch te laten onderzoeken. Er zijn situaties denkbaar waarin planaanpassing niet of onvoldoende mogelijk is en het bodemarchief te ernstig wordt verstoord. Dat kan te maken hebben met de specifieke bouwopgave (bebouwingsdichtheid, bouwvolume, bouwconstructie), de bodemgesteldheid of met de bijzondere aard van de vindplaats.5

Voorbeelden zijn vindplaatsen waar de archeologische resten pal onder het oppervlak liggen, zoals in een historische binnenstad of zichtbaar boven het maaiveld uitsteken, vindplaatsen met menselijke begravingen of kleine vindplaatsen die grotendeels verstoord worden door grondwerkzaamheden. Als het bouwplan naar het oordeel van de gemeente te schadelijk is of onvoldoende aangepast kan worden, dan kan besloten worden de vindplaats voorafgaand aan de bouw op te graven.6

afbeelding binnen de regeling

Beoordeling bouwplan op het aspect archeologie, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) & Caspers, z.d, 7.

2.4 Alkmaarse archeologie regimes

Zoals eerder gemeld zijn er in Alkmaar vijf archeologische regimes en de categorie Rijksmonument. De categorie Rijksmonument is door de Rijksoverheid aangewezen en de andere archeologische regimes stelt de gemeente zelf vast. Hieronder een overzicht van de vast te stellen verschillende regimes.

Rijksmonumenten (0m2)

Rijksmonumenten zijn objecten die van belang zijn vanwege de betekenis voor de wetenschap of de cultuurhistorische waarde. Voor Rijksmonumenten geldt dat alle bodemroerende werkzaamheden verboden of vergunningplichtig zijn. In de gemeente Alkmaar zijn twee terreinen aangewezen als Rijksmonument, namelijk het terrein van voormalig kasteel de Middelburg en voormalig kasteel de Nieuwburg. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is hiervoor in principe het bevoegd gezag.

afbeelding binnen de regeling

Archeologisch Rijksmonument kasteel de Nieuwburg in de Oudorperpolder

Waarde A (25 m2)

Archeologie Waarde A zijn terreinen waarvoor een archeologische onderzoeksplicht geldt voor bodemroerende werkzaamheden met een oppervlakte groter dan 25 m2 én dieper dan 20 centimeter onder het maaiveld of, inpandig gemeten vanaf de top van de vloer. De gebieden in de gemeente Alkmaar die hier onder vallen zijn de historische binnenstad van Alkmaar en ook alle (voormalige)kerken en kerkterreinen in de gemeente. Ook de locatie van het galgenveld aan de Korte Molenweg/Slingerdijk is ruim aangewezen vanwege de kans op het aantreffen van begravingen rondom de locatie van de galg. De locatie van de binnenstad van Alkmaar wordt al in de prehistorie bewoond en met name vanaf de late middeleeuwen concentreert de bewoning zich hier. Hierdoor is een complexe, gelaagde archeologische vindplaats ontstaan waarbij archeologische resten zich direct onder de bestaande bebouwing en vloeren bevinden. Met de komst van de verduurzamingsmaatregelen worden initiatiefnemers vaker geconfronteerd met archeologische verplichtingen wanneer zij de vloer gaan vervangen voor een geïsoleerde betonvloer.

Naast hun cultuurhistorische- en archeologische waarde zijn kerken en kerkterreinen van belang vanwege de aanwezigheid van begraafplaatsen. De kans op het aantreffen van menselijke botten bij bodemroering is zeer hoog waardoor het wenselijk wordt geacht om deze resten zoveel mogelijk intact te laten of door een archeologisch onderzoek veilig te stellen.

afbeelding binnen de regeling

Opgraving aan de Langestraat in 2015. Te zien is dat de archeologische resten zich direct onder de oude bebouwing en vloeren bevinden.

Waarde B (50 m2)

Archeologie Waarde B zijn terreinen waarvoor een archeologische onderzoeksplicht geldt voor bodemroerende werkzaamheden met een oppervlakte groter dan 50 m2 én dieper dan 35 centimeter onder het maaiveld. De terreinen die hiervoor zijn geselecteerd zijn de ontginningsassen langs de Gouw en de Delft op het Schermereiland, de verschillende dorpskernen van onder andere Graft, De Rijp en Oudorp en buurtschappen die verspreid door de gemeente aanwezig zijn zoals de Nieuwpoort, de Wognumse buurt en de Huiswaard. Ook de terreinen die door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) aangewezen zijn als archeologisch monument worden onder ‘Waarde B’ geplaatst. Voor bovenstaande gebieden geldt een zeer grote kans op het aantreffen van archeologische resten vanwege de historisch bekende bewoningsconcentratie op deze plekken. De bewoningsresten zijn echter minder gestapeld en over het algemeen minder intensief dan in de binnenstad. Andere archeologische vindplaatsen in deze waardecategorie betreffen molenplaatsen, historische wegen en historische dijken. Deze vindplaatsen zijn in ‘Waarde B’ geplaatst omdat zij een grote cultuurhistorische waarde vertegenwoordigen in de vorming van de regio.

Waarde C (100 m2)

Archeologie Waarde C betreft terreinen waarvoor een archeologische onderzoeksplicht geldt voor bodemroerende werkzaamheden met een oppervlakte groter dan 100 m2 én dieper dan 40 centimeter onder het maaiveld. Ten eerste betreffen het hoger gelegen gebieden die van oudsher bewoond konden worden en/of waarvan bekend is dat deze bewoond waren. De bewoning op deze locaties kan teruggaan tot in het laat-neolithicum, de bronstijd, de ijzertijd-Inheems en de inheems Romeinse periode. Hierbij gaat het met name om de strandwallen die in noord-zuid richting door de westelijke helft van de gemeente lopen. In deze vroege tijden was bewoning verspreid op deze zandruggen aanwezig. De resten bevinden zich door latere afzettingen wat dieper in de ondergrond en kunnen daardoor goed afgedekt zijn tegen moderne ingrepen. Naast de zandruggen zijn ook enkele (veen)eilanden in de voormalige Berger- en Egmondermeer en in de voormalige Schermeer en Starnmeer aangewezen met ‘Waarde-C’. Naast deze grotere gebieden zijn ook historisch bekende, individuele huisplaatsen in deze waarde opgenomen. Dit betreffen losstaande huizen, zoals stolpboerderijen.

afbeelding binnen de regeling

Actuele luchtfoto half doorzichtig geprojecteerd op de kadastrale kaart 1811-1832. Afgebeeld is de noordzijde van de Noordervaart waarop te zien is dat er oude boerderij/huislocaties zijn op plaatsen waar nu geen bebouwing (meer) is. In potentie kunnen de resten van deze gebouwen nog in de bodem zitten en de ouderdom kan in de Schermer teruggaan tot in de 17de eeuw. Deze locaties worden beschermd met waarde archeologie C.

Waarde D (500 m2)

Archeologie Waarde D zijn terreinen waarvoor een archeologische onderzoeksplicht geldt voor bodemroerende werkzaamheden met een oppervlakte groter dan 500 m2 én dieper dan 40 centimeter onder het maaiveld. De gebieden die met deze waarde zijn aangewezen beslaan onder andere de flanken van de strandwallen, het overige intacte veengebied en zeer oude landschappelijke structuren die lichte verhogingen in het landschap hebben gevormd. Deze verhogingen hebben in buurtgemeenten archeologische resten opgeleverd en er is dus in de gemeente Alkmaar een paleolandschappelijk en archeologisch onderbouwde kans op het aantreffen van archeologische resten.

Waarde E (2500m2)

Archeologie Waarde E zijn terreinen waarvoor een archeologische onderzoeksplicht geldt voor bodemroerende werkzaamheden met een oppervlakte groter dan 2500 m2 én dieper dan 40 centimeter onder het maaiveld. Deze terreinen beslaan onder ander grote delen van de oude polderbodem van de huidige Schermer, Starnmeer, Noordeindermeer en het Sapmeer. De verwachting dat hier archeologische resten aanwezig zijn is laag maar kan niet volledig worden uitgesloten.

3Totstandkoming van de kaart

3.1 Inleiding

De kaart is een product van meer dan dertig jaar structureel archeologisch en historisch onderzoek binnen de gemeente Alkmaar. Het is een bundeling van kennis op veel verschillende vlakken, alleen kennis van de archeologische resten is niet voldoende om een goed voorspellingsmodel te kunnen maken. Voor het maken van deze kaart zijn daarom ook diverse bronnen geraadpleegd die hieronder zullen worden toegelicht.

3.2 Paleogeografische kaarten

Om een voorspelling te kunnen maken waar de archeologische resten kunnen worden aangetroffen is een gedegen kennis van de landschapsvorming en geschiedenis noodzakelijk. Zeker Noord-Holland kent een zeer dynamische ontwikkeling van het landschap door de eeuwen heen. Paleogeografische kaarten zijn hierbij een belangrijk hulpmiddel. Deze kaarten laten in verschillende tijdsperiodes de ontwikkelingen van het landschap zien en laten hiermee ook zien in welke tijdsperiode er bewoning mogelijk was. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft een set kaarten vrijgegeven waarop de paleogeografie van heel Nederland staat is weergegeven. Dit stelt ons in staat nauwkeurig de landschapsgeschiedenis voor het grondgebied van de gemeente Alkmaar in kaart te brengen.

afbeelding binnen de regeling

Links paleogeografische kaart van Nederland omstreeks 1500 voor Christus, rechts de paleogeografische kaart van Nederland circa 1250 na Christus, bron Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed7

3.3 Paleogeografische reconstructie en nieuwe geologische kaart Alkmaar

In 2016 is een kaart opgesteld om de paleogeografische ontwikkeling van het landschap rondom Alkmaar in kaart te brengen op basis van de bestaande paleogeografische inzichten. Dit is vertaald naar een set geologische kaarten van Alkmaar op verschillende diepten.

afbeelding binnen de regeling

Uitsnede van een deel van de gemeente Alkmaar uit het Actueel Hoogtebestand Nederland.

3.4 Actueel Hoogtebestand Nederland

Het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) is een openbaar raadpleegbare kaart met voor heel Nederland gedetailleerde en precieze hoogtegegevens. Met lasertechnologie vanuit helikopters en vliegtuigen is er een zeer gedetailleerd hoogtemodel gemaakt van heel Nederland tot op 5 centimeter nauwkeurig. Deze hoogtemodellen zijn voor de archeologie zeer belangrijk, omdat soms eeuwenoude sporen gewoon nog in hoogteverschillen in het landschap te zien zijn terwijl je ze op een gewone luchtfoto niet kunt waarnemen.

3.5 Historische kaarten

Historische kaarten zijn een zeer waardevol hulpmiddel in het voorspellen van archeologische resten van de late middeleeuwen en de nieuwe tijd. De vroegste kaarten voor Alkmaar en omgeving dateren vanaf 1537 en zij geven belangrijke informatie over oude waterlopen, dijken, huisplaatsen, verdwenen boerderijen, kerken, begraafplaatsen, gehuchten en molens. Deze kaarten worden gegeorefereerd, dat wil zeggen dat ze gedigitaliseerd worden en precies op de juiste plaats op de topografische ondergrond gelegd worden. Dat stelt ons in staat om verschillende lagen over elkaar heen te leggen waardoor de locatie van verdwenen structuren precies in kaart gebracht kunnen worden.

Ook de eerste kadastrale kaarten die vanaf 1811 werden gemaakt zijn een belangrijke bron van informatie. Zij laten vaak de oorspronkelijke verkaveling nog zien die soms wel tot ver in de middeleeuwen teruggaat.

afbeelding binnen de regeling

Kaart van 't Hoogh-heemraetschap vande Uijtwaterende Sluysen in Kennemerland ende West-Vrieslandt gemaakt door J. Dou in 1745. Deze zeer gedetailleerde kaart is half transparant weergegeven op de huidige luchtfoto. Hierop is duidelijk te zien waar de oude boerderijen en huisplaatsen te zien zijn evenals verdwenen waterlopen en dijken.

3.6 Archis

In Nederland worden alle archeologische vondsten, waarnemingen en opgravingen landelijk gemeld in het Archis systeem. Deze gegevens zijn digitaal beschikbaar en kun je heel eenvoudig plotten op een digitale ondergrond. Dat stelt ons in staat om ze bijvoorbeeld te projecteren op de paleogeografische kaarten uit een bepaalde periode waardoor je kunt zien welke patronen er zijn in bewoning versus een bepaalde landschappelijke ondergrond.

3.7 Archeologische verwachtingskaarten in aanliggende gemeenten

Er is ook goed gekeken naar de archeologische verwachtingskaarten van de aanliggende gemeenten. Dit om te komen tot een goede aansluiting tussen de verschillende verwachtingsgebieden en het meer uniform te maken. Het heeft onder andere geresulteerd in een aanscherping van de archeologische verwachting voor de strandwal van Limmen-Heiloo-Alkmaar, de strandwal Uitgeest-Akersloot-Oudorp-Sint Pancras en de hoger gelegen zandopduikingen binnen de gemeente. Met name in de gemeenten ten zuiden van Alkmaar heeft deze van oudsher bewoonbare zone een aanzienlijk hogere verwachting op het aantreffen van archeologische resten uit het laat neolithicum, de bronstijd, de ijzertijd, de Inheems Romeinse periode en de vroege middeleeuwen. Maar aan ook de noordzijde van Alkmaar, waar de strandwal de gemeentegrens oversteekt ter hoogte van Sint Pancras is een duidelijk verschil in verwachting zichtbaar.

De verhoogde verwachting heeft als gevolg dat de vrijstellingsgrens om archeologievrij te kunnen bouwen op de strandwallen aangepast is en meer in lijn is getrokken met eerdergenoemde buurgemeenten. Terwijl de vrijstellingsgrens in vergelijkbare landschappen ten noorden van Alkmaar op 500m2 ligt en ten zuiden van Alkmaar op slechts 50-100m2, hanteerde de gemeente Alkmaar een vrijstellingsgrens van 500m2 tot 5000m2 In de gemeente Alkmaar zijn slechts een handvol prehistorische vindplaatsen gedocumenteerd op de strandwallenzone in de afgelopen decennia. Dit in tegenstelling tot de buurtgemeenten waar een veelvoud aan vindplaatsen is onderzocht. Deze discrepantie is deels toe te wijzen aan latere bodemroering binnen de gemeentegrenzen van Alkmaar maar het is ook waarschijnlijk dat de vrijstellingsgrens van 2500m2 hier te ruim is genomen. In de nieuwe verwachtingskaart komt het volledige strandwallen gebied en ook de zandopduikingen te vallen onder ‘Waarde C’ waardoor de vrijstellingsgrens op 100m2 komt te liggen en zodoende meer in lijn ligt met vergelijkbare zones in buurtgemeenten.

3.8 Lokale kennis

Bij het maken van deze kaart hebben we ons goed laten informeren door lokale (amateur) historici die een schat aan informatie bleken te hebben. Naast kennis die zeer belangrijk is bleken sommigen ook nog heel goed gedocumenteerd vondstmateriaal te hebben. Dit vondstmateriaal is veelal in de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw verzameld, toen de uitbreidingswijken gerealiseerd werden. In die tijd werd er nog nauwelijks gestructureerd archeologisch onderzoek gedaan, behalve wat losse waarnemingen. Dankzij deze vondsten en deze kennis hebben we gebieden in kaart kunnen brengen waar we toch nog archeologische resten uit de ijzertijd en de middeleeuwen kunnen verwachten. Wij zijn hen zeer dankbaar hiervoor.

4 De archeologische verwachtingskaart

4.1 Inleiding

Met de nieuwste versie van de archeologische verwachtingskaart is in grote lijnen de structuur van de voorgaande versie in stand gehouden. Wel zijn er meerdere aanpassingen doorgevoerd die moeten leiden tot een verwachtingskaart waarin de juiste verwachting voor de verschillende archeologische verwachtingsgebieden is vastgelegd (maatwerk). Daarnaast is gepoogd de oude archeologie regimes die stammen uit de vroegere gemeente Graft-De Rijp en voormalige gemeente Schermer geheel te integreren in dekkende, uniforme verwachtingslagen. Dit heeft geresulteerd in het verhogen van de archeologische verwachting voor meerdere gebieden maar ook tot het verlagen van de verwachting voor een aanzienlijke deel van de verwachtingsgebieden (maatwerk).

4.2 Paleogeografische kaarten

Om tot een zo volledig mogelijk verwachtingsmodel te komen is gebruik gemaakt van meerdere beschikbare bronnen zoals toegelicht in Hoofdstuk 3. En bij de voorgaande archeologische verwachtingskaart is gebruik gemaakt van de meest actuele paleogeografische kaarten, aangeleverd door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. De kaarten worden voortdurend bijgewerkt aan de hand van recent verkregen ondergrondgegevens en laten het landschap in de gemeente Alkmaar zien door de tijd heen. De modellen gaan terug tot 9000 jaar voor Christus en tonen, in stappen van in het begin enkele duizenden jaren en later enkele honderden jaren, de vorming van de huidige ondergrond. Dankzij de voortdurende verfijning van het beschikbare kaartmateriaal zijn er ten opzichte van de voorgaande verwachtingskaart details aangebracht in de verwachtingskaart waardoor meerdere, kleinere gebieden zijn toegevoegd. Per beschikbaar kaartbeeld is bekeken welke locaties in het verleden geschikt zijn geweest voor (pre)historische menselijke activiteiten. Hierbij valt onderscheid te maken tussen zones waar al menselijke activiteiten zijn vastgelegd en gebieden waar enkel een theoretische mogelijkheid op de aanwezigheid van deze activiteiten geldt. Dit heeft geresulteerd in een 'platte’ verwachtingskaart waarin gebieden die in uiteenlopende tijdsperiodes bewoonbaar zijn geweest dezelfde verwachting kunnen hebben.

In de nieuwe verwachtingskaart zijn op meerdere plekken waar in het verleden hogere delen van het toenmalige landschap lagen toegevoegd. Het betreft dan met name zandopduikingen in de ondiepe ondergrond in de westelijke helft van de gemeente Alkmaar die in het verlengde van -en parallel aan- de grote strandwallen lopen. Deze gebieden werden eerder als kansarm gezien omdat verwacht werd dat deze verstoord waren. De afgelopen jaren is door waarnemingen gebleken dat een groot deel nog zeer kansrijk is op het aantreffen van archeologische resten.

Ook zijn meerdere stukken ‘oud’ land toegevoegd in de westelijke rand van de gemeente. Dit zijn stukken die in het verleden bestonden uit eilandjes in de voormalige Bergermeer en Egmondermeer. Uit onderzoeken uit de regio is gebleken dat ook deze plaatsen zeer kansrijk zijn voor middeleeuwse of prehistorische bewoning.

afbeelding binnen de regeling

Links een uitsnede uit het actueel hoogtebestand Nederland van het gebied op de grens tussen Alkmaar en de gemeente Bergen bij de IJs- en wielerbaan. Rechts de luchfoto van hetzelfde gebied. Te zien is dat in de weilanden nog restanten van kreekstelsels te zien zijn die met het blote oog niet waarneembaar zijn.

4.3 Actueel Hoogtebestand Nederland

Ook het Actueel Hoogtebestand Nederland is intensief geraadpleegd voor de archeologische verwachtingskaart. Deze bestanden zijn sinds de laatste archeologische verwachtingskaart enorm verfijnd en verbeterd. Het actueel hoogtestand geeft een gedetailleerd beeld van het oppervlaktereliëf dat wij met ons blote oog nauwelijks kunnen waarnemen. Vaak zijn door in deze subtiele hoogteverschillen nog resten te zien van oude geologie zoals kreekstelsels.

In Alkmaar helpen deze subtiele hoogteverschillen ons om resten van onder andere woonterpjes in het veengebied in kaart te brengen. In de Mijzenpolder is hiermee een vermoedelijk middeleeuwse bewoningsas gelokaliseerd. Deze gebieden hebben dan ook een zwaarder archeologieregime gekregen.

4.4 Historische kaarten

Naast de aanpassingen die zijn gedaan op basis van paleogeografische kaarten is er uiteraard ook gebruik gemaakt van historisch kaartmateriaal. In grote lijnen zijn op de bestaande archeologische verwachtingskaart al gebieden aangewezen aan de hand van enkele historische kaarten. Vanwege de grote hoeveelheid beschikbare kaarten die uit verschillende periodes stammen hebben, na het raadplegen van nog niet eerder geraadpleegde kaarten, meerdere locaties een verhoogde archeologische verwachting ontvangen. Het gaat met name om nieuwe losstaande huis/boerderijplaatsen en molenplaatsen. De nieuwe huisplaatsen hebben ‘Waarde C’ toegekend gekregen, de molenplaatsen vanwege hun beperkte omvang ‘Waarde B’.

Om te voorkomen dat verschillen ontstaan in het beleid zijn de losstaande huisplaatsen zoals locaties van stolpboerderijen, die op de oude verwachtingskaart al aangewezen waren ook in ‘Waarde C’ geplaatst. Dit houdt in dat de archeologische vergunningplicht hier gewijzigd is van 50m2 naar 100m2. Gebleken is dat dit voor dit type huisplaatsen de ondergrens van 50m2 gerust versoepeld kan worden naar een ondergrens van 100m2 zonder veel aantasting van de archeologische resten en wetenschappelijk informatieverlies.

Doordat de uitleg van de eerste boerderijen in de droogmakerijen goed gedocumenteerd is heeft dit op deze plekken tot weinig nieuwe locaties geleid die een verhoogde archeologie waarde hebben. In de veengebieden in het oosten van de gemeente en in de westelijke zone van de gemeente zijn daarentegen meerdere van deze locaties toegevoegd. Deze bewoning is op zijn vroegst zichtbaar op kaartmateriaal uit de 17e eeuw maar archeologisch onderzoek op huisplaatsen heeft aangetoond dat bewoning op deze plekken regelmatig teruggaat tot in de middeleeuwen.

4.5 Uniformeren van de archeologie regimes en aanpassingen in toekomstige regels

Een volgende aanpassing om de verwachtingskaart uniformer te maken is het aanpassen van het archeologisch beleid in de dorpskernen en (verdwenen) buurtschappen. Over het algemeen is met de nieuwe kaart de verwachting in de kernen aangescherpt. Deze aanpassing is noodzakelijk omdat na de fusie van de gemeente Alkmaar met de gemeenten Graft-De Rijp en de gemeente Schermer meerdere archeologische verwachtingskaarten en beleidskaarten zijn samengegaan. Hierdoor zijn er verschillende archeologie regimes van kracht in de verscheidene historische dorpskernen (en dat is nodeloos ingewikkeld).

Vanwege de grote historisch-archeologische waarde van dorpskernen zoals De Rijp, Graft en Oudorp is besloten om deze gebieden aan te wijzen als 'Waarde-B' op de archeologische verwachtingskaart. Voor de dorpskernen en buurtschappen in voormalige gemeenten Graft-De Rijp en Schermer verandert in dit opzicht niets voor wat betreft het archeologieregime, maar Oudorp wordt aanzienlijk beter beschermd en ook de verschillende buurtschappen waaronder Boekel, Huiswaard, Nieuwpoort en de Wognumsebuurt. Met deze verandering is de kern van Koedijk een waarde versoepeld ten opzichte van de huidige verwachtingskaart. Dit heeft naar verwachting geen negatieve invloed op de bescherming van het archeologisch bodemarchief.

Omgevingsplanregels

Een andere wijziging die doorgevoerd is om de verwachtingskaart eenduidiger te maken vindt plaats in de redactie van de regels in het omgevingsplan (voorheen bestemmingsplanregels). Waar in de gemeente Alkmaar gekeken wordt naar de totale oppervlakte van de voorgenomen bodemroerende werkzaamheden wordt in de voormalige gemeenten Graft-De Rijp en Schermer het bestaande bouwvlak niet meegenomen in deze berekening. Dit houdt concreet in dat bij panden die gesloopt worden en waarbij nieuwbouw plaats vindt binnen het bestaande bouwvlak, geen archeologische verplichting kan worden opgelegd.

Dit is een probleem omdat huizen van oudsher op dezelfde locatie op een perceel hebben gestaan, soms wel eeuwenlang. Hierdoor is de kans zeer groot dat bij sloop en nieuwbouw in de dorpskernen de funderingen van historische panden en de sporen van hun soms middeleeuwse voorgangers verloren gaan en er geen archeologisch onderzoek kan worden uitgevoerd.

AMK-terreinen

Een tweede grootschalige uniformering van de kaart heeft plaatsgevonden in de terreinen die door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) een beschermde status hebben verkregen zoals vastgelegd op de Archeologische Monumentenkaart (AMK). Deze ‘AMK-terreinen' werden in de oude verwachtingskaart in enkele gevallen geplaatst in ‘Waarde A’ en andere keren in ‘Waarde B’. Door al deze terreinen te plaatsen in ‘Waarde B’ is er eenduidigheid gecreëerd geldt voor alle terreinen een archeologieplicht vanaf 50m2.

Deze wijziging heeft ook een gevolg voor de AMK-terreinen in de andere twee gemeenten waarmee Alkmaar in 2016 gefuseerd is. Hier liggen in het veengebied ontginningsassen waarlangs de bewoning in het verleden geconcentreerd is geweest. De volledige ontginningsassen waren al beschermd met ‘Waarde B’. Binnen deze assen waren op hun beurt weer locaties aangewezen als een AMK-terrein met 'Waarde A’. Op deze plekken is een sterk vermoeden dat er een huisplaats ligt vanwege het aantreffen van huishoudelijk afval en/of verhogingen in het landschap.

Doordat zowel de AMK-terrein als de ontginningsassen nu in ‘Waarde B’ zijn geplaatst is voor deze gebieden een eenduidiger beleid van kracht en sluiten de AMK-terreinen aan bij de terreinen in de rest van de gemeente.

afbeelding binnen de regeling

Weergave van prehistorische vindplaatsen gegeneerd op basis van vondstmeldingen uit ARCHISII uit Alkmaar en de omgeving van Alkmaar. Paars is bronstijd, rood is (inheems) Romeins en geel is Romeins. Te zien is dat er op het Alkmaars gebied tot nu toe betrekkelijk weinig vindplaatsen uit deze periode zijn.

Strandwallen

Ook de delen van de strandwal die op het grondgebied van de gemeente Alkmaar aanwezig zijn worden strenger beschermd. Deze hadden eerst archeologieregimes die varieerden tussen archeologieplicht vanaf 500m2 bodemverstoring en 5000m2 bodemverstoring. Inmiddels is gebleken dat aanliggende gemeentes daar een strenger archeologieregime hanteren met een ondergrens van 100m2, dit omdat de vondstdichtheid voor de prehistorie aanzienlijk hoger is dan in 2016 aangenomen werd. De vele recente bouwprojecten in met name Heiloo hebben dit overtuigend aangetoond. Gekozen is om aan te sluiten bij het 100m2 regime en daarom hebben de strandwallen waarde archeologie C gekregen.

Oudorperpolder

De afgelopen jaren is veel onderzoek verricht naar de kastelen en hun omgeving in de Oudorperpolder. Het blijkt dat rondom de kastelen veel meer in de ondergrond gebeurd dan voorheen gedacht werd. De polder heeft nu een strenger regime gekregen namelijk waarde archeologie C, archeologische verplichtingen vanaf 100m2 grondverzet.

Begraafplaatsen

Met de nieuwe kaart is ook meer aandacht besteedt aan de begraafplaatsen die zich naast en rondom kerken bevinden. De kerkterreinen waren al aangewezen als ‘Waarde A’ in de oude verwachtingskaart. Met de nieuwe kaart zijn ook de begraafplaatsen in dit regime geplaatst. Voor de contouren van de begraafplaatsen is hoofdzakelijk de omvang van het terrein op de Kadastrale Minuut (circa 1820) gehanteerd. De verhoging van de archeologische verwachting was noodzakelijk omdat de kans op het aantreffen van menselijke resten in de directe omgeving van een oude kerk logischerwijs zeer hoog is. Vanwege de mogelijk hoge dichtheid van graven en de voorzichtigheid die nodig is in de omgang van menselijke resten is gekozen om deze terreinen een hoge verwachting te geven.

5 Samenvatting

Met de nieuwe geactualiseerde archeologische verwachtingskaart voldoet de gemeente Alkmaar (weer) aan haar wettelijke zorgplicht voor de archeologie. De nu bekende en de te verwachten vindplaatsen hebben een plaats gekregen op de archeologische verwachtingskaart. Dit instrument biedt de mogelijk om en snel en voldoende afgewogen beslissingen te kunnen nemen bij het verlenen van omgevingsvergunningen. De kaart zal in nagenoeg alle gevallen de plaats in kunnen nemen van een bureauonderzoek. Dit zorgt voor een administratieve- en financiële lastenverlichting voor initiatiefnemers.

In veel gevallen zullen de inwoners- en ondernemers niet onevenredig gehinderd worden door de verzwaring van de archeologieregimes. In veel gevallen wordt men in de gebieden die strenger geworden zijn pas geconfronteerd met archeologie wanneer er een totale nieuwbouw gaat plaatsvinden. In de gevallen wanneer men wel met archeologie geconfronteerd wordt hanteert de gemeente een ruimhartig beleid waarbij administratieve-, organisatorische- en financiële lastendrukverlaging het uitgangspunt zijn. Deze zijn vastgelegd in de beleidsnota erfgoed Alkmaar 2016-2026.

Samengevat: wijzigingen ten opzichte van de Archeologische verwachtingskaart 2016

  • Dorpskernen hebben allemaal het archeologieregime B, dat wil zeggen dat archeologische verplichtingen pas noodzakelijk zijn vanaf bodemverstoringen van meer dan 50m2 en dieper dan 35 cm. De kernen uit de voormalige gemeenten Graft-de Rijp en Schermer hadden al dit regime. De kern van Oudorp is hiermee in een strenger regime geplaatst, maar Koedijk is versoepeld.

  • Plattegronden van boerderijen en voormalige boerderij- en huisplaatsen en gehuchten zijn van waarde B naar waarde C versoepeld en er zijn een aantal nieuwe boerderij- en huisplaatsen toegevoegd.

  • In de Mijzenpolder is een middeleeuwse potentiële bewoningsas met resten van terpen aangewezen als gebied met waarde archeologie B.

  • De koppen van de veeneilanden in de Eilandspolder hebben allemaal een waarde archeologie B gekregen vanwege de potentiële aanwezigheid van middeleeuwse huisterpen.

  • Strandwallen zijn van 5000 en 500m2 regimes aangepast naar waarde C, dat wil zeggen dat archeologische verplichtingen noodzakelijk zijn bij bodemverstoringen van meer dan 100m2 en dieper dan 40 cm. Hiermee wordt aangesloten bij de beleidskaarten van de gemeente Heiloo.

  • Voormalige begraafplaatsterreinen rondom kerken en verdwenen kerken hebben waarde archeologie A gekregen, dat wil zeggen dat archeologische verplichtingen noodzakelijk zijn vanaf bodemverstoringen van meer dan 25m2 en dieper dan 20 cm. Ook het voormalige galgenveld aan de Korte Molenweg/Slingerdijk is ruim als waarde A aangewezen vanwege de kans op begravingen rondom de galg.

  • Het archeologisch verwachtingsregime waarde E is van 10.000m2 gewijzigd naar 2500m2

  • Door het Rijk aangewezen AMK terreinen zijn in de nieuwe archeologische verwachtingskaart verwerkt en hebben waarde B gekregen. De Alkmaarse binnenstad is hierop een uitzondering, hier blijft onverminderd het strengste regime A van toepassing.

  • In de omgevingsplanregels zal de uitzondering van geen archeologieplicht bij het vervangen van al bestaande bebouwing binnen het bouwvlak worden verwijderd om de archeologische resten beter te beschermen.

  • Wanneer binnen een ontwikkelingsgebied onverhoopt twee verschillende archeologieregimes van toepassing zijn, dan is het zwaarste regime leidend.

  • Oude geologische structuren die in potentie geschikt waren voor bewoning hebben waarde archeologie E gekregen.

  • De oude categorie waarde E met een vrijstellingsgrens van 10.000 m2 is verzwaard naar 2500m2.

afbeelding binnen de regeling

Bronnen

Remote sensing

Actueel Hoogtebestand Nederland www.ahn.nl

Satellietdataportaal www.satellietdataportaal.nl

Webviewer remote sensing voor archeologie: https://rce.webgispublisher.nl/Viewer.aspx?map=Prospectie%5Fremote%2Dsensing%5Fbronnen

Beleidskaarten

Archeologische Monumentenkaart: https://www.cultureelerfgoed.nl/onderwerpen/bronnen-en-kaarten/overzicht/archeologie-in-nederland-amk-en-ikaw

Archeologische verwachtingskaart 2016 gemeente Alkmaar.

Archeologische beleidskaart gemeente Heiloo zoals vastgelegd in de vigerende bestemmingsplannen.

Archeologische beleidskaart gemeente Bergen zoals vastgelegd in de vigerende bestemmingsplannen.

Archeologische beleidskaart gemeente Wormerland zoals vastgelegd in de vigerende bestemmingsplannen

Archeologische beleidskaart gemeente Dijk en Waard zoals vastgelegd in de vigerende bestemmingsplannen

Archeologische beleidskaart gemeente Koggenland zoals vastgelegd in de vigerende bestemmingsplannen

Archeologische beleidskaart gemeente Purmerend zoals vastgelegd in de vigerende bestemmingsplannen

Archeologische beleidskaart gemeente Uitgeest zoals vastgelegd in de vigerende bestemmingsplannen

Archeologische beleidskaart gemeente Castricum zoals vastgelegd in de vigerende bestemmingsplannen

Geologie en paleogeografie

Kluiving, S., 2016: Paleogeografische reconstructie van de gemeente Alkmaar (9000 voor Chr. tot 1500 na Chr.) en toelichting nieuwe geologische kaart. GEO-logical reeks 77, Delft.

Vos, P., M. van der Meulen, H. Weerts en J. Bazelmans 2018: Atlas van Nederland in het Holoceen. Landschap en bewoning vanaf de laatste ijstijd tot nu, Amsterdam (Prometheus)

Historisch kaartmateriaal

Kadastrale minuutplannen 1811-1832 Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

16-bladige kaart van 't Hoogh-heemraetschap vande Uijtwaterende Sluysenin Kennemerland ende West-Vrieslandt. Bovanaan v.l.n.r. de wapens van Dhr. Cornelis van Eyck Dijkgraaf, Dhr. Claas Swaan Hoogh-heemraad, Dhr. Gerard Stuylingh Hoogh-heemraad, Dhr. Dirk Sevenhuysen Hoogh-heemraad, Gerbrand Crol Hoogh-heemraad, Dhr. mr. Johan Baert Rentmeester ende Secretaris. In het midden het wapen van het Hoogheemraadschap v.d. Uitwaterende sluizen omgeven door een allegorische voorstelling die de taak van het Hoogheemraadschap uitbeeld. Vervaardigd door J. Dou 1745, nummer PR1005667, collectie Regionaal Archief Alkmaar.

Kaart van de Vroonlanden bij Alkmaar. 16de eeuw. Afmetingen 0.58 x 1.45 m mogelijk daterend uit 1532. Vervaardigd door Buys . VTH Inventaris van de verzameling binnenlandse kaarten Hingman, ca. 1500-1813 (ca. 1870), Nationaal Archief, inventarisnummer 2507

Kaart van de Vroonlanden bij Alkmaar. Afmetingen 2.10 x 1.20 m mogelijk daterend uit1532. Vervaardigd door Buys. VTH Inventaris van de verzameling binnenlandse kaarten Hingman, ca. 1500-1813 (ca. 1870), Nationaal Archief, inventarisnummer 2508

"Caerte van de Scher-meer, alsoo deselve is bedijckt ende bij cavels van 15 morgen suijver landt door lotinge uijtgedelt, op den 15 october Anno 1635, ende aldus met groote verbeteringe int licht gegeven door Claes Janss. Vischer". Gedeeltelijk ingekleurde kavelkaart van de Schermer met rechtsonder het wapen van de Schermer. Getekend op een schaal van 600 'Schermeer Lant Roeden'. J.C. Visscher 1635 collectie Regionaal Archief Alkmaar / PR 1005083

'Caerte van de Schermeer met hare Dijcken, Wegen, Wateringen ende Cavel-Slooten. In te voegen als de zelve is 'Bedijckt, Gerooyt, ende in Cavels van vijfthien morgens tot 600 Roeden 't Morgen Suyverland verdeelt: Volgens welche jeder zijn Part bij Loting ontfangen heeft op den 25 october Anno 1635', Pieter Wils, collectie Regionaal Archief Alkmaar / PR1005666

J. Dou 1662, TERRITORII BERGENSIS ACCVRATISSIMA DESCRIPTIO, uitgegeven door J. Blaeu

E. DuBurck 1957 Bodemkundige Overzichtskaart van het Geestmerambacht.

Algemeen

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), & Caspers, M. (z.d.). Handreiking Archeologievriendelijk bouwen. https://www.cultureelerfgoed.nl/binaries/cultureelerfgoed/documenten/publicaties/2016/01/01/handreiking-archeologievriendelijk-bouwen/rce005-brochure_archeologischvriendelijk_bouwen_0.pdf


Noot
1

Beleidsnota Erfgoed Alkmaar 2016-2026, 41.

Noot
2

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) & Caspers, z.d, 5.

Noot
3

Idem, 5.

Noot
4

Idem, 6.

Noot
5

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) & Caspers, z.d, 7.

Noot
6

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) & Caspers, z.d, 7.

Noot
7

Vos, P., M. van der Meulen, H. Weerts en J. Bazelmans 2018.