Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728026
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728026/1
Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur (AVOI) De Ronde Venen 2024
Geldend van 03-12-2024 t/m heden
Intitulé
Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur (AVOI) De Ronde Venen 2024De raad van de gemeente De Ronde Venen gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders (raadsvoorstel nr. 7a van 21 november 2024);
Gelet op artikel 149, 154 en 156 van de Gemeentewet en artikel 5.4, lid 4, van de Telecommunicatiewet;
Overwegende dat:
- -
de ondergrondse infrastructuur aan kabels en leidingen van onmisbaar belang is;
- -
met deze kabels en leidingen ook grote andere belangen zijn gemoeid, zoals milieu, veiligheid en (ondergrondse) ordening;
- -
het wenselijk is om een verordening vast te stellen met het oog op minimalisatie van overlast en maatschappelijke kosten, alsmede een efficiënt gebruik van de openbare ruimte met betrekking tot werkzaamheden aan kabels en/of leidingen;
b e s l u i t :
Vast te stellen de volgende verordening:
Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur (AVOI) De Ronde Venen 2024
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
aanbieder: degene die een openbaar elektronisch communicatienetwerk aanbiedt als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet en degene bedoeld in artikel 5.1 van de Telecommunicatiewet;
- b.
breekverbod: verbod voor het uitvoeren van breek- en graafwerkzaamheden in de grond, geldend onder andere bij extreme weersomstandigheden of evenementen;
- c.
college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen;
- d.
gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2, lid 1 van de Telecommunicatiewet, een publiekrechtelijke vergunning of een privaatrechtelijke overeenkomst;
- e.
groot onderhoud: hieronder vallen de werken die in het reguliere nutsoverleg worden besproken;
- f.
handboek kabels en leidingen: door het college vastgestelde of nader vast te stellen regels betreffende ontwerp, aanleg, exploitatie, onderhoud en verwijdering van kabels en leidingen;
- g.
huisaansluiting: niet met andere kabels of leidingen samengebonden delen van kabels of leidingen die een verbinding vormen tussen een net dat naar zijn aard voor aansluiting van huishoudens wordt opengesteld en één onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onder a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken;
- h.
instemmingsbesluit: besluit van het college op een melding tot instemming van de voorgenomen werkzaamheden, zoals genoemd in de Telecommunicatiewet paragraaf 5.1.2.;
- i.
kabels en leidingen: één of meer kabels of leidingen, daaronder in ieder geval begrepen dat wat onder kabels wordt verstaan in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet en daaronder mede begrepen lege buizen, ondergrondse en bovengrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken, bestemd voor transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie;
- j.
kunstwerk: civieltechnisch werk voor de infrastructuur van wegen, water, spoorbanen, waterkeringen, kabels of leidingen, niet bedoeld voor permanent verblijf;
- k.
netbeheerder: degene onder wiens verantwoordelijkheid een kabel of leiding wordt aangelegd, beheerd of in eigendom heeft;
- l.
net of netwerk: een ondergrondse kabel of leiding, daaronder mede begrepen lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken, bestemd voor transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie;
- m.
openbare gronden: dat wat daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet. Hieronder wordt eveneens verstaan: openbare wegen met inbegrip van de daartoe behorende trottoirs, groenstroken, glooiingen, (midden)bermen, duikers, beschoeiingen en andere werken, plantsoenen, pleinen en andere plaatsen maar ook wateren met daartoe behorende kunstwerken zoals bruggen, die voor een ieder toegankelijk zijn;
- n.
registratiesysteem: digitaal systeem dat het college hanteert om meldingen, vergunningen en instemmingsbesluiten van werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel q en r van dit artikel, en alles wat daarmee samenhangt te verwerken.
- o.
spoedeisende werkzaamheden: werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel q en r van dit artikel, voor reparatie of onderhoud, waarvan uitstel niet mogelijk is omdat een ernstige belemmering of storing van de dienstlevering in het betreffende netwerk is opgetreden.
- p.
vergunning: vergunning op basis van deze verordening die bij het college aangevraagd moet worden voor voorgenomen werkzaamheden aan kabels of leidingen:
- q.
werkzaamheden: handmatige en/of mechanische (graaf)werkzaamheden, waaronder ook begrepen het opbreken en herstellen van de sleufbedekking en sleufloze technieken, in of op openbare grond in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen;
- r.
werkzaamheden van niet-ingrijpende aard:
- -
werkzaamheden inzake de aanleg, instandhouding of opruiming van een huisaansluiting tot een gezamenlijke lengte van vijfentwintig (25) meter;
- -
het aanbrengen of verwijderen van kabels in reeds aangebrachte voorzieningen;
- -
werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel q van dit artikel, met een gezamenlijke lengte van minder dan vijfentwintig (25) meter en niet vallend onder spoedeisende werkzaamheden;
- -
Het maken van een montage-gat of lasgat, zijnde een opbreking met een afmeting van maximaal 2 m², die wordt gemaakt ten behoeve van het plaatsen van een handhole, de toegang tot een handhole, plaatsen van afsluiters, het opgraven van een kabelrol ten behoeve van klantaansluitingen, het maken van aftakkingen, voor het herstellen van kabel of leidingstoringen of voor inspectiedoeleinden.
- -
Artikel 2 Toepassingsbereik
Deze verordening is van toepassing op:
- -
de aanleg;
- -
de ligging;
- -
het (in stand) houden;
- -
het onderhoud;
- -
de exploitatie;
- -
het verleggen/ verplaatsen; en
- -
het verwijderen;
van kabels of leidingen in of op openbare gronden, voor zover de gemeente deze openbare gronden beheert, in bezit heeft dan wel daarover coördinatieverplichtingen heeft.
Artikel 3 Coördinatie van werkzaamheden
-
1. Het college is belast met de coördinatie van werkzaamheden in of op de openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen.
-
2. Hierbij worden mede betrokken andere werkzaamheden in of op openbare gronden.
-
3. In verband met de voorgenomen werkzaamheden kan vooroverleg plaatsvinden met het college om de aanvraag voor vergunning of instemming voor te bereiden.
-
4. Het college bevordert het medegebruik van voorzieningen, waarbij in ieder geval de technische mogelijkheden in acht worden genomen.
Artikel 4 Nadere regels in Handboek leidingen
Het college stelt ter uitvoering van deze verordening nadere regels vast in het handboek kabels en leidingen, waarin in ieder geval regels zijn opgenomen met betrekking tot:
- a.
de eisen aan de uitvoering van werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen;
- b.
ordening, planning en coördinatie van werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen;
- c.
de omgang met kabels en leidingen in verontreinigde gronden, rond watergangen en stedelijk groen, en op verhardingen boven kabels en leidingen;
- d.
informatie-uitwisseling tussen de gemeente en netbeheerders;
- e.
afstemmen van voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken.
Hoofdstuk 2 Werkzaamheden inzake kabels en leidingen, uitgezonderd kabels ten dienste van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk
Artikel 5 Reikwijdte van hoofdstuk 2
Dit hoofdstuk is van toepassing op werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen, met uitzondering van werkzaamheden die onder de reikwijdte van hoofdstuk 3 vallen.
Artikel 6 Vergunning
-
1. Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning werkzaamheden uit te voeren in of op openbare gronden inzake de in Artikel 2 benoemde toepassingen.
-
2. Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning bestaande leidingen een andere functie te geven dan die in de vergunning is omschreven.
-
3. Het in lid 1 opgenomen verbod is niet van toepassing op werkzaamheden aan gemeentelijke kabels en/of leidingen.
-
4. Bovengrondse hoogspanningskabels (groter of gelijk aan 50 kV) vallen niet onder de vergunningplicht van deze verordening.
Artikel 7 Gegevensverstrekking
-
1. Bij een aanvraag voor een vergunning dient gebruik te worden gemaakt van het gehanteerde registratiesysteem.
-
2. Het college neemt in het Handboek op welke gegevens en documenten voor de beoordeling van de aanvraag benodigd zijn.
Artikel 8 Aanvraag en beslistermijnen
-
1. Het college beslist op een aanvraag voor een vergunning binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag via het gehanteerde registratiesysteem.
-
2. Na ontvangst van de vergunning dient vergunninghouder de startdatum van de werkzaamheden via het gehanteerde registratiesysteem te melden uiterlijk 5 werkdagen vóór de daadwerkelijke geplande start van de uitvoering.
-
3. Werkzaamheden die niet aaneengesloten worden uitgevoerd, waarbij ten minste vier weken niet wordt gewerkt, dienen separaat, conform lid 2 van dit artikel, te worden gemeld.
-
4. Als het werkzaamheden van niet-ingrijpende aard betreft beslist het college, in afwijking van het lid 1, binnen vijf werkdagen na de datum van ontvangst van de aanvraag via het gehanteerde registratiesysteem.
-
5. Spoedeisende werkzaamheden dienen in afwijking van lid 2 en lid 4 van dit artikel, voorafgaand aan de aanvang van de werkzaamheden te worden gemeld aan het college via het gehanteerde registratiesysteem als calamiteit. Als een melding vooraf niet mogelijk is, wordt de melding via het gehanteerde registratiesysteem uiterlijk op de eerste werkdag na start van de uitvoering gedaan. Indien achteraf blijkt dat de werkzaamheden vergunningplichtig zijn, wordt er alsnog een vergunning aangevraagd via het gehanteerde registratiesysteem.
-
6. Voor combinatiewerkzaamheden dient per netbeheerder een vergunning te worden aangevraagd.
Artikel 9 Weigeren, wijzigen of intrekken vergunning
-
1. Een vergunning kan worden geweigerd, gewijzigd of ingetrokken in het belang van:
- a.
de openbare orde;
- b.
de veiligheid;
- c.
het voorkomen of beperken van overlast;
- d.
de bereikbaarheid van gronden en gebouwen;
- e.
de ondergrondse ordening.
- a.
-
2. In de volgende gevallen kan een vergunning worden ingetrokken, tenzij het college hiervan nadrukkelijk afwijkt in de vergunning:
- a.
er niet binnen zes maanden na het onherroepelijk worden van de vergunning is aangevangen met de werkzaamheden zoals omschreven in de vergunning;
- b.
de in de vergunning benoemde werkzaamheden langer dan een aaneengesloten periode van zes maanden stilliggen;
- c.
er sprake is van verkoop van gronden in eigendom van gemeente, behorende tot de openbare ruimte, aan derden.
- a.
-
3. Het college kan een vergunning wijzigen of intrekken, indien:
- a.
de vergunning is verleend op basis van onjuiste gegevens;
- b.
de vergunninghouder of grondroerder het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de vergunningvoorschriften niet naleeft;
- c.
na het verlenen van de vergunning naar het oordeel van het college gegronde aanleiding bestaat te veronderstellen dat het van kracht blijven van de vergunning onaanvaardbare schadelijke gevolgen heeft voor mens, natuur of milieu en hieraan door het stellen van nadere voorschriften en beperkingen aan de verleende vergunning niet kan worden tegemoetgekomen;
- d.
dit naar het oordeel van het college redelijkerwijs nodig is vanwege de uitvoering van gemeentelijke werkzaamheden van openbaar belang en algemeen nut.
- e.
de netbeheerder de kabel(s) of leiding(en) definitief heeft verwijderd;
- f.
de vergunning in strijd met enig wettelijk voorschrift is afgegeven;
- a.
-
4. Aan het besluit tot wijziging of intrekking van de vergunning kan de verplichting worden verbonden om de betreffende kabel(s) of leiding(en) te verleggen/verplaatsen of deze te verwijderen.
Artikel 10 Overdracht of intrekken vergunning op verzoek netbeheerder
-
1. Het college trekt de vergunning in indien schriftelijk aan het college is verklaard van de vergunning geen gebruik meer te willen maken, omdat:
- a.
De leiding wordt verwijderd;
- b.
De leiding niet meer in eigendom is.
- a.
-
2. Degene die een schriftelijke verklaring als bedoeld in lid 1 afgeeft, wordt gedurende de tijd dat de kabel of leiding na de verklaring nog in de openbare ruimte aanwezig is, beschouwd als netbeheerder tenzij de leiding is overgedragen of wordt geëxploiteerd of beheerd door een andere natuurlijke dan wel rechtspersoon, in welk geval laatstgenoemde persoon als netbeheerder wordt beschouwd.
-
3. Indien de leiding ten aanzien waarvan een vergunning is verleend wordt overgedragen, melden de oude en de nieuwe netbeheerder dit onverwijld schriftelijk aan het college.
Artikel 11 Voorschriften en beperkingen
-
1. Aan een vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze kunnen betrekking hebben op:
- a.
de plaats van de werkzaamheden;
- b.
het tijdstip van de werkzaamheden, met dien verstande dat het toegestane tijdstip van aanvang, behoudens zwaarwichtige redenen van publiek belang, niet later mag liggen dan 6 maanden na de datum van verlening van de vergunning;
- c.
de wijze van uitvoering van de werkzaamheden;
- d.
het bevorderen van medegebruik van voorzieningen;
- e.
het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken.
- a.
-
2. De aanbieder is verplicht om omwonenden en bedrijven ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden op de hoogte te stellen.
-
3. De werkzaamheden als bedoelt in Artikel 6 dienen binnen het in de aanvraag vermelde en goedgekeurde tijdvak te zijn voltooid.
-
4. Indien binnen vijf jaar na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de netbeheerder werkzaamheden moet uitvoeren, verlangt het college specifiek schadeherstel. De hiermee gepaard gaande kosten zijn voor rekening van de netbeheerder.
-
5. Behoudens in geval van spoedeisende werkzaamheden is bij weersomstandigheden, waarbij de uitvoering van de werkzaamheden tot overlast of gevaar voor de bewoners en/of schade voor de gemeente kan leiden, het college bevoegd een breekverbod in te stellen. Behoudens in geval van spoedeisende werkzaamheden geldt tijdens een evenement altijd een breekverbod. Het tijdvak zoals benoemd in lid 3 wordt automatisch verlengd met de periode van het breekverbod. Uiterlijk een dag voor beëindiging van het breekverbod door extreme weersomstandigheden, zal het college de betrokken uitvoerende partij(en) hierover informeren.
Artikel 12 Herstel openbare gronden na beëindiging werkzaamheden
-
1. De netbeheerder draagt ervoor zorg dat openbare gronden na afloop van het werk in de oorspronkelijke, dan wel in de vergunning omschreven staat wordt opgeleverd.
-
2. Indien door de netbeheerder werkzaamheden aan leidingen in de openbare ruimte worden uitgevoerd, brengt het college de kosten voor nader herstel, beheer, onderhoud en degeneratie van die openbare gronden die het rechtstreekse gevolg zijn van de uitgevoerde werkzaamheden bij de netbeheerder in rekening conform de schaderegeling, zoals vermeld in het Handboek.
Artikel 13 Nadeelcompensatie
-
1. Indien blijkt dat een netbeheerder als gevolg van een besluit van het college, inhoudende een intrekking of wijziging van een vergunning schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale maatschappelijk- of bedrijfsrisico kan worden gerekend en waarvan een vergoeding niet of niet voldoende is verzekerd, kent het college op verzoek aan hem een vergoeding toe.
-
2. Het college stelt in de ‘Verlegregeling De Ronde Venen 2024’ nadere regels met betrekking tot de aanspraak op nadeelcompensatie vast. Daarin staan in ieder geval regels gegeven betreffende:
- a.
de bepaling van de hoogte van de vergoeding;
- b.
de kosten die voor vergoeding in aanmerking komen;
- c.
de procedure om in aanmerking te komen voor vergoeding; en
- d.
de uitbetaling van de nadeelcompensatie.
- a.
-
3. De “Nadeelcompensatieverordening gemeente De Ronde Venen 2010” is niet van toepassing op schade die wordt geleden ten gevolge van een intrekking of wijziging van de vergunning op grond van artikel 9, derde lid, onderdeel d.
Hoofdstuk 3 Werkzaamheden inzake kabels ten dienste van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk
Artikel 14 Reikwijdte van hoofdstuk 3
Hoofdstuk 3 is van toepassing op werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van:
- a.
kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, die ten dienste staan van een openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet; en
- b.
ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken als bedoeld in artikel 5.15 van de Telecommunicatiewet.
Artikel 15 Instemming
-
1. Het is verboden zonder of in afwijking van een instemming werkzaamheden uit te voeren in of op openbare gronden inzake de in Artikel 2 benoemde toepassingen.
-
2. Het in lid 1 opgenomen verbod is niet van toepassing op werkzaamheden aan gemeentelijke kabels.
Artikel 16 Gegevensverstrekking
-
1. Bij de melding van een voornemen als bedoeld in artikel 5.4, lid 1, onder a, van de Telecommunicatiewet, dient gebruik te worden gemaakt van het gehanteerde registratiesysteem.
-
2. Het college neemt in het Handboek op welke gegevens en documenten voor de beoordeling van de melding benodigd zijn.
Artikel 17 Meldings- en beslistermijn
-
1. Het voornemen, bedoeld in artikel 5.4, lid 1, onder a, van de Telecommunicatiewet, wordt tenminste acht weken voor de voorgenomen aanvang van de werkzaamheden bij het college gemeld via het gehanteerde registratiesysteem.
-
2. Het college beslist over de instemming, bedoeld in artikel 5.4, lid 1, onder b, van de Telecommunicatiewet, binnen acht weken na de datum van ontvangst van de melding.
-
3. De startdatum van de werkzaamheden van lid 1 dient ten minste 5 werkdagen voor aanvang te worden gemeld via het gehanteerde registratiesysteem.
-
4. Het college beslist binnen vijf werkdagen op de melding van de startdatum van de werkzaamheden van lid 3.
-
5. Als het werkzaamheden van niet-ingrijpende aard betreft, wordt, in afwijking van lid 1, het voornemen tenminste vijf werkdagen voor de voorgenomen aanvang van de werkzaamheden bij het college gemeld via het gehanteerde registratiesysteem.
-
6. Als het werkzaamheden van niet-ingrijpende aard betreft, beslist het college, in afwijking van lid 2, binnen vijf werkdagen na de datum van ontvangst van de aanvraag.
-
7. Spoedeisende werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.6, lid 1, van de Telecommunicatiewet dienen vooraf te worden gemeld aan het college via het gehanteerde registratiesysteem. Als een melding vooraf niet mogelijk is, wordt de melding uiterlijk op de eerste werkdag na de start van de werkzaamheden gedaan. Indien achteraf blijkt dat de werkzaamheden, naar de mening van het college, niet van spoedeisende aard blijken, wordt er alsnog een melding aangevraagd via het gehanteerde registratiesysteem conform lid 1 of lid 5 van dit artikel.
-
8. Voor combinatiewerkzaamheden dient per netbeheerder een melding te worden gedaan.
-
9. Werkzaamheden die niet aaneengesloten worden uitgevoerd, waarbij ten minste vier weken niet wordt gewerkt, dienen separaat, conform lid 3 van dit artikel, te worden gemeld.
Artikel 18 Voorschriften
-
1. Aan een instemming kunnen voorschriften worden verbonden. Deze kunnen slechts betrekking hebben op:
- a.
de plaats van de werkzaamheden;
- b.
het tijdstip van de werkzaamheden, met dien verstande dat het toegestane tijdstip van aanvang, behoudens zwaarwichtige redenen van publiek belang, niet later mag liggen dan twaalf maanden na de datum van verlening van de vergunning;
- c.
de wijze van uitvoering van de werkzaamheden;
- d.
het bevorderen van medegebruik van voorzieningen;
- e.
het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken.
- a.
-
2. De aanbieder is verplicht om omwonenden en bedrijven ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden op de hoogte te stellen.
-
3. Het college kan een instemmingsbesluit intrekken indien de aanbieder niet binnen twaalf maanden na het onherroepelijk worden van het instemmingsbesluit is aangevangen met de werkzaamheden als omschreven in het instemmingsbesluit, tenzij het college hiervan uitdrukkelijk afwijkt in het instemmingsbesluit.
-
4. De werkzaamheden van Artikel 17, lid 1 en 5 dienen binnen het in de aanvraag vermelde en goedgekeurde tijdvak te zijn uitgevoerd.
-
5. Het college bepaalt dat graafrust voor een locatie geldt voor de duur van geldigheid van het instemmingsbesluit dat is afgegeven voor die locatie plus een periode van 12 maanden na het verstrijken van de werkingsduur van dat instemmingsbesluit.
-
6. Indien binnen vijf jaar na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren, verlangt het college specifiek schadeherstel. De hiermee gepaard gaande kosten zijn voor rekening van de netbeheerder.
-
7. Behoudens in geval van spoedeisende werkzaamheden is bij weersomstandigheden, waarbij de uitvoering van de werkzaamheden tot overlast of gevaar voor de bewoners en/of schade voor de gemeente kan leiden, het college bevoegd een breekverbod in te stellen. Behoudens in geval van spoedeisende werkzaamheden geldt tijdens een evenement altijd een breekverbod. Het tijdvak zoals benoemd in lid 4 wordt automatisch verlengd met de periode van het breekverbod. Uiterlijk een dag voor beëindiging van het breekverbod, zal het college de betrokken uitvoerende partij(en) hierover informeren.
-
8. Spoedeisende werkzaamheden moeten worden uitgevoerd conform het handboek kabels en leidingen.
Artikel 19 (Mede)gebruik van voorzieningen
-
1. Een grondroerder is verplicht om bij de aanleg van kabels of leidingen in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, hetzij door andere netbeheerders dan wel door of in opdracht van het college, aangelegde voorzieningen.
-
2. Het vooroverleg als bedoeld in Artikel 3, lid 3, dan wel een door het college geïnitieerd overleg naar aanleiding van een aanvraag als bedoeld in Artikel 3, lid 1, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in lid 1.
Artikel 20 Herstel openbare gronden na beëindiging werkzaamheden
-
1. De netbeheerder draagt ervoor zorg dat de openbare gronden na afloop van het werk in de oorspronkelijke, dan wel in de instemming omschreven staat wordt opgeleverd.
-
2. Indien door de netbeheerder werkzaamheden aan leidingen in de openbare ruimte worden uitgevoerd, brengt het college de kosten voor nader herstel, beheer, onderhoud en degeneratie van die openbare ruimte die het rechtstreekse gevolg zijn van de uitgevoerde werkzaamheden bij de netbeheerder in rekening conform de schaderegeling, zoals vermeld in het Handboek.
Hoofdstuk 4 Overige bepalingen
Artikel 21 Overleg
-
1. Het college organiseert periodiek een overleg, waarvoor de bekende netbeheerders en andere betrokken of belanghebbende partijen worden uitgenodigd.
-
2. In dit overleg worden de plannen van het college en van de diverse netbeheerders en andere betrokken of belanghebbende partijen besproken en eventueel afgestemd in het kader van de bepalingen van deze verordening.
Artikel 22 Informatieplicht
-
1. De netbeheerder stelt het college onverwijld en schriftelijk in kennis van het feit dat een kabel of leiding niet langer ten dienste staat van een net of netwerk in of op openbare gronden.
-
2. In dit kader kan van de netbeheerder een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels of leidingen worden verlangd. De bewijslast van uitgebruikname ligt bij de netbeheerder.
Artikel 23 Opruimplicht kabels en leidingen
De netbeheerder heeft, geheel voor eigen rekening, de verplichting kabels en leidingen die geen onderdeel meer uitmaken van het netwerk, zoals bedoeld in Artikel 1 onderdeel i en l en niet meer bestemd zijn voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie, onverwijld te verwijderen.
Hoofdstuk 5 Handhaving
Artikel 24 Toezicht
Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door het college aangewezen personen.
Artikel 25 Strafbepaling
Overtreding van Artikel 6, lid 1 en 2, en Artikel 10 lid 3, wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie.
Hoofdstuk 6 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 26 Intrekken oude regelingen en overgangsrecht
-
1. De Telecommunicatieverordening De Ronde Venen 2011 en de Leidingenverordening De Ronde Venen 2011 worden ingetrokken.
-
2. De Telecommunicatieverordening De Ronde Venen 2011 en de Leidingenverordening De Ronde Venen 2011 blijven van toepassing ten aanzien van aanvragen/meldingen die zijn ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening.
-
3. Een krachtens de Telecommunicatieverordening De Ronde Venen 2011 of de Leidingenverordening De Ronde Venen 2011 verleende instemming/vergunning geldt als instemming/vergunning verleend krachtens deze verordening.
Artikel 27 Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. Deze verordening treedt in werking op de dag van bekendmaking.
-
2. Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur (AVOI) De Ronde Venen 2024.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente De Ronde Venen,
d.d. 21 november 2024.
De raad voornoemd,
de griffier,
de voorzitter,
Toelichting bij de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur (AVOI) De Ronde Venen 2024
Algemeen
Het doel van deze toelichting is om informatie en nadere uitleg te verstrekken met betrekking tot de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur (AVOI) De Ronde Venen 2024 (Verordening).
Twee regimes voor kabels en leidingen
Een onderscheid dient gemaakt te worden tussen werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk en werkzaamheden in verband met aanleg, instandhouding en opruiming van overige kabels en leidingen in openbare gronden.
Voor de uitvoering van werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk bepaalt de Telecommunicatiewet (Tw), dat de aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk die het voornemen heeft werkzaamheden uit te voeren, slechts overgaat tot het verrichten van deze werkzaamheden als het voornemen daartoe schriftelijk is gemeld aan het college van burgemeester en wethouders (hierna: college) en de aanbieder van het college instemming heeft verkregen voor de uitvoering van de werkzaamheden (artikel 5.4, lid 1, van de Tw). De Telecommunicatiewet bepaalt daarbij eveneens dat het college in het instemmingsbesluit bijzondere voorschriften kan opnemen (artikel 5.4, lid 2 en 3, van de Tw) en dat de gemeenteraad met betrekking tot het verrichten van de werkzaamheden bij verordening regels vaststelt (artikel 5.4, lid 4, van de Tw).
De gemeente heeft besloten om zowel de instemmingsplicht uit de Tw als de vergunningplicht uit de APV op te nemen in de Verordening. De gemeente voldoet hiermee aan de eis uit de Tw om een Telecommunicatieverordening op te stellen en de gemeentelijke wens om uniformering te realiseren in het kabel- en leidingbeleid van de gemeente met betrekking tot alle netbeheerders (telecom en nuts).
Publiekrechtelijke vergunning of instemming
De vergunning of instemming voor het uitvoeren van werkzaamheden in verband met kabels en leidingen is van publiekrechtelijke aard. Dat wil zeggen dat de verkrijger van de vergunning of instemming het recht krijgt om (tijdelijk en onder bepaalde voorwaarden) de openbare orde te mogen verstoren, dit om de gewenste werkzaamheden te kunnen uitvoeren.
Verordening in medebewind
Naast de hiervoor genoemde begripsbepalingen zijn ook de begripsbepalingen uit de Telecommunicatiewet van toepassing op deze verordening. Voor de uitvoering van werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk is deze verordening namelijk een verordening in medebewind. En aangezien een medebewindsverordening valt onder de zinsnede “en de daarop berustende bepalingen” (zie artikel 1.1, aanhef, van de Tw), werken de wettelijke begripsbepalingen uit de Telecommunicatiewet ook door in deze verordening, behoudens hoofdstuk 2.
Artikelsgewijze toelichting
In deze artikelsgewijze toelichting worden enkel de artikelen behandeld die in aanvulling op het algemeen deel verdere toelichting behoeven.
Artikel 1 Begripsbepalingen
In dit artikel zijn de begripsomschrijvingen neergelegd. Van belang is op te merken dat in beginsel alle kabels en leidingen in de openbare gronden waarover de bevoegdheid van het gemeentebestuur zich uitstrekt onder de reikwijdte van de verordening vallen.
Het bereik van de verordening is niet beperkt tot kabels en leidingen die in de grond liggen, maar ook kabels en leidingen en bijbehorende voorzieningen die door of over zogeheten kunstwerken zijn gelegd vallen onder de reikwijdte van de verordening.
Breekverbod
In de verordening zijn bepalingen over het breekverbod opgenomen die het college de bevoegdheid geven een verbod op te leggen tot uitvoering van breekwerkzaamheden bij extreme weersomstandigheden. Dit ter voorkoming van schade door deze werkzaamheden. Het verbod wordt opgelegd naar oordeel van het college.
Kabels en leidingen
Het begrip kabels en leidingen is gebaseerd op de begripsbepaling van net uit de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten (artikel 1 van de genoemde wet), waarbij een verbreding is aangebracht om ook de werkzaamheden in verband met bovengrondse kabels en leidingen, inclusief ondersteunings- en beschermingswerken onder de werking van deze verordening te brengen.
Als voorbeeld van dergelijke bovengrondse ondersteunings- en beschermingswerken kunnen schakelkasten worden genoemd, trafohuisjes, alsmede ook inrichtingen voor het telecommunicatieverkeer. Mantelbuizen, kabelgoten, handholes, lasdozen en duikers kunnen worden genoemd als voorbeelden van ondergrondse ondersteunings- en beschermingswerken. Met lege buizen worden bedoeld de werken die worden aangelegd met het oogmerk deel uit te gaan maken van een netwerk en ook buizen die worden aangelegd als voorziening voor medegebruik.
Kunstwerken
Met kunstwerken wordt bedoeld infrastructuur die is aangelegd om bijvoorbeeld een natuurlijke barrière (zoals een rivier) over te kunnen steken. Hieronder worden ook leidingentunnels en leidingenviaducten verstaan. Ook worden voorzieningen in bestaande infrastructuur (zoals bruggen) in deze verordening als kunstwerken beschouwd.
Netbeheerder
Met het begrip netbeheerder wordt in eerste instantie bedoeld degene in wiens opdracht de kabel of leiding wordt aangelegd. De aanvrager van een vergunning wordt ook als netbeheerder aangemerkt, hoewel daar feitelijk nog geen sprake van kan zijn (er is immers in geval van nieuwe leidingen nog geen leiding aanwezig). Nadat de leiding is aangelegd, zal de netbeheerder of beheerder van de leiding worden beschouwd als netbeheerder. Veelal zal dat degene zijn onder wiens verantwoordelijkheid de leiding is aangelegd, maar dat behoeft niet altijd het geval te zijn.
Artikel 3 Coördinatie van werkzaamheden
Het college is belast met de coördinatie van de binnen haar grondgebied uit te voeren werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen. Door deze coördinatie kan de overlast van graafwerkzaamheden voor burgers en bedrijfsleven beperkt worden.
Artikel 7 Gegevensverstrekking
Degene die een leiding wenst aan te leggen (of te wijzigen of verwijderen etc.) dient daartoe een aanvraag in bij de gemeente, via drv.graafvergunning.nl. De voor de aanvraag benodigde documenten worden opgesomd in het Handboek.
Artikel 10 Overdracht of intrekken vergunning op verzoek netbeheerder
In geval de netbeheerder niet langer van een vergunning gebruik wenst te maken, kan hij hiervan schriftelijk mededeling doen (verklaring). Met het afstand doen van de vergunning vervallen alle rechten die met de vergunning gepaard gaan. De netbeheerder is vervolgens verplicht de leiding te verwijderen (Artikel 23). Om te voorkomen dat een netbeheerder door het afstand doen van een vergunning niet langer aanspreekbaar zou kunnen zijn, is in het tweede lid aangegeven dat de opzegger nog steeds wordt beschouwd als netbeheerder in de zin van deze verordening. De verwijderingsplicht rust dan ook op hem. Dit geldt niet indien de leiding is overgedragen aan een andere (rechts)persoon.
Artikel 11 Voorschriften en beperkingen
In lid 4 wordt onder specifiek schadeherstel verstaan dat niet alleen de opengebroken openbare ruimte moet worden hersteld, maar dat herstel dusdanig gebeurt dat er geen zettingsverschil kan ontstaan tussen de opengebroken openbare ruimte en het hieraan grenzende deel van de openbare ruimte.
Artikel 28 Artikel 15 Instemming
- 3.
Het is verboden zonder of in afwijking van een instemming werkzaamheden uit te voeren in of op openbare gronden inzake de in Artikel 2 benoemde toepassingen.
- 4.
Het in lid 1 opgenomen verbod is niet van toepassing op werkzaamheden aan gemeentelijke kabels.
Gegevensverstrekking
Degene die een leiding wenst aan te leggen (of te wijzigen of verwijderen etc.) dient daartoe een aanvraag in bij de gemeente, via drv.graafvergunning.nl. De voor de aanvraag benodigde documenten worden opgesomd in het Handboek.
Artikel 18 Voorschriften
Lid Het college bepaalt dat graafrust voor een locatie geldt voor de duur van geldigheid van het instemmingsbesluit dat is afgegeven voor die locatie plus een periode van 12 maanden na het verstrijken van de werkingsduur van dat instemmingsbesluit.5 bepaalt dat het niet meer mogelijk is om tijdens de werkingsduur van een afgegeven instemmingsbesluit en aansluitende periode van 12 maanden, op eenzelfde locatie een tweede netwerk aan te leggen. Met de termijn van een jaar na afloop van de werkingsduur van een instemmingsbesluit wordt aangesloten bij het adviezen van de ACM. De voorgestelde bepaling heeft alleen betrekking op aanvragen tot het aanleggen van kabels en voorzieningen ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk. Indien binnen de werkingsduur van het instemmingsbesluit geen aanlegwerkzaamheden plaatsvinden zal het college over gaan tot intrekking van de instemming. Hiermee is de graafrust met het intrekkingsbesluit geëindigd.
Door deze periode van graafrust in te stellen wil de gemeente partijen aanmoedigen om in andere delen van de stad telecommunicatienetwerken aan te leggen of waar mogelijk elkaars netwerken te gebruiken. Het geeft de gemeente ook de gelegenheid te onderzoeken of de aanleg van een tweede netwerk op dezelfde plek geen gevaar oplevert voor belemmering van de aanwezige ondergrondse infrastructuur.
In lid 6 wordt onder specifiek schadeherstel verstaan dat niet alleen de opengebroken openbare ruimte moet worden hersteld, maar dat herstel dusdanig gebeurt dat er geen zettingsverschil kan ontstaan tussen de opengebroken openbare ruimte en het hieraan grenzende deel van de openbare ruimte.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl