Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727954
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727954/1
Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang 2018
Geldend van 04-12-2024 t/m heden
Intitulé
Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang 2018Burgemeester en wethouders van de gemeente Drimmelen
Gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;
Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang;
besluiten:
de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang 2018 vast te stellen.
Hoofdstuk 1 Algemeen
Artikel 1 Toepassing
Deze beleidsregels zijn van toepassing op de handhaving naar aanleiding van een overtreding van de bij of krachtens de Wet kinderopvang gestelde regelgeving.
Artikel 2 Vormen van handhaving
Bij het uitvoeren van het handhavingsbeleid heeft het college de volgende mogelijkheden:
- 1.
informeel middel zoals een mondeling overleg
- 2.
op herstel gericht handhavingsmiddel zoals een herstelsanctie;
- 3.
bestraffende sanctie.
Artikel 3 Kwaliteitseisen
-
1. De kwaliteitseisen, waar aan voldaan moet worden, staan genoemd in de Wet kinderopvang en alle onderliggende regelgeving.
-
2. De toezichthouder kinderopvang onderzoekt de naleving van deze kwaliteitseisen en legt de bevindingen vast in een inspectierapport.
-
3. In de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang 2018 wordt uitgegaan van deze kwaliteitseisen.
-
4. In het afwegingsoverzicht worden per domein de kwaliteitseisen geclusterd weergegeven en voorzien van een prioritering en bepaling van de hoogte van de bestuurlijke boete in geval van een overtreding. Het afwegingsoverzicht is als bijlage aan deze beleidsregels toegevoegd.
Hoofdstuk 2 Herstellend traject
Artikel 4 Herstelmaatregel
-
1. Indien gebleken is dat een houder van een kindercentrum, een gastouderbureau of een voorziening voor gastouderopvang niet voldoet aan één of meer kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en alle onderliggende regelgeving, start het college in beginsel een herstellend handhavingstraject. Dit traject is gericht op beëindiging van de overtreding(-en) en op voorkoming van herhaling van de overtreding(-en)
-
2. Bij het uitvoeren van een herstellend handhavingstraject hanteert het college de volgende stappen:
- a.
stap 1: Bevel of aanwijzing;
- b.
stap 2: (voornemen) last onder dwangsom of bestuursdwang;
- c.
stap 3: exploitatieverbod;
- d.
stap 4: intrekken van de toestemming tot exploitatie en verwijdering van de registratie uit het landelijk register kinderopvang.
- a.
-
3. Als strikte toepassing van de stappen in het hersteltraject tot onredelijke bezwarende situatie leidt, kan het college besluiten van het hersteltraject af te wijken door een bepaalde stap of bepaalde stappen in het herstellende traject over te slaan dan wel meerdere keren toe te passen.
-
4. De duur van de hersteltermijn is afhankelijk van de prioriteit die is toegekend aan de kwaliteitseis zoals afgeleid kan worden uit het afwegingsoverzicht dat als bijlage is opgenomen.
-
5. Bij het geven van een bevel of aanwijzing gelden de volgende hersteltermijnen:
- a.
prioriteit hoog: maximaal 2 weken;
- b.
prioriteit gemiddeld: maximaal 2 maanden;
- c.
prioriteit laag: maximaal 6 maanden.
Deze termijnen worden in beginsel eveneens gehanteerd als begunstigingstermijn indien ervoor gekozen is om een last onder dwangsom of last onder bestuursdwang op te leggen.
- a.
Artikel 5
Indien niet (langer) wordt voldaan aan de definities van de Wet kinderopvang voor wat betreft de geregistreerde voorziening (dagopvang, buitenschoolse opvang, gastouder-bureau, voorziening voor gastouderopvang) wordt de gegeven toestemming tot exploitatie ingetrokken door middel van een beschikking overeenkomstig artikel 1.46 lid 5 en 6 Wet kinderopvang. Aansluitend wordt de registratie verwijderd uit het landelijk register kinderopvang.
Hoofdstuk 3 Bestraffend traject
Artikel 6 Gebruik bevoegdheid opleggen bestuurlijke boete
-
1. Het college legt een bestuurlijke boete op bij:
- a.
overtredingen met de prioriteit ‘hoog’ zoals opgenomen in het afwegingsoverzicht in de bijlage;
- b.
exploitatie zonder toestemming van het college van burgemeester en wethouders;
- c.
niet onverwijld melden van een wijziging aan het college van burgemeester en wethouders van in het landelijk register kinderopvang opgenomen gegevens;
- d.
overtreding van een norm zoals genoemd in het afwegingsoverzicht onder ‘overige overtredingen’.
- a.
-
2. Bij overtredingen met een prioriteit ‘gemiddeld’ of ‘laag’ zoals opgenomen in het afwegingsoverzicht in de bijlage kan het college ook een bestuurlijke boete opleggen.
Artikel 7 Hoogte bestuurlijke boete
-
1. Bij de berekening van de bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1.72 lid 1 van de Wet kinderopvang wordt voor alle overtredingen het boetebedrag dat is neergelegd in het afwegingsoverzicht als uitgangspunt gehanteerd met inachtneming van hetgeen is gesteld in het volgende lid en artikel 8.
-
2. In afwijking van het vorige lid, geldt voor voorzieningen voor gastouderopvang als uitgangspunt dat het boetebedrag zoals neergelegd in het afwegingsoverzicht met 0,5 kan worden vermenigvuldigd.
Artikel 8 Recidive
Bij de vaststelling van de bestuurlijke boete wordt uitgegaan van:
- a.
1,5 maal het onder artikel 7 bepaalde boetebedrag indien een door een bestuurlijke boete te handhaven overtreding plaatsvindt binnen een periode van twee jaar nadat een eerdere overtreding van dezelfde wettelijke norm heeft plaatsgevonden waarvoor eveneens een bestuurlijke boete was opgelegd;
- b.
2 maal het onder artikel 7 bepaalde boetebedrag indien er sprake is van een derde of volgende overtreding van dezelfde wettelijke norm binnen een periode van twee jaar nadat de daaraan voorafgaande overtreding zich heeft voorgedaan waarvoor eveneens een bestuurlijke boete was opgelegd.
Artikel 9 Matiging
-
1. Het college kan besluiten om de bestuurlijke boete te matigen, indien de belanghebbende aannemelijk maakt dat op grond van
- a.
de ernst van de overtreding;
- b.
de mate van verwijtbaarheid;
- c.
de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan of;
- d.
de omstandigheden waarin de overtreder verkeert,
- e.
boeteoplegging volgens deze beleidsregels handhaving Wet kinderopvang 2018 onevenredig is.
- a.
-
2. Van een situatie als bedoeld in het vorige lid kan in beginsel slechts sprake zijn, indien sprake is van bijzondere omstandigheden waarin bij de vaststelling van deze beleidsregels niet is voorzien.
Artikel 10 Samenloop
De totale bij boetebeschikking op te leggen bestuurlijke boete bestaat, ingeval er sprake is van meerdere overtredingen op één en hetzelfde moment, uit de som van de per overtreding berekende boetebedragen.
Artikel 11 Citeertitel
Deze beleidsregels worden aangehaald als ‘Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang 2018´.
Artikel 12 Inwerkingtreding en intrekking oude regeling
Deze beleidsregels treden na bekendmaking in werking op 1 september 2018 onder gelijktijdige intrekking van de beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 2014.
Ondertekening
Made, 21 augustus 2018
burgemeester en wethouders van Drimmelen
C. Smits
secretaris
Drs. G.L.C.M. de Kok
burgemeester
Afwegingsoverzicht Handhaving Wet Kinderopvang
Handhaving- en sanctiebeleid gemeente Drimmelen
betreffende kwaliteit en handhaving kinderopvang
behorend bij Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang 2018
Inleiding
- 1.
Toelichting op het afwegingsoverzicht
Voor u ligt het Afwegingsoverzicht Handhaving Wet Kinderopvang 2018 van de gemeente Drimmelen. In deze paragraaf wordt een korte toelichting op het afwegingsoverzicht gegeven, dat als basis de inspectierapporten van de GGD heeft.
Algemeen
De gemeente hanteert het Afwegingsoverzicht Handhaving Kinderopvang bij het uitvoeren van de handhavingsacties die nodig zijn als een houder van een kindercentrum, een gastouderbureau of een voorziening voor gastouderopvang niet voldoet aan één of meer kwaliteitseisen van de Wet Kinderopvang, hierna genoemd Wet Kinderopvang of Wko en alle daaruit voortvloeiende regelgeving. In het overzicht zijn de stappen opgenomen die de gemeente kan hanteren bij het overtreden van de kwaliteitseisen.
Handhaving is maatwerk en zal in elke situatie apart afgewogen moeten worden. Proportionaliteit en subsidiariteit zijn daarbij van belang. Daardoor zijn niet automatisch alle genoemde stappen in een bepaalde situatie van toepassing op een gemaakte overtreding. Bij iedere overtreding zal overwogen worden of de te zetten stap in proportie is met de gemaakte overtreding in een bepaalde setting.
Start van een handhavingstraject
Een handhavingstraject begint, indien nodig, direct na ontvangst van het inspectie-rapport van de GGD. De GGD geeft in het rapport een handhavingsadvies aan de gemeente. In het rapport is het ‘Overzicht getoetste inspectie-items’ de basis voor het afwegen van de te ondernemen handhavingsactie. In dit overzicht beschrijft de toezichthouder per domein de context van de voorwaarden waar de houder niet aan voldoet. Ook de ‘zienswijze houder kindercentrum’ wordt hierin genoemd. De gemeente neemt aangegeven verzwarende of verzachtende omstandigheden, de inspanning van de houder etc. mee bij het beoordelen van de te nemen handhavingsactie.
De gemeente kan in bijzondere gevallen, voordat de eerste juridische stap van aanwijzing wordt gezet, overwegen om eerst op basis van mondeling overleg de houder te bewegen de overtreding te herstellen. Het mondelinge overleg heeft echter geen juridische status en betekent daarom een uitstel van het handhavingstraject.
- 2.
Soorten sancties
Binnen dit handhavingsmodel kunnen twee typen sancties onderscheiden worden, namelijk op herstel gerichte sancties en bestraffende sancties. Deze typen sancties bestaan naast elkaar. Dit betekent dat sancties van een verschillend type tegelijkertijd kunnen worden opgelegd.
Herstellende sancties
In artikel 5:2 Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt bepaald wat onder een herstellende sanctie wordt verstaan. Hieronder wordt verstaan: een bestuurlijke sanctie die strekt tot het geheel of gedeeltelijk ongedaan maken of beëindigen van een overtreding, tot het voorkomen van herhaling van een overtreding, dan wel tot het wegnemen of beperken van de gevolgen van een overtreding.
Hieruit volgt dat het doel van de herstellende sanctie dus ook met name gelegen is in het voorkomen van het voortduren van de overtreding en/of herhaling ervan in de toekomst. De herstellende sancties zijn onder te verdelen in vier stappen:
Stap 1 Bevel of aanwijzing
De eerste stap met betrekking tot herstellende sancties is het geven van een bevel of aanwijzing. Een bevel is een handhavingsmiddel dat in spoedeisende gevallen door de GGD-inspecteur direct tijdens een inspectie ingezet kan worden. Omdat het middel door de GGD-inspecteur wordt ingezet en niet door het college wordt het bevel in het afwegingsoverzicht verder niet meer genoemd. De GGD geeft alleen een bevel indien hij van mening is dat de kwaliteit bij een kindercentrum of peuterspeelzaal zodanig tekortschiet dat het nemen van maatregelen redelijkerwijs geen uitstel kan lijden.
In geval van overtredingen met een lage of gemiddelde prioritering (zie in de tabellen van het afwegingsoverzicht) zal hier geen sprake van zijn.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waarin zich een kindercentrum, een voorziening voor gastouderopvang of een gastouderbureau bevindt dat de gegeven voorschriften (zoals weergegeven in de tabellen) niet of in onvoldoende mate naleeft, kan aan de houder een voornemen tot het opleggen van een last onder dwangsom/bestuursdwang worden toegezonden.
In een voornemen wordt met redenen toegelicht op welke punten de bedoelde voorschriften niet of in onvoldoende mate worden nageleefd door de houder. Ook wordt aangegeven welke maatregelen door de houder genomen dienen te worden om deze voorschriften wel op juiste wijze na te leven.
Bij een voornemen wordt de houder een hersteltermijn gegeven. De hersteltermijn wordt bepaald door de zwaarte van de prioritering. De hersteltermijn in dit afwegingsoverzicht wordt aangegeven in een bandbreedte. De gemeente geeft per concreet geval de exacte hersteltermijn aan. Na het verstrijken van een hersteltermijn dient de overtreding beëindigd te zijn. Ter controle hiervan kan de gemeente schriftelijke bewijsstukken opvragen dan wel de GGD de opdracht geven voor een her-inspectie. Is de overtreding niet beëindigd, dan zal de volgende stap worden ingezet.
Stap 2 Last onder dwangsom of bestuursdwang
De volgende stap met betrekking tot herstellende sancties is ‘last onder dwangsom’ of ‘last onder bestuursdwang’. Onder last onder dwangsom wordt verstaan: de herstelsanctie, inhoudende:
- •
a. een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding, en
- •
b. de verplichting tot betaling van een geldsom indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd.
De stap last onder dwangsom kan meerdere keren worden genomen voor een geconstateerde overtreding. Indien een eerste last onder dwangsom geen resultaat heeft gehad, kan worden overwogen een nieuwe, hogere last onder dwangsom op te leggen. Dit vereist een nieuw besluit.
Tevens is er de mogelijkheid om een ‘last onder bestuursdwang’ op te leggen. Hieronder wordt verstaan: de herstelsanctie, inhoudende:
- •
a. een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding, en
- •
b. de bevoegdheid van het bestuursorgaan om de last door feitelijk handelen ten uitvoer te leggen, indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd.
In gevallen waarin het bestuursorgaan de mogelijkheid heeft om zelf de overtreding op te lossen (op kosten van de overtreder) kan een last onder bestuursdwang opgelegd worden. Omdat in het kader van handhaving kinderopvang de overtredingen zich maar in beperkte mate lenen voor toepassing van bestuursdwang, is deze optie op een enkele overtreding na niet opgenomen in het afwegingsoverzicht. Echter, op grond van het bestuursrecht geldt dat in die gevallen waarin last onder dwangsom mogelijk is, ook bestuursdwang kan worden toegepast indien de gemeente de overtreding daardoor zelf kan doen beëindigen.
Stap 3 Exploitatieverbod
Het college van burgemeester en wethouders kan op grond van artikel 1.66 Wko de houder verbieden de exploitatie van een kindercentrum, een voorziening voor gastouderopvang of een gastouderbureau voort te zetten, zolang hij een bevel of aanwijzing niet opvolgt en het opleggen van een last onder bestuursdwang niet mogelijk is.
Tevens kan het college van burgemeester en wethouders de houder verbieden een bepaald kindercentrum, een bepaalde voorziening voor gastouderopvang of gastouder-bureau in exploitatie te nemen, zolang niet of niet langer aan de kwaliteitseisen (zoals genoemd in de tabellen) wordt voldaan.
Stap 4 Intrekken van de toestemming tot exploitatie en verwijdering uit Landelijk Register Kinderopvang
De laatste stap betreft verwijdering uit het Landelijk Register Kinderopvang. Dit geschiedt op grond van het Besluit landelijk register kinderopvang. Er zijn verschillende gronden waarop het college een voorziening uit het register kinderopvang kan verwijderen. Deze volgen uit artikel 8 van het Besluit landelijk register kinderopvang. :
Vanaf het moment dat een kindercentrum, een voorziening voor gastouderopvang of een gastouderbureau is verwijderd uit het register, is er geen sprake meer van kinderopvang in de zin van de wet. Voortzetten van exploitatie leidt tot illegale kinderopvang en tot een boete op basis van de Wet Economische Delicten. Doordat eerdergenoemde voorzieningen uit het register zijn verwijderd, wordt ook de grond voor recht op kinderopvangtoeslag voor vraagouders beëindigd.
Verloop herstellend handhavingstraject
Een herstellend handhavingstraject verloopt in beginsel volgens de hierboven genoemde stappen. Er kunnen zich echter situaties voordoen, waarin het naar beoordeling van het college gerechtvaardigd is om, gezien de aard en/of ernst van de overtreding, bepaalde stappen over te slaan en direct over te gaan tot inzet van een zwaardere sanctie. Eén van de situaties waarin dit zich kan voordoen is recidive.
Bestraffende sancties
In artikel 5:2 Awb wordt bepaald wat onder een bestraffende sanctie wordt verstaan. Hieronder wordt verstaan: een bestuurlijke sanctie voor zover deze beoogt de overtreder leed toe te brengen.
Een bestraffende sanctie bestraft een overtreding die in het verleden begaan is. Er is dus een overtreding geconstateerd en dat feit wordt bestraft. De vorm van een bestraffende sanctie onder de Wet kinderopvang is de bestuurlijke boete. Een bestuurlijke boete kan apart maar ook gelijktijdig met een herstellend handhavingstraject worden opgelegd.
Grondslag bestuurlijke boete bij kindercentra, voorzieningen voor gastouderopvang en gastouderbureaus
Op grond van artikel 1.72 Wko is het college bevoegd bij een aantal overtredingen een bestuurlijke boete op te leggen. Een bestuurlijke boete mag ten hoogste € 45.000,- bedragen.
Grondslag bestuurlijke boete bij gastouderopvang
Gastouders vallen ook volledig onder het regime van toezicht en handhaving en daarbij is ook de mogelijkheid om een bestuurlijke boete op te leggen van toepassing.
Opleggen bestuurlijke boete
In beginsel wordt een bestuurlijke boete opgelegd bij een overtreding met de prioriteit ‘hoog’. Er zal dan een bestuurlijke boete ter hoogte van het in het afwegingsoverzicht genoemde bedrag worden opgelegd. Ook bij een overtreding met een prioriteit ‘gemiddeld’ of ‘laag’ kan het college besluiten een bestuurlijke boete op te leggen.
Het college legt geen bestuurlijke boete op indien:
- •
de overtreder aannemelijk maakt dat elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt
- •
de overtreder, zijnde een natuurlijk persoon (en geen rechtspersoon), is overleden
- •
er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid die een direct gevaar voor de gezondheid of de veiligheid van personen tot gevolg heeft. In dit geval past slechts een strafrechtelijke sanctie en geen bestuurlijke boete.
- •
indien tegen de overtreder voor dezelfde gedraging strafvervolging is ingesteld en het onderzoek ter terechtzitting is begonnen; dan wel een strafbeschikking is uitgevaardigd
- •
indien aan de overtreder wegens dezelfde overtreding reeds eerder een bestuurlijke boete is opgelegd
Hoogte bestuurlijke boete
De in dit afwegingsoverzicht genoemde boetebedragen zijn richtlijnen. Per geconstateerde overtreding zal bepaald moeten worden of het genoemde boetebedrag proportioneel is. Het college stemt de bestuurlijke boete af op de ernst van de overtreding en de mate waarin deze aan de overtreder kan worden verweten. Het college houdt daarbij zo nodig rekening met de omstandigheden waaronder de overtreding is gepleegd.
Er bestaan in dit kader ook ‘boeteverhogende en boeteverlagende omstandigheden’. In het geval de overtreder in de afgelopen drie jaar al eerder is beboet voor eenzelfde type overtreding kan het college de boete verhogen. Daarbij is irrelevant of de in het verleden gepleegde overtreding(en) al dan niet betrekking hadden op hetzelfde kindercentrum, gastouderbureau, voorziening voor gastouderopvang of peuterspeelzaal waarvoor de nieuwe boete wordt opgelegd. Bepalend is of de overtreder als houder al eerder een boete is opgelegd.
Als boeteverhogende of boeteverlagende omstandigheden kunnen onder meer in aanmerking worden genomen:
- •
De omstandigheid dat de overtreder al eerder eenzelfde type overtreding heeft gepleegd. Daaronder wordt ook een overtreding in een andere voorziening van dezelfde houder begrepen (recidive, boeteverhogend)
- •
De omstandigheid dat de overtreder door het verboden gedrag een aanzienlijk voordeel heeft gekregen (boeteverhogend)
- •
De omstandigheid dat de overtreder uit eigen beweging derden, aan wie direct of indirect door de overtreding schade is berokkend, schadeloos heeft gesteld (boeteverlagend)
- •
Een andere bijzondere omstandigheid die naar het oordeel van het college aanleiding geeft tot verhoging of verlaging van de bestuurlijke boete.
- 3.
Begripsomschrijvingen
In dit afwegingsoverzicht wordt onder de gebruikte termen verstaan hetgeen in artikel 1.1. van de Wet kinderopvang is omschreven.
Afwegingsoverzicht Wet kinderopvang
Domein Kinderopvang, Gastouderopvang, Gastouderbureau Registratie – wijziging - naleving |
Prioriteit |
Boetebedrag |
|||||||||||
Let op: Tekstuele weergave is vereenvoudigd. Voor de exacte inhoud en bedoelde wettekst wordt verwezen naar de cursief gedrukte artikelen. |
|||||||||||||
Exploitatie zonder toestemming college van B en W |
|||||||||||||
BUITENSCHOOLSE OPVANG EN KINDERDAGVERBLIJF |
|||||||||||||
Het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint. bso , kdv artikel 1.1 lid 1 jo 1.49 Wko |
Hoog |
€ 20.500,- (boete 4e categorie1) |
|||||||||||
GASTOUDERBUREAU |
|||||||||||||
Een organisatie die gastouderopvang tot stand brengt en begeleidt en door tussenkomst van wie de betaling van ouders aan gastouders geschiedt. artikel 1.1 lid 1 jo 1.49 Wko |
|||||||||||||
GASTOUDEROPVANG |
|||||||||||||
Kinderopvang door tussenkomst geregistreerd gastouderbureau; in gezinssituatie; op woonadres gastouder of vraagouder. artikel 1.1 lid 1 jo 1.49 Wko |
|||||||||||||
ALLE KINDEROPVANGVOORZIENINGEN |
|||||||||||||
Een buitenschoolse opvang, een kinderdagverblijf, een gastouderbureau of een voorziening voor gastouderopvang wordt niet in exploitatie genomen voordat een onderzoek door de GGD heeft plaatsgevonden en uit dit onderzoek blijkt dat de exploitatie redelijkerwijs zal plaatsvinden in overeenstemming met de bij of krachtens de artikelen 1.48d tweede en derde lid en 1.49 tot en met 1.59 gestelde regels uit de Wet kinderopvang. artikel 1.45 lid 3 Wko |
|||||||||||||
Onverwijld melden wijziging aan het college |
|||||||||||||
ALLE KINDEROPVANGVOORZIENINGEN |
|||||||||||||
De houder van een buitenschoolse opvang, kinderdagverblijf of gastouderbureau meldt een wijziging in de gegevens aan het college met het verzoek de gegevens te wijzigen. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden de te melden gegevens aangewezen. artikel 1.47 lid 1 en 6 Wko ; artikel 7 lid 2, 3 en 4 Besluit landelijk register kinderopvang en register buitenlandse kinderopvang |
Hoog |
€ 2.000,- |
|||||||||||
Inrichting administratie |
|||||||||||||
BUITENSCHOOLSE OPVANG, KINDERDAGVERBLIJF en GASTOUDERBUREAU |
|||||||||||||
Eisen gesteld aan de inrichting van de administratie van een kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang of gastouderbureau opdat de toezichthouder een onderzoek kan uitvoeren op de naleving van de bij of krachtens wet gegeven voorschriften. bso , kdv artikel 1.53 Wko , artikel 11 lid 1 en 2 Regeling wet kinderopvang bso , gob , kdv artikel 11 lid 1 Regeling Wet kinderopvang bso , kdv artikel 11 lid 2 Regeling Wet kinderopvang gob artikel 1.56 lid 6 Wet kinderopvang, , artikel 11 lid 1 en 3 Regeling Wet kinderopvang |
Gemiddeld |
€ 1.500,- per ontbrekend stuk |
|||||||||||
Een schriftelijke overeenkomst per (vraag)ouder kdv en bso artikel 1.52 lid 1, gob artikel 1.52 lid 1 en 1.56 lid 4 Wko |
|||||||||||||
GASTOUDERBUREAU |
|||||||||||||
Inzichtelijke betalingen van vraagouders aan gastouderbureau en doorbetaling van gastouderbureau aan gastouders artikel 1.49 lid 4b en 1.56 Wko ; artikel 11 lid 1 en 3 Regeling Wet kinderopvang |
Hoog |
€ 1.500,- |
|||||||||||
Een ondertekend origineel van de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid. artikel 1.56 Wko ; artikel 7 lid 4 Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang |
Gemiddeld |
€ 1.000,- per voorziening voor gastouder- opvang |
|||||||||||
Naleving kadervoorschriften |
|||||||||||||
BUITENSCHOOLSE OPVANG EN KINDERDAGVERBLIJF |
|||||||||||||
Houder biedt verantwoorde kinderopvang, waaronder wordt verstaan het in een veilige en gezonde omgeving bieden van emotionele veiligheid aan kinderen, het bevorderen van de persoonlijke en sociale competentie van kinderen en de socialisatie van kinderen door overdracht van algemeen aanvaarde waarden en normen. artikelen 1.49 lid 1 en 2 en 1.50 lid 1 en 2 Wko ; dagopvang: artikel 2 besluit kwaliteit kinderopvang of BSO artikel 11 Besluit kwaliteit kinderopvang |
Prioritering en boetebedrag zijn aangegeven bij de inhoudelijke overtredingen, die de overtreding van verantwoorde kinderopvang veroorzaken. |
||||||||||||
GASTOUDERBUREAU |
|||||||||||||
Houder draagt zorg voor een verantwoorde uitvoering van de werkzaamheden van het bureau, waaronder wordt verstaan: het tot stand brengen en begeleiden van gastouderopvang die bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige en gezonde omgeving; het doorgeleiden van de betalingen van ouders aan gastouders. artikelen 1.49 lid 4 en 1.56 lid 1 Wko |
|||||||||||||
GASTOUDEROPVANG |
|||||||||||||
Houder biedt verantwoorde gastouderopvang aan waaronder wordt verstaan opvang die bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige en gezonde omgeving. artikelen 1.49 lid 3 en 1.56b lid 1 Wko |
Domein Pedagogisch Klimaat |
Prioriteit |
Boetebedrag |
Let op: Tekstuele weergave is vereenvoudigd. Voor de exacte inhoud en bedoelde wettekst wordt verwezen naar de cursief gedrukte artikelen. |
||
Pedagogisch beleidsplan |
||
BUITENSCHOOLSE OPVANG EN KINDERDAGVERBLIJF |
||
Elke buitenschoolse opvang en kinderdagverblijf beschikt over een pedagogisch beleidsplan.2 bso en kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2, en 1.50 lid 1 en 2 Wko bso artikel 12 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang kdv artikel 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang |
Hoog |
€ 8.000,- |
GASTOUDERBUREAU |
||
Houder stelt een pedagogisch beleidsplan vast, waarin de voor dat gastouderbureau kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. artikelen 1.49 lid 4, en 1.56 lid 1 en 2 Wko ; artikel 11 lid 1 Besluit kwaliteit gastouderbureau, gastouder en voorziening voor gastouderopvang; artikel 12a lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang |
Inhoud pedagogisch beleidsplan |
|||||
BUITENSCHOOLSE OPVANG EN KINDERDAGVERBLIJF |
|||||
Het pedagogisch beleidsplan bevat ten minste een concrete beschrijving van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan aspecten van verantwoorde dagopvang, bedoeld in artikel 2 van het Besluit kwaliteit kinderopvang.. bso en kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2, en 1.50 lid 1 en 2 Wko bso artikelen 11 en 12 lid 2a Besluit kwaliteit kinderopvang kdv artikelen 2 en 3 lid 2a Besluit kwaliteit kinderopvang |
Gemiddeld |
€ 3.000,- |
|||
Het pedagogisch beleidsplan bevat een concrete beschrijving van de overige daaraan gestelde kwaliteitseisen. bso en kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2, en 1.50 lid 1 en 2 Wko bso artikel 12 lid 2, 3 Besluit kwaliteit kinderopvang kdv artikel 3 lid 2, 3 Besluit kwaliteit kinderopvang |
|||||
GASTOUDERBUREAU |
|||||
Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen ten minste een beschrijving van: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen om en sociale competenties te ontwikkelen en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. artikelen 1.49 lid 4, en 1.56 lid 1 en 2 Wko ; artikel 11 lid 1 Besluit kwaliteit gastouderbureau, gastouder en voorziening voor gastouderopvang artikel 12a lid 1 onder a Regeling kwaliteit gastouderbureau, gastouder en voorziening voor gastouderopvang |
Gemiddeld |
€ 3.000,- |
|||
Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van het aantal kinderen dat door de gastouder wordt opgevangen en de leeftijden van die kinderen. En het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van de eisen die aan de voorzieningen voor gastouderopvang worden gesteld. artikelen 1.49 lid 4, en 1.56 lid 1 en 2 Wko ; artikel 11 lid 1 Besluit kwaliteit gastouderbureau, gastouder en voorziening voor gastouderopvang artikel 12a lid 1 onder b en c Regeling kwaliteit gastouderbureau, gastouder en voorziening voor gastouderopvang |
|||||
Pedagogische praktijk |
|||||
BUITENSCHOOLSE OPVANG EN KINDERDAGVERBLIJF |
|||||
Houder draagt er zorg voor dat er conform het pedagogisch beleidsplan wordt gehandeld. bso , kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2, en 1.50 lid 1 en 2 Wko bso artikel 12 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang kdv artikel 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang |
Gemiddeld |
€ 3.000,- |
|||
GASTOUDERBUREAU |
|||||
Houder voert een zodanig beleid dat de gastouder de kwaliteitseisen kan naleven en stelt hiertoe het pedagogisch beleidsplan ter beschikking aan de gastouder. De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders het pedagogisch beleid uitvoeren. Het pedagogisch beleid is door het gastouderbureau aan de gastouders verstrekt. artikelen 1.49 lid 4 sub a en 1.56 lid 1, artikel 11 en 16 Besluit kwaliteit gastouderbureau, gastouder en voorziening voor gastouderopvang |
Gemiddeld |
€ 3.000,- |
|||
GASTOUDEROPVANG |
|||||
De gastouder handelt overeenkomstig het pedagogisch beleidsplan dat door het gastouderbureau is opgesteld en ter beschikking is gesteld. artikel 1.56b lid 1 en 2 Wko ; artikel 16 Besluit kwaliteit gastouderbureau, gastouder en voorziening voor gastouderopvang |
Gemiddeld |
€ 1.000,- |
|||
Kinderdagverblijf / Voorschoolse educatie3 |
|||||
Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van ontwikkelingsdomeinen. artikel 1.50b Wko ; artikelen 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie |
Hoog |
€ 2.000 |
|||
Per acht feitelijk aanwezige kinderen in de groep is ten minste één beroepskracht aanwezig. artikel 1.50b Wko ; artikel 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie |
|||||
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. artikel 1.50b Wko ; artikel 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie |
|||||
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: een getuigschrift of een erkende beroepskwalificatie. artikel 1.50b Wko ; artikel 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie; artikel 10c Regeling Wet kinderopvang |
Gemiddeld |
€ 1.500,- |
|||
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. artikel 1.50b Wko ; artikel 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie |
Gemiddeld |
€ 3.000,- niet aanwezig € 1.000,- niet actueel |
|||
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. artikel 1.50b Wko ; artikel 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie |
Gemiddeld |
€ 1.000,- |
|||
Inrichting administratie voorschoolse educatie |
|||||
Een overzicht van alle bij het kinderdagverblijf werkzame beroepskrachten in relatie tot de behaalde diploma’s en getuigschriften. Artikel 1.53 Wko ; artikel 11 lid 2a Regeling Wet kinderopvang |
Gemiddeld |
€ 1.000,- |
Domein Personeel en Groepen |
Prioriteit |
Boetebedrag |
||||||
Let op: Tekstuele weergave is vereenvoudigd. Voor de exacte inhoud en bedoelde wettekst wordt verwezen naar de cursief gedrukte artikelen. |
||||||||
Verklaring omtrent het gedrag / personenregister |
||||||||
ALLE KINDEROPVANGVOORZIENINGEN |
||||||||
kdv en bso artikel 1.48d en 1.50 lid 3 tot en met 8Wko gob artikel 1.48d en 1.56 lid 3 Wko gastouder artikel 1.48d en 1.56b lid 3 Wko |
Hoog |
€ 4.000,- per ontbrekende inschrijving € 2.000,- per ontbrekende koppeling |
||||||
Kdv en bso artikel 1.50 lid 4 Wko Gob artikel 1.56 lid 3 Wko |
Hoog |
€ 4.000,- |
||||||
artikel 1.57 lid 1 tot en met 6 Wko |
||||||||
Passende beroepskwalificatie of deskundigheidseisen / Algemeen |
||||||||
BUITENSCHOOLSE OPVANG EN KINDERDAGVERBLIJF |
||||||||
bso , kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2; 1.50 lid 1 en 2 Wko bso artikel 13 lid 4; 15 lid 1 en 2 en 16 lid 1,2, 7 en 8 Besluit kwaliteit kinderopvang; artikel 9a lid 1 en 2; artikel 9b en 9c Regeling Wet kinderopvang kdv artikel 4 lid 5; 6 lid 1 en 2; 7 lid 1,2,7,8 en 9 Besluit kwaliteit kinderopvang; artikel 7 lid 1, artikel 8 en 9 Regeling Wet kinderopvang |
Hoog |
€ 4.000,- geen (juiste) beroepskwalificatie of verkeerd ingezette beroepskracht in opleiding € 2.000,- Geen (juiste) EHBO kwalificatie |
||||||
GASTOUDEROPVANG |
||||||||
artikel 1.56b 1 en 2 Wko artikel 13 Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang artikelen 10, 10a, 10b en 10d Regeling Wet kinderopvang |
Hoog |
€ 3.000,- Ad 1 € 2.000,- Ad 2 |
||||||
Passende beroepskwalificatie / Meertalige opvang |
||||||||
BUITENSCHOOLSE OPVANG |
||||||||
Beroepskrachten meertalige buitenschoolse opvang beschikken over een voor de werkzaamheden passende certificaat of diploma art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang; artikel 15 Besluit kwaliteit kinderopvang |
Hoog |
€ 4.000,- geen juiste kwalificatie |
||||||
Personeelsformatie per gastouder / door gastouderbureau |
||||||||
Het gastouderbureau draagt er zorg voor dat er per aangesloten gastouder op jaarbasis tenminste 16 uur wordt besteed aan begeleiding en bemiddeling. artikel 1.56 lid 7 Wko ; artikel 11b lid 2 Regeling kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang |
Gemiddeld |
€ 2.000,- |
||||||
Beroepskracht-kindratio |
||||||||
BUITENSCHOOLSE OPVANG EN KINDERDAGVERBLIJF |
||||||||
Het aantal minimaal in te zetten beroepskrachten is afgestemd op het aantal aanwezige kinderen in een
Daarbij is rekening gehouden met de leeftijd en het aantal aanwezige kinderen bso , kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2, en 1.50 lid 1 en 2 Wko bso artikel 16 lid 1 en 2 Besluit kwaliteit kinderopvang; kdv artikel 7 lid 1, 2 en 7 Besluit kwaliteit kinderopvang |
Hoog |
€ 5.000,- |
||||||
Indien kinderen bij een activiteit hun stamgroep (dagopvang) of hun basisgroep (buitenschoolse opvang) verlaten leidt dit niet tot een verlaging van de minimaal in te zetten beroepskrachten. bso , kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2, en 1.50 lid 1 en 2 Wko bso artikel 16 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang; kdv artikel 7 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang |
Hoog |
€ 2.500,- |
||||||
Minder beroepskrachten inzetten
bso , kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2, en 1.50 lid 1 en 2 Wko bso artikel 13 lid 3f; 16 lid 4, 5 en 6 Besluit kwaliteit kinderopvang kdv artikel 4 lid 3f; 7 lid 4, 5 en 6 Besluit kwaliteit kinderopvang |
Hoog |
€ 2.500,- Per minder ingezette beroepskracht of ontbreken achterwacht |
||||||
Opvang in groepen / Stabiliteitseisen |
||||||||
BUITENSCHOOLSE OPVANG EN KINDERDAGVERBLIJF |
||||||||
De opvang vindt plaats in stamgroepen (dagopvang) of basisgroepen (buitenschoolse opvang). bso , kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2 en 1.50 lid 1 en 2 Wko bso ; artikel18 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang; kdv artikel 9 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang |
Hoog |
€ 4.000,- |
||||||
Eisen aan de maximale omvang van de stamgroep (dagopvang) of van de basisgroep (buitenschoolse opvang). Eisen aan de maximale omvang van een gecombineerde groep, indien een stamgroep (dagopvang) en een basisgroep (buitenschoolse opvang) gecombineerd worden.4 bso , kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2, en 1.50 lid 1 en 2 Wko bso artikel 18 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang; kdv artikel 9 lid 2 en 10 Besluit kwaliteit kinderopvang |
€ 2.000,- per kind teveel |
|||||||
Met vooraf gegeven schriftelijke toestemming van de ouders kan een kind gedurende een vooraf schriftelijk met de ouders overeengekomen periode worden opgevangen in één andere stamgroep (dagopvang) of basisgroep (buitenschoolse opvang). bso , kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2, en 1.50 lid 1 en 2 Wko bso artikel 18 lid 4 Besluit kwaliteit kinderopvang; kdv artikel 9 lid 9 Besluit kwaliteit kinderopvang |
€ 2.000,- per ontbrekende toestemming |
|||||||
Aan ieder kind wordt een mentor toegewezen.
bso , kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2, en 1.50 lid 1 en 2 Wko bso artikel 18 lid 5 Besluit kwaliteit kinderopvang; kdv artikel 9 lid 11 Besluit kwaliteit kinderopvang |
Gemiddeld |
€ 1.500,- |
||||||
KINDERDAGVERBLIJF |
||||||||
Houder deelt ouders en kind mee tot welke stamgroep het kind behoort en welke beroepskracht(en) op welke dag aan de desbetreffende stamgroep zijn toegewezen artikelen 1.49 lid 1 en 2, 1.50 lid 1 en 2 en 1.54 lid 1 Wko ; artikel 9 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang |
Hoog
|
€ 2.000,- |
||||||
artikelen 1.49 lid 1 en 2, en 1.50 lid 1 en 2 Wko ; artikel 9 lid 4 en 5 Besluit kwaliteit kinderopvang |
€ 1.500,- |
|||||||
Een kind maakt gedurende de week gebruik van ten hoogste twee verschillende stamgroep-ruimtes artikelen 1.49 lid 1 en 2, en 1.50 lid 1 en 2 Wko ; artikel 9 lid 6 Besluit kwaliteit kinderopvang |
€ 1.500,- |
|||||||
GASTOUDEROPVANG |
||||||||
De maximale groepsgrootte per gastouder wordt afgestemd op de leeftijd van de op te vangen kinderen (0 tot 13 jaar). De eigen kinderen in de leeftijd tot 10 jaar worden meegerekend. artikel 1.49 lid 3, 1.56 b lid 1 en 2 Wko ; artikel 14 Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang; artikel 13 Regeling kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang |
Hoog |
€ 2.000,- |
||||||
Gebruik voorgeschreven voertaal |
||||||||
ALLE KINDEROPVANGVOORZIENINGEN |
||||||||
De Nederlandse voertaal wordt gebruikt of er wordt meertalige buitenschoolse opvang verzorgd. Waar naast de Nederlandse taal de Friese taal of spreektaal in levend gebruik is mag ook die taal als voertaal worden gebruikt OF Er wordt naast de Nederlandse voertaal mede een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in specifieke omstandigheden daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode Kdv , bso en go artikel 1.55 Wko |
Gemiddeld |
€ 3.000,- |
Domein Veiligheid en gezondheid |
Prioriteit |
Boetebedrag |
|||||
Let op: Tekstuele weergave is vereenvoudigd. Voor de exacte inhoud en bedoelde wettekst wordt verwezen naar de cursief gedrukte artikelen. |
|||||||
Veiligheids- en gezondheidsbeleid |
|||||||
BUITENSCHOOLSE OPVANG EN KINDERDAGVERBLIJF |
|||||||
bso , kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2, 1.50 lid 1 en 2 Wko ; bso artikel 13 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang kdv artikel 4 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang |
Hoog |
€ 8.000,- ontbreken beleid € 4.000,- niet ernaar handelen |
|||||
bso , kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2, 1.50 lid 1 en 2 Wko bso artikel 13 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang kdv artikel 4 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang |
€ 4.000,- |
||||||
Het veiligheids- en gezondheidsbeleid omvat in ieder geval de volgende elementen:
bso , kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2, 1.50 lid 1 en 2 Wko bso artikel 13 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang kdv artikel 4 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang |
€ 2.000,- |
||||||
De houder beschrijft bij de maatregelen die gericht zijn op het inperken van het risico op grensoverschrijdend gedrag, in ieder geval de wijze waarop hij de dagopvang zodanig organiseert dat een beroepskracht, beroepskracht in opleiding of stagiair de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. Kdv artikel 1.49 lid 1 en 2; 1.50 lid 1 en 2 Wko, artikel 4 lid 4 Besluit kwaliteit kinderopvang |
Hoog |
€4.000 |
|||||
Gedurende de opvang is er tenminste één volwassene aanwezig die gekwalificeerd is voor eerste hulp aan kinderen. bso , kdv artikelen 1.49 lid 1 en 2, 1.50 lid 1 en 2 Wko bso artikel 13 lid 4 Besluit kwaliteit kinderopvang; artikel 9b Regeling Wet kinderopvang kdv artikel 4 lid 5 Besluit kwaliteit kinderopvang; artikel 8 Regeling Wet kinderopvang |
Hoog |
€ 2.000,- |
|||||
Inventarisatie veiligheids- en gezondheidsrisico’s |
|||||||
GASTOUDERBUREAU |
|||||||
artikel 1.49 lid 4 sub a, 1.56 lid 1 en 2 en 1.56b lid 1 en 2 Wko ; artikel 7 lid 1, 2, 3 en 5 Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang; artikel 11 lid 3 Regeling kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang |
Hoog |
€ 8.000,- geen inventarisatie € 4.000,- >1 jaar, niet actueel € 2.000,- per niet beschreven thema |
|||||
GASTOUDEROPVANG |
|||||||
artikel 1.49 lid 3; 1.56b lid 1 en 2 Wko , artikel 12 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang, artikel 11 lid 1, 2 en 4 Regeling kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang
|
Hoog |
€ 2.000,- |
|||||
Bereikbaarheid en achterwacht |
|||||||
artikelen 1.49 lid 3 en 1.56b lid 1 en 2 Wko artikel 12 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang, artikel 12 Regeling kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang |
Hoog |
€ 1.000,- |
|||||
Meldcode kindermishandeling |
|||||||
ALLE KINDEROPVANGVOORZIENINGEN |
|||||||
De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld die ten minste de volgende elementen bevat: stappenplan; toebedeling van verantwoordelijkheden; aandacht voor bijzondere vormen van geweld; omgaan met vertrouwelijke gegevens. kdv artikel 1.49 lid 1 en 1.51a lid 1, 2, 3 en 5 Wko ; 5 besluit kwaliteit kinderopvang bso 1.49 lid 1 en 1.51a lid 1, 2, 3 en 5 Wko ; artikel 14 Besluit kwaliteit kinderopvang gob artikel 1.49 lid 4a; 1.51a lid 1,2,3 en 5 Wko ; artikel 8 Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang |
Hoog |
€ 8.000,- |
|||||
bso , kdv artikelen1.49 lid 1; 1.51a lid 4, 1.51b en 1.51c Wko gob artikelen 14.49 lid 4a; 1.51a lid 4, 1.51b en 1.51c Wko |
€ 2.000,- |
Domein Accommodatie en inrichting |
Prioriteit |
Boetebedrag |
|||||
Let op: Tekstuele weergave is vereenvoudigd. Voor de exacte inhoud en bedoelde wettekst wordt verwezen naar de cursief gedrukte artikelen. |
|||||||
Binnen- en buitenruimte |
|||||||
BUITENSCHOOLSE OPVANG EN KINDERDAGVERBLIJF |
|||||||
De binnen- en buitenruimtes waar kinderen verblijven gedurende de tijd dat zij worden opgevangen, zijn
bso , kdv artikelen 1.49 lid 1, en 1.50 lid 1 en 2 Wko ; bso artikel 19 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang kdv artikel 10 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang |
Gemiddeld |
€ 2.000,- |
|||||
BUITENSCHOOLSE OPVANG |
|||||||
Per aanwezig kind is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar. artikelen 1.49 lid 1, en 1.50 lid 1 en 2 Wko ; artikel 19 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang |
Gemiddeld |
€ 2.000,- 3-3.5m² € 3.000,- < 3m² |
|||||
artikelen 1.49 lid 1, en 1.50 lid 1 en 2 Wko ; artikel 19 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang |
€ 1.000,- 2-2.5m² en overige eisen € 2.000,- < 2m²
|
||||||
KINDERDAGVERBLIJF |
|||||||
artikelen 1.49 lid 1, en 1.50 lid 1 en 2 Wko ; artikel 10 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang |
Gemiddeld |
€ 2.000,- 3-3.5 m² € 3.000,- < 3 m² € 2.000,- per ontbrekende ruimte; |
|||||
Voor aanwezige kinderen tot de leeftijd van anderhalf jaar is in ieder geval een afzonderlijke slaapruimte aanwezig. artikelen 1.49 lid 1, en 1.50 lid 1 en 2 Wko ; artikel 10 lid 4 Besluit kwaliteit kinderopvang |
€ 2.500,- |
||||||
artikelen 1.49 lid 1, en 1.50 lid 1 en 2 Wko ; artikel 10 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang |
Gemiddeld |
€ 1.000,- 2-2.5m² en overige eisen € 2.000,- < 2m² |
|||||
Woning |
|||||||
GASTOUDEROPVANG |
|||||||
artikelen 1.49 lid 3 en 1.56b lid 1 en 2 Wko ; artikel 15 lid 1 Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang; artikel 14 Regeling kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang |
Gemiddeld |
€ 1.000,- |
|||||
De woning waar gastouderopvang plaatsvindt is te allen tijde rookvrij. De woning waar gastouderopvang plaats vindt is voorzien van voldoende en goed functionerende rookmelders artikelen 1.49 lid 3 en 1.56b lid 1 en 2 Wko ; ; artikel 15Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang artikel 14 lid 1 onder c en d Regeling kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang |
Hoog |
€ 1.500,- |
Domein Ouderrecht |
Prioriteit |
Boetebedrag |
||||||||||
Let op: Tekstuele weergave is vereenvoudigd. Voor de exacte inhoud en bedoelde wettekst wordt verwezen naar de cursief gedrukte artikelen. |
||||||||||||
Informatie |
||||||||||||
ALLE KINDEROPVANGVOORZIENINGEN |
||||||||||||
De houder informeert de ouders nadrukkelijk over de tijden dat er minder beroepskrachten ingezet worden dan vereist. bso artikel 1.50 lid 1 en 2 Wko ; artikel 12 lid 4 Besluit kwaliteit kinderopvang Kdv artikel 1.50 lid 1 en 2 Wko ; artikel 3 lid 4 Besluit kwaliteit kinderopvang |
Gemiddeld |
€ 1.000,- |
||||||||||
De houder informeert (vraag)ouders en een ieder die daarom verzoekt over het te voeren beleid. bso , kdv artikel 1.54 lid 1 Wko gob artikel 1.54a |
||||||||||||
bso , kdv artikel 1.54 lid 2 en 3 Wko gob artikel 1.54a lid 2, 3 Wko |
||||||||||||
GASTOUDERBUREAU |
||||||||||||
artikelen, 1.49 lid 4 sub a, 1.56 lid 1, 2, 4 en 6 en 1.56b lid 1 en 2 Wko ; artikel 7 lid 3 Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang; artikel 12a lid 2 Regeling kwaliteit gastouderbureau, gastouder en voorziening voor gastouderopvang; artikel 11b Regeling Wet kinderopvang |
Gemiddeld |
€ 1.000,- |
||||||||||
Oudercommissie |
||||||||||||
ALLE KINDEROPVANGVOORZIENINGEN |
||||||||||||
bso , gob , kdv artikel 1.58 lid 1 en 2 Wko |
Gemiddeld |
€ 2.500,- |
||||||||||
Binnen 6 maanden na de registratie in het LRK heeft de houder het reglement oudercommissie vastgesteld, tenzij er op grond van artikel 1.58 lid 2 geen oudercommissie is ingesteld. bso , gob , kdv artikelen 1.58 lid 3 en 1.59 lid 1 Wko |
||||||||||||
Samenstelling oudercommissie bso , gob , kdv artikel 1.58 lid 4, 5 en 6 Wko |
Laag |
€ 500,- |
||||||||||
Inhoud van reglement oudercommissie bso , gob , kdv artikel 1.59 Wko |
||||||||||||
Klachten en geschillen |
||||||||||||
ALLE KINDEROPVANGVOORZIENINGEN |
||||||||||||
bso , kdv , gob artikel 1.57c lid 1 en 2 Wko ; artikel 5 Besluit landelijk register kinderopvang en register buitenlandse kinderopvang |
Laag |
€ 1.500,- |
||||||||||
Schriftelijk vastgelegde klachtenregeling ouders voldoet aan de gestelde eisen. bso , kdv , gob artikel 1.57b lid 1 en 2 Wko |
€ 1.500,- geen informatie € 1.000,- informatie niet volledig |
|||||||||||
Openbaar Jaarverslag klachten bso , kdv , gob artikel 1.57b lid 4, 5, 6, 7, 8 en 9 Wko ; artikel 11h Regeling Wet kinderopvang |
€ 1.500,- geen jaarverslag of te laat |
|||||||||||
De klachtenregeling wordt op passende wijze onder de aandacht van ouders gebracht bso , kdv , gob artikel 1.57b lid 3 Wko |
Laag |
€ 500,- |
||||||||||
Domein Kwaliteit gastouderbureau |
Prioriteit |
Boetebedrag |
||||||||||
Let op: Tekstuele weergave is vereenvoudigd. Voor de exacte inhoud en bedoelde wettekst wordt verwezen naar de cursief gedrukte artikelen. |
||||||||||||
Kwaliteit gastouderbureau |
||||||||||||
De houder draagt er zorg voor dat per voorziening voor gastouderopvang beoordeeld wordt hoeveel kinderen en van welke leeftijd opgevangen kunnen worden. artikelen 1.49 lid 4aen 1.56 lid 1 en 2 Wko ; artikel 14 Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang; artikel 11b lid 1 Regeling kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang |
Hoog |
€ 2.000,- per niet beoordeelde voorziening |
||||||||||
Overige kwaliteitscriteria gastouderbureau, de houder draagt er zorg voor:
artikelen 1.49 lid 4a; 1.55; en 1.56 lid 1 en 2 Wko ; artikel 9 Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang; artikel 11a Regeling kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang |
Gemiddeld |
€ 1.250,- per voorschrift |
||||||||||
Zorgplicht gastouderbureau |
||||||||||||
Gastouderbureau is goed bereikbaar voor vraagouder en gastouder. artikelen 1.49 lid 4 onder a en 1.56 lid 1 en 2 Wko ; artikel 9 Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang; Artikel 11b lid 3 Regeling kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang |
Hoog |
€ 1.250,- |
||||||||||
Overige voorschriften welke niet nageleefd worden |
||||||||||||
Schenden medewerkingsplicht artikel 5:20 Awb ; artikel 1.72 Wko |
Hoog |
€ 4.100,- (boete tweede categorie) |
||||||||||
Niet opvolgen aanwijzing / bevel artikel 1.72 lid 1 Wko |
€ 4.000,- |
|||||||||||
Niet opvolgen exploitatieverbod / exploiteren zonder toestemming (art. 1.45 lid 3 of 1.66 lid 1 Wko) artikel 1.72 lid 1 Wko |
€ 20.500,- (boete vierde categorie) |
|||||||||||
Niet nakomen afspraak als bedoeld in artikel 167 Wet op primair onderwijs artikel 1.72 lid 1 Wko |
€ 4.000,- |
Noot
1https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/straffen-en-maatregelen/vraag-en-antwoord/hoe-hoog-zijn-de-boetes-in-nederland; wetboek van strafrecht eerste boek artikel 23.
Noot
2In dit voorschrift staan twee kwaliteitseisen: beschikken over een pedagogisch beleidsplan en in de praktijk ernaar handelen.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl