Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727992
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727992/1
Verordening afvalstoffenheffing 2025
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Verordening afvalstoffenheffing 2025De raad van de gemeente Lochem;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2024;
gelet op artikel 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h en op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
B E S L U I T :
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2025.
Artikel 1 Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
- 1.
Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
- 2.
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 3 Voorwerp van de belasting
- 1.
Voorwerp van de belasting is een perceel.
- 2.
Als perceel wordt aangemerkt:
- a.
de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a, c, d en f, van de Wet waardering onroerende zaken;
- b.
de roerende zaak, die duurzaam aan een plaats gebonden is;
- c.
een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;
- d.
een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren;
- e.
het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.
- a.
Artikel 4 Belastingplicht
De belasting wordt geheven van de persoon die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 6 Belastingjaar
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 Wijze van heffing
- 1.
De belasting, bedoeld in Hoofdstuk I van de tarieventabel, wordt bij wege van aanslag geheven.
- 2.
De belasting, bedoeld in de Hoofdstukken II, III en IV van de tarieventabel, wordt geheven door middel van een elektronische of schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt elektronisch of door uitreiking of toezending van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldigd bekendgemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
- 1.
De belasting, bedoeld in Hoofdstuk I van de tarieventabel, is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
- 2.
Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting, bedoeld in Hoofdstuk I van de tarieventabel, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten daarvan als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting, bedoeld in Hoofdstuk I van de tarieventabel, als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 4.
Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing als de belastingschuldige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.
- 5.
De belasting, bedoeld in de Hoofdstuk II, III en IV van de tarieventabel, is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.
Artikel 9 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
- 2.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, als het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dat € 50,-, maar minder is dan € 10.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
- 3.
De belasting moet worden betaald als de kennisgeving, bedoeld in artikel 7, tweede lid wordt gedaan, op het moment van doen van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na dagtekening van de kennisgeving.
- 4.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 10 Medisch afval
- 1.
Burgemeester en wethouders verlenen op aanvraag compensatie van de afvalstoffenheffing voor het inleveren van medisch afval.
- 2.
Het verzoek om compensatie wordt ingediend bij de gemeente onder overlegging van een recent medisch advies van een huisarts of medisch specialist, waaruit blijkt dat gebruik wordt gemaakt van materiaal dat medisch afval tot gevolg heeft.
- 3.
Als geen advies van een huisarts of medisch specialist kan worden overlegd, dient de belastingplichtige bij het verzoek een eigen schriftelijke verklaring in dat gebruik wordt gemaakt van materiaal dat medisch afval tot gevolg heeft. Bij de verklaring voegt hij stukken, waarmee het ontstaan van medisch afval wordt aangetoond. Het gaat bijvoorbeeld om aankoopnota’s apotheek of een kopie van een machtiging van de zorgverzekering.
- 4.
De compensatie bedraagt maximaal:
- a.
€ 53,75 per belastingjaar voor de belasting bedoeld in Hoofdstuk I, onderdeel 3.2 van de tarieventabel én;
- b.
€ 66,17 per belastingjaar voor de belasting bedoeld in Hoofdstuk I, onderdeel 4.2 van de tarieventabel.
- a.
- 5.
Op het moment dat de situatie die geleid heeft tot de compensatie wijzigt, deelt de persoon aan wie compensatie is verleend direct de gewijzigde situatie mee aan burgemeester en wethouders.
Artikel 11 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant;
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 12 Overgangsrecht
De Verordening afvalstoffenheffing 2024, vastgesteld op 27 november 2023, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 13 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2025.
- 2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening afvalstoffenheffing 2025.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lochem op 25 november 2024.
De griffier,
De voorzitter,
S.W. van ‘t Erve
TARIEVENTABEL 2025 behorende bij Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2025
Hoofdstuk ITARIEVEN PER PERCEEL
- 1.
De belasting wordt per perceel berekend naar een vast tarief, verhoogd met één of meer gedifferentieerde tarieven.
- 2.
Het vaste belastingtarief bedraagt per perceel per belastingjaar € 177,18.
- 3.
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2 van dit hoofdstuk bedraagt het gedifferentieerde belastingtarief per aanbieding van een minicontainer:
- 3.1
bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval € 2,87;
- 3.2
bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen € 10,10.
- 3.1
- 4.
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2 van dit hoofdstuk bedraaagt de belasting voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen in een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde verzamelcontainer:
- 4.1
bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per keer € 0,80;
- 4.2
bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, per keer € 2,87.
- 4.1
Hoofdstuk II TARIEVEN OMRUILEN/EXTRA CONTAINER/NIEUWE AFVALPAS
- 1.
Voor de ingebruikgeving van elke container boven de vaste inzamelmiddelen bedraagt het tarief per container van 240 liter zonder chip € 87,00. Voor een extra container van 140 liter worden geen kosten in rekening gebracht;
- 2.
Voor vervanging van een beschadigde, gestolen of anderszins verloren container of afvalpas/ combipas, alsmede voor omruiling van een container bedraagt het tarief per vervangen, dan wel omgeruilde container € 87,00.
Als het verzoek tot omruiling binnen 3 maanden na ingebruikneming van een perceel wordt gedaan bedraagt het tarief € 0,00.
- 3.
Voor afgifte van een nieuwe (enkelvoudige) afvalpas bedraagt het tarief € 9,00.
Hoofdstuk IIITARIEVEN MILIEUPARK
Voor het aanbieden van grof tuinafval, restafval, hout, bouw- en sloopafval en overig huishoudelijk afval bij een van de gemeentelijke milieuparken gelden de volgende tarieven:
Afvalstroom |
Tarief per 10 kg |
Autobanden met velg |
€ 0,92 |
Grof huishoudelijk afval |
€ 1,97 |
Hout onbehandeld |
€ 0,00 |
Hout (geïmpregneerd) |
€ 1,97 |
Bouw- en sloopafval/niet schoon puin |
€ 1,97 |
Spiegel en draadglas |
€ 1,97 |
Dakleer |
€ 1,97 |
Tapijt |
€ 1,97 |
Matrassen |
€ 1,97 |
Schoon puin |
€ 0,00 |
Snoeiafval < 500 kg |
€ 0,00 |
Snoeiafval > 500 kg |
€ 0,33 |
|
|
Hoofdstuk IV TARIEVEN INZAMELING GROF VUIL AAN HUIS
Voor het ophalen van grof vuil aan huis bedraagt het tarief aan voorrijkosten per rit, per adres € 32,85.
Behoort bij besluit van de gemeenteraad van Lochem van 25 november 2024
De griffier,
Toelichting Verordening afvalstoffenheffing 2025
De verordening is overeenkomstig de harmonisatie-afspraak met Tribuut opnieuw vormgegeven. Het gaat vooral om technische/redactionele wijzigingen, maar geen inhoudelijke wijzigingen. Grotendeels is aangesloten bij het VNG-model.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl