Subsidieregeling sportverenigingen Dijk en Waard 2026

Geldend van 03-12-2024 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling sportverenigingen Dijk en Waard 2026

Het college besluit:

  • 1.

    de subsidieregeling sportverenigingen Dijk en Waard 2026 vast te stellen;

  • 2.

    de subsidieregeling Sportverenigingen Dijk en Waard 2024 in te trekken. De intrekking wordt van kracht de dag na de officiële bekendmaking van dit besluit;

  • 3.

    Voor alle aanvragen tot subsidieverlening en subsidievaststelling van activiteiten die in het jaar 2024 en 2025 plaatsvinden, zullen de bepalingen van de subsidieregeling Sportverenigingen Dijk en Waard 2024 van toepassing blijven, ondanks de intrekking ervan;

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dijk en Waard;

Overwegende:

de visie sociaal domein, het integraal beleidskader en het subsidiebeleid Dijk en Waard 2023,

dat in de gemeente Dijk en Waard iedereen de mogelijkheid heeft om te sporten en te bewegen, ongeacht leeftijd, geslacht, achtergrond of fysieke beperkingen;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Dijk en Waard 2022

b e s l u i t

vast te stellen de Subsidieregeling sportverenigingen Dijk en Waard 2026

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    activiteit: een met gebruikmaking van de subsidie te leveren sportief product, prestatie of dienst, waarbij de activiteit uitdrukkelijk niet tot doel heeft het binnen halen van geld voor een goed doel;

  • b.

    Algemene subsidieverordening (ASV): de Algemene subsidieverordening Dijk en Waard 2022;

  • c.

    NOC*NSF: Nederlands Olympisch Comité en de Nederlandse Sport Federatie;

  • d.

    sport: sport- en bewegingsactiviteiten;

  • e.

    sportvereniging: vereniging die is aangesloten bij een sportbond, die op haar beurt weer lid is van de koepel NOC*NSF.

Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie kan worden verstrekt voor specifiek omschreven kernactiviteiten van sportverenigingen die direct bijdragen aan het bevorderen van sportdeelname onder hun leden uit de gemeente Dijk en Waard. Deze kernactiviteiten omvatten uitsluitend de organisatie van sporttrainingen, wedstrijden, en verenigingsactiviteiten die gericht zijn op het stimuleren van fysieke activiteit en sportontwikkeling. Andere activiteiten, zoals sociale evenementen, promotionele of administratieve werkzaamheden, komen niet in aanmerking voor deze subsidie.

Artikel 3 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de Algemene subsidieverordening wordt de subsidie (geheel of gedeeltelijk) geweigerd indien:

  • 1.

    niet aannemelijk is gemaakt dat er behoefte is aan de geplande activiteit;

  • 2.

    niet aannemelijk is gemaakt dat de activiteit een meerwaarde oplevert bovenop het reeds bestaande aanbod in Dijk en Waard;

  • 3.

    de activiteit is gericht op het promoten van een religieuze, levensbeschouwelijk of politieke overtuiging, hetgeen onder andere kan blijken uit de doelstelling, inhoud, doelgroep of toegankelijkheid;

  • 4.

    de activiteit in strijd is met gemeentelijk beleid;

  • 5.

    als de activiteit via een andere subsidieregeling van de gemeente Dijk en Waard moet worden aangevraagd of als via een andere voorliggende voorziening in de activiteit of haar doel wordt voorzien.

  • 6.

    De aanvrager beroepskrachten inschakelt die niet beschikken over een op de functie gerichte opleiding en Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG);

  • 7.

    De aanvrager vrijwilligers inschakelt die niet beschikken over een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG), maar wel functies hebben of werkzaamheden uitvoeren waarbij de NOC-NSF dit adviseert (zie: Model VOG-beleid voor sportclubs, bijlage 1 Overzicht functies en werkzaamheden vrijwilligers en bijbehorend VOG-advies https://nocnsf.nl/media/2uzdsgmv/nocnsf-model-vog-beleid-sportclub-2024.docx);

  • 8.

    De aanvrager gebruik maakt van een accommodatie die voor de uitvoering van de activiteit onvoldoende geschikt of toegerust is;

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan sportverenigingen opgericht bij notariële akte die aangesloten zijn bij een overkoepelende landelijke sportbond, die lid is van het NOC*NSF.

Artikel 5 Procedurebepalingen

  • 1. Op grond van artikel 7, vierde lid van de Algemene subsidieverordening Dijk en Waard 2022 dient een aanvraag voor subsidie bij voorkeur van 1 juli tot 1 september van het jaar voorafgaande aan het jaar of de jaren waarin de activiteiten gaan plaats vinden, te worden ingediend.

  • 2. Aanvragen die zijn ingediend vóór de indieningstermijn worden gedateerd op 1 juli.

  • 3.

    • a.

      Organisaties die voor het derde jaar op rij minder dan € 50.000 per jaar subsidie aanvragen kunnen voor meerdere jaren subsidie aanvragen met een maximum van vier jaar. Bij het verlenen van subsidie voor meerdere jaren, blijven de bepalingen in deze subsidieregeling van kracht.

    • b.

      Alle andere aanvragen kunnen jaarlijks voor maximaal 1 kalenderjaar worden ingediend.

  • 4. In afwijking van artikel 8, eerste lid van de Algemene subsidieverordening Dijk en Waard 2022 beslist het college binnen 13 weken op volledige aanvragen die na 1 oktober zijn ingediend.

  • 5. Wanneer de aanvrager de onvolledige aanvraag heeft aangevuld, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvulling is ontvangen.

Artikel 6 Aanvraag

Op grond van artikel 6, vierde lid van de ASV bevat de aanvraag ook een balans met de stand van de reserves en voorzieningen.

Artikel 7 Berekening van de subsidie

  • 1. Subsidie kan enkel worden verstrekt voor door het college noodzakelijk te achten kosten na aftrek van redelijkerwijs te verwachten bijdragen van derden zoals inkomsten uit contributie, sponsoring, huur, horeca of eigen bijdragen.

  • 2. Eenmalig mogen bij de oprichting van een rechtspersoon de kosten van een akte/statuten in de subsidieaanvraag opgenomen worden voor maximaal 50% van de kosten en tot maximum €1.000

  • 3.

    • a.

      Dijk en Waardse verenigingen met leden van buiten de gemeente, kunnen aanspraak maken op de volledige bekostigingsbijdrage indien het aantal Dijk en Waardse leden minimaal 50% is. Er vindt een korting op de bijdrage plaats gelijk aan 3x het percentage van de niet-Dijk en Waardse leden boven de 50%. De korting mag maximaal 100% zijn.

    • b.

      Bij meerjarige subsidie wordt de korting op het aantal niet-Dijk en Waardse leden jaarlijks berekend. Hiertoe dient u na verlening uiterlijk 13 weken voor het nieuwe kalenderjaar het ledenaantal door te geven conform artikel 12 lid 2. Dit kan betekenen dat de subsidie tussentijds wordt verlaagd of dat er aanvullend subsidie kan worden aangevraagd.

  • 4. Voor sportactiviteiten in het kader van een jubileum of een andere niet-reguliere gelegenheid kunt u per 5 jaar subsidie aanvragen. Het maximaal aan te vragen subsidiebedrag hiervoor is afhankelijk van het aantal leden:

    • a.

      0 tot 20 leden: maximaal € 250

    • b.

      20 tot 50 leden: maximaal € 500

    • c.

      50 of meer leden: maximaal € 1.000

Artikel 8 Niet subsidiabele kosten

Investeringskosten met betrekking tot de aanpassing, herbouw en/of aanleg van (nieuwe) sportaccommodaties zijn niet-subsidiabel.

Artikel 9 Reserves en voorzieningen

  • 1. Bestemmingsreserves en voorzieningen zijn alleen toegestaan indien zij onderdeel uitmaken van de subsidieaanvraag en in de beschikking tot toekenning zijn vermeld.

  • 2. De volgende reserves en voorzieningen worden onderscheiden:

    • o

      Egalisatiereserve: voor het opvangen van schommelingen in de exploitatie

    • o

      Bestemmingsreserve: zijn specifieke reserves, waar aan vooraf een bestemming is gegeven. Voorbeelden van bestemmingsreserves zijn:

      • Reserve ten behoeve van kleine inventaris (vervanging);

      • Reserve ten behoeve van bepaalde omschreven, niet reguliere, activiteiten en/of ten behoeve van een specifiek doel (bijvoorbeeld jubilea).

    • o

      Voorzieningen: Voorzieningen om redelijkerwijs te verwachten toekomstige risico’s op te vangen, zoals:

      • Niet reguliere personele verplichtingen die sterk fluctueren (ziektevervanging, wachtgeldverplichting, reorganisatiekosten e.d.);

      • Groot onderhoud en renovaties op basis van een meerjarenplan.

  • 3. De hoogte van de toegestane reserves en voorzieningen is afhankelijk van de aard van de organisatie en haar activiteiten. Het college van burgemeester en wethouders kunnen hiervoor normen vaststellen.

  • 4. Het is instellingen toegestaan het positieve verschil tussen het bedrag van de subsidieverlening en de (lagere) subsidievaststelling toe te voegen aan de egalisatiereserve.

  • 5. De egalisatiereserve mag maximaal 10% bedragen van de gemiddelde inkomsten van de instelling over de afgelopen 4 jaar. Wanneer de organisatie minder dan vier jaar bestaat dan wordt alleen gekeken naar de jaren na de oprichting van de organisatie.

Artikel 10 Verdeling van het subsidieplafond

Indien het subsidiebedrag, voor de in beginsel voor honorering in aanmerking komende volledige aanvragen, het subsidieplafond overtreft, gelden achtereenvolgens de onderstaande verdeelregels:

  • 1.

    Instellingen die in de periode van 1 juli tot 1 september voorafgaande aan het betreffende subsidiejaar, hun volledige aanvraag hebben ingediend (groep A) gaan voor instellingen die vanaf 1 september voorafgaand aan het betreffende subsidiejaar hun volledige aanvraag hebben ingediend (groep B).

  • 2.

    Indien het subsidiebedrag voor de in beginsel voor honorering in aanmerking komende aanvragen van groep A het subsidieplafond overtreft, wordt het subsidiebudget naar rato van de in beginsel te verlenen subsidie verdeeld over de volledige subsidieaanvragen van groep A.

  • 3.

    Subsidieaanvragen uit groep B worden afgehandeld in volgorde van ontvangst van de volledige subsidieaanvragen.

  • 4.

    Indien bij toepassing van lid 4 blijkt dat het resterende budget dient te worden verdeeld tussen twee of meer instellingen van wie de aanvraag op dezelfde datum is ontvangen, waarbij het budget ontoereikend is om deze aanvragen volledig te honoreren, dan wordt het budget naar rato van de in beginsel te verlenen subsidie verdeeld over de betreffende volledige subsidieaanvragen.

Artikel 11 Verplichtingen

Burgemeester en wethouders kunnen aan de verlening van subsidie verplichtingen opleggen die niet in deze regeling zijn vermeld, voor zover dit naar verwachting de kwaliteit verbetert of de resultaten beter zichtbaar en verantwoord kunnen worden.

Artikel 12: Eindverantwoording

  • 1. Bij jaarlijkse subsidies wordt de aanvraag tot vaststelling ingediend conform de Algemene subsidieverordening. Als er een aanvraagformulier is vastgesteld, geschiedt dit met gebruikmaking daarvan. Afhankelijk van de hoogte van de subsidie geldt:

    • a.

      t/m € 5.000: hiervoor gelden de bepalingen van artikel 14 van de Algemene subsidieverordening.

    • b.

      Tussen € 5.000 en € 50.000: Op basis van artikel 15 van de Algemene subsidieverordening, bevat de aanvraag tot vaststelling:

      • een inhoudelijk (jaar)verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan;

      • een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

    • c.

      Vanaf € 50.000: Op basis van artikel 16 van de Algemene subsidieverordening wordt de aanvraag tot vaststelling ingediend. De aanvraag tot vaststelling bevat:

      • een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan;

      • een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

      • een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop.

  • 2. Bij een meerjarige subsidie wordt de aanvraag tot vaststelling ingediend binnen 13 weken na afloop van de totale subsidie-periode. Na afloop van de totale subsidieperiode levert de organisatie stukken aan genoemd in artikel 11, eerste lid. Als hiervoor een aanvraagformulier is vastgesteld, geschiedt dit met gebruikmaking daarvan. Daarnaast geldt jaarlijks:

    • a.

      t/m € 5.000: Gedurende de subsidie-periode is er tussentijds geen verantwoording nodig. Is het aantal Dijk en Waardse leden minder dan 50%, dan dient u na verlening jaarlijks uiterlijk 13 weken voor het nieuwe kalenderjaar door te geven:

      • het aantal leden van buiten Dijk en Waard

      • het aantal Dijk en Waardse leden

    • b.

      Tussen € 5.000 en € 50.000: Gedurende de subsidie-periode levert de organisatie jaarlijks een inhoudelijk en financieel verslag aan. Is het aantal Dijk en Waardse leden minder dan 50%, dan dient u na verlening jaarlijks uiterlijk 13 weken voor het nieuwe kalenderjaar door te geven:

      • het aantal leden van buiten Dijk en Waard

      • het aantal Dijk en Waardse leden

    • d.

      Vanaf € 50.000: Gedurende de subsidie-periode levert de organisatie jaarlijks een inhoudelijk en financieel verslag aan, incl. een balans (met toelichting) van de reserves en de voorzieningen. Is het aantal Dijk en Waardse leden minder dan 50%, dan dient u na verlening jaarlijks uiterlijk 13 weken voor het nieuwe kalenderjaar door te geven:

      • het aantal leden van buiten Dijk en Waard

      • het aantal Dijk en Waardse leden

  • 3. De financiële verantwoording dient bij bedragen vanaf € 50.000 maar minder dan € 250.000 van een controleverklaring van de accountant te worden voorzien indien dit in de subsidiebeschikking expliciet is vermeld. Bij subsidiebedragen vanaf € 250.000 dient de verantwoording altijd van een controleverklaring te worden voorzien. Indien de gemeente een specifiek protocol heeft vastgesteld dan zijn de voorschriften vanuit dit protocol van toepassing.

Artikel 13: Hardheidsclausule

  • 1. Het college kan van artikel 9 van deze subsidieregeling afwijken als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of – ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen.

  • 2. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.

Artikel 14: Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking;

  • 2. De regeling heeft betrekking op activiteiten met ingang van 2026.

  • 3. De regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling sportverenigingen Dijk en Waard 2026.

Ondertekening

Bijlage Subsidiebeleid sociaal domein - addendum sport

Sport is, net als kunst en cultuur, van groot belang voor onze inwoners. Het draagt bij aan het welzijn van inwoners, het ontwikkelen van vaardigheden en talenten en is onderdeel van de identiteit van de gemeente. Ook brengt het mensen samen, versterkt het de sociale cohesie en geeft het zingeving van jong tot oud, ongeacht hun achtergrond of verschillen. De gemeente Dijk en Waard faciliteert een sociale infrastructuur met een vitaal verenigingsleven, zodat inwoners een sociaal netwerk opbouwen. Door het aanbieden van sport- en culturele programma’s voor bepaalde doelgroepen, zoals kinderen, jongeren of ouderen, stimuleren we dat mensen die anders eenzaam zijn of zich buitengesloten voelen, betrokken raken bij de gemeenschap en nieuwe sociale contacten opdoen. Daarmee is het een verbindende kracht. Sport, kunst en cultuur dragen bij aan de gezondheid, welbevinden, sociale contacten, zelfvertrouwen en creatief denken van inwoners. Daarnaast werkt het preventief ten opzichte van de vraag om formele hulp en ondersteuning.

“De hoofddoelstelling van route 1 van het Integraal Beleidskader sociaal domein is het opbouwen van een sterke sociale basis, wat vraagt om het versterken van de eigen kracht van inwoners, hun sociale netwerken en de samenkracht van organisaties en gemeenschappen. Binnen dit kader worden doelen gesteld om sport, gezondheid, vitaliteit en verenigingen te bevorderen.

  • Specifieke programma's worden aangeboden voor diverse doelgroepen om eenzaamheid te verminderen en gemeenschapsbetrokkenheid te vergroten.

  • Sport draagt bij aan welzijn, vaardigheden en identiteit.

  • Sport bevordert gezondheid, zelfvertrouwen en creatief denken, en draagt bij aan het verminderen van de vraag naar formele hulp en ondersteuning.

  • In het streven naar een sterke sociale basis wordt de focus gelegd op het empoweren van inwoners, het stimuleren van gezonde leefstijl, het faciliteren van deelname en ontwikkeling, en het versterken van de gemeenschap via een rijk verenigingsleven.”

  • De gemeente faciliteert een sociaal netwerk via subsidie voor een vitaal verenigingsleven.

Opdat iedereen in onze gemeente de mogelijkheid heeft om te sporten en te bewegen, ongeacht leeftijd, geslacht, achtergrond of fysieke beperkingen erkennen wij het grote belang van sportclubs en de maatschappelijke meerwaarde ervan ten opzichte van beroepsorganisaties. Sportclubs faciliteren bij uitstek de laagdrempelig toegang tot zowel sportbeoefening en talentontwikkeling als participatie en gemeenschapsbetrokkenheid. Sportclubs zijn van grote meerwaarde voor de leefbaarheid in onze gemeente en kernen. Sportclubs dragen sterk bij aan ons vestigingsklimaat en aan de gezondheid en vitaliteit van onze inwoners. Wij willen de rol van sportclubs erkennen, bestendigen en verder versterken.

De Subsidieregeling Sport 2024 beoogt de Dijk en Waardse sportclubs tegemoet te komen in de kosten die voortvloeien uit de uitvoering van hun kernactiviteit(-en) ten behoeve van het faciliteren van hun Dijk en Waardse leden, ongeacht of deze sportclubs gebruik maken van een maatschappelijke of een private accommodatie. Op basis hiervan willen wij een goede infrastructuur waarborgen van basisvoorzieningen die voor de sportbeoefening binnen clubverband benodigd zijn.

Voor Dijk en Waardse voetbalclubs die op een private accommodatie zijn gevestigd, willen wij daarnaast een gelijkwaardiger speelveld creëren ten opzichte van de voetbalclubs die op een maatschappelijke accommodatie zijn gevestigd. Dit willen we doen door hen via begrotingspostsubsidies een financiële compensatie te bieden voor het gegeven dat zij meer kosten dragen voor de instandhouding van hun velden, veldinrichting en sportparkinrichting en voor het eigenaarsdeel van heffingen.