Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727945
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727945/1
Beleidsregel afwegingskader Grijswonen
Geldend van 30-11-2024 t/m heden
Intitulé
Beleidsregel afwegingskader GrijswonenHet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leudal,
overwegende:
- -
dat het gewenst is een tijdelijke voorziening te organiseren waarbij inwoners ondersteuning krijgen waarbij dakloosheid wordt voorkomen;
gelet op:
- -
de Verordening maatschappelijke ondersteuning Leudal 2023,
- -
art. 2.23 Wet basisregistratie persoonsgegevens;
- -
art. 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
- -
artikelen 18,19a, 27, 40 lid 2 en 4 Participatiewet;
besluit:
vast te stellen de Beleidsregelafwegingskader Grijswonen
Algemeen afwegingskader voor toekenning van het maatwerk Grijswonen
In dit afwegingskader verstaan we onder:
- a.
briefadres: adres waar voor cliënt bestemde geschriften in ontvangst worden genomen (artikel 1.1, onder p, Wet BRP) en waar, indien daartoe grond bestaat, zorg wordt gedragen dat geschriften of inlichtingen daarover, cliënt bereiken (artikel 2.45, lid 3 Wet BRP);
- b.
cliënt: een inwoner uit één van de regiogemeenten zonder eigen onderdak of woonadres, die (mogelijk wisselend) overnacht in het eigen sociale netwerk;
- c.
grijs wonen: het tijdelijke verblijf in eigen netwerk en het verstrekken van een gemeentelijk briefadres
- d.
opvangverlener: een ingezetene in de Basisregistratie Personen uit één van de regio gemeenten die een mogelijkheid tot tijdelijke opvang verleent aan een cliënt;
- e.
regiogemeente: één van de 14 samenwerkende gemeenten voor maatschappelijke opvang, Beesel, Bergen, Echt Susteren, Gennep, Horst aan de Maas, Leudal, Maasgouw, Nederweert, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond, Venlo, Venray en Weert;
- f.
verblijfadres: adres waar het feitelijke verblijf plaatsvindt;
- g.
woonadres: het adres als bedoeld in artikel 1.1 onder o, Wet BRP.
Kenmerken client
-
1. De cliënt is afkomstig uit één van de regiogemeenten, en;
-
2. De cliënt is 18 jaar of ouder, of is 17 jaar en behoort tot de doelgroep maatschappelijke opvang na zijn 18e, en;
-
3. Er is sprake van (dreigende) dakloosheid; en
-
4. De cliënt verblijft bij iemand uit het sociale netwerk en/of heeft een alternatief verblijfsadres in één van de regiogemeenten, maar kan of wil zich niet op dat adres inschrijven omdat inschrijving leidt tot vergaande (persoonlijke) consequenties.
Doel en Algemene Voorwaarden
-
5. De cliënt accepteert begeleiding en de overige voorwaarden die samenhangen met afgifte van het briefadres en het Grijswonen-traject.
-
6. De inzet van de maatwerkvoorziening Grijswonen heeft tot doel:
- a.
het voorkomen van dakloosheid;
- b.
het behoudt van vaardigheden, en/of het organiseren van praktische zaken die noodzakelijk zijn om op termijn zelfstandig(er) te kunnen wonen en leven.
Voor inwoners bij wie dit (nog) geen optie is, heeft de maatwerkvoorziening tot doel de omstandigheden van de inwoner zo mogelijk te stabiliseren en indien noodzakelijk door leiden naar de juiste ondersteuning en begeleiding, dan wel de inwoner te verleiden tot het accepteren hiervan. De ondersteuning richt zich op het realiseren van de doelen en afspraken uit het leefzorgplan.
- a.
-
7. Het traject voor Grijswonen doorkruist geen bestaande zorg trajecten van de opvangverlener.
WMO Onderzoek
-
8. Het college van de regio gemeente waar de cliënt voor het laatst ingeschreven stond in het BRP behandelt de aanvraag als een melding van dak- of thuisloosheid.
-
9. Het college voert een onderzoek uit naar de ondersteuningsvraag van de cliënt middels een keukentafelgesprek. In het onderzoek wordt de situatie van cliënt, eventueel zijn gezin en de situatie van de opvangverlener in kaart gebracht.
-
10. Tijdens het (keukentafel-)gesprek worden alle voor het onderzoek van belang zijnde aspecten over onder andere de mogelijkheden, de persoonlijke situatie en leefomgeving van de cliënt, eventueel zijn gezin en de opvangverlener besproken, zoals bedoeld in artikel 2.3.2 lid 4 Wmo 2015, om te komen tot een afweging voor de noodzaak, omvang en duur van Grijswonen.
-
11. Uit het onderzoek moet duidelijk vast komen te staan dat het een overgangssituatie betreft voor de cliënt naar eigen (duurzame) huisvesting. De inwoner wordt ondersteund bij het toewerken naar passende huisvesting. Dit wordt vastgelegd in de doelen en afspraken van het leefzorgplan c.q. ondersteuningsplan.
Toepassing Participatiewet
-
12. Door de kostendelersnorm niet toe passen, hoeft de uitkering van de opvangverlener ook niet verlaagd te worden. Zo stimuleren we dat mensen onderdak willen aanbieden aan een grijswoner omdat ze er zelf geen nadeel van ondervinden. In veel gevallen zal het ook lastig zijn om daadwerkelijk een bijdrage te krijgen van de grijswoner. Hierom beschouwen we de opvangverlener niet als kostendeler in de zin van artikel 19a PW. Dit kan met behulp van maatwerk op grond van artikel 18, eerste lid, Participatiewet.
-
13. In die gevallen waar een cliënt die gebruik maakt van de regeling Grijswonen een uitkering aanvraagt onder de Participatiewet ziet het college af van toepassing van artikel 40 lid 2 en 4 Participatiewet: het opschorten van de bijstand en de belanghebbende te verzoeken om binnen een te stellen termijn de BRP-adresgegevens aan te laten passen aan het feitelijke verblijfsadres.
-
14. Bij het ontbreken van woonkosten tijdens Grijswonen wordt de uitkering van de cliënt op grond van artikel 27 PW lager vastgesteld. De verlaging bedraagt het bedrag van de basishuur (woonkostenfactor in de Participatiewet) zoals omschreven in de artikelen 16 tot en met 19 van de Wet op de Huurtoeslag.
Aanvraag Briefadres
-
15. De aanvraag voor het briefadres onder Grijswonen wordt gedaan in de regio gemeente waar de betreffende cliënt voor het laatst ingeschreven stond in de BRP.
Tijdsduur hulpvraag/indicatie
-
16. De verwachte tijdsduur van de hulpvraag is minimaal 3 maanden en maximaal 6 maanden. Waarbij er altijd bij de doelen van begeleiding en ondersteuning sprake is van perspectief op huisvesting en daarmee uitstroom.
Voorliggende mogelijkheden
-
17. Adequate ondersteuning vanuit Algemeen Maatschappelijk Werk, bemoeizorg of andere aanwezige passende hulpverlening.
-
18. Geen noodzaak tot het maatwerktraject Grijswonen vanwege een standaard aanvraag voor een briefadres.
-
19. Er is voldoende zelfredzaamheid aanwezig bij de cliënt zelf.
Succesvolle afronding Grijswonen traject
Factoren voor een hogere mate van zelfredzaamheid, eigen regievoering en daarmee een succesvolle Grijswonen traject van de client, zijn:
- *
een toereikend inkomen, indien nodig met actieve schuldhulpverlening;
- *
(vrijwilligers) werk, of passende dagbesteding, c.q. scholing;
- *
eigen huisvesting en duurzaam verblijfsadres;
- *
afwezigheid van eventuele cliëntgebonden risico’s;
- *
passende nazorg en signalering.
Inwerkingtreding
Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van 26 november 2024,
Burgemeester en wethouders van Leudal,De gemeentesecretaris, De burgemeester,
mr. drs. J.J.Th.L. Geraedts D.H. Schmalschläger
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl