Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728012
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR728012/1
Verordening voor de behandeling van bezwaarschriften gemeente Oldenzaal 2025
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Verordening voor de behandeling van bezwaarschriften gemeente Oldenzaal 2025De raad van de gemeente Oldenzaal;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 november 2024 met kenmerk INTB-24-06516;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening voor de behandeling van bezwaarschriften gemeente Oldenzaal 2025
Paragraaf 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- •
Awb: Algemene wet bestuursrecht;
- •
Bestuursorgaan: gemeentelijk orgaan dat het bestreden besluit heeft genomen: de raad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester;
- •
Bezwaarmaker: indiener van een bezwaarschrift;
- •
Commissie: adviescommissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Awb;
- •
Commissievoorzitter: de voorzitter of de vice-voorzitter van de commissie;
- •
Kamer: de kamer van de commissie, als bedoeld in artikel 5.1, die het bezwaar behandelt;
- •
Kamervoorzitter: voorzitter van de kamer ARV of SZMO.
Artikel 2. Ingediend bezwaarschrift
-
1. Het bestuursorgaan registreert het ingediende bezwaarschrift met de datum van ontvangst.
-
2. Daarna wordt zo spoedig mogelijk contact opgenomen met de bezwaarmaker en eventuele andere belanghebbenden. Hierbij geeft het bestuursorgaan een uitleg over het vervolg van de procedure en de duur van de behandeling van het bezwaarschrift.
Paragraaf 2. Informele afhandeling
Artikel 3. Vooronderzoek en informele behandeling
-
1. Het bestuursorgaan onderzoekt of het bezwaarschrift informeel kan worden afgehandeld alvorens het verder in behandeling te nemen.
-
2. De informele aanpak start door kort na binnenkomst van het bezwaarschrift hierover contact op te nemen met de bezwaarmaker en de voorbereider van het primaire besluit.
-
3. Als het bezwaar informeel afgehandeld kan worden, neemt het bestuursorgaan zo nodig een nieuw besluit.
Paragraaf 3. Commissie
Artikel 4. Horen en adviseren door de commissie
-
1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften.
-
2. De commissie is belast met het horen en adviseren over de volledige heroverweging van bestreden besluiten.
-
3. De commissie is niet belast met de behandeling van bezwaarschriften waarvan is bepaald dat de voorbereiding van de beslissing op bezwaar ambtelijk wordt afgedaan en ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:
- a.
Wet waardering onroerende zaken;
- b.
Belastingwetgeving.
- a.
Artikel 5. Kamers van de commissie
-
1. De commissie kent twee kamers, te weten:
- a.
de kamer algemene zaken, ruimtelijke ordening en volkshuisvesting (ARV);
- b.
de kamer sociale zekerheid en maatschappelijke ondersteuning (SZMO).
- a.
-
2. De kamer ARV is belast met de advisering over bezwaren op het gebied van ruimtelijke ordening en volkshuisvesting in de ruimste zin, alsmede over alle bezwaren die niet op het gebied van de andere kamer liggen.
-
3. De kamer SZMO is belast met de advisering over bezwaren op het gebied van socialezekerheidswetgeving in de ruimste zin, de Participatiewet, de Jeugdwet, de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, inburgering, maatschappelijke ondersteuning, sociale werkvoorziening, leerlingenvervoer, leerplicht, tegemoetkomingen kinderopvang en de Regeling gehandicaptenparkeerkaart.
Artikel 6. Samenstelling van de commissie
-
1. De commissie bestaat uit de commissievoorzitter, de kamervoorzitters en de overige leden van de kamers.
-
2. De voorzitter van de kamer ARV is tevens commissievoorzitter.
-
3. De voorzitter van de kamer SZMO is tevens vice-voorzitter van de commissie.
-
Elke kamer bestaat uit tenminste drie leden, waaronder een in functie benoemde voorzitter.
-
4. Indien meer dan het minimale aantal leden worden benoemd, wijst de voorzitter telkens minimaal twee leden aan die met deze het bezwaarschrift behandelen, zoals bepaald in de hoofdstukken 4 en 5 in de wet.
-
5. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.
-
6. De (commissie)voorzitter, leden en plaatsvervangende leden worden door het college van burgemeester en wethouders benoemd, geschorst en ontslagen.
Artikel 7. Secretaris
-
1. De secretaris wordt door het college van burgemeester en wethouders aangewezen.
-
2. Het college van burgemeester en wethouders wijst ook een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.
Artikel 8. Benoeming
-
1. De (commissie) voorzitter, leden en plaatsvervangende leden worden benoemd voor een termijn van 4 jaar. Het is mogelijk één keer herbenoemd te worden.
-
2. De (commissie)voorzitter en de leden kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college van burgemeester en wethouders.
-
3. De aftredende of ontslagnemende voorzitter of leden blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.
-
4. In ieder geval niet benoembaar zijn:
- a.
personen, die deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van dan wel gedurende een periode van vier jaren voorafgaand aan een benoeming deel hebben uitgemaakt van of werkzaam zijn geweest onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan of van een door het bestuursorgaan ingestelde vaste commissie of iets dergelijks of van een deelneming als bedoeld in artikel 160, tweede lid, van de Gemeentewet.
- a.
Artikel 9. Uitoefening bevoegdheden
-
1. De voorzitter oefent de volgende bevoegdheden van de hierna genoemde artikelen van de Awb zelfstandig uit:
- a.
verzoeken om een schriftelijke machtiging aan een gemachtigde (artikel 2:1, tweede lid);
- b.
stellen van een termijn aan de bezwaarmaker (artikel 6:6);
- c.
verzenden van stukken tijdens de behandeling door de commissie (artikel 6:17);
- d.
ter inzage leggen van het bezwaarschrift en de op de zaak betrekking hebbende stukken, dan wel toezenden daarvan aan een belanghebbende (artikel 7:4, tweede lid);
- e.
beslissen op een verzoek om afzonderlijk te horen (artikel 7:6, tweede tot en met vierde lid);
- f.
de termijn van twaalf weken, genoemd in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, de beslissing te verdagen (artikel 7:10 lid 3);
- g.
beslissen over verdere uitstel (artikel 7.10 lid 4).
- a.
-
2. De voorzitter kan de bevoegdheden als bedoeld in dit artikel mandateren aan de secretaris.
Artikel 10. Voorbereiding hoorzitting
-
1. De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting waarin de bezwaarmaker, eventuele andere belanghebbenden en het bestuursorgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.
-
2. De voorzitter nodigt de bezwaarmaker, eventuele andere belanghebbenden en het bestuursorgaan ten minste twee weken voor de hoorzitting schriftelijk uit.
-
3. Binnen drie werkdagen na verzenddatum van de uitnodiging kunnen de bezwaarmaker, eventuele andere belanghebbenden of het bestuursorgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de hoorzitting te wijzigen.
-
4. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt binnen drie werkdagen na ontvangst van dit verzoek aan de bezwaarmaker, eventuele andere belanghebbenden en het bestuursorgaan meegedeeld.
-
5. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen, genoemd in het tweede tot en met vierde lid.
-
6. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen.
-
7. De voorzitter kan de bevoegdheden als bedoeld in dit artikel mandateren aan de secretaris.
Artikel 11. Onpartijdigheid leden
De voorzitter en de leden nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift als daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.
Artikel 12. Openbaarheid hoorzitting
-
1. De hoorzitting van de commissie is openbaar.
-
2. In afwijking van het eerste lid vindt de hoorzitting achter gesloten deuren plaats voor wat betreft de volgende zaken:
- a.
kamer SZMO.
- a.
-
3. Op voorstel van één van de leden of op verzoek van een belanghebbende kan worden besloten de hoorzitting achter gesloten deuren te laten plaatsvinden.
-
4. Als de commissie naar aanleiding van het derde lid beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de hoorzitting verzetten, vindt de hoorzitting plaats achter gesloten deuren.
Artikel 13. Verslaglegging
-
1. Het verslag, bedoeld in artikel 7:7 van de Awb, kan zowel digitaal (geluidsopname) als schriftelijk worden opgesteld.
-
2. Het schriftelijke verslag bevat in ieder geval:
- a.
namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid;
- b.
zakelijke vermelding van wat over en weer is gezegd en wat verder op de hoorzitting is voorgevallen;
- c.
vermelding als de hoorzitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsvond, of als belanghebbenden of hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord;
- d.
verwijzing naar de op de hoorzitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.
- a.
Artikel 14. Nader onderzoek
-
1. De kamervoorzitter is bevoegd nader onderzoek te doen als zij dit na afloop van de hoorzitting wenselijk acht. De kamervoorzitter heeft de bevoegdheid de daarvoor benodigde rechtshandelingen te verrichten, de gemeente daarbij te vertegenwoordigen en de daarmee verband houdende uitgaven te doen per bezwaarzaak tot een bedrag van maximaal € 2.500 met een maximum van € 10.000 per kalenderjaar voor de commissie. Indien de voorzitter van deze bevoegdheid gebruikt maakt, stelt hij de commissievoorzitter daarvan op de hoogte.
-
2. De uit nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de bezwaarmaker, eventuele andere belanghebbenden en het bestuursorgaan toegezonden.
-
3. De bezwaarmaker, eventuele andere belanghebbenden en het bestuursorgaan kunnen binnen twee weken na verzending van de nadere informatie schriftelijk reageren en indien gewenst aan de voorzitter vragen om een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op dit verzoek.
-
4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
Artikel 15. Raadkamer en advies
-
1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het uit te brengen advies.
-
2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.
-
3. Als bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.
-
4. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift. De conclusie van de commissie kan luiden:
- a.
het bezwaar is niet-ontvankelijk;
- b.
het bezwaar is ongegrond;
- c.
het bezwaar is gegrond;
- d.
een combinatie van a, b, en/of c.
- a.
-
5. De conclusie bevat tevens de toevoeging of het bestreden besluit wordt gehandhaafd dan wel wordt herroepen.
-
6. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.
Artikel 16. Uitbrengen advies
Het advies wordt met het verslag, en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.
Artikel 17. Jaarverslag
De commissie brengt jaarlijks aan de bestuursorganen verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.
Artikel 18. Vergoeding voor werkzaamheden
-
1. Aan de leden van de commissie bezwaarschriften wordt een vergoeding toegekend.
-
2. Deze vergoeding per vergadering, waarin meerdere hoorzittingen gehouden kunnen worden, bedraagt 300% van de vergoeding waarop hij overeenkomstig artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers aanspraak maakt.
-
3. Op grond van de bijzondere beroepsmatige deskundigheid van de commissieleden ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van hun taak en de omvang van de door hen te verrichten arbeid, wordt toepassing gegeven aan artikel 3.4.2. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
-
4. Het college van burgemeester en wethouders kan de onder lid 2 genoemde vergoeding aanpassen.
-
5. Aan de commissieleden wordt per vergadering een vergoeding toegekend voor de gemaakte reiskosten voor de afstand tussen hun woonplaats en de plaats waar de hoorzitting plaatsvindt en vice versa, conform het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
-
6. Zover een lid een hoorzitting niet heeft bijgewoond, maar aan de totstandkoming van een advies wel zijn noodzakelijk zijnde bijdrage heeft geleverd, ontvangt het lid 150% van de vergoeding conform artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
Paragraaf 4. Slotbepalingen
Artikel 19. Intrekking oude regeling
De Verordening behandeling bezwaarschriften Oldenzaal 2014 wordt ingetrokken.
Artikel 20. Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2025.
-
2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening voor de behandeling van bezwaarschriften gemeente Oldenzaal 2025.
Ondertekening
Vastgesteld in de openbare vergadering van 25 november 2024
de griffier,
B.C. de Groot
de voorzitter,
P.G. Welman
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl