Nota reserves en voorzieningen 2024

Geldend van 03-12-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024

Intitulé

Nota reserves en voorzieningen 2024

Geldend van 14 november 2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2024

Nota reserves en voorzieningen 2024

De raad van Middelburg,

gelezen het advies van B en W,

besluit:

De nota "reserves en voorzieningen 2010" intrekken per 1 januari 2024;

De nota "reserves en voorzieningen 2024" vast te stellen.

1. Inleiding

De nota Reserves en Voorzieningen is bedoeld voor de kaderstellende rol van de raad en vormt het raamwerk waarbinnen het college van Burgemeester en Wethouders met reserves en voorzieningen dient om te gaan.

Reserves en voorzieningen zijn van belang voor de financiële stabiliteit van de gemeente. Het is daarom belangrijk dat er sprake is van een goed inzicht in de ontwikkeling hiervan. Het inzicht wordt verschaft via de planning en control cyclus o.a. in de begroting en de jaarrekening. Een goede kaderstelling wordt verkregen door het vastleggen van spelregels.

De Financiële beheersverordening gemeente Middelburg op basis van artikel 212 van de Gemeentewet vormt de basis van de gemeentelijke kaders omtrent Reserves en Voorzieningen. In artikel 12 van de Financiële beheersverordening staat onder ander dat het college van Burgemeester en wethouders ten minste eens in de vier jaar de raad een geactualiseerde nota reserves en voorzieningen aanbiedt.

2. Inhoud en strekking van deze nota

De nota Reserves en Voorzieningen behandelt de kaders voor:

  • de instelling, voeding en opheffing van reserves en voorzieningen;

  • de doelstelling van specifieke reserves en voorzieningen (bijlage 2 en 3);

  • de bestedingsdoelen van specifieke reserves en voorzieningen;

  • de toepassing van inflatiecorrectie over bepaalde bestemmingsreserves.

3. Wet en regelgeving

Alle hogere wet -en regelgeving, zoals de gemeentewet (GW), het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en de stellige uitspraken van de commissie BBV die bindend zijn, zijn van toepassing op het beleid van de gemeente. Deze wettelijke regels zijn niet allemaal aangehaald, aangezien deze prevalerend zijn. Bij een aantal onderdelen is de BBV voorschriften ter verduidelijking vermeld.

In bijlage 1 is relevante wet- en regelgeving opgenomen die betrekking heeft op reserves en voorzieningen.

4. Begripsbepaling en beleidskaders

BEGRIPSBEPALING

In deze nota wordt verstaan onder:

1. Algemene reserve

De algemene reserve is in principe vrij inzetbaar. Naast het wettelijk verplicht verrekenen van het jaarresultaat met de algemene reserve vormt deze reserve een buffer voor financiële tegenvallers en onvoorziene risico’s. Voor zover de algemene reserve groter is dan nodig voor de normale functie van opvang van fluctuaties en risico’s c.q. tegenvallers, kan deze worden ingezet voor de dekking van incidentele investeringen of incidentele lasten. Risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd worden gedekt door de algemene reserve. Er bestaat een directe relatie tussen de risico’s die de gemeente loopt en het minimaal noodzakelijk aan te houden buffervermogen (zie paragraaf risicomanagement en weerstandsvermogen). De algemene reserve kan ingezet worden om incidentele begrotingstekorten op te vangen, waarbij het duurzaam begrotingsevenwicht moet worden gewaarborgd. Voor de algemene reserve geldt dat er geen wettelijke vereisten zijn aan het minimumniveau.

2. Bestemmingsreserve

Dit zijn reserves waaraan de gemeenteraad een bepaalde bestemming heeft gegeven. Deze reserves mogen alleen besteed worden aan de doelen die daaraan door de gemeenteraad zijn toegekend. De gemeenteraad kan de bestemming van de reserve nadien ook weer aanpassen.

3. Duurzaam begrotingsevenwicht

Een gezonde financiële positie betekent onder andere dat inkomsten en uitgaven met elkaar in evenwicht zijn en budgetten reëel (volledig, realistisch en haalbaar) begroten. Dit is structureel en reëel begrotingsevenwicht.

4. Commissie BBV

Het is wettelijk vastgelegd dat gemeenten, provincies en waterschappen jaarlijks begrotings- en verantwoordingsstukken moeten opstellen. Voor gemeenten en provincies is de regelgeving hieromtrent vastgelegd in het Besluit begroting en verantwoording (BBV). In het BBV is opgenomen dat er een commissie is met als taak zorg te dragen voor een eenduidige uitvoering en toepassing van het BBV.

5. Eigen vermogen

Het eigen vermogen is het verschil tussen de activa en het vreemd vermogen van de gemeente. Het eigen vermogen van de gemeente op de balans bestaat uit de algemene reserve, de bestemmingsreserves en uit het gerealiseerde resultaat van het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening. Het gerealiseerde resultaat wordt afzonderlijk opgenomen in de balans als onderdeel van het eigen vermogen.

6. Functies van reserves

Reserves hebben een viertal functies:

  • 1.

    Financieringsfunctie: reserves kunnen worden ingesteld ter dekking van investeringen;

  • 2.

    Bestedingsfunctie: reserves kunnen worden ingesteld om te reserveren voor toekomstige (incidentele) uitgaven voor een bepaald doel;

  • 3.

    Bufferfunctie: reserves kunnen worden ingesteld om onvoorziene tegenvallers en exploitatietekorten op te kunnen vangen;

  • 4.

    Inkomensfunctie: reserves kunnen worden ingesteld om structurele lasten te dekken in de programmabegroting (Afschrijvingsreserve).

7. Reserves

De reserves zijn vermogensbestanddelen die als eigen vermogen zijn aan te merken en die vrij te besteden zijn.

In artikel 43, lid 1 van het BBV worden de reserves onderscheiden naar:

  • 1.

    de algemene reserve;

  • 2.

    bestemmingsreserves.

8. Stille reserves

Daarnaast zijn er nog de zogenaamde stille reserves. Deze stille reserves zijn niet zichtbaar op de balans. Stille reserves vertegenwoordigen het verschil in de waarde van bezittingen in het economisch verkeer en de waarde waarvoor deze bezittingen op de balans moeten worden opgenomen. De verslaggevingsvoorschriften schrijven namelijk voor dat alleen waardering tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs of (duurzaam) lagere marktwaarde is toegestaan. Het is niet toegestaan activa te herwaarderen naar waarde in het economisch verkeer.

Stille reserves kunnen daardoor pas ingezet worden indien de betreffende bezitting wordt verkocht. In het BBV is bepaald dat activa waarvan de bestemming verandert, de actuele waarde van de nieuwe bestemming in de toelichting op de balans wordt opgenomen. Op dat moment wordt de stille reserve zichtbaar.

9. Taakveld 0.10

Op dit taakveld worden alle toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves geboekt. Op dit taakveld mag alleen worden geboekt op de economische categorie ‘mutatie reserves’. Dit taakveld verduidelijkt het inzicht in de mutatie van de reserves die via de resultaatsbestemming naar de betreffende reserves (is een balansboeking) worden geboekt.

10. Vreemd vermogen

Het vreemd vermogen bestaat uit het totaal aan derden verschuldigde bedragen (o.a. leningen) en de voorzieningen.

11. Voorzieningen

Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen (verplichtingen) van de gemeente. Dit betekent dat in tegenstelling tot reserves de vorming, voeding en aanwending van voorzieningen niet vrij is. Tegenover voorzieningen staan namelijk verplichtingen. In het BBV is specifiek aangegeven in welke gevallen een voorziening moet worden gevormd. De gemeenteraad heeft dan ook veel minder beleidsmatige bewegingsvrijheid bij voorzieningen dan bij reserves,

BELEIDSKADERS

Reserves:

1. Algemeen

  • a.

    Het instellen van een reserve is een bevoegdheid van de gemeenteraad (budgetrecht van de raad) en dient dus bij raadsbesluit plaats te vinden;

  • b.

    Het aantal bestemmingsreserves wordt zo veel mogelijk beperkt waarbij transparantie en eenvoud voorop staan;

  • c.

    Er worden in principe geen reserves gevormd of gevoed vanuit onderuitputting van budgetten;

2. Instellen

Bij een voorstel voor instelling van een bestemmingsreserve wordt ten minste aangegeven:

  • a.

    De naamstelling van de reserve;

  • b.

    Het specifieke doel van de in te stellen reserve;

  • c.

    De voeding van de reserve;

  • d.

    De besteding van de reserve;

  • e.

    Een bestemmingsreserve wordt ingesteld voor concrete, in principe binnen vooraf bepaalde tijd te realiseren, door de gemeenteraad vast te stellen doelen.

3. Voeding

Voeding van (bestemmings)reserves vindt plaats via de resultaatbestemming. Toevoegingen en onttrekkingen kunnen plaatsvinden op grond van de door de raad vastgestelde begroting.

4. Hoogte

Bestemmingsreserves mogen niet negatief staan.

5. Opheffen en maximale looptijd

Bij het opheffen van een reserve wordt een resterend saldo toegevoegd aan de algemene reserve. De looptijd wordt weergegeven in bijlage 2.

6. Inflatiecorrectie

Conform het advies van de Commissie BBV wordt geen rente meer gerekend over de algemene reserve en bestemmingsreserves.

Voorzieningen:

1. Instellen

Voorzieningen worden gevormd (wettelijke bepaling) wegens:

  • a.

    verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten;

  • b.

    op de balansdatum bestaande risico's ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten;

  • c.

    kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren;

  • d.

    de bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing wordt geheven als bedoeld in artikel 35, eerste lid, onder b van het BBV.

Als er sprake is van een van de situaties uit artikel 44 BBV, is het college verplicht om een voorziening in te stellen.

De voorzieningen gevormd voor de van derden verkregen middelen, die specifiek besteed moeten worden aan dat doel, geschieden op basis van het door de gemeenteraad genomen besluit tot het instellen van een voorziening.

2. Bestedingsdoel

In Middelburg wordt binnen de voorzieningen het volgende onderscheid gemaakt:

a. voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s;

b. voorzieningen ter egalisering van kosten;

c. voorzieningen voor middelen van derden waarvan de bestemming gebonden is.

d. voorzieningen voor bijdrage aan toekomstige vervangingsinvesteringen waarvoor een heffing wordt gegeven;

3. Voeding

Toevoegingen aan voorzieningen komen als last in de begroting en de jaarrekening. De aanwending van de voorziening wordt rechtstreeks ten laste van de voorziening geboekt.

4. Hoogte

Onder bijlage 3 is aangegeven hoe de hoogte van de specifieke voorziening wordt bepaald. De omvang van die voorzieningen hebben is gelijk aan de achterliggende verplichtingen of risico’s. Mutaties in voorzieningen wegens toevoegingen of door vrijval, vloeien dus uitsluitend voort uit het aanpassen aan een nieuw noodzakelijk niveau. De overige mutaties bestaan alleen uit verminderingen wegens aanwending voor het doel waarvoor de voorziening is ingesteld.

5. Rentetoevoegingen

Rentetoevoegingen aan voorzieningen zijn niet toegestaan (artikel 45 BBV)

6. Opheffen en maximale looptijd

Indien een van de voorwaarden onder 1 is komen te vervallen.

IN ONDERSTAANDE TABEL ZIJN DE BELANGRIJKSTE VERSCHILLEN TUSSEN RESERVES EN VOORZIENINGEN WEERGEGEVEN:

Verschillen tussen reserves en voorzieningen

Kenmerk

Reserve

Voorziening

Classificatie

Eigen vermogen

Vreemd Vermogen

Bevoegdheid

Raad instellen en beschikken, afgezonderd vermogen

Vloeit voort uit risico’s of wettelijke verplichtingen.

Het college is bevoegd te beschikken.

Onderbouwing financieel

Gewenst, niet verplicht

Verplicht

Wijziging bestemming enz.

Vrij besteedbaar, door de raad te bepalen

Gebonden om voor een specifiek doel te gebruiken.

Mutaties

Resultaatbestemming: stortingen en onttrekkingen komen niet direct ten laste van het resultaat (taakveld 0.10)

Resultaatsbepaling: De storting komt ten laste van de exploitatie.

Raadsbesluit is vereist, tenzij er aparte regels zijn afgesproken.

Geen raadsbesluit nodig.

Mutaties tot maximaal de geraamde bedragen, tenzij anders door de raad besloten.

Mutaties afhankelijk van onderliggende verplichtingen, risico, verlies en specifieke besteding

Indeling

Algemene reserve

Verplichtingen, verliezen en risico’s

Bestemmingsreserves

Onderhoud egalisatievoorzieningen

Bijdrage aan toekomstige vervangingsinvesteringen

Door derden beklemde middelen met een specifieke aanwending.

5. Reserves en voorzieningen in de P&C cyclus

PROGRAMMABEGROTING

Bij het opstellen van de begroting en meerjarenraming worden de reserves en voorzieningen integraal beoordeeld en worden de meerjarige uitgaven en inkomsten geactualiseerd. Hierbij wordt onder andere gekeken naar de noodzaak voor het aanhouden van de reserves en voorzieningen, de omvang en de (meerjarige)ontwikkeling hiervan. Daarnaast wordt beoordeeld of het noodzakelijk is om nieuwe reserves of voorzieningen in te voeren. Een meerjarig overzicht van de reserves en voorzieningen wordt in de programmabegroting op totaalniveau opgenomen in de geprognosticeerde balans, alsmede in een ‘Overzicht reserves en voorzieningen’

Mutaties op reserves vereisen de instemming van de gemeenteraad. De gemeenteraad keurt met het vaststellen van de begroting de voorgenomen onttrekkingen en stortingen in de reserves goed. De vaststelling van de begroting heeft een begrotingswijziging tot gevolg die in de financiële administratie wordt doorgevoerd.

TUSSENTIJDSE WIJZIGINGEN

Tussentijdse wijzigingen op reserves en voorzieningen worden gerapporteerd in de bestuurlijke tussenrapportages of individuele raadsvoorstellen voor de bijstelling van de begroting. Na goedkeuring door de gemeenteraad wordt de begroting hierop aangepast.

JAARREKENING

In de jaarrekening wordt in de toelichting op de balans per reserve en per voorziening het verloop gedurende het jaar weergegeven. Daarnaast wordt een korte toelichting gegeven op de mutaties die in enig jaar zijn opgenomen. Door de vaststelling van de jaarrekening door de gemeenteraad vindt vaststelling plaats van de gerealiseerde onttrekkingen en stortingen in reserves en voorzieningen.

De algemene reserve en de reserve grondbedrijf vormen een onderdeel van de berekening van het weerstandsvermogen. De overige reserves worden niet meegenomen in de bepaling van het weerstandsvermogen omdat hier een bestemming aan ten grondslag ligt.

Slotbepalingen

INTREKKING OUDE REGELING

De nota reserves en voorzieningen 2010, vastgesteld op 27 september 2010, wordt ingetrokken.

INWERKINGTREDING

Deze nota treedt in werking op 1 januari 2024.

CITEERTITEL

Deze nota wordt aangehaald als ‘nota reserves en voorzieningen 2024’.

ONDERTEKENING

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van 14 november 2024

De voorzitter,

De griffier

Bijlage 1 Relevante wet- en regelgeving

GEMEENTEWET

Artikel 212

1. De raad stelt bij verordening de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie vast. Deze verordening waarborgt dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan.

BESLUIT BEGROTING EN VERANTWOORDING GEMEENTEN PROVINCIES

Artikel 17

Het overzicht van baten en lasten in de begroting bevat:

  • a.

    per programma, of per programmaonderdeel als bedoeld in artikel 8, vierde lid, de raming van de baten en lasten en het saldo;

  • b.

    het overzicht van de geraamde algemene dekkingsmiddelen, de geraamde kosten van de overhead, het geraamde bedrag van de heffing voor de vennootschapsbelasting en het geraamde bedrag voor onvoorzien;

  • c.

    het geraamde totaal saldo van baten en lasten, volgend uit de onderdelen a en b;

  • d.

    de beoogde toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma;

  • e.

    het geraamde resultaat, volgend uit de onderdelen c en d.

Artikel 19

De toelichting op het overzicht van baten en lasten bevat ten minste:

  • a.

    het gerealiseerde bedrag van het voorvorig begrotingsjaar, het geraamde bedrag van het vorig begrotingsjaar na wijziging en het geraamde bedrag van het begrotingsjaar;

  • b.

    de gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd en, in geval van aanmerkelijk verschil met de raming, respectievelijk de realisatie, van het vorig, respectievelijk voorvorig, begrotingsjaar de oorzaken van het verschil;

  • c.

    een overzicht van de geraamde incidentele baten en lasten per programma, waarbij per programma ten minste de belangrijkste posten afzonderlijk worden gespecificeerd en de overige posten als een totaalbedrag kunnen worden opgenomen;

  • d.

    een overzicht van de beoogde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves

Artikel 27

  • 1.

    Het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening bevat:

    • a.

      per programma, of per programmaonderdeel als bedoeld in artikel 8, vierde lid, de gerealiseerde baten en lasten en het saldo daarvan;

    • b.

      het overzicht van de gerealiseerde algemene dekkingsmiddelen, de gerealiseerde kosten van de overhead en het bedrag van de heffing voor de vennootschapsbelasting;

    • c.

      het gerealiseerde totaal saldo van baten en lasten, volgend uit de onderdelen a en b;

    • d.

      de werkelijke toevoegingen en onttrekkingen aan reserves;

    • e.

      het gerealiseerde resultaat, volgend uit de onderdelen c en d.

  • 2.

    Het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening bevat van de onderdelen genoemd in het eerste lid ook de ramingen uit de begroting voor en na wijziging.

Artikel 28

De toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening bevat ten minste:

  • a.

    voor alle onderdelen van artikel 27, eerste lid, een analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en de jaarstukken;

  • b.

    een overzicht van de aanwending van het bedrag voor onvoorzien;

  • c.

    een overzicht van de incidentele baten en lasten per programma, waarbij per programma ten minste de belangrijkste posten afzonderlijk worden gespecificeerd en de overige posten als een totaalbedrag kunnen worden opgenomen;

  • d.

    een overzicht van de structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves;

  • e.

    de informatie, bedoeld in de artikelen 4.1, eerste en tweede lid, en 4.2, eerste tot en met derde lid van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector.

Artikel 42

  • 1.

    Het eigen vermogen bestaat uit de reserves en het gerealiseerde resultaat volgend uit het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening.

  • 2.

    Het in het eerste lid bedoelde resultaat wordt afzonderlijk opgenomen als onderdeel van het eigen vermogen.

Artikel 43

  • 1.

    In de balans worden de reserves onderscheiden naar:

    • a.

      de algemene reserve;

    • b.

      de bestemmingsreserves.

  • 2.

    Een bestemmingsreserve is een reserve waaraan provinciale staten respectievelijk de raad een bepaalde bestemming heeft gegeven.

Artikel 44

  • 1.

    Voorzieningen worden gevormd wegens:

    • a.

      verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten;

    • b.

      op de balansdatum bestaande risico's ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten;

    • c.

      kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren;

    • d.

      de bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing wordt geheven als bedoeld in artikel 35, eerste lid, onder b.

  • 2.

    Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de voorschotbedragen, bedoeld in artikel 49, onderdeel b.

  • 3.

    Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume.

Artikel 45

Rentetoevoegingen aan voorzieningen zijn niet toegestaan.

Bijlage 2 Overzicht reserves

Naam reserve

Algemene Reserve

Soort

Algemene Reserve

Stand per 31 december 2023

€ 31.727.000,00

Doel (grondslag van de reserve)

De algemene reserve van een gemeente dient als een financiële buffer om exploitatietekorten en onvoorziene risico’s op te vangen. Deze reserve is vrij besteedbaar en dient als incidenteel algemeen dekkingsmiddel. Daarnaast kan de algemene reserve worden gebruikt voor incidentele uitgaven of investeringen.

Relatie met programma

Alle programma's

Voeding

De algemene reserve kent geen structurele voeding. Deze reserve wordt gevoed door voordelige rekening resultaten, incidentele meevallers en door opheffing van reserves en voorzieningen.

Besteding

Onttrekkingen vinden plaats ter dekking van nadelig resultaten van de jaarrekening en de tussentijds rapportages. Incidenteel wordt ook voor andere zaken, waarvoor op geen andere wijze dekking gevonden kan worden ten laste van deze reserve gebracht. Een incidenteel begrotingstekort kan ook onttrokken worden uit de algemene reserve.

Met het vaststellen van het raadsvoorstel 'Kaderstelling Middelburgs Investeringsfonds' wordt jaarlijks bij de Kadernota bezien of de vrij besteedbare middelen aan de reserve Investeringsfonds onder voorwaarden kunnen worden toegevoegd.

Minimale omvang

N.v.t.

Maximale omvang

N.v.t.

Looptijd

Onbeperkt

Bijzonderheden

Geen

Naam reserve

Afschrijvingsreserve

Soort

Bestemmingsreserve

Stand per 31 december 2023

€ 3.772.000

Doel (grondslag van de reserve)

De afschrijvingsreserve heeft als doel om de kosten van investeringen over meerdere jaren te spreiden. Dit zorgt ervoor dat de financiële lasten van bijvoorbeeld de aanschaf van infrastructuur, gebouwen of andere duurzame activa niet in één keer op de begroting drukken

Daarnaast helpt de afschrijvingsreserve om de waarde van activa op een realistische manier in de boekhouding weer te geven, wat bijdraagt aan een getrouw beeld van de financiële positie van de gemeente.

Relatie met programma

Alle programma's

Voeding

De reserve wordt gevoed met eenmalige middelen die beschikbaar zijn ter dekking van investeringen.

Besteding

Jaarlijks wordt aan de reserve een bedrag onttrokken dat gelijk is aan de afschrijvingslasten van de uit deze reserve te dekken investeringen.

Minimale omvang

De omvang van de reserve moet gelijk zijn aan de inbrengwaarde voor het actief (meestal boekwaarde) van de uit de reserve te dekken investeringen.

Maximale omvang

N.v.t.

Looptijd

Is gekoppeld aan de looptijd van de te dekken investeringen. De huidige afschrijvingsverplichtingen lopen t/m 2055.

Bijzonderheden

Het wettelijk voorschrift voor het afschrijven van activa over meerdere jaren bij gemeenten is vastgelegd in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Dit besluit bepaalt dat investeringen met een economisch nut moeten worden geactiveerd en afgeschreven over de verwachte gebruiksduur. Dit betekent dat de kosten van een investering worden verspreid over de jaren waarin de investering wordt gebruikt, wat zorgt voor een evenwichtige verdeling van de lasten.

Deze wettelijke bepaling heeft ervoor gezorgd dat de hoogte van deze reserve in de loop der jaren is afgenomen. Op dit moment worden van +/- 10 investering de afschrijvingslasten t.l.v. deze reserve gebracht.

Naam reserve

GBE Aqua

Soort

Bestemmingsreserve

Stand per 31 december 2023

€ 9.842.000

Doel (grondslag van de reserve)

Bij de oprichting van GBE-Aqua, de entiteit die is opgericht voor het onderbrengen van het door gemeenten en Provincie Zeeland aangekochte aandelenpakket Evides, is afgesproken dat toekomstige dividenduitkeringen vanuit PZEM direct worden doorgestort naar GBE-Aqua. Dit met als doel de lening ad € 370 mln die is aangetrokken voor de aankoop van het Evides-aandelenpakket versneld af te kunnen lossen. Het doorstorten van het vanuit PZEM ontvangen dividend aan GBE-Aqua vindt plaats in de vorm van een kapitaalstorting. Tegenover deze kapitaalstorting (financiële vaste activa) wordt een reserve GBE-Aqua aangehouden.

Relatie met programma

Bestuur en Ondersteuning

Voeding

Versnelde aflossingen lening middels doorstorten van het PZEM dividend 

Besteding

N.v.t.

Minimale omvang

N.v.t.

Maximale omvang

€ 18.925.000

Looptijd

Oneindig, tot dat aandelen eventueel worden verhandeld onder de geldende voorwaarden.

Bijzonderheden

Geen

Naam reserve

Decentralisatie reserve

Soort

Bestemmingsreserve

Stand per 31 december 2023

€ 3.425.000

Doel (grondslag van de reserve)

Primaire diende deze reserve als buffer voor het opvangen van knelpunten van de drie Decentralisaties 2015

Relatie met programma

Sociaal Domein

Voeding

Het Rijk heeft gemeenten de afgelopen jaren extra middelen beschikbaar gesteld om invulling te geven aan de hervormingsagenda. Deze zijn ingezet om de tekorten binnen het Jeugdbudget op te vangen. Met het vaststellen van de begroting 2023 is het uitgangspunt gekozen de werkelijke zorgkosten binnen de op te stellen begroting op te vangen. Hiermee is de primaire doelstelling van deze reserve komen te vervallen.

In 2024 een bedrag van 0,4 mln. uit de meicirculaire 2024 (zie opmerking bijzonderheden

Besteding

Op dit moment kent de reserve nog 2 reservering:

1. de verplichtingen uit raadsbesluit 22-110 om de taakstelling Jeugd te temporiseren 1,9 mln. (2024) en 0,9 mln. (2025) ;

2. een reservering van 1 mln. voor het inrichten van een stimuleringsregeling met een looptijd van 4 jaar.

Minimale omvang

N.v.t.

Maximale omvang

N.v.t.

Looptijd

2028, na inzet van het innovatiebudget (stimuleringsregeling)

Bijzonderheden

In de memo actieve informatie over de meicirculaire 2024 is het volgende gemeld: "Blijkend uit het regeerakkoord van het nieuwe kabinet Schoof zal de extra bezuiniging op de jeugdzorg van € 511 miljoen (2026 en verder), die voor rekening en risico Rijk komt, definitief vervallen. In de meerjarenbegroting 2025 van Middelburg was deze bijstelling pas vanaf 2026 budgetneutraal ingeboekt. Dit betekent dat deze middelen voor 2025 eenmalig vrij besteedbaar zijn. Voor Middelburg is dit te becijferen op

€ 1,6 miljoen. Een gedeelte, € 1.200.000 kan hiervan vrijvallen, en restant van € 0,4 miljoen van deze middelen willen we graag de komende jaren inzetten om ruimte te creëren voor innovatie. Uit de voorliggende jaren resteert nog een bedrag van € 0,6 miljoen euro aan eenmalige jeugdmiddelen. Deze middelen zijn bij de begroting 2021 beschikbaar gesteld voor preventie Jeugd (evidence-based). In totaal is dan

€ 1.000.000 budget beschikbaar voor het inrichten van een stimuleringsregeling met een looptijd van 4 jaar. (Jeugdhulp)aanbieders of andere partijen kunnen businesscases indienen voor goedkopere alternatieven op de geïndiceerde jeugdhulp. Het is ons voornemen dit verder voor de begroting 2025 uit te werken, en uw raad te vragen deze middelen hiervoor te reserveren, daarnaast zal binnenkort een voorstel aan ons college worden voorgelegd."

Naam reserve

Grondbedrijf

Soort

Bestemmingsreserve

Stand per 31 december 2023

€ 4.234.000

Doel (grondslag van de reserve)

1. Opvangen van risico’s, voor zover dat niet is geregeld in de voorziening Grondbedrijf;

2. Tijdig vormen van voorzieningen (spaarpot) voor verwachte verlieslatende exploitaties in de toekomst;

3. Buffer om onvermijdelijke verliezen op strategische aankopen (buiten grondexploitatie)

af te boeken.

Relatie met programma

Economie en Volkshuisvesting, leefomgeving en stedelijke vernieuwing

Voeding

De reserve wordt gevoed door de winsten (batige saldi) uit de grondexploitaties.

Besteding

Deze reserve is in eerste instantie bedoeld voor het opvangen van jaarlijkse verliezen en/of toevoegingen aan voorziening Grondbedrijf van grondexploitaties.

Minimale omvang

Voor de reserve Grondbedrijf zijn in de Nota grondbeleid 2021 normen vastgesteld:

- Op eindwaarde is het saldo van de reserve positief;

- Bij doorberekening van een risicoscenario is het saldo eveneens positief op eindwaarde;

- Bij doorberekening van een risicoscenario wordt de reserve de eerstkomende vijf jaar niet negatief;

- De reserve grondbedrijf dient minimaal 10% van de netto boekwaarde van de bouwgrond in exploitatie + 10% van de nog te maken kosten voor deze bouwgrond in exploitatie te zijn. Bij een hogere reserve kan desgewenst afgewogen worden om het meerdere in te zetten voor

andere doeleinden door dit meerdere saldo of een deel daarvan toe te voegen aan de algemene reserve van de gemeente.

- De reserve grondbedrijf is maximaal gelijk aan de boekwaarde van de bouwgrond in exploitatie (doelstelling actieplan grondbedrijf) plus de nog te maken kosten voor deze bouwgrond in exploitatie. Als de reserve boven deze norm komt vindt in elk geval afdracht plaats aan de algemene reserve van de gemeente.

Maximale omvang

N.v.t.

Looptijd

Onbeperkt

Bijzonderheden

Geen

Naam reserve

Investeringsfonds

Soort

Bestemmingsreserve

Stand per 31 december 2023

€ 500.000

Doel (grondslag van de reserve)

Realiseren van de uitvoeringsagenda (behorende bij de omgevingsvisie) en de investeringsplanning die hieraan gekoppeld is.

Relatie met programma

(Bijna) alle programma's

Voeding

Gedeeltelijk van uit de verschillende begrotingsoverschotten en/of inzet algemene reserve:

2023 = 0,5 mln. onbenut jaarbudget (23-099)

2024 = 8.0 mln. inzet algemene reserve (23-071)

2024 = 2.7 mln. begrotingssaldo (23-071)

2025 = 7.8 mln. begrotingssaldo (23-071)

Besteding

Met het vaststellen van het raadsvoorstel (23-099) is besloten om bij het vaststellen van de uitvoeringsagenda, die hoort bij de Omgevingsvisie, een investeringsplanning op te nemen. Op basis van deze investeringsplanning zullen plannen aan de raad worden voorgelegd.

Minimale omvang

Besloten (23-099) is om onder voorwaarden de gerealiseerde eenmalige middelen binnen de algemene reserve in te zetten, onder de voorwaarden dat:

• alleen de gerealiseerde vrije besteedbare middelen binnen de algemene reserve worden ingezet;

• een streefwaarde van 1,4 voor de weerstandsratio wordt gehanteerd;

• bij het bepalen van deze vrije ruimte alleen de algemene reserve te betrekken;

Maximale omvang

Is niet nader bepaald.

Looptijd

Is niet nader bepaald.

Bijzonderheden

Besloten is om één keer in de vijf jaar de investeringsplanning te evalueren tegelijkertijd met de uitvoeringsagenda die hoort bij de Omgevingsvisie. De uitkomsten hiervan hebben invloed op de beschikbare middelen in deze reserve.

Naam reserve

Klimaatgelden

Soort

Bestemmingsreserve

Stand per 31 december 2023

€ 3.392.000

Doel (grondslag van de reserve)

In het Klimaatakkoord zijn aan gemeenten middelen beschikbaar gesteld. De nadruk bij deze middelen ligt op de ondersteuning van de decentrale overheden bij het realiseren van de Regionale Energie Strategieën en op ondersteuning van gemeenten bij de Transitievisie Warmte. De bedragen worden beschikbaar gesteld via een decentralisatie-uitkering binnen de algemene uitkering. Gelet op de hoogte van de bedragen en de verwachting dat uitvoering van de Klimaatmaatregeling meerdere jaren zal duren. Bij de jaarrekening 2019 is besloten voor de klimaatgelden een afzonderlijke bestemmingsreserve in te stellen.

Relatie met programma

Volksgezondheid en milieu

Voeding

Zie doel.

Besteding

Conform de planning van klimaatdoelstelling.

Minimale omvang

N.v.t.

Maximale omvang

N.v.t.

Looptijd

Niet vastgesteld, de klimaatdoelstelling kennen een lange doorlooptijd.

Bijzonderheden

Geen

Naam reserve

Participatiefonds

Soort

Bestemmingsreserve

Stand per 31 december 2023

€ 11.000

Doel (grondslag van de reserve)

Deze reserve wordt gebruikt om oudere inwoners in staat te stellen zo lang mogelijk zelfstandig te wonen. Bij het realiseren van de woonserviceszones was het uitgangspunt dat deze woningen ook voor lagere inkomens bereikbaar moesten zijn. Daartoe is het Participatiefonds gerealiseerd. Inwoners die daarvoor in aanmerking kwamen ontvingen maandelijks een bijdrage van € 50,-, € 75,- of € 100,- per maand.

Relatie met programma

Sociaal Domein

Voeding

De reserve is tot stand gekomen met een eenmalige bijdrage van het rijk. Jaarlijks wordt en bijdrage van aan Woongoed betaald afhankelijk van het totaal aan maandelijkse bijdragen aan bewoners.

Besteding

Zie doel.

Minimale omvang

N.v.t.

Maximale omvang

N.v.t.

Looptijd

Woongoed heeft de streefhuren van de woningen in de woonserviceszones in 2014 verlaagd van 100% van streefhuur naar 85%. In 2016 is dit percentage vanwege het sociaal huurakkoord met de HVM verder verlaagd naar 82,5%. De betaalbaarheid van de woningen in de woonserviceszones is door de verlaging van de huurprijs beter geborgd. Conform raadsbesluit 20-47 voor de huidige gebruikers de regeling conform de huidige afspraken met Woongoed en HVM door te laten lopen tot en met 2024.

Bijzonderheden

Geen

Naam reserve

Reconstructie wegen

Soort

Bestemmingsreserve

Stand per 31 december 2023

€ 1.278.000

Doel (grondslag van de reserve)

Jaarlijks wordt een bestedingsplan opgesteld voor het budget onderhoud wegen. Het lukt niet altijd om de voor een bepaald jaar geplande werken helemaal in dat jaar uit te voeren. Om te voorkomen dat het resterende wegenbudget terugvloeit naar de algemene middelen, is besloten deze middelen via de reserve reconstructie wegen beschikbaar te houden voor uitvoering van de plannen in een later jaar

Relatie met programma

Verkeer, vervoer en waterstaat

Voeding

De in enig boekjaar niet uitgegeven middelen van het wegenbudget worden in deze reserve gestort.

Besteding

De middelen worden besteed aan uitvoering van het jaarplan onderhoud wegen en dan met name de nog resterende wegen uit de jaarplannen van voorgaande jaren.

Minimale omvang

N.v.t.

Maximale omvang

N.v.t.

Looptijd

Onbeperkt

Bijzonderheden

Geen

Naam reserve

Transitoria

Soort

Bestemmingsreserve

Stand per 31 december 2023

€ 12.936.000

Doel (grondslag van de reserve)

Deze reserve is bedoeld ter reservering van de bedragen waarvan bij de najaarsbrief of later is besloten om deze over te hevelen naar het volgende jaar.

Relatie met programma

Alle programma's

Voeding

Reserve kent alleen incidentele voeding. Budgetten die eenmalig beschikbaar zijn, maar waarvan de activiteit jaar overstijgend is, worden via deze reserve overgeheveld naar het volgende jaar.

Besteding

Afhankelijk van de voortgang van de activiteit (meestal het jaar na overheveling) zullen de gereserveerde middelen worden ingezet.

Minimale omvang

N.v.t.

Maximale omvang

N.v.t.

Looptijd

Onbeperkt

Bijzonderheden

Geen

Bijlage 3 Overzicht voorzieningen

Naam voorziening

Grondbedrijf

Soort

Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s

Stand per 31 december 2023

€ 13.142.000

Doel (grondslag van de voorziening)

Voor de verwachte verliezen wordt conform het BBV een voorziening gevormd worden die als correctie op de actiefpost (boekwaarde) op de balans wordt opgenomen.

Relatie met programma

Economie en Volkshuisvesting, leefomgeving en stedelijke vernieuwing

Voeding

Deze voorziening is in eerste instantie bedoeld voor het op hoogte brengen van de voorziening voor verliezen binnen de lopende grondexploitaties. En wordt jaarlijks bij het opstellen van de jaarrekening bepaald.

Besteding

Zie doel

Minimale omvang

De voorziening zijn in de Nota grondbeleid 2021 normen vastgesteld::

- Voor onvermijdbare verliezen;

- Op basis van door de gemeenteraad vastgestelde exploitatieopzetten;

- Op basis van contante waarde;

- Ten laste van het jaarresultaat c.q. de reserve grondbedrijf.

Maximale omvang

Is gelijk aan minimale omvang, wordt jaarlijks bepaald.

Looptijd

Onbeperkt

Bijzonderheden

Geen

Naam voorziening

Dubieuze Debiteuren

Soort

Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s

Stand per 31 december 2023

€ 874.000

Doel (grondslag van de voorziening)

Deze voorziening dient ter dekking van de vorderingen op debiteuren die oninbaar blijken.

Relatie met programma

Alle programma's

Voeding

Jaarlijks wordt ten laste van de exploitatie een storting in de voorziening gedaan. De hoogte van de storting is afhankelijk van het bedrag aan openstaande debiteuren, de ouderdom daarvan en de verwachte mate van oninbaarheid.

Besteding

De vorderingen die oninbaar worden geacht, worden ten laste van deze voorziening gebracht.

Minimale omvang

Is moeilijk aan te geven. Het is een inschatting hoe hoog het bedrag aan oninbare vorderingen zal zijn.

Maximale omvang

Is gelijk aan minimale omvang, wordt jaarlijks bepaald.

Looptijd

Onbeperkt

Bijzonderheden

Geen

Naam voorziening

Wegenonderhoud

Soort

Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s

Stand per 31 december 2023

€ 2.607.000

Doel (grondslag van de voorziening)

Op basis van een onderzoek is gebleken dat er binnen de gemeente Middelburg sprake is van achterstallig onderhoud In overleg met Provincie Zeeland en externe accountant is in 2023 op basis van het nieuwe wegenbeheerplan in voorziening ingesteld om het achterstallig onderhoud in

te lopen.

Relatie met programma

Voeding

Bij de Tussentijdse Bestuursrapportage 2023 is besloten de beschikbare middelen (€ 3.1 mln) in de reserve reconstructie wegen hiervoor in te zetten. Volgens de landelijke CROW systematiek wordt het onderhoudsniveau bepaald door de 90% regel. Hierbij mag je een achterstand van10% hebben voordat je een niveau zakt. Op dit moment hebben we een achterstand van 18%. We dienen dus nog minimaal 8% in te halen.

Besteding

In enige jaar worden de uitgevoerde werkzaamheden met betrekking tot achterstallig onderhoud ten laste van de voorziening gebracht.

Minimale omvang

Is bepaald op 3,1 mln. conform Wegenbeheerplan

Maximale omvang

Is gelijk aan minimale omvang.

Looptijd

2033

Bijzonderheden

In Wegenbeheerplan 2024 - 2033 staat: Om het kwaliteitsniveau C te bereiken moet het achterstallig onderhoud worden weggewerkt van 18% naar 10%. Hiervoor is € 3,1 miljoen benodigd. Deze kosten kunnen worden gehaald uit de voorziening reserve wegen. Er is voldoende dekking aanwezig. Vanwege de omvang en de manier van werken duurt het 6 tot 8 jaar om deze achterstand weg te werken.

Naam voorziening

Familiegraf Polak

Soort

Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s

Stand per 31 december 2023

€ 5.000

Doel (grondslag van de voorziening)

Dekking van de kosten van het onderhoud van het familiegraf Polak.

Relatie met programma

Volksgezondheid en Milieu

Voeding

Ruim 50 jaar geleden heeft de gemeente een bedrag ontvangen dat was bedoeld om na het overlijden van de gever het familiegraf op de Joodse begraafplaats te onderhouden.

Besteding

De kosten van het grafonderhoud worden ten laste van deze voorziening gebracht. De kosten bedragen ca. € 100 per jaar.

Minimale omvang

N.v.t.

Maximale omvang

Is gelijk aan minimale omvang.

Looptijd

Met het huidige niveau van onderhoudskosten is de voorziening nog enkele tientallen jaren beschikbaar voor dekking van de kosten. Ook daarna komt het onderhoud voor rekening van gemeente, omdat de onderhoudsplicht in principe eeuwigdurend is overgenomen.

Bijzonderheden

Geen.

Naam voorziening

Precario Enduris

Soort

Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s

Stand per 31 december 2023

€ 5.095.000

Doel (grondslag van de voorziening)

Sinds 2016 heft de gemeente Middelburg precariobelasting voor kabels en leidingen in voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Stedin heeft bezwaar en beroep aangetekend tegen de aanslagen 2016-2021. Omdat de gemeente Hulst al sinds 2015 deze belasting heft op de kabels en leidingen is in Zeeuws verband met Stedin afgesproken dat we de procedure van Hulst versus Stedin afwachten alvorens een besluit wordt genomen op de ingediende bezwaarschriften van Stedin tegen de aanslagen van de gemeente Middelburg over de belastingjaren 2016-2021.

Relatie met programma

Bestuur en Ondersteuning

Voeding

Totaal opgelegde aanslagen.

Besteding

Bij positieve uitkomst rechtspraak valt dit bedrag vrij.

Minimale omvang

Zie voeding

Maximale omvang

Is gelijk aan minimale omvang.

Looptijd

Afhankelijk van uiteindelijk uitkomst

Bijzonderheden

Vanaf 2022 mag deze belasting op kabels en leidingen niet meer worden geheven vanwege in aanpassing van de Gemeentewet (artikel 228, lid 2)

Naam voorziening

Spaarverlof

Soort

Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s

Stand per 31 december 2023

€ 1.317.000

Doel (grondslag van de voorziening)

Voor het spaarverlof zoals dit vanaf 2022 van toepassing is, moet voor de verplichting een voorziening worden opgenomen omdat hier sprake is van een spaarsaldo dat in de tijd, naar verwachting, niet van gelijke omvang zal zijn wat betreft toevoegingen en opnamen van spaarverlof. In de opbouwjaren zal naar verwachting vooral sprake zijn van toevoegingen en groei van de omvang van het spaarsaldo.

Relatie met programma

Bestuur en Ondersteuning

Voeding

Jaarlijks wort bij het opmaken van de jaarrekening een berekening gemaakt hoe hoog deze voorziening moet zijn.

Besteding

De in enig jaar aan spaarverlof uitbetaalde bedragen worden ten laste van de voorziening gebracht.

Minimale omvang

Zie voeding.

Maximale omvang

Is gelijk aan minimale omvang.

Looptijd

Onbeperkt

Bijzonderheden

Geen

Naam voorziening

Wethouderspensioenen

Soort

Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s

Stand per 31 december 2023

€ 4.732.000

Doel (grondslag van de voorziening)

Deze voorziening dient ter dekking van de pensioenuitkeringen aan gewezen wethouders en/of hun partners. Zolang de pensioenverplichtingen van gewezen wethouders niet bij een pensioenfonds kunnen worden ondergebracht, dient de gemeente hiervoor zelf een voorziening aan te houden. De pensioenregeling van wethouders staat beschreven in de Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers, kortweg APPA, en legt de pensioenverplichting bij gemeenten.

Relatie met programma

Bestuur en ondersteuning.

Voeding

Jaarlijks wordt een (actuariële) berekening gemaakt van de te verwachten pensioenverplichtingen. Aan de hand daarvan wordt bepaald welke toevoeging (of vrijval) aan de voorziening noodzakelijk is.

Besteding

De in enig jaar aan pensioenen uitbetaalde bedragen worden ten laste van de voorziening gebracht.

Minimale omvang

De omvang van de voorziening moet gelijk zijn aan het totaal van de door de wethouders opgebouwde pensioenrechten.

Maximale omvang

Is gelijk aan minimale omvang.

Looptijd

In principe onbeperkt. Een aangenomen motie in de Eerste Kamer, roept het kabinet op om ook de pensioenen van politieke ambtsdragers onder te brengen in het nieuwe pensioenstelsel. Zo zal het bedrag voor reeds opgebouwde pensioenaanspraken van politiek ambtsdragers overgedragen aan het pensioenfonds ABP. Overheidsorganisatie zullen vanaf 1 januari 2028 ook premie betalen aan het ABP voor politieke ambtsdragers.

Bijzonderheden

Momenteel zijn er:

- 18 Pensioen gerechtigde oud-wethouders en/of partners;

- 9 Nog niet pensioengerechtigde oud-wethouders;

- 4 Pensioenopbouwende wethouders.

Naam voorziening

Wachtgeld

Soort

Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s

Stand per 31 december 2023

€ 47.000

Doel (grondslag van de voorziening)

Deze voorziening dient ter dekking van wachtgeldverplichtingen voor oud-wethouders die na hun vertrek recht op wachtgeld hebben.

Relatie met programma

Bestuur en ondersteuning.

Voeding

De voorziening kent alleen structurele voeding om de voorziening te corrigeren voor de inflatieontwikkeling. Wanneer nieuwe wachtgeldverplichtingen ontstaan, wordt de totale waarde daarvan in één keer in de voorziening gestort.

Besteding

De in enig jaar aan wachtgeld uitbetaalde bedragen worden ten laste van de voorziening gebracht.

Minimale omvang

Zie hierboven.

Maximale omvang

Is gelijk aan minimale omvang.

Looptijd

Afhankelijk van het verkrijgen van een nieuwe arbeidsovereenkomst.

Bijzonderheden

In principe onbeperkt maar wordt nog beperkt beroep op gedaan. Tegenwoordig vallen ambtenaren gewoon onder de Werkloosheidswet (WW). Voor politieke ambtsdragers onder te brengen in het nieuwe pensioenstelsel.

Naam voorziening

Regeling Vervroegd Uittreden (RVU)

Soort

Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s

Stand per 31 december 2023

€ 16.000

Doel (grondslag van de voorziening)

Deze voorziening is gevormd ter dekking voor de ontslagvergoeding die de ex-medewerkers ontvangen in het kader van de Regeling Vervroegd Uittreden RVU. Medewerkers kunnen maximaal 3 jaar voor uw AOW stopt met werken.

Relatie met programma

Bestuur en ondersteuning.

Voeding

Op basis van een berekening is bepaald welke medewerkers gebruik gaan maken van deze regeling en op basis hiervan wordt jaarlijks de hoogte van deze voorziening bepaald.

Besteding

De in enig jaar aan RVU uitbetaalde bedragen worden ten laste van de voorziening gebracht.

Minimale omvang

Zie hierboven.

Maximale omvang

Is gelijk aan minimale omvang.

Looptijd

Tot en met 2025.

Bijzonderheden

In het pensioenakkoord is afgesproken dat de RVU-heffing tijdelijk zal worden versoepeld in de periode 2021 tot en met 2025. Medewerkers kunnen vanaf 1 januari 2024 deelnemen aan de RVU als zij voldoen aan de wettelijke en fiscale voorwaarden. Instroom in deze regeling is mogelijk tot en met 31 december 2025, onder de in de cao genoemde voorwaarden. De RVU is conform de regeling die geldt voor rijkspersoneel.

Naam voorziening

Stadhuis

Soort

Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s

Stand per 31 december 2023

€ 8.296.000

Doel (grondslag van de voorziening)

bij de jaarrekening 2022 is in overleg met de accountant en conform het Besluit begroting en verantwoording (BBV) een voorziening gevormd voor de herstelwerkzaamheden van het stadhuis, gericht op het in oorspronkelijke staat brengen van het historische pand, Tijdens een onderzoek naar de restauratie van het stadhuis is geconcludeerd dat natuurstenen onderdelen hersteld moeten worden. Voor de noodzakelijk is een voorziening gevormd.

Relatie met programma

Sport, cultuur en recreatie

Voeding

Zie hierboven

Besteding

Bij daadwerkelijk uitvoering van de restauratie worden de kosten ten lasten van de voorziening gebracht.

Minimale omvang

Zie hierboven bij doel.

Maximale omvang

Is gelijk aan minimale omvang.

Looptijd

2022 - 2028.

Bijzonderheden

Geen.

Naam voorziening

Onderhoudsvoorziening Civiel

Soort

Egalisatie van de kosten

Stand per 31 december 2023

€ 1.861.000

Doel (grondslag van de voorziening)

Deze voorziening wordt gebruikt ter egalisatie van de lasten die verband houden met het onderhoud van de civieltechnische kunstwerken. Het jaarlijkse onderhoudsbudget wordt in de voorziening gestort en de werkelijke onderhoudslasten worden ten laste van de voorziening gebracht.

Relatie met programma

Verkeer, Vervoer en Waterstaat

Voeding

Jaarlijks wordt een bedrag, gelijk aan het gemiddelde van in de komende 10 jaar te verwachten uitgaven in de begroting opgenomen en aan de voorziening toegevoegd.

Besteding

De kosten van het jaarlijks onderhoud worden ten laste van de voorziening geboekt.

Minimale omvang

De omvang van de voorziening dient gebaseerd te zijn op de nota kaders onderhoud gebouwen, civieltechnische kunstwerken, kademuren en glooiingen

Maximale omvang

Is gelijk aan minimale omvang.

Looptijd

Onbeperkt.

Bijzonderheden

Geen.

Naam voorziening

Gebouwenbeheersplan

Soort

Voorzieningen ter egalisering van kosten

Stand per 31 december 2023

€ 4.098.000

Doel (grondslag van de voorziening)

Deze voorziening wordt gebruikt ter egalisatie van de lasten die verband houden met het onderhoud van de gebouwen. Het jaarlijkse onderhoudsbudget wordt in de voorziening gestort en de werkelijke onderhoudslasten worden ten laste van de voorziening gebracht.

Relatie met programma

Alle programma's

Voeding

Jaarlijks wordt een bedrag, gelijk aan het gemiddelde van in de komende 10 jaar te verwachten uitgaven in de begroting opgenomen en aan de voorziening toegevoegd.

Besteding

De kosten van het jaarlijks onderhoud worden ten laste van de voorziening geboekt.

Minimale omvang

De omvang van de voorziening dient gebaseerd te zijn op de nota kaders onderhoud gebouwen, civieltechnische kunstwerken, kademuren en glooiingen en het hieraan gerelateerde gebouwenbeheersplan.

Maximale omvang

Is gelijk aan minimale omvang.

Looptijd

Onbeperkt.

Bijzonderheden

Geen.

Naam voorziening

Rioolbeheer

Soort

Bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing wordt geheven.

Stand per 31 december 2023

€ 8.665.000

Doel (grondslag van de voorziening)

Voorzieningen voor bijdrage aan toekomstige vervangingsinvesteringen waarvoor een heffing wordt gegeven.

Relatie met programma

Volksgezondheid en Milieu

Voeding

De voorziening wordt gevoed met de opbrengsten van de rioolheffingen. Iedere vijf jaar wordt beoordeeld of het niveau van de voorziening in de pas loopt met het lange termijnplan rioolbeheer. Het saldo van € 545.000 eind 2014 is hierop afgestemd. Over de totale looptijd van het stedelijk waterplan (70 jaar) komt de stand van de voorziening op nihil.

Besteding

Zie doel. Jaarlijks worden de werkelijk gemaakt kosten aan de voorziening onttrokken, mits deze daartoe toereikend is. Zo niet, dan wordt het resterende deel van de kosten opgenomen op de balans en in een later jaar alsnog ten laste van de voorziening gebracht.

Minimale omvang

De omvang van de voorziening wordt afgestemd met het stedelijk waterplan.

Maximale omvang

Is gelijk aan minimale omvang.

Looptijd

Zie hierboven.

Bijzonderheden

Geen

Naam voorziening

Afvalstoffenheffing

Soort

Voorzieningen voor middelen van derden waarvan de bestemming gebonden is.

Stand per 31 december 2023

€ 0

Doel (grondslag van de voorziening)

Bestemmingsheffingen en retributies worden gebruikt om specifieke gemeenteactiviteiten te financieren. Deze heffingen zijn bedoeld om de kosten van bepaalde diensten te dekken. Volgens de Gemeentewet mogen de geraamde baten de geraamde lasten niet overschrijden, wat betekent dat de opbrengsten hooguit kostendekkend mogen zijn. In de praktijk noemen we dit kostendekkende tarieven. De gemeente hanteert bij een aantal heffingen het uitgangspunt om alle kosten te verhalen. Dit geldt ook voor de afvalstoffenheffing.

Relatie met programma

Volksgezondheid en Milieu

Voeding

Uitgangspunt bij de begroting is alle kosten te verhalen. Als bij de jaarrekening blijkt dat de taak afvalinzameling en –verwerking een batig resultaat vertoont, wordt dit bedrag in deze voorziening gestort. Dat geldt eveneens voor batige rekeningsaldi van OLAZ die aan de deelnemende gemeenten worden terugbetaald.

Besteding

Gedurende een jaar de voor- en nadelig exploitatieverschillen op de afvalinzameling met deze reserve verrekend.

Minimale omvang

N.v.t.

Maximale omvang

N.v.t.

Looptijd

Onbeperkt

Bijzonderheden

Bij het vaststelling van de jaarrekening 2023 is gebleken dat de voorziening ontoereikend was om het nadelige exploitatieverschil in z'n geheel op te vangen. Met het vaststellen van de Kadernota 2025 - 2028 is besloten om naast de reguliere inflatiecorrectie voor de afvalstoffenheffing een gefaseerde extra tariefsverhoging van +8,25% in 2025 en +8,25% in 2026 te hanteren en dit te verwerken in de begroting 2025 en verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Middelburg 2025.