Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Eijsden-Margraten 2025

Geldend van 30-11-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Eijsden-Margraten 2025

de raad van de gemeente Eijsden-Margraten;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 8 oktober 2024;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de dialoogvergadering vergadering van 4 november 2024;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING EIJSDEN-MARGRATEN 2025.

Artikel 1 - Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke in hoofdzaak zijn bestemd dan wel worden gebezigd als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    Stacaravan: een kampeermiddel in de vorm van een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen, dat mede gelet op de afmetingen, kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grotere afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen

Artikel 2 - Belastbaar feit

Onder de naam “toeristenbelasting” wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 3 - Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4 - Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers

  • 3.

    van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welke verblijf forensenbelasting is verschuldigd;

  • 4.

    van degene die op de dag waarop de eerste overnachting plaatsvindt nog niet de leeftijd van 14 jaar heeft bereikt;

  • 5.

    op vaartuigen voor welk verblijf watertoeristenbelasting is verschuldigd;

Artikel 5 - Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingtijdvak.

Artikel 6 – Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van de heffing

  • 1. Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen gedurende het kalenderjaar bepaald op 2,5;

  • 2. het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht:

    • a.

      ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen gedurende de periode van 1 maart tot en met 31 oktober, wordt bepaald op 60;

    • b.

      ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen gedurende de periode van 1 maart tot en met 31 december, wordt bepaald op 80;

Artikel 7 - Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 2,70

Artikel 8 - Belastingtijdvak

  • 1. Voor de belastingen genoemd in artikel 6 is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Voor de niet-forfaitaire aanslagen is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderkwartaal.

Artikel 9 - Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 10 – Aanslaggrens

  • 1. Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.

  • 2. Voor de toepassing van het vorige lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 11 - Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.

  • 2. Betaling van de termijnen zoals bedoeld in het eerste lid is mogelijk via automatische incasso, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de Uitvoeringsregeling automatische incasso van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 12 - Kwijtschelding

Voor de kwijtschelding wordt verwezen naar de regeling Kwijtschelding gemeentelijke belastingen Eijsden-Margraten.

Artikel 13 - Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 4, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 14 - Digitale aangifte

Het uitnodigen tot het doen van aangifte kan naast de op de in artikel 237, eerste lid, van de Gemeentewet aangegeven wijze geschieden door het uitreiken, toezenden of elektronisch verzenden van een aangiftebrief waaruit blijkt de wijze van het doen van elektronische aangifte, een omschrijving van de gevraagde gegevens of bescheiden en de termijn waarbinnen aangifte moet worden gedaan. In dat geval geschiedt, in afwijking van de in artikel 237, tweede lid, van de Gemeentewet aangegeven wijze, de aangifte langs elektronische weg door het inleveren of toezenden van de gevraagde gegevens of bescheiden via de digitale voorziening ‘Digitale aangifte toeristenbelasting’ van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen.

Artikel 15 - Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Eijsden-Margraten 2023” vastgesteld bij raadsbesluit van 8 november 2022, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. De verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening toeristenbelasting Eijsden-Margraten 2025”.

Ondertekening