Beleidsplan Afval en Grondstoffen 2021-2026

Geldend van 03-12-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsplan Afval en Grondstoffen 2021-2026

1. Samenvatting

Het huidige beleidsplan van de gemeente Landsmeer (hierna: “Landsmeer”) is verlopen. Dit nieuwe beleidsplan volgt het oude beleidsplan op en heeft een looptijd van 2021 tot en met 2026. Het jaar 2021 is een implementatie jaar. Vanaf medio 2022 zal Landsmeer uitvoering geven aan dit beleidsplan. Landsmeer wil binnen dit beleidsplan vier doelstellingen realiseren:

afbeelding binnen de regeling

Milieudoelstelling: Beperken van de hoeveelheid restafval van 243 kilogram (in 2019) met tenminste 35% naar ca. 158 kilogram per inwoner in 2026.

afbeelding binnen de regeling

Milieudoelstelling: Verhogen van het aandeel gescheiden ingezamelde grondstofstromen van 52% (in 2019) naar 66% in 2026. Tenminste 85% van deze grondstofstromen wordt in 2026 aangewend voor recycling of hergebruik.

afbeelding binnen de regeling

Servicedoelstelling: Aanbieden van een passend serviceniveau aan inwoners. Inwoners kunnen zich dicht bij huis van tenminste zes afvalstromen ontdoen. Tenminste 90% van de inwoners ervaart geen problemen bij het ontdoen van afval.

afbeelding binnen de regeling

Financiele doelstelling: Beperken van de stijgende afvalbeheerkosten tot maximaal €1.31 miljoen per jaar in 2026 (i.p.v. €1,68 miljoen als de huidige werkwijze voorgezet wordt).

Om de doelstellingen te realiseren neemt Landsmeer een aantal beleidsmaatregelen. Door deze maatregelen ontstaat er een verbetering ten opzichte van de huidige situatie. In de huidige situatie is er sprake van:

  • Hoge afvalbeheerkosten en een forse gemeentelijke afvalstoffen heffing (ASH).

  • Veel restafval per inwoner.

  • Een laag scheidingspercentage (beperkte respons op inzamelmethodiek).

  • Inwoners die onvoldoende gefaciliteerd zijn om afval eenvoudig te kunnen scheiden.

  • Het ontbreken van een actueel overzicht met betrekking tot alle afvalinzameling en -verwerkingsdiensten.

In 2019 waren de totale afvalbeheerkosten van Landsmeer ca. €1,16 miljoen. Dat is ruim € 248,- per huishouden. Bij vergelijkbare gemeenten zijn de afvalbeheerkosten per huishouden ruim 20% lager. De hoge afvalbeheerkosten vertalen zich in een forse ASH. Als Landsmeer de huidige situatie doorzet, stijgen de jaarlijkse kosten naar ca. € 1,68 miljoen in 2026. Het gevolg daarvan is dat de ASH met 43% stijgt (in 2026 ten opzichte van 2021). Dit nieuwe beleid richt zich op het op orde brengen van de inzamelstructuur en daarbij behorende informatievoorziening. Hierdoor krijgt Landsmeer meer controle en grip op alle afvalinzameling en -verwerkingsdiensten binnen de gemeente.

In 2019 was de hoeveelheid restafval 243 kilogram per inwoner. Dit is 143kg boven de VANG-doelstelling van 100 kilogram restafval per inwoner in 2020. De huidige hoeveelheid restafval is een belangrijke oorzaak van de hoge afvalbeheerkosten. In het nieuwe beleid worden serviceprikkels doorgevoerd om het scheidingsgedrag van inwoners te beïnvloeden. Dit moet resulteren in een reductie van de hoeveelheid restafval. Voor het invoeren van financiële prikkels (zoals Diftar) is het nu nog te vroeg. Eerst moet een goed functionerende inzamelstructuur ontstaan, die past bij de specifieke omstandigheden in Landsmeer.

Belangrijke overweging bij dit beleid is dat gescheiden afvalinzameling op zichzelf niet duurzaam of kostenefficiënt is. Het gescheiden inzamelen van afval (grondstofstromen) wordt pas duurzaam en kostenefficiënt als de grondstofstromen hoogwaardiger dan restafval verwerkt kunnen worden. Hoogwaardiger is recycling (conform stap c van de afvalhiërarchie) of hergebruik (stap b van de afvalhiërarchie). Het heeft geen zin om afvalstromen gescheiden in te zamelen die na inzameling als restafval worden verwerkt.

Dit beleid bevat een pakket aan beleidsmatige maatregelen. Gezamenlijk realiseren deze de doelstellingen. De algemene maatregelen zijn samengevat weergegeven in afbeelding 1.

afbeelding binnen de regeling

Afbeelding 1: samenvatting van de algemene beleidsmaatregelen

Aanvullend wordt onderscheid gemaakt in twee deelgebieden: (1) inzameling in de wijk (bij hoog- en laagbouw) en (2) inzameling op de milieustraat. Samenvattend is de aanpak voor inzameling in de wijk in afbeelding 2 weergegeven.

afbeelding binnen de regeling

Afbeelding 2: Inzameling in de wijk. Afbeeldingen ter illustratie, dit zijn geen afbeeldingen van de inzamelmiddelen die geplaatst worden .

Het beheer en de exploitatie van de milieustraat wordt uitbesteed aan één gespecialiseerde marktpartij. De betreffende marktpartij verzorgt alle diensten die nodig zijn voor het beheer en de exploitatie van de milieustraat. Vervolgens wordt er vanuit deze marktpartij continue coördinatie toegepast. Hierdoor wordt het mogelijk om de activiteiten op de milieustraat steeds verder te optimaliseren en te wijzigen als wetgeving en/of ontwikkelingen daar aanleiding toe geven. Het serviceniveau en de afvalscheiding op de milieustraat kan daarmee gegarandeerd worden. Als de activiteiten op de milieustraat geoptimaliseerd worden ontstaan er efficiëntievoordelen waardoor de totale beheerkosten dalen.

Voor de uitvoering van dit beleidsplan werkt Landsmeer met een uitvoeringsplan. In het uitvoeringsplan wordt op operationeel gebied invulling gegeven aan dit beleidsplan. Het uitvoeringsplan heeft steeds een looptijd van twee jaar. Aan het einde van het uitvoeringsplan vindt tussentijdse evaluatie plaats. De evaluatie wordt gedeeld met het college en de raad van Landsmeer. De inwoners van Landsmeer worden (middels een enquête en informatieavond) ook betrokken bij de evaluatie. Op basis van de evaluatie wordt overwogen of er aanvullende maatregelen nodig en/of mogelijk zijn.

Om de beleidsmaatregelen uit dit beleidsplan door te kunnen voeren zijn ca. €672.000 aan eenmalige kosten nodig. De eenmalige kosten bestaan uit investerings- en implementatiekosten. De verwachting is dat de jaarlijkse afvalbeheerkosten als gevolg van dit beleidsplan in 2022 ca. €1,17 miljoen bedragen. Door indexering loopt dit op naar ca. €1,31 miljoen in 2026. Dit is ca. €380.000 (22%) per jaar lager dan wanneer de huidige situatie gecontinueerd wordt, waarbij de kosten zouden stijgen met 46%. De stijging van de ASH ‘beperkt’ zich daarmee tot ca. 20% (in 2026 ten opzichten van 2021). Aan het einde van dit beleidsplan moet inzamelstructuur op orde zijn gebracht, waardoor er niet opnieuw grote investeringen nodig zijn. Ook moet het mogelijk zijn om de hoeveelheid restafval -met aanvullende maatregelen- verder terug te brengen. De ASH zou zich dan stabieler moeten kunnen ontwikkelen.

2. Begrippenlijst

In dit beleidsplan worden verschillende specifieke begrippen gebruikt. Hieronder zijn deze begrippen verklaard. De begrippen zijn in het document niet consistent met een hoofdletter geschreven.

Begrip

Verklaring

AEC

Afvalenergiecentrale. Een AEC is een afvalverbrandingsinstallatie (AVI). Bij de verwerking van afval in een AVI komt energie vrij. Een AVI kan daardoor energie produceren (in technische zin in de vorm van elektriciteit, verwarming, koeling of stoomproductie). Als een AVI voldoende energie-efficiënt is krijgt deze een R1-status. Een AVI met een R1-status is een AEC. Afval dat in een AEC wordt verwerkt is te kwantificeren als verwerking met nuttige toepassing (stap d uit de Afval hiërarchie).

ASH

Gemeentelijke afvalstoffenheffing.

Afval hiërarchie

In de Wet milieubeheer (artikel 10.4 lid 1) is een prioriteitsvolgorde opgenomen voor het beheer van afvalstoffen (afvalhiërarchie). Deze is verder gedefinieerd in LAP3 als stap a tot en met stap e:

  • a)

    Preventie;

  • b)

    Voorbereiding voor hergebruik;

  • c)

    Recycling:

    • c1:

      recycling van het oorspronkelijke functionele materiaal in een gelijke of vergelijkbare toepassing;

    • c2:

      recycling van het oorspronkelijke functionele materiaal in een niet gelijke of vergelijkbare toepassing;

    • c3:

      chemische recycling;

  • d)

    Andere nuttige toepassing, waaronder energie terugwinning;

  • e)

    Verwijdering:

    • e1:

      verbranden als vorm van verwijdering;

    • e2:

      storten of lozen.

Bronscheiding

Methode van afvalscheiding waarbij afvalstromen direct bij de ontdoener (de inwoners) gescheiden ingezameld worden.

Diftar

Gedifferentieerde tarieven per huishouden/ontdoener. Per huishouden/ontdoener wordt geregistreerd hoeveel en wat voor soort afval er wordt aangebonden. Het aanbieden van minder afval resulteert in een lagere variabele afvalstoffen heffing voor dat huishouden/die ontdoener.

Fijn restafval

Huishoudelijk restafval dat wordt aangebonden in een minicontainerof een restafvalzak, of dat door particulieren wordt gebracht naareen (ondergrondse) restafvalcontainer.

GFT

Groente-, fruit-, tuinafval en etensresten.

GHA

Grof huishoudelijk afval.

Glas

Verpakkingsglas van huishoudens (holglas).

Grof restafval

Huishoudelijk afvalstoffen die zo afwijken naar aard, samenstelling of omvang (volume of afmetingen) dat deze apart aan een inzameldienst of een verwerker van afvalstoffen worden aangeboden en die overblijven nadat afzonderlijke deelstromen (grof tuinafval, meubels, particulier verbouwingsafval, matrassen, etc.) gescheiden zijn gehouden en gescheiden worden ingezameld/afgevoerd. Dit omvat ook de restfractie of fractie 'overig' op de milieustraat, alsook partijen gemengd grof afval die als zodanig worden aangebonden of bij de inzameling ontstaan (denk aan route-inzameling, het gebruik van (kraak)perswagens, etc.).

Hoogbouw

Manier van bouwen waarbij verschillende woonhuizen in meerdere bouwlagen op elkaar zijn gebouwd.

Laagbouw

Een woning met 1 bouwlaag en kap. Let op: een bouwlaag is niet hetzelfde als een verdieping. Bij laagbouw kan er wel spraken zijn van een bovenverdieping.

LAP3

Het derde landelijke afvalstoffen beheerplan, zoals vastgesteld door de Rijksoverheid (nieuwste versie maart 2021).

Minicontainers

Tweewiel rolcontainers van 140 of 240 liter.

Monostromen

(Afval)stromen die bestaan uit één materiaalsoort of één type product.

Nascheiding

Het scheiden dan wel sorteren van een gemengde afvalstroom in verschillende deelstromen, nadat deze bij de ontdoener (de inwoners) ingezameld zijn.

OPK

(Oud) papier en karton.

PMD

Plastic-, metalenverpakkingen en drankenkartons.

Respondenten

Inwoners die deel hebben genomen aan de inwonersenquête in 2021.

Restafval

Mengsel van naar aard en samenstelling verschillende onderdelenvan huishoudelijk afval dat ontstaat nadat afzonderlijke deelstromen(gft-afval, papier/karton, glas, enz.) gescheiden zijn gehouden engescheiden worden ingezameld/afgevoerd. Dit is zowel grof- als fijn huishoudelijk restafval.

VANG

Het Rijksprogramma Van Afval Naar Grondstof.

Verzamelcontainers

Containers waarop meerdere huishoudens aangewezen zijn voor het ontdoen van hun (huishoudelijk)afval.

In dit beleidsplan worden drie symbolen gebruikt. Deze symbolen hebben de volgende betekenis.

afbeelding binnen de regeling

De milieudoelstellingen zoals opgenomen in hoofdstuk 5 van dit beleidsplan. Dit sluit aan bij de component milieu uit de afvaldriehoek (zie hoofdstuk 3).

afbeelding binnen de regeling

De servicedoelstellingen zoals opgenomen in hoofdstuk 5 van dit beleidsplan. Dit sluit aan bij de component service uit de afvaldriehoek (zie hoofdstuk 3).

afbeelding binnen de regeling

De financiele doelstellingen zoals opgenomen in hoofdstuk 5 van dit beleidsplan. Dit sluit aan bij de component kosten uit de afvaldriehoek (zie hoofdstuk 3).

3. Aanleiding en context

In dit hoofdstuk is de context weergegeven waarbinnen dit beleidsplan gelezen moet worden.

3.1. Aanleiding: het oude beleidsplan is afgelopen

Het huidige beleidsplan van Landsmeer liep van 2015 tot en met 2020. Dit nieuwe beleidsplan ‘Afval & Grondstoffen’ volgt het oude beleidsplan op.

3.2. Gescheiden inzameling huishoudelijk afval: een wettelijke taak van Landsmeer

Volgens de Wet milieubeheer zijn gemeenten wettelijk verplicht om huishoudelijk afval (gescheiden) in te zamelen. Gemeenten en de Rijksoverheid hebben bovendien de ambitie vastgelegd dat in 2020 de hoeveelheid restafval (fijn en grof) gemiddeld niet meer dan 100 kilogram per persoon per jaar mag zijn en dat 75% van het huishoudelijk afval moet worden gescheiden (VANG doelstelling 2020).

3.3. Landelijke ontwikkelingen: op weg naar een circulaire economie

De Rijksoverheid streeft een circulaire economie na. Het doel is helder: Nederland volledig circulair in 2050. In deze circulaire economie bestaat geen afval en worden grondstoffen steeds opnieuw gebruikt.

afbeelding binnen de regeling

Afbeelding 3: Schematisme weergave circulaire economie

In het Rijksbrede programma Circulaire Economie staat wat nodig is voor een circulair Nederland in 2050. Dit vraagt om een integrale en andere benadering van afvalstoffen. In 2030 wil Nederland al 50% minder primaire grondstoffen gebruiken (mineralen, metalen en fossiel). Om dit te realiseren moeten zo veel mogelijk grondstoffen worden teruggewonnen uit afval. Vanuit Rijkswaterstaat wordt deze transitie vertaald in verschillende wet- en regelgeving. Landsmeer moet hier invulling aan geven. De belangrijkste en meest recente ontwikkelingen zijn:

  • Het per 2 maart 2021 gewijzigde derde landelijk afvalbeheerplan (LAP3) (wet- en regelgeving);

  • VANG Huishoudelijk afval (beleidskaders en doelstellingen).

  • Invoering van statiegeld op PET-flesjes en blikjes.

  • Verplichting voor bedrijven om afval te scheiden.

3.4. Ontwikkelingen binnen de gemeente: duurzaamheidsvisie

Landsmeer heeft een duurzaamheidsvisie 2018 – 2024 vastgesteld. De doelstellingen voor afval en grondstoffen uit deze visie zijn:

  • Behalen van de VANG-doelstelling in 2025 (maximaal 100 kilogram restafval per inwoner en een scheidingspercentage van minimaal 75% voor huishoudelijk afval)

  • Goede schoonheidsgraad in woongebieden en centrum.

  • Stimuleren van de circulaire economie (van afval naar grondstof)

3.5. Afvaldriehoek: milieu, service en kosten

Afvalbeleid wordt doorgaans beoordeeld aan de hand van de afvaldriehoek. Deze driehoek bestaat uit de componenten (1) milieu, (2) service en (3) kosten. Nieuw beleid moet leiden tot een verbetering op minimaal één van de onderdelen uit de afvaldriehoek.

afbeelding binnen de regeling

Afbeelding 4: afvaldriehoek

3.6. Voorbereiding: onderzoek inzamelscenario’s en inwonersenquête 2021

In januari 2021 is er een onderzoek uitgevoerd naar de best passende inzamelstrategie1. Vervolgens is de (op basis van het onderzoek) voorgestelde inzamelstrategie in maart 2021 door de gemeenteraad vastgesteld. Deze vastgestelde inzamelstrategie is als basis voor dit beleidsplan gebruikt. Op 31 maart 2021 is er een (digitale) informatieavond voor inwoners gehouden. Tijdens deze informatieavond is de inzamelstrategie toegelicht en zijn gestelde vragen over de totstandkoming van de inzamelstrategie beantwoord. In totaal hebben achttien inwoners deelgenomen aan de informatieavond. In april 2021 is er een inwonersenquête gehouden. Deze enquête is door 246 inwoners beantwoord2. De verkregen input uit de informatieavond en de inwonersenquête is verwerkt in dit beleidsplan.

4. Waar staat Landsmeer nu?

4.1. Analyse huidige situatie in 2019

Gegevens over het kalenderjaar 2019 zijn als input voor de uitgevoerde analyses met betrekking tot de huidige situatie gebruikt. Het onderzoek naar de situatie in Landsmeer is in 2020 gestart. Op dat moment waren de totaalgegevens over 2020 nog niet bekend. Er is toen gekozen om met de cijfers uit 2019 te werken. Daarnaast zijn de inzamelgegevens over 2020 in mindere mate representatief door de COVID-pandemie (het aanbod van huishoudelijk afval is hierdoor in alle Nederlandse gemeenten substantieel hoger).

4.2. Hoge afvalbeheerkosten en forse gemeentelijke afvalstoffenheffing

In 2019 waren de totale afvalbeheerkosten ca. €1,16 miljoen. In vergelijking tot andere (vergelijkbare) gemeenten zijn de afvalbeheerkosten hoog. De afvalbeheerkosten in Landsmeer zijn daarmee ruim €248,- per huishouden. In Nederland is het gemiddelde €215,- per huishouden. Bij vergelijkbare gemeenten ligt het gemiddelde op €204- per huishouden; ruim 20% lager. Als de huidige situatie doorgezet wordt, stijgen de jaarlijkse kosten naar ca. €1,68 miljoen in 2026.

Door de hoge afvalbeheerkosten is de gemeentelijke afvalstoffenheffing (ASH) in Landsmeer relatief hoog. Zeker wanneer de ASH vergeleken wordt met vergelijkbare gemeenten.

Benchmark ASH

1 persoon

1ste meer persoonstarief3

Dekking

Landsmeer

€260,35

€304,10

96%

Gemiddelde in Nederland

€187,85

€246,44

98%

Gemiddelde in gemeente met 10.000 tot 20.000 inwoners

€167,89

€227,41

99%

Gemiddelde in gemeente met zelfde stedelijkheidsklasse

€128,78

€249,16

99%

Gemiddelde in gemeente met vergelijkbaar aantal inwoners en stedelijkheidsklasse

€180,77

€254,-

98%

Tabel 1: Benchmark ASH o.b.v. aantal inwoners en stedelijkheidsklasse

Benchmark ASH

1 persoon

1ste meer persoonstarief

Dekking

Landsmeer (243 kg restafval)

€260,35

€304,10

96%

Gemiddelde 220 -250 kg restafval

€221,92

€209,95

99%

Gemiddelde >200 kg restafval

€217,72

€279,42

99%

Gemiddelde 150-200 kg restafval

€181,41

€242,45

98%

Gemiddelde 100 – 150 kg restafval

€171,23

€226,50

99%

Gemiddelde <100 kg restafval

€136,76

€185,40

99%

Tabel 2: Benchmark afvalstoffenheffing o.b.v. ingezamelde hoeveelheid restafval

4.3. Veel restafval per inwoner

In 2019 was de hoeveelheid restafval (fijn en grof) 243 kilogram per inwoner. Dit is 143kg boven de VANG-doelstelling van 100 kilogram restafval per inwoner in 2020. Vergelijkbare gemeenten hebben gemiddeld ca. 163 kilogram restafval per inwoner.

De huidige hoeveelheid restafval is een van de belangrijkste redenen voor de hoge afvalbeheerkosten. Restafval is een dure afvalstroom om te verwerken, voornamelijk door het relatief hoge verwerkingstarief en de daarbij horende wettelijke toeslagen.

4.4. Laag scheidingspercentage (beperkte respons op inzamelmethodiek)

Het scheidingspercentage voor huishoudelijk afval was in 2019 ca. 52%. Onderdeel van de VANG-doelstelling is dat minimaal 75% van de hoeveelheid huishoudelijk afval gescheiden wordt. Vooral de gescheiden ingezamelde hoeveelheden GFT, OPK en PMD zijn opvallend laag. Landsmeer past voor deze stromen immers huis aan huis inzameling toe. Conclusie is dat de huidige inzamelstrategie niet het gewenste scheidingsgedrag bij inwoners bewerkstelligt.

In tabel 3 is een overzicht van de inzamelresultaten over 2019 opgenomen. Deze zijn vergeleken met de resultaten in andere gemeenten4.

Hoeveelheden in kilogrammen

Per inwoner Landsmeer

Per inwoner Nederland

Per inwoner weinig stedelijk

Per inwoner zelfde stedelijkheid aantal inwoners

Huishoudelijk afval

533

526

515

531

Restafval (fijn & grof)5

243

181

185

163

Fijn restafval

224

151

156

138

Grof restafval

28

30

29

25

GFT

87

111

115

126

OPK

37

58

59

62

PMD

9

24

24

27

Glas

20

23

25

24

Tabel 3: huidige inzamelresultaten in kilogrammen per afvalstroom.

In afbeelding 5 is de huidige samenstelling6 van het fijn restafval weergegeven. In afbeelding 6 is het resultaat van de gescheiden inzamelstructuur afgezet tegen de mate waarin deze stromen nog aanwezig zijn in het fijn restafval.

In afbeelding 5 is 212 kilogram restafval per inwoner weergeven. Dit betreft het huis aan huis ingezamelde fijn restafval. Grof restafval (28 kilogram per inwoner in 2019) en op de milieustraat ingezameld fijn restafval (17 kilogram per inwoner in 2019) zijn niet in de analyse meegenomen.

In afbeelding 5 en 6 is de samenstelling van het fijn restafval gebaseerd de sorteeranalyse uit 2020. Een sorteeranalyse betreft altijd een momentopname. Landsmeer laat ieder jaar een sorteeranalyse op het huis aan huis ingezamelde fijn restafval uitvoeren. In tabel 4 is het resultaat van de in 2018, 2019 en 2020 uitgevoerde sorteeranalyse naast elkaar weergegeven. Hieruit blijkt het lage scheidingspercentage consistent is evenals de belangrijkste (nog) aanwezige grondstofstromen.

afbeelding binnen de regeling

Afbeelding 5: samenstelling fijn restafval.

afbeelding binnen de regeling

Afbeelding 6: resultaat gescheiden inzamelstructuur t.o.v. samenstelling fijn restafval.

Afvalstroom

2018

2019

2020

GFT

49,30%

39,60%

37,40%

Papier en karton

12,70%

11,70%

10,00%

Hygiënisch papier

5,80%

9,20%

7,40%

Drankenkartons

1,60%

1,30%

1,50%

Kunststoffen

10,00%

13,60%

10,20%

Glas

2,20%

2,40%

5%

Metalen

2,10%

2,00%

3,30%

Textiel

7,00%

5,00%

4,50%

Puin en keramiek

1,60%

0,30%

0,60%

Hout

1,30%

5,90%

0,80%

KCA

<0,1%

<0,1%

0,03%

Elektrische apparaten

0,10%

0,10%

1,20%

Overig afval

6,30%

8,90%

17,90%

Totaal

100,00%

100,00%

100,00%

Tabel 4: samenstelling fijn restafval (huis aan huis ingezameld) in 2018 tot en met 2020.

4.5. Inwoners zijn onvoldoende gefaciliteerd

In de inwonersenquête is gevraagd hoe Landsmeer afvalscheiding onder inwoners kan stimuleren. In ca. 65% van de antwoorden komt terug dat passende inzamelmiddelen ontbreken. Veel inwoners van laagbouw woningen vragen om een extra minicontainer waar PMD en/of OPK gescheiden gehouden kan worden. Inwoners van hoogbouw woningen geven veelvuldig aan dat verzamelcontainers vol of anderszins niet beschikbaar zijn.

Uit de inwonersenquête blijkt dat ruim 55% van de inwoners vindt dat verzamelcontainers te ver van hun woning verwijderd zijn7. Dit werpt -zeker wanneer restafval gratis opgehaald wordt- een drempel op om afval gescheiden aan te bieden.

Meer dan 23% van de inwoners geeft aan structureel problemen te ervaren bij het ontdoen van huishoudelijk afval. Het gaat hierbij voornamelijk om slecht functionerende containers, ontbreken van nabijgelegen brengpunten en onvoldoende capaciteit in de beschikbare minicontainers (te snel vol). Slechts in specifieke gevallen betreft het situaties waarvoor maatwerk noodzakelijk is (bijv. als gevolg van een medische aandoening).

4.6. Actueel overzicht ontbreekt

De gemeente heeft te beperkte capaciteit (in kwantiteit en expertise) om alle aspecten, die horen bij inzameling en verwerking van huishoudelijk afval, passend te monitoren en te beheren. Het ontbreekt hierdoor aan actueel overzicht en inzicht. Er zijn relatief veel contractpartijen die inzamel- en/of verwerkingsdiensten aan Landsmeer leveren. Deze partijen zijn allemaal (logischerwijs) gefocust op hun eigen onderdeel. De informatie, die periodiek door deze partijen wordt verstrekt, wordt onvoldoende samengebracht, geanalyseerd en toegepast. Landsmeer is hierdoor niet in staat om proactief in te spelen op ontwikkelingen. Hierdoor blijven kansen voor optimalisatie en efficiëntie onbenut. Verder worden mogelijke problemen hierdoor niet tijdig gesignaleerd, waardoor Landsmeer achter de feiten aanloopt.

4.7. Milieustraat functioneert niet optimaal

In de inwonersenquête is gevraagd naar de mate waarin de milieustraat bezocht wordt. Ruim 65% van de respondenten komt vaker dan vier keer per jaar op de milieustraat. Bijna 40% van de respondenten komt zelfs vaker dan zes keer per jaar op de milieustraat. De bereidheid van inwoners om huishoudelijk afval naar de milieustraat te brengen is dus groot. Als dit vergeleken wordt met het inzamelresultaat van de milieustraat blijkt dat deze -ondanks de hoge bereidheid- niet optimaal functioneert. Belangrijke oorzaak hiervan is de gefragmenteerde organisatie omtrent het beheer en de exploitatie. De activiteiten worden in de huidige situatie uitgevoerd door verschillende partijen:

  • Beheer en inzameling: Landsmeer;

  • Beschikbaar stellen van inzamel- en transportmiddelen: externe transporteur, Landsmeer en externe (apart gecontracteerde) verwerkers;

  • Transport van ingezameld afval: externe transporteur en externe (apart gecontracteerde) verwerkers;

  • Contracteren van verwerkers: via regionale verwerkingspartner, via externe transporteur en door Landsmeer (i.s.m. andere gemeenten).

In voornoemde activiteiten zijn in belangrijke mate complementair aan elkaar. Er is dus sprake van afhankelijkheid tussen de verschillende activiteiten. De verschillende activiteiten kunnen niet volledig los van elkaar worden gezien. De huidige gefragmenteerde aanpak van het beheer en de exploitatie resulteert in een situatie waarin:

  • Informatie over ingezamelde, getransporteerde en verwerkte hoeveelheid per afvalstroom moeilijk (tijdig) compleet te krijgen is. Een actueel en (altijd) beschikbaar totaaloverzicht ontbreekt. Hierdoor is het voor de beheerder (Landsmeer) lastig om kansen voor optimalisaties eenduidig te signaleren. Kansen voor efficiëntie en kostenreductie blijven daardoor onbenut.

  • Landsmeer leunt op de door de regionale verwerkingspartner en/of externe transporteur afgesloten contracten en/of zelf gemaakte (jaarlijkse) afspraken met verwerkers. Het centrale inzicht in de gemaakte (contract)afspraken ontbreekt. Voor verschillende afvalstromen is de contractuele status t.b.v. verwerking onduidelijk.

  • De externe transporteur, de regionale verwerkingspartner en de (rechtstreeks) door Landsmeer gecontracteerde verwerkers naar eigen inzicht de dienstverlening uitvoeren. Doordat centrale coördinatie over de betrokken partijen ontbreekt kan inzameling, logistiek en verwerking niet optimaal op elkaar afgestemd worden. Kansen voor efficiëntie en kostenreductie blijven daardoor onbenut.

  • Landsmeer niet flexibel kan inspelen op ontwikkelingen. Interventies in de wijk die gericht zijn op het verminderen van de hoeveelheid restafval en daarmee consequenties hebben voor inzameling op de milieustraat kunnen daardoor niet tijdig opgevangen worden.

4.8. Inwoners zijn zich (vaak) onvoldoende bewust van hun rol

Bijna 13% van de respondenten is niet bewust bezig met afvalscheiding binnen het huishouden. Al het afval komt volgens deze inwoners ‘toch op zelfde hoop terecht’ en/of scheiden maakt volgens deze groep geen essentieel verschil. Het gemis aan bewustwording is daarmee veruit de belangrijkste oorzaak voor het ontbreken van het gewenste scheidingsgedrag binnen deze groep.

Ruim 87% van de respondenten zijn binnen het huishouden bewust bezig met afvalscheiding. Binnen deze groep zijn er echter veel vragen over de wijze waarop dit moet gebeuren. Het ontbreekt inwoners dus aan inzicht.

5. Wat wil Landsmeer bereiken?

5.1. Financiële doelstelling: beperken van kosten voor inzameling en verwerking

Doelstelling:

  • Jaarlijkse afvalbeheerkosten in 2026 zijn maximaal €1,31 miljoen per jaar.

  • Na 2026 lopen de jaarlijkse afvalbeheerkosten niet verder op. Waardoor het niet nodig moet zijn om de ASH (substantieel) te verhogen.

afbeelding binnen de regeling

Stijging van afvalbeheerkosten heeft direct invloed op de ASH. Wonen in Landsmeer moet voor iedereen betaalbaar blijven. De stijging van afvalbeheerkosten moet daarom zo veel mogelijk beperkt worden.

Landsmeer moet grip krijgen op haar afvalbeheerkosten zodat er voor de langere termijn een voorspelbaar kostenniveau gerealiseerd wordt. Uiteindelijk moet er een situatie ontstaan waarin er weer zicht komt op een verlaging van de ASH.

5.2. Milieudoelstelling: beperken van de hoeveelheid restafval

Doelstelling:

  • Reduceren van de hoeveelheid restafval die meetelt voor de VANG-doelstelling met 35% ten opzichten van de 243 kilogram in 2019. In 2026 is de hoeveelheid restafval maximaal 158 kilogram per inwoner.

Het terugdringen van de hoeveelheid restafval tot 100 kilogram per inwoner (VANG-doelstelling) is binnen dit beleidsplan niet realistisch. Dit komt door vertrekpunt (243 kilogram in 2019), de huidige inzamelstructuur (niet toereikend) en de beschikbare tijdspanne (uitvoeringsperiode van vijf jaar). Het is wel mogelijk om binnen de termijn van dit beleidsplan belangrijke eerste stappen te zetten waarmee de hoeveelheid restafval fors gereduceerd wordt.

afbeelding binnen de regeling

5.3. Milieudoelstelling: meer inzamelen van grondstofstromen

Doelstelling:

  • Het scheidingspercentage voor huishoudelijk afval is in 2026 tenminste 66%.

  • Tenminste 85% van de gescheiden ingezamelde afvalstromen wordt aangebonden voor recycling of hergebruik.

  • Tenminste 90% van de inwoners is in 2026 bewust bezig met (eigen) afvalscheiding.

afbeelding binnen de regeling

Het verhogen van het scheidingspercentage tot tenminste 75% (VANG-doelstelling) is binnen dit beleidsplan niet realistisch. Het is wel mogelijk om belangrijke eerste stappen te zetten waarmee de respons van inwoners op de gescheiden inzamelstructuur verbetert. Hiervoor moeten inwoners de middelen krijgen om afval te kunnen scheiden. Daarnaast moeten inwoners bewust worden gemaakt van hun rol en belang bij het verbeteren van scheidingsresultaten.

Afvalscheiding is geen doel op zich. Het gaat erom dat afvalstromen, die gescheiden ingezameld worden, ook hoogwaardiger verwerkt kunnen worden. Alleen dan ontstaat er daadwerkelijk een meer duurzame situatie. In de praktijk betekent dit dat afvalstromen, die gescheiden ingezameld worden, niet alsnog in een afvalverbrandingsinstallatie verwerkt moeten worden. De kwaliteit van de gescheiden ingezamelde afvalstromen moet daarom zodanig zijn dat deze voor recycling en/of hergebruik aangebonden kunnen worden.

5.4. Servicedoelstelling: aanbieden van een passend serviceniveau aan inwoners

Doelstelling:

  • Tenminste 80% van de inwoners moet zich dichtbij de woning kunnen ontdoen van alle fijn huishoudelijke afvalstoffen.

  • Tenminste 90% van de inwoners mag geen (structurele) problemen ervaren bij het ontdoen van huishoudelijk afval.

afbeelding binnen de regeling

Er moet een eenduidige inzamelstrategie uitgedragen worden naar inwoners van de gemeente. De inzamelstructuur waarin inwoners gebruik van kunnen maken moet op orde worden gebracht en voor iedereen duidelijk zijn. In de basis wordt er onderscheid gemaakt tussen afvalinzameling bij hoogbouw en bij laagbouw. Verdere uitzonderingen waarvoor maatwerk nodig is worden in kaart gebracht. In individuele gevallen moet een passende alternatieve oplossing aangebonden worden.

Het is belangrijk om inwoners bewust te maken van hun rol. Het gescheiden houden van huishoudelijke afvalstromen draagt bij aan het realiseren van een circulaire economie. Daarnaast heeft de mate waarin en wijze waarop huishoudelijk afval gescheiden wordt impact op de totale afvalbeheer kosten. Financiële voordelen die hierdoor ontstaan kunnen op termijn -via de ASH- ten goede komen aan inwoners.

Als inwoners een passend serviceniveau ervaren en hun afval eenvoudig gescheiden kunnen houden zijn vervolgstappen mogelijk. Hierbij kan gedacht worden aan het invoeren van nadere service- en financiële prikkels om het scheidingsresultaat te verhogen. Dit kan alleen als de basis op orde is en inwoners hierin goed meegenomen worden. Het (eventueel) invoeren van aanvullende financiële prikkels wordt altijd eerst voorgesteld aan de gemeenteraad.

6. Wat kan Landsmeer doen om de doelstelling te bereiken?

Om de doelstellingen te bereiken is het essentieel om het scheidingsgedrag van inwoners te beïnvloeden. Dit is nodig om de hoeveelheid restafval te reduceren. Het reduceren van de hoeveelheid restafval is belangrijk voor het realiseren van de (meeste) doelstellingen.

6.1. Invoeren van financiële prikkels en/of serviceprikkels

Uit de praktijk blijkt dat intrinsieke motivatie van inwoners en intensieve communicatie (vanuit de gemeente) onvoldoende is om de hoeveelheid restafval significant te verminderen. Naast (intensive communicatie) zijn aanvullende prikkels vanuit Landsmeer nodig. In de basis kan Landsmeer kiezen uit het invoeren van:

  • financiële prikkels (bijv. invoering van Diftar);

  • service prikkels (bijv. omgekeerd inzamelen, frequentie verlaging voor restafval, andere afvalstromen intensiever inzamelen, loopafstanden naar verzamelcontainers verkorten, etc.)

In afbeelding 7 is het effect van bepaalde maatregelen bij andere gemeenten weergegeven.

afbeelding binnen de regeling

Afbeelding 7: Mogelijke maatregelen (Bron: NVRD (Nederlandse Vereniging van Reinigingsdiensten), (branchevereniging van overheidsgerelateerde inzamelbedrijven.

6.2. Eerst serviceprikkels

Serviceprikkels wordt vaak omgedraaid met financiële prikkels. Gemeenten moeten eerst een passende inzamelstructuur aanbieden en de basis op orde hebben. Daarna zijn financiële prikkels toepasbaar en acceptabel voor inwoners. Landsmeer kiest -gezien de huidige situatie- eerst voor het invoeren van (voornamelijk) serviceprikkels. De huidige inzamelstructuur is niet toereikend, waardoor inwoners onvoldoende gefaciliteerd worden. Het onmiddellijk invoeren van een financiële prikkels zal daardoor niet het gewenste effect hebben.

Dit beleidsplan bevat een pakket aan maatregelen. Deze maatregelen realiseren gezamenlijk de doelstellingen (hoofdstuk 5). Als de maatregelen doorgevoerd en geaccepteerd zijn wordt het effect zichtbaar. Afhankelijk van hoe snel het effect optreedt worden vervolgstappen mogelijk. Dit kunnen aanvullende serviceprikkels en/of financiële prikkels zijn. Het invoeren van financiële prikkels tijdens de uitvoering van dit beleidsplan lijkt op voorhand niet opportuun. Er is tijd nodig om de inzamelstructuur op orde te brengen, serviceprikkels te effecturen (scheidingsgedrag beïnvloeden) en voldoende stuurinformatie te verkrijgen.

7. Wat is het plan in het algemeen

In dit hoofdstuk zijn de algemene maatregelen uitgewerkt. Deze zijn van toepassing op alle inwoners.

7.1.Inzamelstrategie: GFT, OPK, glas en textiel apart

Levert een bijdrage aan:

afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling

In tabel 5 is de inzamelstrategie opgenomen. Er is onderscheid tussen afvalstromen die aan huis opgehaald worden en afvalstromen die weggebracht moeten worden. De strategie verschilt per type woning (hoog- of laagbouw).

Afvalstroom

Laagbouw

Hoogbouw

Fijn restafval

26 keer per jaar aan huis ophalen.

Brengen naar verzamelcontainers in/rondom de hoogbouwlocatie.

GFT

26 keer per jaar aan huis ophalen.

Brengen naar verzamelcontainers in/rondom de hoogbouwlocatie.

OPK

13 keer per jaar aan huis ophalen. Inwoners kunnen ook gebruik maken van de verzamelcontainers in de wijk.

Brengen naar verzamelcontainers in de wijk.

Glas

Brengen naar verzamelcontainers in de wijk.

Brengen naar verzamelcontainers in de wijk.

Textiel

6 keer per jaar ophalen. Aanvullend brengen naar verzamelcontainers in de wijk.

Brengen naar verzamelcontainers in de wijk.

GHA

13 keer per jaar.

13 keer per jaar.

Tabel 5: inzamelstrategie

Alle niet expliciet genoemde afvalstromen worden niet ingezameld in de wijk. Deze afvalstromen moeten door inwoners naar de milieustraat worden gebracht.

Bijdrage aan doelstellingen:

afbeelding binnen de regeling

Het gescheiden inzamelen van GFT, OPK, glas en textiel zorgt voor een beperking van de hoeveelheid restafval. Als deze afvalstromen apart ingezameld worden kunnen deze aangewend worden voor recycling en/of hergebruik.

afbeelding binnen de regeling

Inwoners kunnen zich nabij hun woning van zes afvalstromen ontdoen.

afbeelding binnen de regeling

Reductie van de hoeveelheid fijn restafval, door intensiveren gescheiden inzameling, zorgt voor lagere verwerkingskosten.

7.2. GHA ophalen: op aanmelding en tegen betaling

Levert een bijdrage aan:

afbeelding binnen de regeling

Grof huishoudelijk afval (GHA) wordt 13 keer per jaar, in iedere wijk, opgehaald. Inwoners kunnen zich voor de inzamelronde in hun wijk aanmelden. Inwoners die zich aangemeld hebben mogen maximaal 3 m3 aan GHA ter inzameling aanbieden.

Iedere maand wordt er dus een variabele route door de gemeente afgelegd waarin het aangemelde GHA, dat op straat aangebonden is, wordt ingezameld. Huis aan huis inzameling van GHA is relatief duur voor Landsmeer. Voor deze inzameldienst brengt de gemeente een vast aanvullend tarief, per aanmelding, in rekening. Dit tarief moet de inzamelkosten, die de gemeente maakt, dekken. De exacte omvang van het tarief moet nader worden vastgesteld (o.b.v. daadwerkelijke kosten). Aangenomen moet worden dat het tarief per aanmelding hoger zal zijn dan het huidige tarief (€16,25). GHA kan daarnaast door inwoners gratis naar de milieustraat worden gebracht.

Ongesorteerd GHA is grof restafval. In GHA zitten echter verschillende monostromen die aanwent kunnen worden voor recycling en/of hergebruik. Het huis aan huis ingezamelde GHA wordt daarom op de milieustraat door Landsmeer gesorteerd. Dat wil zeggen dat de aanwezige monostromen uit het GHA worden gehaald. Deze worden in de daarvoor bestemde containers op de milieustraat gedeponeerd. Alleen het grof restafval (dat wat niet voor recycling en/of hergebruik aangewend kan worden) wordt als restafval verwerkt.

Bijdrage aan doelstellingen:

afbeelding binnen de regeling

Het aanbieden van huis aan huis GHA inzameling is een service die Landsmeer aanbiedt.

7.3. PMD: bij het restafval

Levert een bijdrage aan:

afbeelding binnen de regeling afbeelding binnen de regeling

In december 2019 zijn de nieuwe afspraken tussen Afvalfonds Verpakkingen (AFV) en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) vastgelegd in de Ketenovereenkomst verpakkingen 2020-2029. O.b.v. deze afspraken kunnen gemeenten kiezen uit drie verschillende opties voor PMD:

  • Bronscheidingsmodel: de gemeente draagt zorg voor gescheiden inzameling van PMD. De gemeente moet borgen dat het ingezamelde PMD voldoet aan door het AFV opgestelde minimale criteria (lees: niet vervuild is). De gemeente ontvangt voor de hoeveelheid (het gewicht) gescheiden ingezameld PMD die voldoet aan de criteria een zgn. inzamelvergoeding (in 2021: €245 per ton). Het inrichten van een gescheiden inzamelstructuur voor PMD resulteert in extra kosten voor de gemeente (t.o.v. ongescheiden inzameling). De zgn. inzamelvergoeding is bedoeld om de (meer)kosten die een gemeente maakt voor het inrichten een gescheiden inzamelstructuur te compenseren. Voorwaarden voor het verkrijgen van de inzamelvergoeding is dat het ingezamelde PMD daadwerkelijk aangewend kan worden voor recycling (lees: voldoet aan de criteria). Of de totale jaarlijkse vergoeding (ingezamelde tonnen PMD vermenigvuldigt met de inzamelvergoeding) daadwerkelijk de meerkosten voor de gemeente dekt, is dus afhankelijk van (1) de kwaliteit van de ingezamelde stroom PMD (alleen de tonnen die voldoen aan de criteria worden vergoed) en (2) de hoeveelheid ingezameld PMD (mate waarin inwoners het PMD gescheiden aanbieden).

  • Nascheidingsmodel: de gemeente draagt zorg voor inzameling van fijn restafval (inclusief PMD) en biedt dat fijn restafval aan bij een erkende nascheider. Het behaalde nascheidingsresultaat (de hoeveelheid PMD die uit het restafval wordt gehaald) kan in mindering worden gebracht op de hoeveelheid ingezameld restafval (t.b.v. de VANG-doelstelling). De gemeente ontvangt voor de aangebonden hoeveelheid fijn restafval (waar het PMD onderdeel van uitmaakt) een zgn. nascheidingsvergoeding (in 2021: €8,90 per ton). Het nascheiden van PMD uit het fijn restafval resulteert in extra kosten voor de gemeente (t.o.v. rechtstreekse verwerking in een AEC). Deze nascheidingsvergoeding is bedoeld om de (meer)kosten voor nascheiding te compenseren. Voorwaarde voor het verkrijgen van de nascheidingsvergoeding is dat er geen bronscheiding voor PMD binnen de gemeente wordt toegepast. De totale jaarlijkse vergoeding is onafhankelijk van het nascheidingsresultaat (de mate waarin PMD uit het fijn restafval wordt gehaald). De gemeente krijgt dus gegarandeerd een inzamelvergoeding voor de volledige hoeveelheid ter nascheiding aangebonden fijn restafval.

  • Ketenregiemodel: de gemeente is verantwoordelijk voor inzameling, sortering en vermarkting van PMD. De gemeente ontvangt vergoedingen per materiaalsoort8 voor de hoeveelheid die daadwerkelijk is ingebracht in het recyclingsproces en voldoet aan gestelde kwaliteitseisen. Deze keuze is mogelijk tot 1 januari 2023. Daarmee valt deze keuzeoptie voor dit beleidsplan af en wordt verder buiten beschouwing gelaten.

Landsmeer kiest voor het nascheidingsmodel. PMD wordt dus niet als aparte afvalstroom gescheiden ingezameld. Inwoners moeten het PMD bij het fijn restafval doen. Landsmeer sluit een overeenkomst af voor de verwerking van fijn restafval met de nascheiding van PMD.

Bijdrage aan doelstellingen:

afbeelding binnen de regeling

Het PMD wordt dan middels een sorteerinstallatie (machinaal) uit het fijn restafval gehaald. Dergelijke sorteerinstallaties kunnen 70% - 80% van de aanwezige hoeveelheid PMD uit het fijn restafval halen. Uitgaande van de hoeveelheid fijn restafval (2019), de samenstelling van het fijn restafval (2019), de hoeveelheid gescheiden ingezameld PMD (2019) en een nascheidingsresultaat van 70% wordt er een rendement van ruim 28 kilogram PMD per inwoner behaald. In 2019 was het PMD rendement per inwoner 15,9 kilogram. Dat is een onmiddellijke verbetering van ruim 12 kilogram per inwoner t.o.v. de huidige situatie.

afbeelding binnen de regeling

De impact van de aanstaande invoering van statiegeld op PET-flesjes en blikjes kan gedurende de looptijd van dit beleidsplan afgewacht worden. Er is immers geen kostbare inzamelstructuur neergezet voor gescheiden inzameling van PMD.

afbeelding binnen de regeling

Doordat Landsmeer binnen het nascheidingsmodel vanuit het AFV een vergoeding per ingezamelde ton fijn restafval ontvangt, is het financiële risico laag. De meerkosten voor nascheiding zijn op deze manier gedekt. Binnen het bronscheidingsmodel ontvangt Landsmeer alleen een vergoeding per ton PMD dat voldoet aan de criteria. De vergoeding is dus afhankelijk van de respons (hoeveel PMD bieden de inwoners gescheiden aan) en de kwaliteit (het PMD mag niet vervuild zijn). Dit zorgt in het geval van Landsmeer voor een hoger financieel risico. Ervaring leert dat de vervuiling in het PMD navenant toeneemt als gescheiden PMD inzameling wordt ingezet om de hoeveelheid restafval (significant) te reduceren. Dit zal zeker in de eerste periode leiden tot relatief veel vervuiling in het PMD, waardoor de kans op afkeur (en een minder inzamelvergoeding) toeneemt.

7.4. OPK, textiel en glas: intensiveren van de inzameling

Levert een bijdrage aan:

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Er worden meer verzamelcontainers in de openbare ruimte geplaatst voor OPK, textiel en glas. Loopafstanden voor inwoners tot verzamelcontainers worden daarmee korter. Er zijn in totaal 24 verzamelcontainers voorzien (12 voor OPK en 12 voor glas). In de huidige situatie zijn er 13 verzamelcontainers (vier voor OPK en negen voor glas). Er zijn drie verzamelcontainers voor textiel voorzien (huidige situatie twee). De verzamelcontainers voor deze afvalstromen worden zo veel mogelijk in combinatie met elkaar geplaatst. Hierdoor ontstaan er (naast de milieustraat) 12 locaties waar inwoners zich kunnen ontdoen van OPK en glas. Op twee van die 12 locaties is ook de mogelijkheid om textiel aan te bieden. Hierdoor kunnen inwoners zich door één vervoersbeweging van meer afval ontdoen. De locaties waar verzamelcontainer geplaatst worden moeten nader geïnventariseerd worden. Uitgangspunt is dat dit nabij veel bezochte winkels ingericht wordt (bijvoorbeeld een supermarkt). Inwoners kunnen het ontdoen van afval dan combineren met een andere activiteit. Bovendien worden verzamelcontainers daardoor zichtbaar en herkenbaar in de wijk.

Bijdrage aan doelstellingen:

afbeelding binnen de regeling

Door inzameling van OPK, textiel en glas te intensiveren kan de hoeveelheid restafval gereduceerd worden. Bron gescheiden OPK, textiel en glas kan aangewend worden voor recycling en hergebruik.

afbeelding binnen de regeling

Inwoners kunnen zich op meer plekken van hun OPK, textiel en glas ontdoen.

afbeelding binnen de regeling

Een beter scheidingsresultaat voor OPK, textiel en glas, reduceert de hoeveelheid van deze stromen in het restafval, wat zorgt voor lagere hoeveelheden restafval en daarmee lagere verwerkingskosten.

7.5. Starten met: geregistreerde inzameling

Levert een bijdrage aan:

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Inzameling van fijn restafval in de wijk en GFT bij hoogbouw wordt geregistreerd uitgevoerd. Alle laagbouw huishoudens krijgen hiervoor een minicontainer met identificatiechip. In deze chip staan geen persoonsgegevens. Persoonsgegevens kunnen ook niet op/in de chip worden gezet. In de chip is enkel een hexadecimaal nummer opgenomen. Alleen Landsmeer kan het chipnummer (op basis van haar eigen administratie) koppelen aan een bepaald huishouden. Het inzamelvoertuig van de inzamelaar leest allen het chipnummer en checkt of deze voorkomt op de ledigingslijst. Hierdoor wordt het mogelijk om:

  • Inzicht te krijgen in het aantal ledigingen per inzamelronde (het aanbiedpercentage).

  • Minicontainers, die niet door de gemeente zijn uitgezet, te weren.

  • Vermiste containers van de ledigingslijst te halen (op de black-list te plaatsen).

  • Het aanbieden van één minicontainer per huishouden voor fijn restafval te handhaven.

Alle hoogbouw huishoudens krijgen -als verzamelcontainers uitpandig geplaatst worden- een toegangspas. Met deze toegangspas krijgen de huishoudens toegang tot hun gebouw gebonden verzamelcontainers voor fijn restafval en GFT. Zonder geldige toegangspas is het niet mogelijk om fijn restafval of GFT weg te gooien. Hierdoor wordt het mogelijk om:

  • Inzicht te krijgen in de mate waarin een verzamelcontainer wordt gebruikt.

  • Te voorspellen wanneer een verzamelcontainer vol is.

  • Vermiste toegangspassen te blokkeren (op de black-list te plaatsen).

  • Gebouw gebonden verzamelcontainers te handhaven (geen dumping van omliggende laagbouwwoningen).

Mogelijkheden voor maatwerk

  • Bij hoogbouwlocaties met inpandige verzamelcontainers is toegangscontrole niet nodig. Alleen de bewoners van de hoogbouwlocatie kunnen bij de verzamelcontainers komen.

  • Seniorenwoningen: Per locatie wordt een inventarisatie uitgevoerd. Uitgangspunt is dat er geen situatie mag ontstaan waarin er een drempel opgeworpen wordt voor inwoners om zich te ontdoen van afval. Eventuele noodzakelijke apparatuur voor toegangscontrole moet voor alle leeftijdsgroepen gebruiksvriendelijk zijn.

Bijdrage aan doelstellingen:

afbeelding binnen de regeling

Door één minicontainer voor fijn restafval te handhaven ontstaat er een prikkel om afval te scheiden. Dit draagt bij aan de reductie van de hoeveelheid restafval.

afbeelding binnen de regeling

Door dumping bij hoogbouwlocaties te voorkomen wordt het bij hoogbouw ingezameld GFT minder vervuild. Hierdoor kan dit daadwerkelijk voor recycling worden aangebonden, anders ontstaat er afkeur.

afbeelding binnen de regeling

Reductie van de hoeveelheid restafval -als gevolg van het één minicontainer beleid- zorgt voor lagere verwerkingskosten.

afbeelding binnen de regeling

De inzamelaar van de gemeente zamelt alleen minicontainers in die door de gemeente zijn uitgezet. Dit voorkomt dat er op kosten van de inwoners van Landsmeer (ASH) ook andere containers ingezameld worden.

afbeelding binnen de regeling

Laagbouw: op basis van de verkregen inzichten (ledigingsdata) is het mogelijk om goed gefundeerde optimalisaties te bepalen. Als het aanbiedpercentage van restafval fors afneemt, is er wellicht een aanpassing in de inzamelfrequentie mogelijk. Dit zorgt voor lagere inzamelkosten.

afbeelding binnen de regeling

Hoogbouw: op basis van de verkregen inzichten (ledigings- en aanbieddata) is het mogelijk om goed gefundeerde optimalisaties te bepalen. Als bepaalde verzamelcontainers vaak vol zijn (veel gebruikt worden) kan de inzamelfrequentie voor die verzamelcontainers verhoogd worden. Aan de andere kant kan de inzamelfrequentie, voor verzamelcontainers die niet vaak gebruikt worden (dus niet helemaal vol zijn), verlaagd worden. Dit zorgt voor een meer efficiënte inzameling en daardoor lagere inzamelkosten.

7.6. Faciliteren: scholen en (kleine) bedrijven

Levert een bijdrage aan:

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Bedrijven worden geconfronteerd met de verplichting om afval gescheiden in te zamelen. Landsmeer wil kleine lokale bedrijven helpen bij het invullen van die plicht. Voor veel kleine lokale bedrijven (bijv. kantoor/winkel/praktijk aan huis situaties) is gescheiden inzameling namelijk kostbaar en lastig in te vullen. Het gaat om zgn. kantoor-, winkel- en dienstenafval (KWD-afval). Dit afval kan (wettelijk) gelijkgesteld worden aan huishoudelijk afval. Als Landsmeer dit afval inzamelt wordt de betreffende ondernemer geholpen bij het invullen van zijn verplichting, tegen lagere kosten dan wanneer hier contracten met commerciële inzamelaars voor afgesloten moeten worden.

Waarom thuis wel afval scheiden, maar op school niet? Dat is lastig uit te leggen aan kinderen. Het is belangrijk dat afval op basisscholen gescheiden kan worden. Kinderen worden dan al vroeg bewust gemaakt van de impact die afvalscheiding kan hebben op het milieu. Landsmeer wil de in de gemeente gevestigde basisscholen helpen bij de invulling van gescheiden afvalinzameling. Het afval van basisscholen kan (wettelijk) gelijkgesteld worden aan huishoudelijk afval.

Om inzameling van KWD-afval en het afval van basisscholen mogelijk te maken past Landsmeer de gemeentelijk Afvalstoffenverordening aan. Als de verordening is aangepast kan gestart worden met inzameling. Voor KWD-afval zal hiervoor een reinigingsrecht-regeling toegepast worden. De betreffende ondernemer betaalt een bedrag (overeenkomstig met de afvalstoffenheffing) voor de inzameling en verwerking van het KWD-afval. Met geïnteresseerde basisscholen zal eenzelfde soort afspraak gemaakt moeten worden. Hiermee wordt voorkomen dat het KWD-afval en/of afval van basisscholen op kosten van de inwoners van Landsmeer (ASH) ingezameld en verwerkt wordt.

Bedrijven en/of scholen hoeven niet verplicht gebruik te maken van deze regeling. Het gaat om bedrijven en scholen die hier interesse in hebben. Het blijft bedrijven en scholen altijd vrij om zelf een eigen oplossing te realiseren.

Bijdrage aan doelstellingen:

afbeelding binnen de regeling

Bewustwording bij inwoners (via basisschoolleerlingen) wordt vergroot.

afbeelding binnen de regeling

Gescheiden inzameling van KWD-afval wordt gefaciliteerd.

afbeelding binnen de regeling

Het (tegen betaling) faciliteren van inzameling bij kleine lokale bedrijven en scholen is een extra dienstverlening. Verschillende scholen en kleine lokale bedrijven hebben al aangegeven hier behoefte aan te hebben.

8. Wat is het plan bij laagbouw?

In dit hoofdstuk zijn de maatregelen die specifiek van toepassing zijn op laagbouw woningen uitgewerkt. Deze maatregelen zijn dus alleen relevant voor inwoners van laagbouw woningen.

8.1. Huis aan huis inzameling middels minicontainers

Levert een bijdrage aan:

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Alle huishoudens krijgen standaard de beschikking over tenminste drie minicontainers:

  • Een minicontainer voor fijn restafval (maatvoering: 240 liter);

  • Een minicontainer voor GFT (maatvoering: 240 liter);

  • Een minicontainer voor OPK (maatvoering: 240 liter).

Per inzameldag wordt er maximaal één afvalstroom bij hetzelfde huishouden ingezameld. Als inwoners hun minicontainer willen laten ledigen moet deze op de dag van inzameling voor 08:00 uur aan de (openbare)weg worden gezet. Een situatie waarin ieder huishouden drie minicontainers op dezelfde dag aan de weg zet -waarvoor vaak geen ruimte is- wordt daarmee voorkomen. Op de dag van inzameling moet de minicontainer na lediging (uiterlijk om 20:00 uur) door de inwoners op eigen terrein worden geplaatst.

Alle (nieuwe) minicontainers worden voorzien van een identificatiesticker. Op deze sticker is de afvalfractie, de naam van de gemeente, het huisnummer en de postcode opgenomen. Deze sticker kan door inwoners gebruikt worden om hun eigen minicontainer te identificeren. Daarnaast kan deze sticker door handhaving gebruikt worden om verdwaalde en/of onjuist aangebonden minicontainers te retourneren aan het betreffende huishouden.

Het toepassen van een minicontainer voor OPK heeft geen invloed op de mogelijkheid om OPK inzameling met (lokale) vrijwilligers uit te voeren.

Mogelijkheden voor maatwerk:

  • Huishoudens kunnen (kosteloos) een extra minicontainer voor GFT aanvragen. Dit kan bijvoorbeeld noodzakelijk zijn als er sprake is van een grote tuin.

  • Huishoudens kunnen een kleinere minicontainer (140 liter) voor fijn restafval aanvragen. Deze kleinere minicontainer komt dan in de plaats van de standaard minicontainer (volume wissel). Een volume wissel kan gewenst zijn bij kleine huishoudens. De eerste volume wissel is kosteloos. Als het huishouden daarna opnieuw van volume wil wisselen zijn daar eenmalige kosten aan verboden.

  • Als er binnen een huishouden specifieke omstandigheden zijn waardoor één minicontainer voor fijn restafval niet passend is, kan een extra minicontainer aangevraagd worden. Iedere aanvraag wordt inhoudelijk beoordeeld door de gemeente (het is immers maatwerk). Er wordt in ieder geval (kosteloos) een extra minicontainer voor fijn restafval verstrekt als:

    • Er, als gevolg van een medische aandoening, binnen het huishouden sprake is van (extra) veel fijn restafval. Voorbeeld hiervan is het gebruik van incontinentiemateriaal. Een dergelijke medische aandoening kan middels een standaard artsenverklaring aangetoond worden.

    • Zolang als er binnen het huishouden twee of meer kinderen jonger dan drie jaar zijn (i.v.m. vrijkomende luiers).

    • Zolang als het huishouden uit meer dan vijf personen bestaat.

Afwijkingen worden vastgelegd, zodat er altijd een actueel overzicht is van hoeveel minicontainers er bij welk huishouden in gebruik zijn. Dit overzicht is belangrijk om de huis aan huis inzameling periodiek te evalueren en vast te stellen waar interventies noodzakelijk zijn.

Bijdrage aan doelstellingen:

afbeelding binnen de regeling

Uit ervaring blijkt dat het aanbieden van een minicontainer voor OPK aan inwoners zorgt voor een beter scheidingsresultaat. OPK dat ingezameld wordt in minicontainers is doorgaans van een hogere kwaliteit, waardoor deze beter af te zetten is. Ook is er vraag vanuit de inwoners voor een extra minicontainer blijkt uit de enquête.

afbeelding binnen de regeling

Inwoners krijgen de inzamelmiddelen die nodig zijn om afval te scheiden. Gescheiden afval kan buiten de woning opgeslagen worden in de minicontainer. Er ontstaat een eenduidig en uniform beleid.

afbeelding binnen de regeling

Een beter scheidingsresultaat voor OPK, reduceert de hoeveelheid restafval, wat zorgt voor lagere verwerkingskosten. Inzameling van OPK in minicontainers is goedkoper dan inzameling van OPK dat ‘los’ aangebonden wordt.

9. Wat is het plan bij hoogbouw?

In dit hoofdstuk zijn de maatregelen die specifiek van toepassing zijn op hoogbouwwoningen uitgewerkt. Deze maatregelen zijn dus alleen relevant voor inwoners van hoogbouwwoningen.

9.1. Verzamelcontainers voor fijn restafval en GFT

Levert een bijdrage aan:

afbeelding binnen de regeling

Bij hoogbouwlocaties worden gebouw gebonden verzamelcontainers geplaatst voor fijn restafval en GFT9 . Gebouw gebonden wil zeggen dat alleen de inwoners van de betreffende hoogbouwlocatie toegang hebben tot de verzamelcontainers. Uitgangspunt is dat verzamelcontainers voor fijn restafval en GFT buiten (uitpandig) geplaatst worden.

Verzamelcontainers zijn containers die door meer huishoudens worden gebruikt. Huishoudens in hoogbouwlocaties hebben dus geen ‘eigen’ container voor fijn restafval en/of GFT.

Mogelijkheden voor maatwerk:

  • Bestaande hoogbouw:

    • Als er uitpandig geen (geschikte) plek is voor verzamelcontainers wordt er gekeken naar een (logische, toegankelijke en beschikbare) inpandige ruimte om een verzamelcontainer te plaatsen.

    • Als er geen mogelijkheid is om over te stappen op verzamelcontainers (uit- en/of inpandig) wordt de huidige situatie (met woning gebonden minicontainers) gecontinueerd.

  • Seniorenwoningen: Per locatie wordt een inventarisatie uitgevoerd. Uitgangspunt is dat er geen situatie mag ontstaan waarin er een drempel opgeworpen wordt voor inwoners om zich te ontdoen van afval. Verzamelcontainers moeten voor alle leeftijdsgroepen gebruiksvriendelijk zijn

  • Nieuw te realiseren hoogbouw:

    • Bij de realisatie moet rekening gehouden worden met een uitpandige locatie waar verzamelcontainers geplaatst kunnen worden.

    • Als specifieke omstandigheden het uitpandig plaatsen van verzamelcontainers onmogelijk maken, wordt er een afwijkingsverzoek ingediend. Uitgangspunt bij een afwijking is dat er een ruime, logische en goed toegankelijke inpandige ruimte gerealiseerd wordt voor het opstellen van verzamelcontainers. De betreffende inpandige ruimte moet (van buitenaf) toegankelijk gemaakt kunnen worden voor de inzamelaar en ruimte bieden aan het aantal inzamelmiddelen (per afvalstroom) dat o.b.v. aantal woonhuisaansluitingen passend is.

  • Hoogbouw met minder dan 8 woningen: De oplossing is situationeel, waarbij het de voorkeur heeft om inzamelmiddelen (verzamel- of woninggebonden containers) uitpandig te plaatsen.

Bijdrage aan doelstellingen:

Een uniforme aanpak bij hoogbouw met uitpandige verzamelcontainers reduceert de inzamelkosten. Kostenefficiëntie bij inzameling ontstaat als inzamelmiddelen efficiënt, snel en eenvoudig geleegd kunnen worden. Bij hoogbouw is inzameling in verzamelcontainers efficiënt omdat het aantal ledigingen gereduceerd wordt (minder containers dan bij woonhuis gebonden containers). Verzamelcontainers die buiten opgesteld zijn kunnen snel geleegd worden (inzamelaar hoeft niet eerst het pand te betreden, de verzamelcontainers voor lediging naar buiten te rijden en deze na lediging weer terug te plaatsen). Gelijk soortige verzamelcontainers kunnen eenvoudig met hetzelfde inzamelvoertuig (in dezelfde inzamelronde als huis aan huis inzameling) geleegd worden. Dit beperkt het aantal transport bewegingen en dus de kosten.

afbeelding binnen de regeling

9.2. Intensiveren van GFT inzameling

Levert een bijdrage aan:

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Inzameling van GFT wordt bij hoogbouw geïntensiveerd, door meer verzamelcontainers rondom hoogbouwlocaties te plaatsen. Er zijn 40 verzamelcontainers voorzien (huidige situatie: 24). Loopafstanden voor inwoners tot verzamelcontainers worden daarmee gemiddeld korter.

Inwoners van hoogbouwlocaties moeten hun GFT gescheiden houden in de eigen woning. Vervolgens wordt het GFT door inwoners gedeponeerd in een verzamelcontainer. Gescheiden houden van GFT is bij hoogbouw lastiger dan bij laagbouw. Het gaat bij hoogbouw voornamelijk om etensresten (veroorzaakt stank) en er is (vaak) geen ruimte om dichtbij de woning een verzamelcontainer te plaatsen. Inwoners van hoogbouwlocaties worden gefaciliteerd met een kleine afsluitbare container die (bijv.) op het aanrecht kan worden geplaatst. Inwoners kunnen hun GFT in kwijt in de kleine afsluitbare container en deze vervolgens legen in de verzamelcontainer.

Mogelijkheden voor maatwerk:

  • Inwoners kunnen afzien van de kleine afsluitbare container die (bijv.) op het aanrecht geplaatst kan worden. In dat geval zijn inwoners vrij om een eigen oplossing te kiezen.

Bijdrage aan doelstellingen:

afbeelding binnen de regeling

Door inzameling van GFT te intensiveren kan de hoeveelheid restafval gereduceerd worden.

afbeelding binnen de regeling

Inwoners krijgen de inzamelmiddelen die nodig zijn om afval te scheiden.

afbeelding binnen de regeling

Een beter scheidingsresultaat voor GFT, reduceert de hoeveelheid restafval, wat zorgt voor lagere verwerkingskosten.

10. Wat is het plan voor de milieustraat?

10.1. Toepassen van: structurele toegangscontrole en registratie

Levert een bijdrage aan:

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Op de milieustraat wordt structureel toegangscontrole toepast. Alle huishoudens krijgen een toegangspas (dezelfde als voor geregistreerde inzameling bij hoogbouw). Met deze toegangspas krijgen huishoudens van Landsmeer toegang tot de milieustraat. Zonder geldige toegangspas is het niet mogelijk om afval op de milieustraat weg te gooien. Hierdoor wordt het mogelijk om:

  • Bezoekersaantallen te registreren en te analyseren.

  • Bezoek aan de milieustraat voor te behouden aan inwoners van Landsmeer.

Op de milieustraat kunnen inwoners zich alleen doen van huishoudelijk afval. Per huishouden wordt er een jaarlijkse maximum hoeveelheid (in gewicht) gratis op de milieustraat te deponeren huishoudelijk afval vastgesteld. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen

  • Eenpersoonshuishouden: 300 kilogram per jaar;

  • Tweepersoonshuishouden: 400 kilogram per jaar;

  • Meer dan tweepersoons huishouden: 500 kilogram per jaar.

De gemiddelde hoeveelheid grof huishoudelijk afval (GHA) per inwoner in Nederland is 23,7 kilogram per jaar. De vastgestelde maximum gewichten per huishouden (van 300, 400 en 500 kilogram) zijn in vergelijking tot het landelijk gemiddelde dus ruim. Dit is bewust zo gekomen omdat Landsmeer graag wil dat inwoners hun GHA naar de milieustraat brengen. Het instellen van een maximum gewicht per huishouden zorgt ervoor dat Landsmeer kan handhaven dat inwoners zich alleen van huishoudelijk afval op de milieustraat ontdoen. Voor grote hoeveelheden verbouwingsafval zijn inwoners -net zoals in veel andere gemeenten- aangewezen op commerciële inzamelaars en/of afvoer via een aannemer. Het deponeren van meer GHA (dan het maximale gewicht) is wel mogelijk, maar alleen tegen aanvullende betaling.

Mogelijkheden voor maatwerk:

  • De verhuispas. Bij een verhuizing van, binnen of uit Landsmeer kan een verhuispas aangevraagd worden. Met deze verhuispas kan binnen zes maanden na aanvraag tot 150 kilogram extra gratis naar de milieustraat gebracht worden.

Bijdrage aan doelstellingen:

afbeelding binnen de regeling

Op basis van de bezoekersaantallen kunnen er gerichte optimalisaties worden toegepast. Bijvoorbeeld extra lange openingstijden op drukke dagen, extra inzet van personeel op vaste drukke momenten, etc. Hierdoor wordt de servicebeleving hoger.

afbeelding binnen de regeling

Op de milieustraat wordt alleen huishoudelijk afval ingezameld van inwoners uit Landsmeer. Dit voorkomt dat er op kosten van de inwoners van Landsmeer (ASH) ook andere afval (bijv. van inwoners uit omliggende gemeenten of bedrijfsafval) wordt ingezameld en verwerkt.

10.2. Beheer en exploitatie: door één gespecialiseerde marktpartij

Levert een bijdrage aan:

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Het beheer en de exploitatie van de milieustraat wordt uitbesteed aan één gespecialiseerde marktpartij. De betreffende marktpartij verzorgt alle diensten die nodig zijn voor het beheer en de exploitatie van de milieustraat. Vervolgens wordt er vanuit deze marktpartij continue coördinatie toegepast. Hierdoor wordt het mogelijk om de activiteiten op de milieustraat steeds verder te optimaliseren en te wijzigen als wetgeving en/of ontwikkelingen daar aanleiding toe geven. Voor Landsmeer ontstaat er één centraal aanspreekpunt, één informatiestroom en één factuurstroom. Landsmeer blijft eigenaar van de milieustraat (en de daaraan vastzittende gemeentewerf). Het huidige personeel blijft op de milieustraat werken.

Bij het beheren en exploiteren van een milieustraat komen veel aspecten samen. Bijvoorbeeld het betrekken van inzamelmiddelen, het afsluiten van verwerkingscontracten, het transporteren van afval, inspelen op relevante marktonwikkelingen en anticiperen op wijzigingen in relevante wet- en regelgeving. Dit vraagt om continue en structurele coördinatie (toezicht, beheer, evaluatie en eventuele corrigerende maatregelen). Het beheren en exploiteren van een milieustraat is dus een specialistische en omvangrijke taak. De ambtelijke organisatie van Landsmeer is niet toegerust om deze taak efficiënt te kunnen uitvoeren.

Bijdrage aan doelstellingen:

afbeelding binnen de regeling

Een efficiënt en optimaal functionerende milieustraat maakt het mogelijk om een omvangrijke hoeveelheid afval efficiënt gescheiden in te zamelen. Deze gescheiden inzameling draagt bij aan het verbeteren van het scheidingsresultaat.

afbeelding binnen de regeling

De milieustraat is een belangrijke voorziening voor inwoners. Inwoners zijn voor het ontdoen van een veel afvalstromen aangewezen op de milieustraat. Een optimale invulling (met bijv. korte wachttijden) zorgt voor een hoge servicebeleving.

afbeelding binnen de regeling

Een efficiënt en optimaal functionerende milieustraat maakt het mogelijk om een omvangrijke hoeveelheid afval tegen relatief lage kosten per ingezamelde kilogram in te zamelen. Inzameling op de milieustraat is voor Landsmeer veel voordeliger dan inzameling middels huis aan huis inzameling of verzamelcontainers.

afbeelding binnen de regeling

De totale kosten voor alle activiteiten die plaatsvinden op en rond de milieustraat zijn hoog. Door met één marktpartij samen te werken, ontstaat er voor Landsmeer meer grip op deze kostenpost.

afbeelding binnen de regeling

Door de integrale benadering van inzameling, transport en verwerking is het niet nodig om verschillende contracten af te sluiten. Dergelijke contracten moeten veelal periodiek middels Europese aanbestedingen tot stand worden gebracht. Gezien de beschikbare capaciteit moet Landsmeer hiervoor extern advies inhuren of (tegen betaling) aansluiten bij aanbestedingen van andere gemeenten.

11. Wat is het plan voor de uitvoering?

11.1 Rol van Landsmeer: regievoerder in plaats van uitvoerder

Levert een bijdrage aan:

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Landsmeer neemt een aantal maatregelen om meer regie op inzameling en verwerking van huishoudelijk afval te krijgen. Een rol als regievoerder past bij de capaciteit die Landsmeer ambtelijk beschikbaar heeft voor het dossier Afval & Grondstoffen. Landsmeer kiest daarom voor een meer integrale benadering van het uitbesteden van inzamel- en verwerkingsdiensten. Het aantal contractpartijen waarmee op dit onderwerp samengewerkt wordt moet teruggebracht worden tot maximaal drie. Het beheer van het inzamel-, verwerkings- en aanverwante diensten wordt hierdoor beter beheersbaar.

Bijdrage aan doelstellingen:

afbeelding binnen de regeling

Doordat data centraal beschikbaar komen, zijn deze beter te analyseren. Kansen voor reductie van de hoeveelheid restafval worden eerder zichtbaar en kunnen makkelijker benut worden.

afbeelding binnen de regeling

Doordat er een meer integrale benadering wordt gekozen zijn efficiëntie voordelen makkelijker te benutten. Door inzamelactiviteiten anders in te richten kunnen er bijvoorbeeld besparingen gerealiseerd worden op het gebied van verwerking. Dit resulteert op termijn in lagere afvalbeheerkosten. Dit kan Landsmeer alleen doen als inzameling en verwerkingsdiensten bij dezelfde partijen ondergebracht worden.

11.2 Tweejaarlijks uitvoeringsplan: operationele aspecten, communicatie en evaluatie

Levert een bijdrage aan:

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Landsmeer gaat op basis van dit beleidsplan werken met een uitvoeringsplan. Het uitvoeringsplan heeft een looptijd van twee jaar. In het uitvoeringsplan wordt op operationeel gebied invulling gegeven aan dit beleidsplan. Het uitvoeringsplan wordt in overleg met de belangrijkste stakeholders binnen Landsmeer opgesteld. Het uitvoeringsplan heeft betrekking op tenminste de volgende onderwerpen:

  • Communicatie met inwoners. Daarbij is het belangrijk om duidelijk te maken wat Landsmeer van de inwoners vraagt en waarom. Door middel van communicatie moeten inwoners meer inzicht krijgen in de voordelige gevolgen van deze manier van afvalscheiding.

  • Uitvoering inzameling in de wijk in overleg met de gecontracteerde inzamelaar.

  • Verwerkingsmethodes voor ingezamelde afvalstromen. Daarbij wordt vastgelegd in welke mate waarin recycling en/of hergebruik wordt toegepast.

  • Beheer en exploitatie van de milieustraat in overleg met de gecontracteerde beheerder.

  • Beheer, reparatie en onderhoud van inzamelmiddelen.

  • Zwerfafval monitor in de openbare ruimte.

  • Noodzakelijk maatwerk (in afwijking van het standaard beleid).

Aan het einde van ieder uitvoeringsplan vindt er een evaluatie plaats. De evaluatie wordt gedeeld met het college en de gemeenteraad van Landsmeer. Onderdeel van deze evaluatie is, tenminste:

  • een inwonersenquête;

  • een tussenstand met betrekking tot de doelstellingen (hoofdstuk 5 van dit beleidsplan);

  • een informatieavond met/voor inwoners waarop de behaalde resultaten besproken worden.

Op basis van de evaluatie wordt overwogen of er aanvullende maatregelen nodig en/of mogelijk zijn. Hierbij wordt in eerste instantie gedacht aan aanvullende serviceprikkels.

Bijdrage aan doelstellingen:

afbeelding binnen de regeling

De voortgang met betrekking tot het realiseren van de milieudoelstellingen wordt actief geëvalueerd. Tussentijdse bijsturing is mogelijk.

afbeelding binnen de regeling

Inwoners worden actief betrokken bij de tussentijdse evaluatie. Daarbij kan de voortgang met betrekking tot het realiseren van de servicedoelstellingen geëvalueerd worden. Landsmeer krijgt tijdens deze momenten belangrijke input voor het (blijvend) aanbieden van een passend serviceniveau.

afbeelding binnen de regeling

De ontwikkeling van de afvalbeheerkosten wordt actief geëvalueerd. Aanvullende maatregelen die nodig zijn voor het behalen van de financiële doelstellingen zijn tijdig mogelijk. Mede hierdoor ontstaat er grip en inzicht op de ontwikkeling van het kostenniveau.

12. Wat gaat het kosten?

De totale afvalbeheerkosten, die ontstaan op basis van dit beleidsplan, zijn doorgerekend. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen jaarlijkse kosten (tabel 6) en eenmalige kosten (tabel 7).

Jaarlijkse kosten

2022

2023

2024

2025

2026

Inzameling in de wijk

€288.232

€296.879

€305.785

€314.959

€324.408

Beheer en exploitatie milieustraat

€175.000

€180.250

€185.658

€191.227

€196.964

Verwerking (wijk & milieustraat)

€414.186

€429.052

€444.106

€459.353

€474.801

Overige aan inzameling gerelateerde kosten

€16.869

€17.207

€17.551

€17.902

€18.260

Salarissen, onderhoud binnendienst & reserveringen 10

€274.723

€280.217

€285.822

€291.538

€297.369

Totaal

€1.169.010

€1.203.605

€1.238.921

€1.274.979

€1.311.801

Tabel 6: Jaarlijkse kosten

Eenmalige kosten

Investeringskosten

€496.808

Implementatie – projectleiding

€51.900

Implementatie – adviesdiensten

€123.750

Totaal

€672.458

Tabel 7: eenmalige kosten

De investeringskosten bestaan voor een belangrijk deel uit de aanschaf van inzamelmiddelen (mini- en verzamelcontainers). Deze zijn nodig voor het inrichten van de benodigde inzamelstructuur. Overwogen kan worden om deze inzamelmiddelen in een huurconstructie af te nemen. In dat geval worden de investeringskosten beperkt. Of dit opportuun is hangt af van de wijze waarop de benodigde inzamel- en verwerkingsdiensten gecontracteerd zullen worden. In de investeringskosten is ook rekening gehouden met de invoer van digitale toegangscontrole op de milieustraat en de geregistreerde inzameling.

Onderdeel van de implementatiekosten is onder andere een intensieve communicatiecampagne die gericht is op inwoners. Verder zijn er adviesdiensten nodig voor het aangaan van nieuwe contracten voor inzamel- en verwerkingsdiensten.

Het effect van de jaarlijkse- en de eenmalige kosten op de ASH is doorberekend door de afdeling financiën van Landsmeer. In tabel 8 is de verwachte ontwikkeling van de ASH opgenomen. In tabel 9 is de verwachte ontwikkeling van de ASH afgezet tegen de verwachte ontwikkeling van de ASH als de huidige situatie gecontinueerd wordt.

Ontwikkeling ASH op basis van dit beleidsplan

 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

1 persoons huishouden

€276

€301

€309

€317

€325

€334

2 persoons huishouden

€322

€352

€361

€371

€380

€390

3 personen of meer

€368

€402

€412

€423

€434

€445

Tabel 8: verwachte ontwikkeling ASH

Verschil in ASH t.o.v. continueren huidige situatie

 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

1 persoons huishouden

€0

- €55

- €58

- €55

- €57

- €60

2 persoons huishouden

€0

- €64

- €67

- €64

- €67

- €70

3 personen of meer

€0

- €74

- €77

€73

- €76

- €80

Tabel 9: verschil in verwachte ontwikkelingen ASH nieuw beleid en continueren huidige situatie

Ondertekening


Noot
1

Advies ‘Inzamelstrategie voor nieuw beleidsplan ‘Afval en Grondstoffen’ d.d. 20 januari 2021 Behandeld in voorstel college B&W d.d. 2 februari 2021, voorstel gemeente raad d.d. 24 februari 2021 en BO-sessie 4 maart 2021.

Noot
2

Zie bijlage 1 voor een samenvatting van de ontvangen beantwoording.

Noot
3

De omvang van afvalstoffen heffing in Landsmeer is vergeleken met andere gemeenten. Als bron is hiervoor CBS en De Benchmark Huishoudelijk Afval van Afval Circulair (onderdeel van Rijkswaterstaat) gebruikt. Er is alleen data beschikbaar m.b.t. het eenpersoonstarief en het eerste meerpersoonstarief. Er zijn gemeenten -zoals Landsmeer- die verschillende meerpersoonstarieven toepassen (bijv. een tarief voor twee personen en een tarief voor meer dan twee personen). Een vergelijking met andere gemeenten op basis van een gedifferentieerd meerpersoonstarief is niet mogelijk.

Noot
4

Bron: CBS en De Benchmark Huishoudelijk Afval van Afval Circulair (onderdeel van Rijkswaterstaat). De in andere gemeenten gerealiseerde cijfers hebben betrekking op 2018. Dit zijn de meest recente cijfers die beschikbaar zijn.

Noot
5

Hoeveelheid ingezameld fijn en grof restafval is gezamenlijk 252 kg per inwoner. Hier mag het nascheidingsresultaat over 2019 (van PMD, bij AEB) i.h.k.v. de VANG-doelstelling vanaf getrokken worden. Het nascheidingsresultaat in 2019 was 9 kg per inwoner.

Noot
6

Sorteeranalyse is uitgevoerd op het fijn restafval van Landsmeer door De AfvalSpiegel in december 2020.

Noot
7

Specifiek voor OPK en glas.

Noot
8

PMD bestaat uit de materiaalsoorten kunststof(plastics), metalen en drankenkartons.

Noot
9

Bij hoogbouw is er voornamelijk sprake van groente- en fruitafval (GF). Er is zeer beperkt aanbod van tuinafval (T). GFT uit hoogbouw wordt ook wel GFE (groente-, fruitafval en etensresten) genoemd. In dit beleidsplan wordt consequent gesproken over GFT.

Noot
10

Op basis van de begroting van 2021